Definitie Bewaking en verzorging van een patiënt met een intra-aortale ballonpomp (IABP). Doel Een optimale werking van de IABP bewerkstelligen Voorkomen van verontreiniging met en verwijderen van micro-organismen Tijdig herkennen / voorkomen van neurologische en vasculaire complicaties Indicatie Katheter in situ, aangesloten op de IABP. Contra-indicatie / relatieve contra-indicatie Niet bekend Aandachtspunten Gebruik de Doppler indien perifere pulsaties moeilijk zijn te palperen. Verifieer of de patiënt met antistolling is gestart. De ballonpomp mag nooit uit staan in verband met trombusvorming De slang van de IABP-katheter naar de pomp mag niet afknikken. Stop de ballonpomp als er bloed in de IABP-katheter zit, leg de patiënt in Trendelenburg en waarschuw de arts. Zet de ballonpomp niet uit bij een reanimatie. IJk en nul 1 keer per dienst. Benodigdheden Parameters verkregen via monitoring van de vitale functies, verkregen via bewakingsapparatuur en gebruikte apparatuur om vitale functies over te nemen of te ondersteunen (beademing, IABP, CVVH) Parameters op andere wijze verkregen - Doppler - Chemie, hematologie en stollingswaarden - Vochtbalans - X-thorax, ECG Werkwijze Controleer ieder uur de werking van de IABP Controleer slangen op afknikken Controleer de verbindingen Controleer of er waterdamp en/of bloed in de slang zit Verwijder vocht uit de connectieslang door deze los te koppelen en leeg te schudden Nul minimaal eenmaal per dienst de drukkop op de IABP-module Controleer minimaal eenmaal per dienst de heliumgasvoorraad op de manometer; de druk mag niet lager zijn dan 50 Bar Controleer of de druktransducer op harthoogte geplaatst is Controleer de inhoud van de drukzak en zorg voor een juiste druk (min. 300 mmhg) Flush ieder uur of vaker de arteriële lijn van de ballonkatheter. Vanwege de kleine diameter van de arteriële lijn van de IABP raakt deze eerder verstopt FSTH Pagina 1 van 5
Zorg voor een optimaal ECG (de afleiding met de hoogste R-top) voor een juiste triggering. Zonodig kan de trigger van de IABP ook op de arteriële drukcurve of op pacing gezet worden. In dat geval dient de inflatie en deflatie opnieuw te worden ingesteld door intensivist of perfusionist. Bewaak de inflatie of augmentatiedruk: de druk waarmee de ballon wordt opgeblazen. De inflatie wordt ingesteld op de dicrotic notch van de arteriële curve. Bewaak de deflatie (deflatie geeft afterloadreductie waarbij de ballon wordt leeggezogen) Controleer ieder uur de timing van de IABP door middel van het bewaken van de arteriële drukcurve. Controleer à 2 uur de perifere pulsaties beiderzijds (art. tibialis posterior, art. dorsalis pedis en art. femoralis) zn. met Doppler Zorg voor een goede fixatie van de ballonkatheter in de lies. De patiënt krijgt strikte bedrust, eventueel sedatie afspreken. Geen langdurige zijligging. De hoofdsteun mag max. 30 graden omhoog; flexie in de liezen maximaal 30. De patiënt wordt door middel van "boomstam-techniek" gedraaid, de lies waarin zich de ballonkatheter bevindt blijft geïmmobiliseerd. Controle stolling: Trombocyten, APTT, PTT, en INR. Controle chemie: o.a nier-en leverfuncties, elektrolyten, bloedgassen, verdere bepalingen afhankelijk van instelling Complicaties Dislocatie van de ballonkatheter Trombusvorming aan de IABP-katheter Embolieën naar benen, nieren, gastro-enterale vaten, spinaal vaten en hoofd Trombopenie en/of anemie Ruptuur (dissectie) van de aorta en aortaklepbeschadigingen, vals aneurysma in arteria femoralis Bloedingen uit insteekopeningen, gastro-enterale bloedingen Gas (Helium) embolieën door lekkage uit de ballon (leg de patiënt in Trendelenburg!) Ischemie been waarin de ballonpomp is ingebracht Perifere vaatafsluiting. Nierfunctiestoornissen. Deze zijn meestal het gevolg van de cardiogene shock; kunnen echter wel het gevolg zijn van te lage plaatsing van de ballonkatheter waarbij de nierarterie wordt afgesloten of t.g.v. een cholesterol-embolie Een stolsel uit de abdominale aorta kan loskomen en perifeer een afsluiting veroorzaken (dus ook in het been waar de IABP-katheter niet is ingebracht) Circulatiestoornis linker arm door foute positie van tip balloncatheter in a. sublcavia links. Infectie Beschadiging nervus peroneus door continue druk van de IABP-katheter (risico klapvoet) Compartimentssyndroom Testis necrose Atheroom embolie FSTH Pagina 2 van 5
Benodigdheden verschonen insteekopening IABP katheter Huiddesinfectans Gazen Handschoenen Transparante afdekpleister of gazen en pleisters Beschermdoek Pleister verwijderaar Werkwijze Leg beschermdoek onder de insteekplaats Trek handschoenen aan Verwijder aanwezige pleisters, gebruik zonodig pleister verwijderaar Desinfecteer de huid rondom de insteekopening en laat de huid volledig drogen Inspecteer de insteekopening Plak de insteekopening af met transparante afdekpleister of met gazen en pleisters Bronnen IABP-protocollen OLVG, VUMC en LUMC FSTH Pagina 3 van 5
te late inflatie te vroege inflatie FSTH Pagina 4 van 5
Disclaimer De werkgroep Verpleegkundige Intensive Care Protocollen () stelt haar standaardhandelingen vrij ter beschikking. De heeft de standaardhandelingen met zorg opgesteld in overleg met medewerkers uit verschillende ziekenhuizen. Ze zijn gebaseerd op consensus, best practice en/of wetenschappelijk onderzoek. De staat open voor vragen, suggesties en opmerkingen over haar standaardhandelingen. De is niet verantwoordelijk voor (de gevolgen van) het gebruik van haar standaardhandelingen. Personen of instellingen die gebruik willen maken van de standaard handelingen moeten deze aanpassen aan en autoriseren voor de eigen werkomgeving. De documentkenmerken van de (logo, auteur, autorisator, documentbeheerder, documentnummer, autorisatie- en revisiedatum) worden bij voorkeur vervangen door documentkenmerken van de betreffende instelling. FSTH Pagina 5 van 5