tai Gemeente Delft Geachte leden van de raad,

Vergelijkbare documenten
HoogheemraadschapvanDelfland

Parafering besluit PFO Bom Gewijzigd akkoord Geparafeerd D&H (Geen) Geparafeerd door: Werf, R. van der

Overeenkomsten d.d

VOORTGANGSRAPPORTAGE GR BEHEER GRONDWATERONTTREKKING DELFT NOORD - UITTREDING

"Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord" zoals verwoord in bijgaande brief met

agendapunt 04.B.19 Aan Commissie Waterkwaliteit

het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland Gemeenlandshuis Delft Postbus ME DELFT

Grondwatereffecten aan de oppervlakte (gebracht)

agendapunt H.06 Aan Verenigde Vergadering CONCEPTBEGROTING 2018 REGIONALE BELASTING GROEP Gevraagd besluit Verenigde Vergadering

Gemeente Delft VERZONDEN - L 1 MEI Geachte leden van de raad,

Gemeente Delft VERZONDEN 2 8 APR Geachte leden van de raad,

p HOLLAND 2 6 NOV Gedeputeerde Staten

agendapunt 3.a.1 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden BELEIDSREGEL GRONDWATERONTTREKKING EN INFILTRATIES Datum 12 mei 2015

WATERVERGUNNING D /

agendapunt H.04 Aan Verenigde Vergadering ONTWERP 1E WIJZIGING BEGROTING 2015 VAN GR REGIONALE BELASTING GROEP

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 6 mei 2015

Gemeente Delft. college van B&W Gescand archief S. Brandligt E. van de Giessen fl 9 J(/y?niK W W

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

agendapunt Aan Verenigde Vergadering EVALUATIE BELEIDSNOTA GRONDWATERBEHEER

agendapunt H.09 Aan Verenigde Vergadering ONTWERPBEGROTING 2016 EN JAARREKENING 2014 VAN GR SLIBVERWERKING 2009

HOLLAND ZUID - 7 FEB. 20U. Gedeputeerde Staten

agendapunt 04.B.09 Aan Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water ONTWERPBEGROTING 2016 EN JAARREKENING 2014 VAN GR SLIBVERWERKING 2009

Algemene regels voor uittreding uit de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag Hierna te noemen: de Uittreedregels

agendapunt H.09 Aan Verenigde Vergadering ONTWERPBEGROTING 2016 EN JAARREKENING 2014 VAN GR SLIBVERWERKING 2009

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Teylingen Postbus ZJ Voorhout

MEMO. Datum : 28 januari Aan. Van. Afschrift. : Stedelijke commissie. : Hans van Agteren

Hoogheemraadschap van Delfland

omgevingsdienst HAAGLANDEN

A. De opheffing en de liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING AVRI

WATERVERGUNNING D /

Juridische aspecten van de afbouw van commerciële grondwateronttrekking. Mr. M. van Weeren, advocaat Blenheim, Amsterdam

agendapunt H.05 Aan Verenigde Vergadering

agendapunt 3.b.18 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden GR AQUON Datum 21 augustus 2012 CTL/MCTL Bijlagen 6 Zaaknummer 28220

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG

Notitie. Karla Kampman (gemeente Delft) Pepijn Abink Spaink (gemeente Delft) Gerard Bloemhof (gemeente Delft) Aanleiding

VERBETEREN POLDERKADES MIDDEN-DELFLAND, DEN HAAG EN PIJNACKER- NOOTDORP VANWEGE EFFECTEN REDUCTIE GRONDWATERONTTREKKING DELFT- NOORD

De heer G. Smit Knarweg NB LELYSTAD. Geachte heer Smit,

Beleidsuitgangspunten afbouw grondwateronttrekking Delft Noord

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

in Flevoland Heeft u er last van of wilt u het gebruiken?

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Delft. rfl Geachte leden van de raad,

A. De opheffing en de liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden.

Datum : 28 oktober 2003 Nummer PS :PS2003WEM21 Dienst/sector : WEM/Water Commissie :17 november Ontwerpbesluit I pag. 3 Ontwerpbesluit II pag.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

2015/20372 Betreft Voorstel tot wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Schadeschap luchthaven Schiphol

gelezen het advies van het dagelijks bestuur over herziening keur voor grondwater van 23 april 2013, nummer 13IT011855;

Besluit Watervergunning

Besluit Intrekking Watervergunning

WATERVERGUNNING D /

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam

WATERVERGUNNING D /

Gemeente Delft. Hoogheemraadschap van Delfland T.a.v. het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis

WATERVERGUNNING D /

omgevingsdienst HAAGLANDEN Doc./bijlage Postadres Ons Kenmerk ODH

Uittredingsregeling gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

Op 6 november 2017 heb ik een aanvraag op grond van Rijnlands Keur ontvangen.

WATERVERGUNNING D /

Grondwater in Delfland

WATERVERGUNNING D /

Nota van B&W. Portefeuilehouder J.C.W. Nederstigt

WATERVERGUNNING D /

Gemeente Delft. eindparaaf. wethouder De Prez

Geachte leden van de raad,

Raadsvergadering. Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI)

agendapunt 04.B.11 Aan Commissie Waterveiligheid AANVRAAG INVESTERINGSPLAN EN KREDIET GEMAAL KERSTANJEWETERING (GEMEENTE DELFT)

Raadsplein info/debat. Voorgesteld besluit raad

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. B. Canton (PvdD) (d.d. 11 september 2018) Nummer 3441

Algemeen bestuur. Gemeenschappelijke regeling beheer Grondwateronttrekking Delft Noord. Bijlage: De vergadering wordt verzocht:

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D /

CONTACTPERSOON L Hoopman-Everdij DOORKIESNUMMER (44004) ADRES I. everd wshd. nl. BIJLAGEN vergunning met nr.

GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering

CONVENANT VOOR VERGOEDING VAN KOSTEN OF SCHADE DOOR GRONDWATERBESCHERMING IN GELDERLAND

VASTSTELLINGSOVEREENKOMST TER BEËINDIGING VAN HET GESCHIL INZAKE DE GRONDKOELWATERONTTREKKING OP DE DELFTSE LOCATIE VAN DSM ANTI-INFECTIVES BV

Waterwet. Ontwerpbeschikking

GS brief aan Provinciale Staten

1. te besluiten tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling (GR) LANDER per 1 januari 2016.

Gemeente Almere De heer M. Yacoubi Postbus AE ALMERE. Geachte heer Yacoubi,

01 A Gemeente Delft VERZONDEN - 8 JAN = Geachte leden van de gemeenteraad,

2.1. Alle offertes en prijsopgaven door opdrachtnemer zijn vrijblijvend. Tenzij anders is vermeld, zijn alle opgegeven prijzen exclusief B.T.W.

BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering

omgevingsdienst HAAGLANDEN

De vergunninghouder. Watervergunning. voor het plaatsen van een aanlegsteiger met meerpalen nabij Dijksgracht 23 in Amsterdam. Datum 25 juli 2018

Grondwaterbeleidskader Stromend grondwater verbindt

Het vervangen van een hoofdwaterleiding ø 160 mm HDPE SDR 11 in de kernen beschermingszone van de regionale waterkering.

Parafering besluit PFO Bom (Geen) - D&H Conform Geparafeerd door: Werf, R. van der

HOOFDLIJNEN OVEREENKOMST. UITTREDING gemeente Rotterdam uit het. Natuur en Recreatieschap IJsselmonde (NRIJ)

Gemeente Lelystad Ingekomen 18 DEC 20U

Algemene regels bij de keur van Wetterskip Fryslân. Algemene bepalingen en voorschriften voor onttrekkingen van grondwater uit de bodem

Raadsvoorstel. 31 oktober Geachte raad, Agendapunt: 19. Nummer: Behandeld door: J. van Dijk Datum:

Transcriptie:

Ruimte tai Gemeente Delft Programmeren De Torenhove Martinus Nijhoffiaan 2 2624 ES Delft IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeente Delft Retouradres Programmeren, Postbus 78, 2600 ME Delft De Gemeenteraad Behandeld door Johan van Reenen 06-536 340 34 jvreenen@deanl Internet www.delft.n1 Telefoon 14015 Datum 08-09-2015 Ons kenmerk 1973567 Uw brief van Onderwerp GR Beheer grondwateronttrekking Delft Noord Uw kenmerk Bijlage 1 Geachte leden van de raad, Met onze brief van 19 november 2014, kenmerk 1759716, informeerden wij u over de ontwikkelingen binnen de Gemeenschappelijke Regeling Beheer grondwateronttrekking Delft Noord (GR) waarbij het Hoogheemraadschap van Delfland aangaf uit de regeling te willen treden. lnmiddels heeft het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden in haar vergadering van 18 augustus 2015 besloten per 1 januari 2016 uit de GR te treden. Naar aanleiding hiervan heeft onze advocaat, door ons gemachtigd, bijgaande brief aan het Hoogheemraadschap van Delfland gezonden. Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te he en geinformeerd. Hoogachtend, het college van burgemeester en w /- houders van Ddlft, e eester drs. R.M. de Prez lb. W, Andrbsse,ri Ls.

akd AANGETEKEND MN dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland Postbus 3061 2601 DB DELFT Tevens per e-mail: loket@hhdelfland.nl VAN TELEFOON FAX E-MAIL BEZOEKADRES POSTADRES INTERNET mr. drs. II. Doornhof advocaat (088) 253 5223 (088) 253 5258 hdoornhof akd.n1 Gustav Mahlerlean 2970 1081 LA Amsterdam Postbus 59280 1040 KG Amsterdam www.akd.n1 DATUM ONDERWERP UW KENMERK ONS KENMERK 7 september 2015 Voorgenomen uittreding Gemeenschappelijke Regeling door Hoogheemraadschap 263481 Geacht college, Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft (hierna: "het college") nam kennis van het voorstel van het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland in de conceptzienswijze op de ontwerpbegroting voor 2016 van de Gemeenschappelijke Regeling beheer grondwateronttrekking Delft noord (hierna: "GR"), waarin onder meer staat dat per 1 januari 2016 uit de GR wordt getreden. Dit is een vervolg op uw brief van 11 november 2014 aan het Algemeen Bestuur van de GR waarin u: a) het Algemeen Bestuur van de GR verzoekt om de GR op te heffen; en, b) meedeelt dat u per 1 januari 2016 uit de GR zal treden. Het college kan zich in dit alles niet vinden. Om die reden richt ik mij als advocaat en gemachtigde van het college tot u. In deze brief bespreek ik dat opheffing van de GR dan wel uittreding niet mogelijk is gezien het bepaalde in de GR en de op u rustende verantwoordelijkheid voor de zorg voor het (kwantitatieve) grondwaterbeheer. Daaraan voorafgaand wordt eerst de historie inzake de grondwateronttrekking in herinnering gebracht. 1. De voorgeschiedenis van de grondwateronttrekking in Delft 1.1 Winning grondwater door DSM 1. Sinds 1916 wordt nabij het centrum van Delft grondwater onttrokken. De te onttrekken hoeveelheid is in de loop van de jaren gestaag toegenomen. Op enig moment wenste DSM het te onttrekken water gebruiken als koelwater voor haar productie. In dat kader is in 1996 aan DSM vergunning verleend om 13,5 miljoen m3 grondwater per jaar te onttrekken. Feitelijk kwam de onttrekking neer op zo'n 1.200 m3/uur. AKO N.V. Is statutair gevestigd in Rotterdam. Voor algemene voorwaarden en beperking van de aansprakelijkheid zie achterzijde.

PAGINA 2 van 10 2. Het water dat voor deze winning werd opgepompt, was deels afkomstig uit het ondiepe grondwater in de omliggende polders en deels uit de Noordzee en de Nieuwe Waterweg. De winning zorgde er daarmee enerzijds voor dat het relatief zoete, ondiepe water naar het bovenste watervoerend pakket stroomde en anderzijds voor verzilting doordat water vanuit de Noordzee en de Nieuwe Waterweg werd aangetrokken. 3. In 2007 gaf DSM echter aan per 15 maart 2008 te willen stoppen met de onttrekking van het grondwater. De effecten van de door DSM voorgenomen stillegging van de grondwateronttrekking werden in november 2008 in kaart gebracht door het onderzoeksbureau Deltares: "Grondwatereffecten aan de oppervlakte (gebracht), Onderzoek naar effecten van stopzetting grondwateronttrekking DSM Delft." In dit rapport concludeerde De!tares onder meer het volgende: a) Het stopzetten van de winning zonder het treffen van adequate maatregelen leidt tot extra grondwateroverlast, verhoging van risico's op kadeinstabiliteit en verhoging van risico's op schade aan panden en constructies. Ook bij reductie van de winning zullen maatregelen nodig zijn; b) De belangrijkste maatregel om grondwateroverlast te voorkomen, is het aanleggen van drainage. Bij een debiet van 1000 m3/uur is naar schatting 40 km drainage nodig in Delft, Rijswijk en Den Haag. De kosten hiervoor bedragen circa 8,5 miljoen euro. De termijn waarop dit redelijkerwijs kan worden aangelegd bedraagt 5 tot 10 jaar en kan oplopen tot tientallen jaren wanneer niet aangesloten wordt bij rioolvervangingsprogramma's; c) Kadeherstel is de maatregel om schade aan kadelichamen te voorkomen. Bij een debiet van 1000 m3/uur moet, afhankelijk van het risico op detailniveau, 25 tot 75 km kade worden onderzocht en mogelijk hersteld. Omdat uitvoering ook jaren kan duren is kadeherstel samen met drainageaanleg bepalend voor de snelheld waarmee reductie van de winning mogelijk is; d) Delft en omgeving hebben te maken met bodemdaling. Een positief effect van het stopzetten van de winning is dat bodemdaling door veenoxidatie zal afnemen. Zeer lichte tot matige schade aan op staal gefundeerde panden kan echter optreden op plaatsen waar bodemrijzing (door zwel) verwacht wordt. Om het werkelijke effect met monitoring te kunnen volgen en vanwege de onzekerheid op verschillende punten heeft langzame afname van de winning de voorkeur boven snelle reductie; e) (...) f) Op grond van bovenstaande verdient het de voorkeur om bij reductie een voorzichtige strategie te volgen waarbij gelijktijdige monitoring van de gevolgen een centrale rol speelt. Bij ongewenste effecten is dan tijdig ingrijpen mogelijk. De daadwerkelijke strategie hangt ook af van de genomen maatregelen. De grootte van de reductiestap zal proefondervindelijk worden bepaald waarbij als indicatie een reductie van 50 m3/uur wordt voorgesteld.

PAGINA 3 van 10 4. De conclusies van dit rapport zijn zowel door u, als de provincie Zuid-Holland en de gemeente Delft onderschreven. 5. In 2009 stopte DSM - na een juridische procedure - feitelijk met de grondwateronttrekking. In dat kader, en ter beëindiging van de juridische procedure, werd tussen DSM, de gemeente Delft, de provincie Zuid-Holland en u een vaststellingsovereenkomst gesloten. In die overeenkomst werd bepaald dat onderdeel van de nakoming van die vaststellingsovereenkomst was dat het college, Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland (hierna: "GS") en u de GR zouden aangaan: "6.1 De verantwoordelijkheid voor het te onttrekken deb/et en alle daarmee samenhangende rechten en plichten, gaan op het tijdstip van de overdacht van de installatie over van DSM naar de GR, die namens de Overheden deze verantwoordelijkheid zal aanvaarden. 15.1 De Overheden staan er ieder voor zich en gezamenlijk voor in dat de GR aan haar verplichtingen jegens DSM voldoet en zullen deze verplichtingen indien nodig zelf nakomen." 1.2 Winning grondwater door GR 6. De GR trad op 1 mei 2009 in werking en is voor onbepaalde tijd aangegaan. Aileen voor GS gold een uitzondering op dit uitgangspunt: GS zou na vijf volle jaren uittreden. Op 1 mei 2014 is dit ook daadwerkelijk gebeurd. 7. De doelstelling van de GR is het, door een goed beheer, duurzaam veiligstellen van de belangen van de deelnemers rond de grondwateronttrekking. Uitgangspunt daarbij is, dat zoveel als mogelijk dient te worden voorkomen dat er nadelige gevolgen voor de omgeving ontstaan (zie artikel 2 en 3 van de GR, tezamen met de toelichting). 8. Evenals DSM, onttrekt de GR nu zo'n 1.200 m3/uur aan grondwater. De winning is in de loop der jaren niet gereduceerd. 9. Voor wat betreft het gebruik van het grondwater heeft de GR met DSM afgesproken dat DSM in ieder geval nog de komende vier jaar het recht krijgt om gemiddeld 450 m3/uur aan grondwater af te nemen.

PAGINA 4 van 10 1.3 Hoogheemraadschapsbestuur wenst uit te treden 10. In weerwil van het uitgangspunt dat de GR voor onbepaalde tijd is aangegaan, schreef u bij brief van 11 november 2014 dat u: a) het Algemeen Bestuur van de GR verzoekt om de GR op te heffen; en, b) per 1 januari 2016 uit de GR zal treden. Dit voornemen heeft u in de conceptzienswijze op de ontwerpbegroting voor 2016 van de GR herhaald. 11. Uw verzoek tot uittreding dan wel opheffing van de GR, is echter in strijd met de GR en de op u als waterschap rustende verantwoordelijkheden. De redenen daarvan zet het college hierna uiteen. 2. Hoogheemraadschapsbestuur is aan de GR gebonden 12. In de eerste plaats is uittreding of opheffing van de GR niet mogelijk, omdat u gebonden bent aan de GR. In de vaststellingsovereenkomst die in 2009 tussen u, de gemeente Delft, de provincie Zuid-Holland en DSM werd gesloten ter beëindiging van de juridische procedure tegen DSM, hebt u namelijk - samen met de gemeente Delft - de verantwoordelijkheid aanvaard voor de grondwateronttrekking en alle daarmee samenhangende rechten en verplichtingen. Een en ander volgt uit het samenstel van de artikelen 6.1 en 15.1 van deze vaststellingsovereenkomst: "6.1 De verantwoordelijkheid voor het te onttrekken debiet en alle daarmee samenhangende rechten en plichten, gaan op het tijdstip van de overdacht van de Installatie over van DSM naar de GR, die namens de Overheden deze verantwoordelijkheid zal aanvaarden. 15.1 De Overheden staan er ieder voor zich en gezamenlijk voor in dat de GR aan haar verplichtingen jegens DSM voldoet en zullen deze verplichtingen indien nodig zelf nakomen." 13. Eenzijdige onttrekking aan deze afspraak door uittreding of opheffing van de GR is niet mogelijk. Ook bij uittreding of opheffing van de GR blijft u namelijk op grond van de vaststellingsovereenkomst gebonden om de in deze overeenkomst overeengekomen verplichtingen na te komen. Uittreding of opheffing van de GR zou, met andere woorden, contractbreuk opleveren. Dat het overigens ook niet de bedoeling van de GR was om tussentijdse uittreding mogelijk te maken, blijkt wel uit het bepaalde in artikel 34 van de GR, waarin is opgenomen dat de regeling is aangegaan voor onbepaalde tijd. AKO:#8350116v1

PAGINA 5 van 10 14. Daarbij komt, dat u op grond van artikel 15.1 van deze vaststellingsovereenkomst tevens gehouden bent om de met DSM gemaakte afspraak, dat DSM in ieder geval nog de komende vier jaar het recht heeft om gemiddeld 450 m3/uur aan grondwater af te nemen, na te komen. Veronachtzaming van die verplichting leidt eveneens tot contractbreuk. 15. Een geldige reden die maakt dat u niet langer gebonden zou zijn aan het bepaalde in de vaststellingsovereenkomst, hebt u niet aangevoerd. Het gevolg daarvan is dat uittreding of opheffing van de GR niet mogelijk is. 3. Niet kan worden voldaan aan de vereisten voor uittreding 16. Uitreding van een deelnemer is pas mogelijk indien een meerderheid in het algemeen bestuur instemt met de afwikkeling van de financiële en organisatorische gevolgen daarvan, zo volgt uit artikel 36 van de GR: "1. Een deelnemer kan uittreden, indien de meerderheid in het algemeen bestuur Instemt met de afwikkeling van de financiële en organisatorische gevolgen daarvan. 17. Zoals uit artikel 11 van de GR volgt, is de stemverhouding binnen het AB gelijkelijk verdeeld. Het gevolg daarvan is, dat binnen het AB geen meerderheid kan worden bereikt als alleen de afgevaardigden van het Hoogheemraadschap voor uw uittreding stemmen. 18. Nu het feitelijk ondenkbaar is dat de afgevaardigden van de gemeente Delft zullen instemmen met de afwikkeling van de financiële en organisatorische gevolgen van uw uittreding, terwijl het onmogelijk is om zonder hun instemming een meerderheid in het algemeen bestuur te verkrijgen, is de door u gewenste uittreding wegens het bepaalde in artikel 36 van de GR niet mogelijk. 19. Omdat het college na uittreding als enige partij zou overblijven, zal uittreding hier dus ook feitelijk opheffing van de GR betekenen. Het gevolg daarvan is dat bij uittreding ook aan de voorwaarden voor opheffing moet worden voldaan. Hierna zal uiteengezet worden dat ook daaraan niet kan worden voldaan. 4. AB zal verzoek tot opheffing van de GR niet honoreren 20. Ook een verzoek tot opheffing van de GR zal niet worden gehonoreerd. Uit artikel 38 van de GR volgt namelijk het volgende: "1. Een deelnemer kan het algemeen bestuur verzoeken tot opheffing van de regeling. 2. Het algemeen bestuur kan besluiten het verzoek over te nemen."

PAGINA 6 van 10 21. Net als bij de hiervoor besproken uittreding, geldt dat binnen het AB geen meerderheid kan worden bereikt als alleen de afgevaardigden van het Hoogheemraadschap bereid zijn om het verzoek tot opheffing van de GR over te nemen. 22. Nu het ook ten aanzien van het verzoek tot opheffing van de GR feitelijk ondenkbaar is dat de afgevaardigden van de gemeente Delft zullen besluiten om het verzoek tot opheffing over te nemen, terwijl het onmogelijk is om zonder hun instemming een meerderheid in het algemeen bestuur te verkrijgen, zal geen gehoor worden gegeven aan uw verzoek tot opheffing van de GR. 23. Voor zover u nog zou willen aanvoeren dat opheffing mogelijk zou zijn omdat u de noodzakelijke maatregelen heeft genomen om de effecten van een reductie in de onttrekking tegen te gaan, dan is, mede in het licht van het bovenstaande, nog van belang dat in de toelichting bij de GR inzake de mogelijkheid van opheffing, het volgende is opgemerkt: "Wanneer de deelnemers menen dat dit beheer niet langer nodig Is, kan de GR worden ontbonden. Dit zou bijvoorbeeld het geval kunnen zijn wanneer een volledige reductie van de onttrekking is gerealiseerd of wanneer een derde partij bereid is de onttrekking over te nemen, al dan niet ten behoeve van een alternatieve (vermarktbare) toepassing. Een deelnemer mag niet uittreden zolang deze nog niet alle beschreven noodzakelijke maatregelen heeft getroffen om de effecten van een reductie in onttrekking tegen te gaan, voor zover die maatregelen vallen binnen de taakstelling van de betreffende overheid." 24. Aan de in deze toelichting genoemde redenen voor opheffing of ontbinding van de GR is in dit geval evenmin voldaan: (i) een volledige reductie van de onttrekking is nog niet gerealiseerd en kán op dit moment ook nog niet op een veilige wijze worden gerealiseerd, (ii) er is geen derde partij bereid gevonden om de onttrekking over te nemen en (iii) door u zijn tot slot ook nog niet alle in het rapport van Deltares beschreven maatregelen getroffen om de effecten van een reductie in onttrekking tegen te gaan: de waterkeringen zullen niet eerder dan eind 2016 zijn voltooid en een drainagesysteem is nog niet aangelegd. Dat het aanleggen van een drainagesysteem ook tot uw verantwoordelijkheid behoort, volgt uit het feit dat het beheer van de grondwaterzorg een gezamenlijke verantwoordelijkheid van u als waterschap en de gemeente vormt. 25. Nu continuering van de grondwateronttrekking nog steeds noodzakelijk is om te voorkomen dat er nadelige gevolgen voor de omgeving ontstaan, bestaat er te minder een reden om tot opheffing van de GR over te gaan.

PAGINA 7 van 10 5. Hoogheemraadschap kan niet uittreden vanwege de op haar rustende verantwoordelijkheid voor de zorg voor het watersysteem 5.1 Hoogheemraadschap heeft verantwoordelijkheid als beheerder van het regionale watersysteem 26. Op grond van het bepaalde in artikel 3.2 van de Waterwet bent u, het Hoogheemraadschap van Delfland, beheerder van het regionale watersysteem. Als gevolg daarvan bent u verantwoordelijk voor het (kwantitatieve) grondwaterbeheer. Het provinciebestuur is overigens vergunningverlenend gezag. 27. Uw verantwoordelijkheid houdt volgens de Kaderrichtlijn Water onder meer in dat er een goede grondwatertoestand moet bestaan (zie artikel 4b sub ii). Een goede grondwatertoestand ziet zowel op de kwantiteit als op een goede chemische toestand van het grondwater. Om deze goede grondwatertoestand te bereiken moet onder andere evenwicht bestaan tussen onttrekkingen en aanvullingen van grondwater. 28. Uit uw eigen beleid volgt dat u uw verantwoordelijkheid als beheerder van het regionale grondwatersysteem serieus neemt en dat u zich het belang van het voorkomen van negatieve gevolgen van (het stopzetten van) grondwateronttrekkingen aantrekt: Zo volgt uit de Beleidsnota Grondwaterbeheer 2009-2012: Grondwateronttrekkingen en -infiltraties (inclusief de beëindiging daarvan) mogen geen negatieve effecten hebben op het grondwatersysteem, de grondgebruikfuncties of op andere systemen die (mede) afhankelijk zijn van de bodem en/of het grondwater; Er moet door de initiatiefnemer naar worden gestreefd om de onttrekkingshoeveelheid te beperken en waar mogelijk waterbesparende maatregelen te nemen. Ook uit de Leidraad Regulering Grondwateronttrekkingen en Infiltraties volgt: Bij grote grondwateronttrekkingen kan het stopzetten of verminderen van de onttrekking leiden tot negatieve effecten op de aanwezige grondgebruikfuncties. Het is voor Delfland van groot belang dat dit voorkomen wordt. Tot slot volgt uit het Waterbeheerplan 2016-2021, dat tot 14 september 2015 ter inzage ligt: Delfland zet zich in om het grondwaterbeheer verder te integreren in het regionale waterbeheer. Daarbij wordt het grondwaterbeheer meer bepalend en worden kansen benut.

PAGINA 8 van 10 5.2 Gemeentelijke zorgplicht geldt alleen voor openbaar gemeentelijk gebied 29. In aanvulling op de verantwoordelijkheid van u als waterschap, rust op de gemeente een zorgplicht voor het stedelijk grondwater. Op grond van artikel 3.6 van de Waterwet is de gemeente namelijk vanuit de op haar rustende zorgplicht voor het stedelijk grondwater verantwoordelijk voor het in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen om structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Maatregelen hoeven echter alleen te worden genomen voor zover dat doelmatig is en de maatregelen niet tot de zorg van provincie of waterschap behoren. 30. De zorgplicht van de gemeente ziet daarmee dus alleen op structureel nadelige gevolgen en geldt alleen voor het openbaar gemeentelijk gebied, voorzover het nemen van maatregelen niet tot de zorg van provincie of waterschap behoren. 5.3 Rapport Deltares: alleen na maatregelen kan reductie plaatsvinden 31. Uit het rapport van Deltares dat de gevolgen van het stilleggen van de grondwateronttrekking beschrijft, volgt dat het stopzetten van de winning zonder het treffen van adequate maatregelen leidt tot extra grondwateroverlast, verhoging van risico's op kadeinstabiliteit en verhoging van risico's op schade aan panden en constructies. Om tot een reductie van de grondwateronttrekking te kunnen komen, dienen volgens Deltares daarom in ieder geval de volgende maatregelen te worden genomen: - het aanleggen van drainage om grondwateroverlast te voorkomen; en, - kadeherstel om schade aan kadelichamen te voorkomen. 32. Daarbij merkt Deltares op dat kadeherstel samen met de aanleg van drainage bepalend is voor de snelheid waarmee een reductie van de winning mogelijk is. Tot een reductie van de grondwateronttrekking ten opzichte van de hoeveelheid die door DSM werd gewonnen, is het vooralsnog niet gekomen. 5.4 Verantwoordelijkheid Hoogheemraadschap houdt niet op bij kadeherstel 33. Kennelijk hebt u naar aanleiding van het rapport van Deltares het idee opgevat dat u het kadeherstel en de gemeente de verbetering van het drainagesysteem voor haar rekening zou nemen. Een dergelijke kostenverdeling maakt echter nog niet dat u na het nemen van de toegezegde maatregelen ten behoeve van het kadeherstel (kosteloos) uit de GR kan treden en de verdere grondwateronttrekking aan de gemeente kan overlaten. AKD: #8350116v 1

PAGINA 9 van 10 34. Uit het rapport van Deltares volgt immers dat kadeherstel samen met de aanleg van drainage bepalend is voor de snelheid waarmee een reductie van de winning mogelijk is. Nu de effecten van beide maatregelen voor de mogelijke reductie van de winning in samenhang moet worden bezien, kunt u niet voortijdig uit de GR treden. Eerst zal immers moeten worden beoordeeld in hoeverre de maatregelen daadwerkelijk kunnen leiden tot een reductie - en uiteindelijk stillegging - van de winning. 35. Daarbij komt dat uw verantwoordelijkheid voor het watersysteem als kwalitatief grondwaterbeheerder niet ophoudt bij het treffen van maatregelen ten behoeve van het kadeherstel. U dient er namelijk op grond van de Kaderrichtlijn Water en uw eigen beleid voor zorg te dragen dat de onttrekking van grondwater in evenwicht is en dat die geen negatieve effecten heeft op het grondwatersysteem en de grondgebruikfuncties. Door uittreding zult u niet langer aan deze op u rustende verantwoordelijkheid kunnen voldoen; uittreding brengt immers het risico van algehele stillegging van de grondwateronttrekking met zich mee. 36. Het gegeven dat op de gemeente een zorgplicht rust voor het stedelijk grondwater maakt het voorgaande niet anders. Indien de grondwateronttrekking zonder het treffen van de vereiste maatregelen wordt stilgelegd, dan volgt namelijk uit het onderzoek van Deltares dat er een regionaal watersysteembeheerprobleem ontstaat dat de gemeentelijke zorgplicht hoe dan ook ontstijgt. Nu de door Deltares omschreven gevolgen van stillegging van de grondwateronttrekking zich bovendien niet zullen beperken tot het gemeentelijk openbaar gebied, bent u als grondwaterbeheerder niet ontheven van uw verantwoordelijk voor het behouden van een goede grondwatertoestand. 5.5 GR vormt goed instrument voor nakoming verantwoordelijkheden 37. Gelet op het feit dat zowel de wet als de GR de verantwoordelijkheid voor het grondwaterbeheer bij de gemeente en bij u leggen, is het college van mening dat de GR als instrument behouden moet blijven. De GR vormt namelijk het instrument bij uitstek om de op elkaar aansluitende verantwoordelijkheden voor het grondwaterbeheer in evenwicht te houden en te voorkomen dat negatieve effecten ontstaan op het grondwatersysteem en de grondgebruikfuncties. 6. Kosten grondwateronttrekking kunnen worden omgeslagen 38. Naast DSM, hebben in ieder geval de inwoners van de gemeente Delft, Rijswijk en Den Haag - en de andere direct omliggende gemeenten - profijt van de grondwateronttrekking. Het doorvoeren van een watersysteemheffing, waarbij de inwoners die profijt hebben van de grondwateronttrekking in de kosten moeten bijdragen, lijkt het college om die reden geenszins onredelijk. Bovendien kan met het invoeren van deze

PAGINA 10 van 10 heffing bewerkstelligd worden dat de grondwateronttrekking wordt gecontinueerd zonder dat u als waterschap de kosten van de onttrekking hoeft te dragen. 39. In aansluiting op het voorgaande zou het naar de mening van het college evenmin redelijk zijn als de gemeente Delft en haar inwoners het risico van aansprakelijkheid volledig zouden moeten dragen. 7. Verzoek Gelet op het voorgaande verzoekt het college u om binnen 4 weken na heden: - het besluit tot uittreding te herroepen; - het verzoek tot opheffing van de GR in te trekken; en, - het voorstel tot vaststelling van de zienswijze op de conceptbegroting voor 2016 van de GR in te trekken. Voor het geval u dit niet of niet tijdig doet, behoudt het college zich alle rechten voor. Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande nog in overleg willen treden, dan is het college daartoe bereid. Een afschrift van deze brief zend ik aan het algemeen bestuur van de GR, gedeputeerde staten van Zuid-Holland en de Commissie Stedelijk Water en Watersysteem. Hoogachtend, Hugo Doornhof