Bijlage: Model bestuursovereenkomst

Bijlage: Model bestuursovereenkomst De ondergetekenden: de Gemeente [naam], ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door [naam en functie], daartoe aangewezen door de burgemeester van [gemeente] krachtens artikel 171 Gemeentewet en artikel 10:3 lid 1 Algemene wet bestuursrecht, hierna te noemen: de Gemeente en de [rechtsvorm] [naam], gevestigd te [plaats], ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door [naam en functie] en [naam en functie], hierna te noemen: de School Overwegende: (a) (b) (c) (d) (e) (f) (g) dat de School behoefte heeft aan nieuwe behuizing voor [aanduiding]; dat in verscheidene Europese landen reeds goede ervaringen zijn opgedaan met het overlaten aan private partijen van de facilitaire aspecten behorende bij het onderwijs, hetgeen kan resulteren in hoogwaardige voorzieningen ten behoeve van leerlingen en leraren enerzijds, terwijl anderzijds leraren zich in grotere mate kunnen toeleggen op hun primaire taken; dat partijen de wens hebben vastgelegd om via de weg van publiek-private samenwerking genoemde nieuwbouw te realiseren door het aangaan van een langdurige overeenkomst met een private partij, waarin het ontwerp, de bouw, de financiering en het beheer (waaronder onderhoud, schoonmaak en het ter beschikking stellen van faciliteiten) van de nieuw te bouwen school volgens vooraf te definiëren specificaties volledig aan deze private partij worden overgelaten (DBFM-contract); dat partijen aldus voor ogen staat de voorfinanciering van de nieuwbouw over te laten aan de private partij, terwijl de School na oplevering het volledige gebruik, inclusief door de private partij ter beschikking te stellen facilitaire diensten, van de school zal hebben tegen betaling van een nader te bepalen vaste periodieke beschikbaarheidsvergoeding gedurende een eveneens nader vast te stellen langere termijn vanaf de ingebruikname van de nieuwbouw; dat het de bedoeling is om het DBFM-contract conform de daarvoor geldende (dwingende) regelgeving aan te besteden, in welke aanbesteding de Gemeente als aanbesteder en opdrachtgever zal optreden; dat de beoogde pps geen aantasting mag vormen van de kwaliteit van het te bieden onderwijs, doch juist kwalitatief hoogwaardig onderwijs dient te waarborgen; dat door de publiek-private samenwerking een belangrijke meerwaarde wordt beoogd, zodat de uitvoering van het Project volgens deze overeenkomst en het DBFM-contract materieel tenminste tot hetzelfde resultaat dient te leiden als volgens de WVO en de Verordening; dit uitgangspunt is leidend bij interpretatiegeschillen over deze overeenkomst; VIII-19

(h) dat de gemeenteraad van de Gemeente in zijn vergadering van [datum] heeft besloten deze bestuursovereenkomst aan te gaan. Komen overeen als volgt: 1 Definities In deze overeenkomst hebben de navolgende woorden, indien met een hoofdletter beginnend, de navolgende betekenis. Beschikbaarheids- de in het DBFM-contract overeen te komen betaling door de vergoeding Gemeente aan de Private Partij Budget alle in artikel 3.1 en artikel 3.2 van deze overeenkomst bedoelde bedragen tezamen, met inbegrip van hun indexatie en de annuïteit bedoeld in artikel 3.3 DBFM-contract de volgens artikel 5 op te stellen conceptovereenkomst en volgens artikel 6 te sluiten overeenkomst tussen de Gemeente en de Private Partij Ingebruikname gehele of gedeeltelijke ingebruikname van het Project voor onderwijs Leerlingen leerlingen die op de alsdan laatste wettelijke teldatum (1 oktober) bij de School waren ingeschreven voor gelijktijdig voltijds dagonderwijs in de zin van artikel 76a WVO op de Percelen Output-specificatie de volgens artikel 4 door de School op te stellen uitwerking van het Project, danwel het concept daarvoor Percelen [adres en kadastrale aanduiding] Private Partij de volgens artikel 6 geselecteerde derde partij of partijen waarmee de Gemeente het DBFM-contract sluit Project de voorzieningen volgens artikel 2.2 Verordening [gemeentelijke verordening voorzieningen huisvesting onderwijs], zoals die verordening op het moment van toepassing luidt WVO Wet op het voortgezet onderwijs, wet van 14 februari 1963, Stb. 40, zoals die wet op het moment van toepassing luidt 2 Scope van het project 2.1 De Gemeente zal op de Percelen het Project doen realiseren en in stand houden volgens de in artikel 6 beschreven aanbestedingsprocedure. De Gemeente geeft de Percelen met opstallen gedurende de gehele looptijd van deze overeenkomst in uitsluitend gebruik aan de School, onverminderd de artikelen 7 en 8 van deze overeenkomst. Om aan deze verplichting te kunnen voldoen zal de Gemeente de Percelen tijdig [indien van toepassing: in eigendom verwerven,] bouwrijp maken en voorzien van een geschiktheidsverklaring. Aan de Private Partij wordt toegang tot de Percelen verleend voorzover voorzien in het DBFM-contract. 2.2 Het Project omvat nieuwe huisvesting die volgens de normen van de Verordening geschikt is voor gelijktijdig onderwijs aan minimaal [aantal] Leerlingen en omvat tenminste [aantal] VIII-20

gymnastiekzalen in de zin van [bepaling] van de Verordening. Het Project omvat tenminste de in bijlage A bij deze overeenkomst opgenomen voorzieningen, voorzover deze nuttig zijn voor het geven van onderwijs. 2.3 Bij de bepaling of de voorzieningen van het Project geschikt en voldoende zijn wordt uitgegaan van de redelijkerwijs te verwachten spreiding van de Leerlingen over de verschillende onderwijssoorten in de zin van [bepaling] van de Verordening. 2.4 De School is verplicht de voorzieningen van het Project, waaronder de huisvesting, de Percelen en het meubilair, behoorlijk te gebruiken. De Gemeente is verplicht deze behoorlijk te doen onderhouden. De Gemeente is evenwel niet verplicht de leer- en hulpmiddelen behoorlijk te gebruiken of te doen onderhouden. De Gemeente draagt zorg voor herstel en vervanging in verband met schade aan de huisvesting, de leer- en hulpmiddelen en het meubilair in geval van bijzondere omstandigheden in de zin van artikel 76c lid 1 onder c WVO. Ten overvloede wordt opgemerkt dat de Gemeente deze verplichtingen overeenkomstig artikel 5 harerzijds als onderdeel van het Project dient te bedingen van de Private Partij. 3 Budget 3.1 De Gemeente stelt ter bekostiging van het Project de volgende bedragen beschikbaar voor betaling aan de Private Partij: a b c [bedrag] inclusief eventueel verschuldigde omzetbelasting (zijnde het normbedrag voor de nieuwbouw in de zin van [bepaling] van de Verordening, verminderd met de maximale vergoeding van externe adviseurskosten volgens artikel 12.4); dit bedrag wordt vanaf [datum] tot Ingebruikname jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig het CBS-indexcijfer Prijsontwikkeling Nieuwbouwwoningen, gepubliceerd in de Maandstatistiek bouwnijverheid van het CBS [bedrag] inclusief eventueel verschuldigde omzetbelasting (zijnde het normbedrag voor de eerste aanschaf van meubilair in de zin van [bepaling] van de Verordening); dit bedrag wordt vanaf [datum] tot Ingebruikname jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig het CBSindexcijfer prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie voor alle huishoudens (NR-reeks), gepubliceerd in de Maandstatistiek van de prijzen van het CBS [bedrag] inclusief eventueel verschuldigde omzetbelasting per jaar vanaf Ingebruikname tot ommekomst van deze overeenkomst (als deel van het normbedrag voor aanpassingen in de zin van [bepaling] van de Verordening) Het DBFM-contract regelt op welke data de Gemeente de betalingen verricht. 3.2 De School betaalt ter bekostiging van het Project vanaf Ingebruikname tot ommekomst van deze overeenkomst [bedrag] inclusief eventueel verschuldigde omzetbelasting per kwartaal aan de Gemeente. Betaling geschiedt uiterlijk op de laatste dag van het desbetreffende kwartaal door bijschrijving op bankrekening [nummer] ten name van [tenaamstelling], onder vermelding van [kenmerk]. Valt de Ingebruikname lopende een kwartaal of eindigt deze overeenkomst lopende een kwartaal, dan wordt de betaling naar rato berekend. Het VIII-21

genoemde bedrag is ter informatie gespecificeerd in bijlage B bij deze overeenkomst en geldt ongeacht de bekostiging die de School van rijkswege ontvangt. 3.3 Voorzover de bedragen bedoeld in artikel 3.1 onder a en b niet bij Ingebruikname worden uitbetaald, wordt een annuïteit berekend over de periode vanaf Ingebruikname tot de reguliere ommekomst van het DBFM-contract. De bedragen worden dienovereenkomstig verhoogd. Grondslag is de bij het sluiten van het DBFM-contract geldende [referentierente] met een looptijd van dertig jaar en een vaste rente gedurende de looptijd (thans [percentage]%). Voor de overige bedragen vermeld in artikel 3.1 en 3.2 geldt met terugwerkende kracht vanaf de ondertekening van deze overeenkomst dezelfde indexatieclausule als in het DBFM-contract zal zijn overeengekomen. Deze indexatie kan per component van de betaling verschillend zijn. 3.4 Partijen erkennen dat de eerste jaren na Ingebruikname nog geen [aantal] Leerlingen zullen zijn ingeschreven. Gedurende die periode is artikel 7.4 van deze overeenkomst onverminderd van toepassing. Indien Ingebruikname slechts een deel van het Project betreft wordt het overige deel van het Project voor de toepassing van artikel 7.4 aangemerkt als leegstand. 3.5 Als de School in alle redelijkheid verschuldigdheid van een betaling aan de Gemeente wenst te betwisten treden partijen zo spoedig mogelijk in overleg. Zij trachten voor de laatste dag van het desbetreffende kwartaal overeenstemming te bereiken, eventueel over vermindering of uitstel van de betaling. 3.6 Als het in het vorige lid bedoelde overleg niet tijdig tot overeenstemming leidt dient de School in plaats van betaling een bankgarantie te stellen. Hierin dient een goed bekend staande Nederlandse bank zich als eigen verplichting te verbinden op eerste afroep aan de Gemeente een bedrag te betalen gelijk aan het bedrag waarvan de School verschuldigdheid betwist. De Gemeente roept deze bankgarantie pas in voorzover zij beschikt over een voor tenuitvoerlegging vatbare titel. Voorzover in rechte onherroepelijk komt vast te staan dat de School de betaling ter vervanging waarvan de bankgarantie is gesteld niet verschuldigd is, geeft de Gemeente de bankgarantie terug aan de School. In dat laatste geval vergoedt de Gemeente tevens de kosten van de bankgarantie aan de School. 3.7 Mocht de School noch de in artikel 3.2 bedoelde betaling tijdig verrichten, noch de in artikel 3.5 bedoelde overeenstemming met de Gemeente bereiken, noch de in artikel 3.6 bedoelde bankgarantie tijdig stellen, dan kan de Gemeente haar bij aangetekende brief een termijn van minstens vier weken voor nakoming stellen. Als de School de betaling niet binnen die termijn heeft verricht is zij de Gemeente als contractuele boete een verhoging van vijftig procent van het achterstallige bedrag verschuldigd, alsmede de wettelijke rente over het verhoogde bedrag vanaf het verstrijken van de gestelde termijn. De Gemeente kan zich op deze bepaling slechts beroepen als zij hiernaar in haar aanmaning uitdrukkelijk heeft verwezen. 3.8 Mocht in het DBFM-contract een Beschikbaarheidsvergoeding worden overeengekomen waarvan de contante waarde lager is dan het Budget, dan wordt de in artikel 3.2 VIII-22

overeengekomen betaling van de School aan de Gemeente verlaagd. Deze verlaging is zodanig dat het vrijgevallen deel van het Budget aan partijen ten goede komt in dezelfde verhouding als waarin zij volgens de leden 3.1 en 3.2 in het Budget bijdragen. 3.9 De in de leden 3.1 en 3.2 bedoelde bekostiging vormt tezamen het Budget waarbinnen de Gemeente met de Private Partij een Beschikbaarheidsvergoeding overeen zal komen. Partijen gaan ervan uit dat het Budget volstaat om het Project door middel van een DBFMcontract op te dragen aan een Private Partij. Mocht aan de hand van biedingen blijken dat deze verwachting niet gewettigd is, dan staat het partijen vrij het Budget te verhogen, danwel deze overeenkomst op te zeggen. Ingeval van opzegging op deze grond zijn partijen elkaar geen schadevergoeding verschuldigd. 3.10 Het door de Gemeente door middel van het DBFM-contract aan de School beschikbaar te stellen Project treedt in de plaats van de bekostiging die de School voor de huisvesting van de Leerlingen had kunnen aanvragen, behoudens voorzover voorzien in deze overeenkomst. Met name zal de School geen bekostiging aanvragen voor: a b c d e f g h i j k nieuwbouw en vervangende bouw ([bepaling] van de Verordening) uitbreiding van de huisvesting ([bepaling]) ingebruikneming of huur ([bepaling]) verplaatsing van noodlokalen ([bepaling]) verwerving van terreinen ([bepaling]) eerste aanschaf van leer- en hulpmiddelen ([bepaling]) eerste aanschaf van meubilair ([bepaling]) medegebruik ([bepaling]) aanpassingen ([bepaling] van de Verordening), behoudens voorzover vereist door gewijzigde wet- of regelgeving ([bepaling] van de Verordening) constructiefouten ([bepaling] van de Verordening) vooruitbetaling van bouwvoorbereidingskosten ([bepaling] van de Verordening) [eventueel regeling voor de bekostiging van tijdelijke huisvesting tot Ingebruikname] 3.11 Evenmin zal de School afzonderlijke bekostiging aanvragen in het kader van de ophanden zijnde maatregel van rijkswege voor onderwijskundige vernieuwing, zoals thans voor primair onderwijs is voorzien in artikel [bepaling] van de Verordening, te weten bekostiging van bouwkundige aanpassing ten behoeve van: a b c d informatie- en communicatietechnologie in het onderwijs (ICT) Weer Samen Naar School (WSNS) leerling gebonden financiering (lgf) werkplekken voor docenten alsmede ten behoeve van: e invoering van het vmbo en praktijkonderwijs VIII-23

f de tweede fase voortgezet onderwijs (studiehuis) 3.12 De volgende bekostiging is niet in het Project begrepen en wordt overeenkomstig de Verordening afzonderlijk aangevraagd, beoordeeld en toegekend of geweigerd: a b c d de kosten van aanpassingen volgens [bepaling] van de Verordening, voorzover die aanpassingen worden vereist door gewijzigde wet- of regelgeving ([bepaling] van de Verordening) de huur van sportterrein ([bepaling] van de Verordening) locatie gebonden meerkosten ([bepaling] van de Verordening), waaronder meerkosten veroorzaakt door stedenbouwkundige eisen, bodemgesteldheid, fundering met een paallengte van meer dan vijftien meter, bodemverontreiniging, explosieven en archeologische vondsten herstel en vervanging ingeval van bijzondere omstandigheden ([bepaling] van de Verordening) Het DBFM-contract regelt hoe deze bekostiging, indien van toepassing, wordt aangewend. 3.13 Voorzover de School onroerende-zaakbelasting aan de Gemeente verschuldigd is, wordt deze door de Gemeente afzonderlijk bekostigd overeenkomstig artikel 96c.1 WVO. 3.14 Uitgangspunt van deze overeenkomst is het bekostigingssysteem voor voortgezet onderwijs zoals dat bij ondertekening van kracht is. Mocht de relevante regelgeving worden gewijzigd met het gevolg dat bekostiging door de Gemeente wordt vervangen door gelijke bekostiging van rijkswege of omgekeerd, dan zullen partijen overleggen over wijziging van hun in dit artikel vastgestelde aandeel in het Budget. Deze wijziging dient ertoe te leiden dat geen van partijen per saldo financieel nadeel ondervindt van de wijziging van het bekostigingssysteem. 3.15 Het is partijen bekend dat een wijziging van de WVO in voorbereiding is, ertoe strekkende dat de in artikel 3.10 onder i en artikel 3.12 onder a van deze overeenkomst bedoelde bekostiging van rijkswege aan de School zal worden verstrekt. Mocht deze wijziging in werking treden, dan wordt de betaling die de School op grond van artikel 3.2 verricht verhoogd met het bedrag genoemd in artikel 3.1 onder c en eindigt artikel 3.12 onder a. 3.16 De School houdt het Project beschikbaar voor onderwijs aan maximaal [aantal + 10%] Leerlingen. Zij erkent dat de Gemeente mogelijkerwijs extra kosten kan maken als in het Project niettemin minder dan [aantal + 10%] Leerlingen kunnen worden gehuisvest. Als deze kosten het gevolg zijn van schending van dit artikel 3.16 dan zal de School deze aan de Gemeente vergoeden. 4 De Output-specificatie 4.1 Met inachtneming van het Project zal de School een concept voor een Output-specificatie ontwikkelen. De Output-specificatie beschrijft de inrichting van het Project zodanig nauwkeurig, dat de juiste uitvoering van het Project daaraan kan worden getoetst. VIII-24

4.2 De Output-specificatie bevat tenminste de in bijlage A omschreven voorzieningen. De Output-specificatie bevat tevens optionele voorzieningen, die als zodanig zijn gekenmerkt. De School voorziet deze optionele voorzieningen naar eigen inzicht van een aantal punten als wegingsfactor, naar gelang het belang dat zij daaraan hecht. 4.3 De Output-specificatie wordt voorafgaand aan de aanbesteding eenmalig ter goedkeuring voorgelegd aan de Gemeente. De Gemeente toetst of de Output-specificatie voorziet in huisvesting voor onderwijs aan minimaal [aantal] Leerlingen in de zin van de Verordening. (Artikel 2.3 is van overeenkomstige toepassing.) De Gemeente kan aanpassing verlangen voorzover de Output-specificatie niet voldoet aan de eisen van de Verordening of aan de eisen van deze overeenkomst (waaronder de inpasbaarheid in het Budget). Anders keurt de Gemeente deze goed. 5 Het DBFM-contract 5.1 De Gemeente en de School ontwikkelen het DBFM-contract volgens een in onderling overleg te bepalen taakverdeling. Het DBFM-contract dient zodanig te luiden dat de Private Partij wordt verplicht zorg te dragen voor de uitvoering van het Project, zoals de Gemeente zich daartoe in deze bestuursovereenkomst jegens de School heeft verplicht. De Outputspecificatie vormt onderdeel van het DBFM-contract. 5.2 Het DBFM-contract verplicht de Private Partij er tevens toe: a b c d e ten gunste van de Gemeente een door de Gemeente goedgekeurde verzekering voor aansprakelijkheid van de Private Partij en van haar hulppersonen, met inbegrip van milieuaansprakelijkheid, in stand te houden het vorderingsrecht van de Gemeente overeenkomstig artikel 76r WVO te respecteren bij toepasselijkheid van artikel 7.4 de daarin omschreven korting te aanvaarden bij toepasselijkheid van artikel 8.4 te aanvaarden dat de Beschikbaarheidsvergoeding met in euro s hetzelfde bedrag wordt teruggebracht, met de bevoegdheid de volgens artikel 8.3 vrijgekomen delen van de gebouwen en van de Percelen commercieel te verhuren na ommekomst van het DBFM-contract, alsmede bij voortijdige beëindiging daarvan voor eigen rekening achterstallig onderhoud uit te voeren [regeling voor de opstalverzekering] 5.3 Het DBFM-contract wordt voorafgaand aan de aanbesteding ter goedkeuring voorgelegd aan de Gemeente. De Gemeente toetst het DBFM-contract aan het Budget en aan deze overeenkomst en aan haar overige wezenlijke belangen. Voorzover het DBFM-contract aan deze eisen niet voldoet kan de Gemeente aanpassing verlangen. Mocht aanpassing aan deze eisen van de Gemeente niet mogelijk zijn, dan onthoudt de Gemeente goedkeuring aan het DBFM-contract. Voorzover het DBFM-contract andere wezenlijke verplichtingen of risico s op de Gemeente legt dan betaling van het Budget is de Gemeente VIII-25

eveneens vrij goedkeuring te weigeren. Ingeval van het weigeren van goedkeuring is de Gemeente geen schadevergoeding verschuldigd. 6 Aanbesteding 6.1 Na goedkeuring kunnen het DBFM-contract en de Output-specificatie slechts worden gewijzigd met toestemming van de School en de Gemeente. De School kan slechts wijziging van het DBFM-contract en van de Output-specificatie verlangen voorzover de op de Gemeente rustende verplichtingen en risico s daardoor niet worden verzwaard. 6.2 De Gemeente zal het DBFM-contract en de Output-specificatie volgens de geldende regels openbaar aanbesteden. De Gemeente treedt op als bouwheer in de zin van artikel 76n lid 1 WVO en blijft eigenaar van de Percelen in de zin van artikel 76n lid 2 WVO. De Gemeente kan de aanbesteding gedeeltelijk aan de School overlaten en daartoe een volmacht aan de School verlenen. 6.3 De School staat de Gemeente gedurende de aanbesteding met raad en daad terzijde. Zij zal volledig worden betrokken bij het bekend maken van de aanbesteding, het voeren van overleg met gegadigden, het voeren van onderhandelingen en het selecteren van de Private Partij waaraan zal worden gegund. De School is evenwel niet bevoegd gedurende de aanbesteding namens de Gemeente te handelen, behoudens voorzover de Gemeente daarin toestemt. 6.4 Aan de deelnemers aan de aanbestedingsprocedure zullen de voorwaarden van het DBFM-contract bekend worden gemaakt. Tevens kan (al dan niet bij wijze van financial bench mark) een richtbedrag voor de contante waarde van de Beschikbaarheidsvergoeding bekend worden gemaakt. 6.5 Partijen zullen de gunningscriteria en hun onderlinge verhouding nader vastleggen nadat de Gemeente de Output-specificatie heeft goedgekeurd doch voordat de eerste bieding wordt gevraagd. Ondermeer de volgende gunningscriteria komen in aanmerking: het totale puntental van de geboden voorzieningen, de beschikbaarheidsvergoeding, het te bieden contractmanagement en de mate waarin van het aanbestede DBFM-contract wordt afgeweken. 6.6 De School zal als lasthebber van de Gemeente de juiste uitvoering van het DBFM-contract bewaken en daartoe het contact met de Private Partij onderhouden. De Gemeente machtigt de School om in haar naam de Private Partij aan te spreken op nakoming van het DBFM-contract en voor tekortkomingen in gebreke te stellen. De Gemeente kan de School schriftelijk opdragen en volmacht geven andere rechtshandelingen in haar naam te verrichten, zoals het opleggen van kortingen op de Beschikbaarheidsvergoeding. De School brengt de Gemeente in januari en in juli van ieder kalenderjaar op de hoogte van alle rechtshandelingen die zij in haar naam heeft verricht. De Gemeente is geen loon in de zin van artikel 7:405 BW of onkostenvergoeding in de zin van artikel 7:406 BW verschuldigd. De Gemeente kan te allen tijde de volmacht intrekken of de desbetreffende rechtshandeling zelf verrichten. VIII-26

6.7 Als de Private Partij wegens schending van het DBFM-contract een korting op de Beschikbaarheidsvergoeding moet gedogen of een boete verschuldigd wordt, betaalt de Gemeente een in euro s gelijk bedrag aan de School, doch niet meer dan de School over dezelfde termijn aan de Gemeente is verschuldigd. Deze bepaling is slechts van toepassing voorzover de korting geen betrekking heeft op ontwerpfouten, op constructiefouten, op uitvoeringsfouten of op achterstallig onderhoud één jaar voor ommekomst van het DBFM-contract. 7 Wijziging van het aantal Leerlingen 7.1 Partijen stellen als grondslag voor deze overeenkomst het aantal Leerlingen drie jaar na Ingebruikname vast op een aantal van [aantal]. Het aantal Leerlingen dat alsdan daadwerkelijk is ingeschreven beïnvloedt het Project niet. 7.2 Als vanaf drie jaar na Ingebruikname het daadwerkelijke aantal Leerlingen lager is dan [aantal] is de Gemeente overeenkomstig artikel 76r WVO bevoegd de Percelen en de behuizing (gedeeltelijk) te vorderen. De vergoeding voor medegebruik komt aan de School ten goede. 7.3 Als de Gemeente geen gebruik maakt van haar in het vorige lid bedoelde bevoegdheid stellen partijen vast in hoeverre zich leegstand van lesgebouwen voordoet in de zin van [bepaling] van de Verordening. Voorzover sprake is van leegstand kan de School de Private Partij toestaan de Percelen en de behuizing commercieel te verhuren onder door de School te stellen voorwaarden, met inachtneming van artikel 76s WVO. De School kan voorwaarden stellen aan de persoon van de huurder, de aard van het gebruik en de duur van de verhuur. De School kan tevens bedingen dat een deel van de huuropbrengst aan haar ten goede komt door een verlaging van de Beschikbaarheidsvergoeding, in welk geval de Gemeente een in euro s gelijk bedrag aan de School betaalt. De School is evenwel niet verplicht de verhuur toe te staan en de Private Partij is niet verplicht tot verhuur over te gaan of de gestelde voorwaarden te aanvaarden. 7.4 In het DBFM-contract komt de Gemeente met de Private Partij een restitutie van de Beschikbaarheidsvergoeding overeen bij leegstand van lesgebouwen in de zin van artikel [bepaling] van de Verordening die niet volgens artikel 7.2 door de Gemeente wordt gevorderd en evenmin volgens artikel 7.3 commercieel wordt verhuurd. Deze restitutie is gelijk aan de variabele kosten (zoals kosten van onderhoud, reiniging, verwarming en verlichting) die de Private Partij kan besparen doordat zich leegstand voordoet. De restitutie wordt nader uitgewerkt in het DBFM-contract. De Gemeente betaalt een in euro s gelijke restitutie aan de School. 8 Inkrimping en uitbreiding van de school 8.1 Voor de toepassing van dit artikel bepaalt de School per 1 oktober van ieder jaar de ruimtebehoefte voor de alsdan daadwerkelijk ingeschreven Leerlingen, in aanmerking genomen hun aantal en spreiding over de onderwijssoorten. Maatstaf voor deze VIII-27

berekening is [bepaling] van de Verordening zoals die op de desbetreffende 1ste oktober zal luiden. Mocht deze tabel niet meer in de Verordening zijn opgenomen, dan geldt een daarmee overeenkomstige tabel. Bij gebreke daarvan geldt de (overeenkomstige) tabel die laatstelijk van kracht was. 8.2 De artikelen 8.3 en 8.4 van deze overeenkomst worden (telkens) van toepassing als de volgens artikel 8.1 berekende ruimtebehoefte minder dan [percentage] procent bedraagt van de daadwerkelijke bruto-vloeroppervlakte die de Gemeente volgens deze overeenkomst aan de School in gebruik geeft. 8.3 Bij toepasselijkheid van deze bepaling kan de School uiterlijk 1 december van het desbetreffende kalenderjaar bij aangetekende brief aan de Gemeente mededelen dat zij blijvend zal ophouden het gebouw of een voor afzonderlijk gebruik geschikt gedeelte daarvan voor de school te gebruiken. Als de School deze mededeling doet, dient zij tevens het gebruik van een evenredig deel van de Percelen op te geven. In de mededeling specificeert de School welke delen van de gebouwen en van de Percelen zij ophoudt te gebruiken. Op 1 juli van het kalenderjaar volgend op deze mededeling eindigt het gebruik door de School van de daarin gespecificeerde delen van de gebouwen en Percelen. 8.4 Met ingang van 1 juli van het kalenderjaar volgend op de in het vorige lid bedoelde mededeling wordt het bedrag dat de School volgens artikel 3.2 van deze overeenkomst aan de Gemeente betaalt verminderd. Deze vermindering is gelijk aan: de bruto-vloeroppervlakte in m² waarvan de School het gebruik heeft beëindigd, gedeeld door de bruto-vloeroppervlakte in m² die de Gemeente voordien op grond van deze overeenkomst aan de School in gebruik gaf en vervolgens vermenigvuldigd met het bedrag van artikel 3.2 (na indexatie en eventuele eerdere aanpassingen op grond van deze overeenkomst). 8.5 Deze overeenkomst is niet van toepassing voorzover de volgens artikel 8.1 berekende ruimtebehoefte meer dan honderd tien procent bedraagt van de daadwerkelijke brutovloeroppervlakte die de Gemeente volgens deze overeenkomst aan de School in gebruik geeft. De Verordening is op deze ruimtebehoefte (voor het meerdere) ten volle van toepassing. 9 Bevoegdheden en vergunningen De Gemeente zal met behoud van haar bestuurlijke vrijheid zoveel mogelijk bevorderen dat de benodigde vergunningen, goedkeuringen, toestemmingen, ontheffingen en soortgelijke beschikkingen voor de realisatie van het Project en van de Output-specificatie tijdig worden afgegeven. 10 Duur van deze overeenkomst 10.1 Deze overeenkomst wordt van kracht op de dag waarop deze door beide partijen is ondertekend. Zij eindigt bij het eindigen van het DBFM-contract. VIII-28

10.2 Uiterlijk een jaar voor ommekomst van deze overeenkomst volgens het eerste lid treden partijen in overleg over de eventueel gewijzigde verlenging daarvan. Het staat beide partijen geheel vrij van verlenging af te zien. In dat laatste geval is de Verordening ten volle van toepassing. 10.3 Partijen zullen alles doen wat redelijkerwijs van hen gevergd kan worden opdat het DBFMcontract zo spoedig mogelijk tot stand komt. Mochten de wezenlijke belangen van partijen ertoe leiden dat het DBFM-contract achttien maanden na ondertekening van deze bestuursovereenkomst nog niet is gesloten, dan zullen zij gezamenlijk bezien welke oorzaken daaraan ten grondslag liggen en of die oorzaken op korte termijn kunnen worden weggenomen. Mochten de desbetreffende oorzaken vervolgens niet binnen zes maanden, dat wil zeggen twee jaar na ondertekening van deze Bestuursovereenkomst, zijn weggenomen dan kan ieder der partijen deze Bestuursovereenkomst bij aangetekend schrijven opzeggen. Ingeval van opzegging op deze grond zijn partijen elkaar geen schadevergoeding verschuldigd. Artikel 3.9 en artikel 5.3 zijn onverminderd van kracht. 11 Onvoorziene omstandigheden en overmacht 11.1 Indien zich omstandigheden voordoen die in deze overeenkomst niet zijn voorzien en die met zich brengen dat ongewijzigde uitvoering daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet geëist kan worden, zullen partijen in overleg treden over aanpassing van deze overeenkomst. De partij aan wier zijde een onvoorziene omstandigheid als hier bedoeld opkomt, is gehouden de andere partij daarvan onmiddellijk bij aangetekende brief met ontvangstbevestiging in kennis te stellen. 11.2 Eerst nadat het in het vorige lid voorgeschreven overleg niet tot een oplossing heeft geleid kunnen de onvoorziene omstandigheden leiden tot (gedeeltelijke) wijziging of (gedeeltelijke) ontbinding van deze overeenkomst. 12 Overige bepalingen Toepasselijkheid van de Verordening en de WVO 12.1 Deze overeenkomst is mede een overeenkomst in de zin van artikel 76n WVO. De WVO is onverkort van toepassing, met inbegrip van de artikelen 76a tot en met 76u. 12.2 De Verordening is niet van toepassing op het Project en de daarin onder te brengen Leerlingen, behoudens voorzover daarnaar in deze overeenkomst uitdrukkelijk wordt verwezen. Kosten 12.3 Ieder van partijen draagt zelf de kosten die zij heeft gemaakt en zal maken voor het sluiten en het uitvoeren van deze overeenkomst, behoudens voorzover daarover schriftelijk andersluidende afspraken zijn gemaakt. 12.4 In afwijking van artikel 12.3 en in aanvulling op artikel 3.1 onder a vergoedt de Gemeente ten hoogste [bedrag] aan uitgaven die de School heeft moeten doen voor externe VIII-29

adviseurs ten behoeve van het Project. Dit bedrag wordt vanaf [datum] tot uitbetaling jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig het CBS-indexcijfer prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie voor alle huishoudens (NR-reeks), gepubliceerd in de Maandstatistiek van de prijzen van het CBS. De betaling wordt verricht binnen zes weken nadat de Gemeente de facturen van de desbetreffende adviseurs aan de School heeft ontvangen. Leer- en hulpmiddelen 12.5 In afwijking van artikel 3.10 en in aanvulling op artikel 3.1 onder b vergoedt de Gemeente aan de School ten hoogste [bedrag] voor de eerste aanschaf van leer- en hulpmiddelen in de zin van [bepaling] van de Verordening. Dit bedrag wordt vanaf [datum] tot uitbetaling jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig het CBS-indexcijfer prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie voor alle huishoudens (NR-reeks), gepubliceerd in de Maandstatistiek van de prijzen van het CBS. De betaling wordt verricht binnen zes weken nadat de Gemeente de desbetreffende facturen aan de School heeft ontvangen en goedgekeurd. Vertrouwelijkheid en externe communicatie 12.6 Partijen zullen strikte vertrouwelijkheid in acht (doen) nemen ten aanzien van de tekst van deze overeenkomst en hieruit voortvloeiende overeenkomsten en alle informatie welke in het kader daarvan wordt verkregen, met dien verstande dat partijen niet tot geheimhouding verplicht zijn voorzover verstrekking van gegevens plaatsvindt in het kader van de behartiging van een publiek belang, de uitoefening van publiekrechtelijke taken of de naleving van wettelijke voorschriften. 12.7 Voorzover communicatie of publiciteit met betrekking tot in deze overeenkomst geregelde onderwerpen jegens derden, niet zijnde marktpartijen, noodzakelijk of wenselijk is, zal zulks zoveel mogelijk in onderling overleg en uniform geschieden. 12.8 In afwijking van het voorgaande zullen partijen de inhoud van deze overeenkomst in de biedingsfase van de aanbesteding bekend maken aan de betrokken gegadigden, doch zonder de hierin opgenomen geldbedragen. De betrokken gegadigden zullen op hun beurt tot geheimhouding worden verplicht. Volledigheid 12.9 Deze overeenkomst bevat de volledige wilsovereenstemming van partijen met betrekking tot de hierin geregelde onderwerpen en vervangt alle eerder ter zake gemaakte afspraken tussen partijen. Wijzigingen 12.10 Deze overeenkomst kan alleen worden aangevuld of gewijzigd door middel van een door alle partijen ondertekend schriftelijk aanhangsel. Geschillen 12.11 Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. VIII-30

12.12 Er is sprake van een geschil indien een partij daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere partij. Partijen zullen binnen vier weken na een zodanige melding eerst met elkaar in overleg treden om te bezien of in der minne een oplossing voor het geschil kan worden gevonden. 12.13 Eventuele geschillen die uit deze overeenkomst of een eventueel daarop voortbouwende overeenkomst mochten ontstaan, zullen in eerste instantie worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te [arrondissement]. Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend te [plaats] op de hierna vermelde data. [naam]: Gemeente [naam]: [naam] [naam] Datum: [naam] Datum: VIII-31