kwaliteit, profilering en ambities in high tech, human touch



Vergelijkbare documenten
Advies Universiteit Twente

Advies Universiteit van Tilburg

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013

Kenniscentrum Risicomanagement

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Advies Radboud Universiteit Nijmegen

Advies Rijksuniversiteit Groningen

Instellingsbeleid doelstellingen en profiel

Advies Vrije Universiteit

Advies Erasmus Universiteit Rotterdam

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie

Mekelweg 4, kamer LB CD Delft

Contextschets Techniek

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Overwegende dat KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Artikel 1. Begripsbepalingen

Doel Doel van het programma VvW:

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam

Toekomstbeeld. College van Bestuur maart 2013

Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten. Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Goede onderwijsondersteuning is een professionele tak van sport die veel effect heeft op onderwijsinstellingen, kwalitatief opzicht.

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

Aanvraagformulier Nieuwe opleiding macrodoelmatigheidstoets beleidsregel 2014

Profiel NWO. Lid raad van bestuur tevens domeinvoorzitter Sociale en Geesteswetenschappen

studenten die gekozen hebben voor een studie aan deze Universiteit.

2020 Strategisch Plan

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Eindadvies Theologische Universiteit Apeldoorn 24 oktober 2016

Advies Technische Universiteit Delft

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

STUDIEKEUZEGESPREKKEN BIJ LIBERAL ARTS AND SCIENCES

GERONTOLOOG WORDEN MASTER OF SCIENCE

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Economie en Bedrijfseconomie. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

Op weg naar EUR-strategie online leren

PRE UNIVERSITY JAARPROGRAMMA MASTERCLASSES EN HONOURSTRAJECT

Onderwijs en Kennisoverdracht

Advies Technische Universiteit Eindhoven

Advies Wageningen Universiteit

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Studiesucces en onderwijskwaliteit: een overzicht van de stand van zaken in 2015 bij de verplichte indicatoren

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer

Samenvatting aanvraag

Science. De nieuwe bètabrede bacheloropleiding van de Radboud Universiteit Nijmegen

UNIVERSITY OF INFINITE AMBITIONS. MASTER OF SCIENCE SCIENCE EDUCATION AND COMMUNICATION

Theo Koot Ivo de Nooijer Raffi Balder

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

CIV SMART TECHNOLOGY

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

mastertrack Governance & Law in Digital Society

Jaarplan schooljaar

Handleiding Honours Programma Wiskunde

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Leren excelleren Strategisch beleid PRIMOvpr

TU/e Bachelor College Herontwerp bacheloropleidingen. VSNU Conferentie Studiesucces 13 juni 2012 dr. Diana Vinke en drs.

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Understanding Society

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

Titel in het Engels: Administrative Law Publiekrecht, sectie Bestuursrecht (in oprichting)

Advies Universiteit van Amsterdam

DIRECTEUR BELEID EN STRATEGIE

Topsectoren. Hoe & Waarom

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten. 11 maart 2014 RIB 2014/29. Voortgang en vervolgstappen Leerstoel C2C Universiteit Twente

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Macrodoelmatigheidsdossier BSc Business Analytics AANVRAAGFORMULIER NIEUWE OPLEIDING. 1. Basisgegevens. Tongersestraat LM Maastricht

Eindadvies Tilburg University 24 oktober 2016

Science Education and Communication (SEC) Welkom!! Fer Coenders Anne Dijkstra

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

Kadernotitie professionalisering

Introductie: CMI NEN als nieuwe Publiek - Private Samenwerking (PPS) in de context van het IMDI.nl

Samenvatting aanvraag

Nationale DenkTank 2014 Big Data Academy

LERAREN- OPLEIDINGEN Voorlichtingsbijeenkomst 26 mei 2015

Strategisch plan. Internationalisering. Excellent Onderwijs. Ambities voor Samenvatting. Betrokken bij de samenleving

Innovatie support gids

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar

INDIVIDUELE PROFILERING

Eindadvies Universiteit Utrecht 24 oktober 2016

START-UP PACKAGE TENURE TRACK 2015

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

Kenmerk SU 09/1110 Visie Studentondernemerschap. Visie Studentondernemerschap. Student Union

Aandacht voor jouw ambitie!

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

Kennisvalorisatie en Innovatief netwerken met Grote Bedrijven

d.d. 30 juni 2011 Overzicht Bestuurlijke Informatie voor Bilateraal Overleg 2011 Faculteit Wiskunde en Informatica

UNIVERSITY OF EYE-OPENING SCIENCE. BACHELOR OF SCIENCE WERKTUIGBOUWKUNDE

Profiel NWO. Wetenschappelijke leden raad van bestuur, toekomstig domeinvoorzitters

Advies Universiteit Maastricht

Schakelprogramma s UHasselt

Transcriptie:

kwaliteit, profilering en ambities in high tech, human touch Voorstel voor de prestatieafspraak tussen de Universiteit Twente en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor de periode 2013-2016 3 mei 2012

universiteit twente high tech, human touch 1 Voorwoord Met genoegen biedt de Universiteit Twente in dit document haar voorstel voor de prestatieafspraken met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor de periode 2013-2016 aan. Aan de basis van dit voorstel staat de strategische visie High Tech, Human Touch van de Universiteit Twente, zoals verwoord in de strategie-documenten RoUTe 14 en RoUTe 14+. Vanwege de omvattendheid van het voorstel is in een intensief en interactief voorbereidingsproces met nagenoeg alle geledingen binnen de organisatie, met partners, en gelieerde instellingen nauw en constructief samengewerkt. Onze dank aan alle betrokkenen is groot. Het voorliggend document preciseert en concretiseert de koers van de Universiteit Twente in de jaren tot 2020 nader. Het College van Bestuur, Dr. A.H. Flierman Prof. Dr. H. Brinksma Ir. K.J. van Ast Voorzitter Rector Magnificus Vicevoorzitter

2 Executive Summary De Universiteit Twente (UT) is klaar om op basis van haar visie de uitdagingen op weg naar 2020 aan te gaan op het gebied van onderzoek, onderwijs en valorisatie. De UT profileert zich met het begrip High Tech, Human Touch, dat wil zeggen dat ze vanuit excellentie in onderwijs en onderzoek innovatieve technologieën ontwikkelt en de toepassing daarvan bestudeert. In haar onderzoek concentreert de UT zich op de fundamenten en de toepassing van de drie zogenaamde convergerende technologieën (Nanotechnologie, Biomedische Technologie en ICT) in combinatie met relevante maatschappelijk-economische disciplines (Governance en Gedrag). Op deze gebieden en hun onderlinge combinaties wil de UT tot de internationale top (blijven) behoren. Hierbij wordt expliciet gezocht naar de wetenschappelijke doorbraken op de grensvlakken tussen deze disciplinaire kernen en focusgebieden van groot maatschappelijk belang, zoals duurzame energie en gezondheid. Hierbij wordt nauw afgestemd op nationale en internationale agenda s, zoals Horizon 2020 en het nationale topsectorenbeleid. De UT onderzoeksorganisatie en -financiering volgen de inhoudelijke keuzes. Inverdiencapaciteit en gedeelde infrastructuur worden als keuze-indicatoren voor onderzoek onderscheiden, waarvoor de UT een beroep doet op de selectieve financiering. Deze zijn in het bijzonder gekozen om naast de kwaliteit van het onderzoek ook de multipliereffecten door de participatie van derden in onze onderzoek tot zijn recht te laten komen. In haar onderwijs biedt de UT een compleet en hoogwaardig aanbod van opleidingen aan. In een breed aanbod van bacheloropleidingen oriënteren de studenten zich op hun mogelijkheden en voorkeuren. De masteropleidingen, die zijn gebaseerd op de sterktes in het UT onderzoek, bieden aansluitende moge lijkheden tot differentiatie, specialisatie en profilering. De vernieuwing van het onderwijs is volop in ontwikkeling en zal leiden tot modern, aantrekkelijk, en toekomstbestendig onderwijs dat de UT student een uitstekende basis biedt voor het functioneren als professional in de hoogdynamische 21e eeuw. Het zal ook leiden tot een aanzienlijke verbetering van onze studierendementen, zonder concessies te doen aan de inhoudelijke kwaliteit. De randvoorwaarden (BKO-certificering docenten, onderwijsintensiteit, terugbrengen indirecte kosten) worden hiervoor op orde gebracht. Vanwege de voortrekkersrol van het University College, Academy of Technology, Liberal Arts & Sciences (Atlas), in de onderwijsvernieuwing en de beoogde kwaliteitsslag ten gunste van het gehele UT bacheloronderwijs, wordt hiervoor expliciet selectieve financiering aangevraagd. De basis voor de excellentie van de Twentse kennisvalorisatie ligt in de hoge kwaliteit van het UTonder zoek. De resultaten hiervan worden in een integraal valorisatiesysteem ingebracht, dat de UT zelf als hoofdrolspeler met andere partijen heeft opgezet. De bedrijven en overheden in de regio Twente spelen in dit systeem een belangrijke rol. Vanzelfsprekend beperkt het systeem zich niet tot Twente, maar strekt het zich uit over een groter gebied, zowel in Nederland als in Europa. De ambitie is om de (uitstekende) valorisatieprestaties kwantitatief op peil te houden en kwalitatief verder te verbeteren. Sinds de jaren 80 is de weg ingezet naar De Ondernemende Universiteit en is de UT een volwaardige ondernemende universiteit geworden. Dit wordt nu voortgezet door nog intensiever en innovatiever samen te werken met bedrijven en overheden. Op deze manier draagt de UT bij aan de economische groei en maatschappelijke ontwikkeling van Europa, Nederland en de regio Twente. Het onderscheidend karakter is het combinerend vermogen van technische, maatschappij-, bedrijfs- en gedragswetenschappen: High Tech, Human Touch.

universiteit twente high tech, human touch 3 Inhoud Voorwoord... 1 Executive Summary... 2 Inhoudsopgave... 3 1. UT profiel 2012: ontstaan en vervolg... 4 1.1 Het Twentse onderwijs in ontwikkeling... 4 1.2 Excelleren in onderzoek: zwaartepuntvorming en differentiatie in organisatie... 5 1.3 Talentbeleid... 6 1.4 Innovatie in een ondernemende regio... 6 1.5 Samenhang Valorisatie, Onderwijs en Onderzoek... 7 1.6 High Tech - Human Touch: Verdere profilering na 2012... 8 2. De Twentse Onderwijsambities... 9 2.1 Strategische onderwijsinitiatieven... 9 2.2 Ambities uitgedrukt in KPI s en implementatie... 12 3. Strategisch onderzoek en valorisatie... 15 3.1 Strategische afwegingen... 15 3.2 Verdere zwaartepuntvorming en valorisatie... 16 3.3 Valorisatie als integraal systeem... 19 3.4 Onderzoek- en valorisatie ambities: KPI s en implementatie... 19 4. Sterke partners om samen te excelleren... 21 4.1 3TU.Federatie... 21 4.2 Noordoost Nederland... 22 4.3 Regionale samenwerking... 23 4.4 Internationale samenwerking... 24 5. De UT naar 2020: Prioritering en selectieve stimulering... 25 5.1 Prioritering en selectieve stimulering van de ambities... 25 5.2 De Universiteit Twente in 2020... 26 Bijlage 1: Implementatie UT ambities... 27 Bijlage 2: Noordoost Nederland initiatieven... 29 Bijlage 3: Advies Universiteitsraad... 32

4 1. UT profiel 2012: ontstaan en vervolg De Universiteit Twente is een ondernemende universiteit die door haar excellent onderzoek en onderwijs toonaangevend is op het gebied van nieuwe technologie als aanjager voor verandering, vernieuwing en voor uitgang in de samenleving. Onze onderscheidende kracht zit in het combinerend vermogen van technische, maatschappij-, bedrijfs- en gedragswetenschappen. We zijn in 1961 ontstaan als derde Tech nische Hogeschool in Nederland. Daarna hebben we ons van Hogeschool voor Technische en Maat schappij wetenschappen (de twee-kernenuniversiteit ) gericht ontwikkeld tot de Universiteit die we nu zijn: een universiteit die toponderzoek en onderwijs binnen het techniek- en het gammadomein combineert. We realiseren ons daarbij dat, wil innovatie succesvol zijn, naast technologische ontwikkeling ook kennis van de samenleving (mens, bedrijf, overheid) en de verwerking van innovaties door de samenleving essentieel is. Met de combinatie van deze disciplines aan de UT maken we verandering, vernieuwing en vooruitgang in de samenleving mogelijk. Ons motto is: High Tech, Human Touch Onze kracht is de inhoud: onze speerpunttechnologieën en -disciplines: Nanotechnologie, Biomedische Technologie, ICT, Governance & Gedrag. Eén van de belangrijke samenwerkingsthema s daarbinnen is Duurzame Energie. Vanuit deze inhoud zijn we in staat flexibel in te spelen op de snel veranderende maatschappelijke agenda, en kunnen we oplossingen bieden voor actuele maatschappelijke thema s, die uiteraard variëren in de tijd. De relevantie en toepasbaarheid van ons geïntegreerd onderzoek en onderwijs komen tot uitdrukking in thema s die een prominente plaats hebben op de nationale en internationale agenda, zoals gezondheid, (duurzame) energie, water, veiligheid en leren. Op basis van sterktes in ons onderzoek realiseren we een compleet en hoogwaardig onderwijsaanbod met differentiatie, specialisatie en profilering in de masterfase. In samenhang daarmee bieden we nog meer ruimte voor ondernemerschap. Het versterken van onze internationale, nationale en regionale netwerken en strategische allianties is ook een belangrijke doelstelling vanuit onze maatschappelijke opdracht, maar verbetert ook onze concurrentiepositie. De weg naar het door ons gewenste onderscheidende profiel is niet een proces dat we vandaag pas zijn gestart. Het is een continu proces waar we al geruime tijd voortdurend aan werken. Onderdeel van dit proces zijn belangrijke keuzen die we in het verleden al hebben gemaakt om nieuwe activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs te ontplooien, maar ook de keuze om bestaande activiteiten die niet meer in onze strategie passen te beëindigen. Deze staan expliciet verwoord in onze strategie RoUTe 14 en in de recent aangescherpte strategie RoUTe 14+ (zie sectie 1.6) die beiden deel uitmaken van de Portfolio Instellingsstrategie. 1.1 Het Twentse onderwijs in ontwikkeling De UT leidt professionals op die hoogwaardige kennis ontwikkelen en deze weten te combineren en vertalen naar praktische toepassingen. Sinds de start van de Technische Hogeschool Twente (THT) heeft het onderwijs in Twente een evolutie doorgemaakt. Er zijn verschillende onderwijsvernieuwingen ingevoerd die uniek waren voor het Nederlandse stelsel. Zo was het bij de start in 1961 als Technische Hogeschool bijzonder dat er ook een Afdeling Algemene Wetenschappen bestond. Nieuw was verder een volwaardig, op de arbeidsmarkt gericht, baccalaureaatsprogramma van 3,5 jaar dat eventueel gevolgd kon worden door een tweejarig doctoraalprogramma voor het behalen van een ingenieurstitel. Ook onderscheidend was het gezamenlijke eerste jaar voor de opleidingen Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek en Chemische Techno logie. Later is weer afscheid genomen van het baccalaureaatsprogramma en de gemeenschappelijke propedeuse. Een Twentse onderwijsvernieuwing die aan andere Nederlandse universiteiten breed ingang heeft gekregen is het major-minorsysteem. Aan het eind van de jaren negentig wilde men een nieuwe impuls geven aan de brede vorming van de student. Het systeem maakt inmiddels deel uit van de in 2003 ingevoerde bachelor-masterstructuur. In deze evolutie en vernieuwing van het onderwijs is steeds de balans gezocht tussen gedegen vakkennis en eisen die de samenleving stelt aan moderne professionals. In de jaren zeventig kwamen vanuit de Afdeling Algemene Wetenschappen verschillende initiatieven om maatschappelijke opleidingen op te richten waar onder de opleidingen Bestuurskunde, Bedrijfskunde en Toegepaste Onderwijskunde. Van een Technische Hogeschool werden we een Hogeschool voor Technische én Maatschappijwetenschappen. Het idee van twee kernen was prominent aanwezig. Eind vorige eeuw en begin deze eeuw werden nieuwe

universiteit twente high tech, human touch 5 opleidingen als Psychologie en Communicatiewetenschappen opgestart. Voorbeelden van nieuwe op leidingen van meer recente datum, waarin ons High Tech, Human Touch profiel duidelijk naar voren komt, zijn Creative Technology, Civil Engineering and Management, Industrieel Ontwerpen, Advanced Technology en Technische Geneeskunde. In deze laatste opleiding worden studenten opgeleid die klinische vraagstukken aan kunnen pakken met de methodologie en kennis van de technische natuurwetenschappen. Afgestudeerden krijgen op basis van de recent aangepaste wet BIG de bevoegdheid tot het verrichten van een aantal voorbehouden medische handelingen. De opleiding speelt in op de sterk groeiende behoefte aan medici met een technologische achtergrond. In 2010 is het voormalig Internationaal Onderwijs Instituut ITC bij de UT gekomen als de faculteit Geo-informatie en Aardobservatie, die zich met onderwijs (niet bekostigd) en onderzoek grotendeels richt op ontwikkelingslanden. Zo heeft de Universiteit Twente in de loop der jaren regelmatig nieuwe opleidingen in het leven geroepen, maar heeft het ook de moed gehad slecht renderende opleidingen te beëindigen, zoals de bachelor Telematica en de master Geo-informatica. De master Mechatronica is opgenomen in de 3TU Master Systems and Control. Een ander voorbeeld van een dergelijke keuze is het uit efficiëntieoverwegingen beëindigen van het aanbieden van 11 propedeuses in Leeuwarden. Momenteel ligt het voorstel om de bachelor onderwijskunde op te heffen voor. 1.2 Excelleren in onderzoek: zwaartepuntvorming en differentiatie in organisatie Sinds de jaren 90 van de vorige eeuw heeft de UT een proces ingezet speciaal gericht op het bevorderen van excellent onderzoek. Dit heeft vorm gekregen door de oprichting van universitaire onderzoekinstituten, die in 1999 uit de faculteiten zijn gekanteld. Hierdoor ontstond een matrixorganisatie, waarbij onderzoek en onderwijs werden ondergebracht in (in zekere mate) onafhankelijke organisatorische eenheden. De instituten kregen een positie gelijkwaardig aan de faculteiten. De Wetenschappelijk Directeuren van de instituten kregen de bijbehorende bevoegdheden. Zij werden verantwoordelijk voor de ontwikkeling, programmering en kwaliteitsbewaking van het (multidisciplinaire) onderzoek. De instituten zijn in staat gebleken om hun profielen en focus geleidelijk verder aan te scherpen door de continue ontwikkeling van hun programma s en leerstoelen. Dit heeft geleid tot bijzondere instituten, die door de combinatie van inhoudelijke excellentie (fundamenteel onderzoek), multidisciplinaire invalshoek (waaronder de combinatie van technisch én maatschappij- en gedragswetenschappelijk), en de sterke oriëntatie op valorisatie en ondernemerschap, zich duidelijk onderscheiden van andere Nederlandse onderzoekinstituten. In de laatste 10 jaar heeft de UT, naar aanleiding van onderzoeksvisitaties, maar ook als gevolg van bredere afstemmings- en taakverdelingsprocessen, via landelijke sectorplannen en in 3TU-verband, ongeveer 15 leerstoelen opgeheven. Een aantal jaren geleden heeft de faculteit Technische Natuurwetenschappen een omvangrijke reorganisatie uitgevoerd die heeft geleid tot een focussering in aansluiting op de speerpunten van onze onderzoeksinstituten. Dit heeft onder meer geleid tot een substantiële vernieuwing en concentratie van het onderzoek op het gebied van de procestechnologie: de klassieke grootschalige (en dure) reactorkunde is vervangen door groepen die zich bezighouden met procesintensivering en duurzame energie (biomassa, solar fuels). Ook bij de andere faculteiten heeft een soortgelijk proces van focussering, gepaard met het opheffen van leerstoelen, plaatsgevonden. In 2010 is via de Nota Sturing Onderzoek gericht invulling gegeven aan de verdere profilering van het onderzoek. Binnen de UT verwachten we dat deze in belangrijke mate mogelijk wordt gemaakt op de grensvlakken van verschillende wetenschapsdisciplines, zoals aangegeven in de figuur op de volgende pagina met convergerende technologieën. Vanuit dit perspectief worden de samenhang en focus, de kwaliteit en de organisatie van het onderzoek benaderd. Van hieruit is ook de start gemaakt voor de zogenaamde 10%-operatie: onderzoek dat niet voldoet aan de eisen van excellentie en/of niet past binnen het profiel, zal niet meer binnen de UT worden voortgezet. De financiële ruimte die daarmee ontstaat wordt zoveel mogelijk geïnvesteerd in kwalitatief en passend onderzoek. Vervolgens heeft in 2011 een beoordeling van de onderzoeksgroepen, zowel in kwalitatieve als in kwantitatieve zin, plaatsgevonden. Dit heeft geresulteerd in het opheffen van twee onderzoeksinstituten

6 (IMPACT en IBR) en het elders onderbrengen van het betreffende onderzoek, vanwege onvoldoende inhoudelij ke samenhang en de beperkte meerwaarde van het handhaven van een zelfstandig instituut. Van ongeveer 30 onderzoeksgroepen is aangegeven dat deze worden opgeheven of worden samengevoegd met andere groepen. In totaal zullen ongeveer 150 fte aan zowel wetenschappelij ke als ondersteunende functies worden opgeheven in de komende jaren. Voor de toekomstige inrichting van ons onderzoek staan verdere zwaartepuntvorming en differentiatie in de organisatie centraal vanuit bovenstaande convergentiefilosofie. 1.3 talentbeleid In het continue streven naar verbetering van het onderwij s en onderzoek is een belangrij ke rol weggelegd voor talentbeleid. De UT heeft een systeem van Tenure Tracks uitgerold, waarin jonge onderzoekers op tij delij ke basis worden aangesteld met de mogelij kheid om zichzelf te bewij zen in onderwij s en onderzoek. Bij succes krij gen de Tenure Trackers een carrièrepad aangeboden met uitzicht op een gewone hoogleraarpositie binnen afzienbare tij d en, al in een eerder stadium, het promotierecht als adjunct-hoogleraar. Beoordelingscriteria voor in- en doorstroom in de Tenure Track zij n geformuleerd en Tenure Track commissies zij n ingesteld. Via de inzet van dit Tenure Track beleid kan de UT zich gericht versterken met het aantrekken van nieuw academisch toptalent voor de gekozen onderzoekzwaartepunten. Hierbij zal het Tenure Track systeem de mobiliteit van toptalenten naar en vanuit de UT vergroten. Eind 2011 zij n ongeveer 50 wetenschappers werkzaam waarmee formele Tenure Track afspraken gemaakt zij n. Naast de officiële Tenure Trackbenoemingen van externe talenten zij n er loopbaanafspraken gemaakt met zittende talenten die leiden tot een UHD- of hoogleraarpositie. Op termij n zal de regel zij n dat leden van de wetenschappelij ke staf met een vaste aanstelling al hoogleraar zij n, of in een Tenure Track op weg zij n om hoogleraar te worden. 1.4 innovatie in een ondernemende regio Kennisvalorisatie hoort bij de Universiteit Twente en bij de regio Twente. In de afgelopen decennia heeft de regio Twente met succes gewerkt aan een ondernemende cultuur. De UT heeft een werkwij ze ontwikkeld die ondernemerschap en innovatie bevordert. Deze cultuur is geworteld in de geschiedenis van de UT. De focus op ondernemerschap heeft de afgelopen 30 jaar geleid tot circa 800 spin-off bedrij ven en circa 7.000 arbeidsplaatsen. Elk jaar komt minstens tien procent van de vij ftig snelst groeiende technolo giebedrij ven van de Benelux uit onze regio. In 2010 bedroeg het totaal aan investeringen in Kennispark meer dan 50 M. De kracht van het concept Ondernemende Universiteit is inmiddels nationaal en internationaal

universiteit twente high tech, human touch 7 erkend. Kennispark Twente is betiteld als één van de drie innovatiecampussen van nationaal belang. De uni versiteit, die indertijd gevestigd werd om de Twentse economie weer op de been te helpen, is nu de kern van een systeem voor innovatie en ondernemerschap dat algemeen erkend wordt als een broedplaats van bedrijvigheid voor de gehele Nederlandse economie. De valorisatieactiviteiten van de UT hebben zich ontwikkeld van het stimuleren van spin-off bedrijven tot het verder helpen van bedrijven in hun ontwikkeling door samenwerking aan te gaan met duidelijke wederzijdse verplichtingen. Rond 1960 besloot de Nederlandse regering om de derde Nederlandse Technische Hogeschool in Twente te vestigen en zo de regionale economie een stevige impuls te geven. Rond 1980 zette de visionaire Rector Magnificus Harry van den Kroonenberg een cruciale stap toen hij het concept van de Ondernemende Universiteit ontwikkelde. Hiermee gaf hij de UT de opdracht om zich ondernemender op te stellen en onder nemerschap te integreren in het curriculum en de bedrijfsvoering. Vanaf dat moment werd actief en beleidsmatig gewerkt aan de verbinding van kennis met ondernemerschap resulterend in de oprichting van spin-off bedrijven. Deze inzet is vanuit een hechte verankering in de directe omgeving inmiddels uitgebreid naar de provincie (Polymer Science Park Zwolle), Oost Nederland (Triangle), Noordoost Nederland, Nederland en Europa. Kennisvalorisatie vraagt om het stimuleren en coördineren van een compleet systeem waarvan de kennisinstelling deel uitmaakt. Deze integrale benadering leidde enkele jaren geleden tot de oprichting van de stichting Kennispark Twente (door de UT, de provincie Overijssel, de gemeente Enschede en later ook Saxion Hogeschool), met als doel het gehele Kennispark-ecosysteem verder te coördineren, te completeren en te communiceren. De UT heeft Innovation Lab, bestaande uit de activiteiten voor startersondersteuning, studentondernemerschap, communicatie en events rond valorisatie, de juridische ondersteuning en de technology transfer functie, integraal ondergebracht in Kennispark. Kennispark voert haar rol uit in dagelijkse samenwerking met onze onderzoekinstituten en met de opleidingen rond ondernemerschap. 1.5 Samenhang Valorisatie, Onderwijs en Onderzoek De basis van valorisatie is goed onderzoek, fundamentele excellentie. Van meet af aan heeft de UT actief gestuurd op de samenhang tussen onderzoek, onderwijs en valorisatie. Onderzoek en valorisatie zijn ingebed in de organisatie van de Instituten en worden ondersteund door Kennispark. Ondernemerschap en valorisatie worden onderwezen in de Bachelor- en Masterfase en zijn speerpunt van het onderzoekinstituut IGS. In het programma Koploper A1 werkt de UT aan wetenschappelijke ontwikkelingen in onder nemerschap en de toepassing in onderwijs van ondernemerschap en valorisatiemethoden en -technieken. De innovatiecampus (zie tekstbox) is een onderscheidend goed in het realiseren van de samenhang. Het strategisch belang van de innovatiecampus De campus is kenmerkend voor de Universiteit Twente. Het is de plek waar baanbrekend onderzoek wordt gedaan, inspirerend onderwijs wordt gegeven en relevante innovatie tot stand wordt gebracht. Maar de campus is er niet alleen voor onderzoek, onderwijs of innovatie. Hier wonen, werken en recreëren studenten en medewerkers, ontstaan nieuwe ideeën en (studenten) bedrijven en worden grote evenementen georganiseerd. Dit alles past in de oorspronkelijke filosofie waarmee de campus is ingericht: De opbouw van een studie- en leefgemeenschap op de campus is een essentiële voorwaarde tot verbetering van het onderwijs. Het leidend beginsel blijft de zelfvorming van de student, aldus de Campusnota van 1963. In de afgelopen jaren zijn volgens dit principe moderne onderzoeks- en onderwijsfaciliteiten gerealiseerd. Deze bevinden zich in de directe nabijheid van aantrekkelijke woon-, sport-, winkel- en ontspanningsvoorzieningen en de economische infrastructuur van Kennispark Twente. Het voormalig landgoed Drienerlo is thans een moderne innovatiecampus, waar de mens centraal staat. Onze campus staat voor ontmoeting, ontwikkeling en verbinding van mensen. De studie- en leefgemeenschap van weleer is nog steeds het leidende principe, maar het model van het Engelse College heeft een modern jasje gekregen. De campus is zowel ons visitekaartje als een field lab voor ons technologisch vermogen en innovatieve kracht. De campus van de UT is een ontmoetingsplaats die inspireert en stimuleert.

8 1.6 High Tech - Human Touch: Verdere profilering na 2012 In 2008 stelden we als Universiteit Twente met het document RoUTe 14 de strategische visie op de toe komst vast. Profielversterking met als uitgangspunt High Tech, Human Touch staat centraal. De uitgangspunten van RoUTe 14 blijven de leidraad voor de strategie, maar we zien diverse ontwikkelingen, deels gelegen in de omgeving van de UT en deels binnen de UT, die voor ons aanleiding vormen om onze doelstellingen en strategie aan te scherpen en sneller uit te rollen. De belangrijkste zijn een forse reductie van middelen en een scherpere profileringseis vanuit de overheid, de relatief zware onderzoeks infra structuur, een achterblijvend marktaandeel, slechte studierendementen en lage studiesnelheden en een breed aanbod van relatief kleine opleidingen. Met de aangescherpte strategie RoUTe 14+ speelt de UT in op deze ontwikkelingen en wordt versneld ingezet op vernieuwing van het onderwijs en onderzoek. De UT zet binnen de nieuwe kaders versterkt in op verhoging van kwaliteit en versterking van haar profiel, resulterend in: Onderwijs met een aantrekkelijker aanbod/inhoud dat meer studenten aantrekt: het onderwijs van de 21e eeuw ; Onderwijs dat efficiënter en beter wordt gegeven met een hoger rendement dat meer studenten aflevert; Gefocust onderzoek van hoge kwaliteit en zichtbaarheid, gebaseerd op de sterktes zoals genoemd, met een optimale inzet van beschikbare middelen en een sterke binding met onze wetenschappelijke, industriële en regionale omgeving; Excellente ondersteuning en een onderscheidende campus. De UT visie op de verdere ontwikkeling wordt beschreven in de volgende secties.

universiteit twente high tech, human touch 9 2. De Twentse Onderwijsambities In RoUTe 14+ heeft de UT stevige ambities ten aanzien van de verdere ontwikkeling van het onderwijs, in lijn met de beoogde ontwikkelingen van het HO-stelsel. Dankzij een tijdige onderkenning dat een grondige verbetering van ons onderwijs noodzakelijk was, staan we nu op het punt om een aantal fundamentele wijzigingen in het onderwijs door te voeren. Door High Tech en Human Touch bij elkaar te brengen, wil de UT specifiek Twentse T-shaped professionals opleiden. De T-shaped professional is een expert die voldoende diep in de materie van het vakgebied zit om er kennis of toepassingen aan toe te kunnen voegen, en tegelijk genoeg inzicht in de context heeft. Hierdoor kan hij enerzijds reflecteren op de beperkingen van zijn eigen expertise en anderzijds zijn expertise vertalen naar andere domeinen en daarbinnen toepasbaar maken. De volgende vaardigheden horen hierbij (het Twentse 3O-model): Onderzoeken: Kritisch beoordelen van bestaande wetenschappelijke kennis en kunnen bijdragen aan ontwikkeling van nieuwe wetenschappe lijke kennis; Ontwerpen: Integreren van wetenschappelijke kennis bij het systematisch ontwikkelen van nieuwe oplossingen voor complexe problemen; Organiseren: Combineren van kennis uit verschillende weten schapsgebieden met het oog op de implementatie van nieuwe oplossingen in een complexe maatschappelijke omgeving. In de bachelor worden de drie O s gebruikt om de specifieke sterkte en voorkeur van de student te identificeren, die vervolgens vanaf de master als specialisatieprofiel kan worden gekozen. 2.1 Strategische onderwijsinitiatieven Herontwerp Bacheloronderwijs Om succesvol te zijn in de moderne, hoog-technologische en geglobaliseerde samenleving is enkel de theoretische basis in een discipline (of set van disciplines) niet voldoende. Studenten moeten daarom ook in staat zijn de principes die binnen de discipline aangeleerd zijn, toepasbaar te maken in andere domeinen. Deze transferable skills zijn van groot belang in een omgeving waar kennis snel vernieuwt én veroudert. Het vertrekpunt is verdieping in combinatie met een brede oriëntatie. Verdieping is nodig om de kern van begrip te bereiken en daarmee een aantal vaardig heden te leren beheersen die ook buiten het domein van specialisatie toepasbaar zijn. Maar de student moet ook in staat zijn de context van zijn kennis en zijn handelen te overzien. Dat vooron derstelt kennis en inzicht in die context. In het Twentse geval is dat specifiek voor technici een goed begrip van het fun ctioneren van mensen en de geglobaliseerde samenleving; en voor sociaal- en gedragswetenschappers een begrip van de impact van de technologie op maatschappelijke ontwikkelingen. Er zit ook een sociaal aspect aan verbreding. Dat is het vermogen samen te werken met specialisten uit andere domeinen. Verdere verhoging van de kwaliteit, aantrekkelijkheid en rendement van de huidige bacheloropleidingen staat bovenaan de onderwijsagenda van de UT. Dit realiseren we via een ingrijpend herontwerp van de opleidingen die we aanbieden. De inzet is om het onderwijs van en vóór de toekomst te ontwerpen. Gestreefd wordt naar effectief onderwijs in een academische gemeenschap, met een cultuur van hoge verwachtingen en met nog meer nadruk op het aanleren van academische en methodologische vaardigheden. De nieuwe bacheloropleidingen worden modulair opgebouwd: een jaar omvat 4 modules van 15 EC. Een module bestaat uit frontaal onderwijs en parallel hieraan een project waarin de opgedane kennis geïntegreerd kan worden toegepast. Om dit model tot zijn recht te laten komen, reduceren we het huidige portfolio aan bacheloropleidingen tot een aantal clusters van verwante opleidingen die meerdere modules delen. Momenteel wordt op basis van de inhoud en de mogelijke gezamenlijkheid onderzocht wat de optimale clustering is. Uitgangspunten bij de samenstelling van het

10 uiteindelijke portfolio zijn dat het portfolio leidt tot meer efficiency, meer keuzemogelijkheden voor studenten en minder uitval. De UT wil in september 2013 van start gaan met het nieuwe bachelormodel. Opleidingen, waarvan de instroom reeds een kritische ondergrens heeft bereikt, zullen in dit onderwijsmodel op een alternatieve wijze worden ondergebracht. Binnen de nieuwe bachelors worden voor geselecteerde studenten zogenaamde plusmodules ontwikkeld. Bekeken wordt hoe in ieder geval de honours programma s en de wiskunde Excellence Stream (zie tekstkader) kunnen worden ondergebracht in de nieuwe onderwijsstructuur en welke aanvullende initiatieven eventueel nodig zijn. Streven is om uiteindelijk 10% van de reguliere studenten deel te laten nemen aan de plusmodules. Honours programma s: De UT biedt aan de ambitieuzere studenten een intensief en interessant programma aan dat de studenten uitdaagt om zich van hun beste kant te laten zien. Het programma start ieder jaar in september en is voor de beste 5% studenten van hun studie. Binnen het programma zijn er twee tracks, ontwerp en wetenschap. Het programma (30 EC) is open voor eerstejaars topstudenten van alle opleidingen om een interdisciplinaire groep van gemotiveerde studenten te verkrijgen. Intensief begeleid door wetenschappers van uiteenlopende achtergrond, maken studenten kennis met de grote wetenschappers, boeiende vraagstukken en werken ze aan een individueel project binnen hun eigen vakgebied. Excellence Stream: In de Excellence Stream komen de top-bètastudenten van de UT bij elkaar om de diepere lagen van de wiskunde door te spitten. Vaak onder begeleiding van docenten van Toegepaste Wiskunde, soms ook in aanwezigheid van een gastdocent van binnen of buiten de UT. De top eerstejaars studenten van alle technische studies worden voorgedragen door de opleidingen en worden vervolgens voor de Excellence Stream uitgenodigd. Deze bestaat uit 6 kwartielvakken van 2,5 EC en het wordt afgesloten met een individuele scriptie van 5 EC. Elk kwartielvak wordt afgesloten met een deelcertificaat en na de afronding van de scriptie wordt een diploma uitgereikt. Academy of Technology and Liberal Arts & Sciences (ATLAS) Als onderdeel van het nieuwe bachelorportfolio en als excellentietraject start de UT in 2013 ook met een uniek University College (UC), ATLAS genaamd. Dit College is gericht op een instroom van veelzijdige bètatalenten of veelzijdige toptalenten die een belangstelling voor bètatechniek combineren met een interesse in maatschappelijke vraagstukken. Hiermee kiezen we een eigen profiel binnen het Nederlandse en internationale WO-landschap. Naast het aanspreken van een nieuwe doelgroep ( verborgen bètatalent ) is ATLAS een belangrijk middel om de strategische doelen kwaliteit (excellentie), profilering en groei te kunnen realiseren, met een uitstraling naar al het UT-onderwijs. ATLAS biedt een brede bacheloropleiding voor geselecteerde, zeer getalenteerde en gemotiveerde studenten. De opleiding heeft als profiel Technology and Liberal Arts & Sciences, waarbij de interactie tussen deze beide domeinen centraal staat ( High Tech, Human Touch ). De opleiding sluit aan bij de Amerikaanse liberal education filosofie waarbij de aandacht uitgaat naar de brede persoonlijke ontplooiing van de student. De Twentse kleur komt tot uitdrukking in de lijnen van de 3 O s (onderzoeken, ontwerpen, organiseren) in een projectomgeving en in een residentiële setting op de UT Campus. Dit University College wil veelzijdige toptalenten opleiden die kunnen bijdragen aan het oplossen van grote vraagstukken in onze hoogtechnologische samenlevingen. Bij dat oplossen moeten studenten snel kunnen schakelen: inzoomen en uitzoomen en van perspectief wisselen zonder disciplinaire grenzen als belemme ringen te ervaren. Ze moeten technologie en exacte wetenschappen niet alleen als sociale fenomenen beschouwen, maar tot op een hoog niveau inhoudelijk begrijpen en toe kunnen passen. Tegelijk moeten ze de gedrags- en sociale domeinen niet slechts zien als toepassingsomgeving, maar een diep begrip hebben van de complexe samenhang tussen technologische en maatschappelijke ontwikke lingen.

universiteit twente high tech, human touch 11 Kwaliteitsverbetering in het Masteronderwijs In mei 2010 is projectgroep PKM (Positionering en Kwaliteitsverbetering Masteronderwijs) gestart. Deze houdt zich bezig met de kwaliteitsverbetering en positionering van alle UT-masteropleidingen. De projectgroep PKM onderzoekt de borging van de kwaliteit van het masteronderwijs, gekoppeld aan een duidelijke UT-profilering. Punten van aandacht zijn daarbij: Relatie onderwijs-onderzoek (inclusief Twentse profilering); Concept van de 3 O s (inclusief routes, vervolgopleidingen, excellentietrajecten); Internationale leeromgeving (inclusief buitenlandervaring, internationale instroom, internationalisation@home); Kwaliteit masterinstroom (inclusief selectie, premaster, doorstroom en zij-instroom); Kwaliteit masteruitstroom (inclusief eindtermen, aansluiting arbeidsmarkt); Docentvaardigheden (inclusief evaluaties, (afstudeer)begeleiding, onderzoek versus onderwijs). Ook werkt de projectgroep aan het totale portfolio aan masteropleidingen dat de UT biedt. Uitgangspunt is om te komen tot een gebalanceerd aanbod van High Tech, Human Touch opleidingen, gerelateerd aan onderzoekspeerpunten, en een onderwijsaanbod waarin duidelijke routes herkenbaar zijn voor onderzoekers, ontwerpers en organisatoren, met voor elk van deze 3 O s honourstrajecten tijdens de masterfase (zie tekstkader) en optimale routes naar vervolgopleidingen (bijvoorbeeld via Twente Graduate School en de ontwerpersopleidingen van het 3TU. Stan Ackermans Instituut). In 2012 zullen alle masteropleidingen door PKM doorgelicht zijn, waarbij telkens drie best practices en drie verbeterpunten per opleiding worden gedefinieerd. Excellentietrajecten in de Master en daarna: 1. In de Masterfase wil de UT inzetten op excellentietrajecten voor elk van de O s, waar ook een duidelijke relatie is met vervolgtrajecten. Voor de O van onderzoek wordt nu gewerkt aan Twente Graduate School (TGS) routes en researchmasters waar excellente studenten zich voor kunnen kwalificeren. Uit de cursussen die TGS aanbiedt in de PhD fase kan een honourstraject in de master fase gemaakt worden. In september 2012 wordt met een traject gestart. 2. Voor de tweede O van ontwerpen werkt de UT aan een ontwerpend honours traject. Gedacht wordt aan een langerlopende ontwerpopdracht met business development aspecten, passend bij de behoefte van veel van onze opleidingen. Belangrijk hierbij is dat bedrijven opdrachtgever zijn voor deze opdrachten. Daar zit dan ook een link met PDEng-vervolgopleidingen, waar ook bedrijvensponsoring plaatsvindt. Dit programma wil de UT in 2013 starten, i.s.m. de PDEng-opleidingen. Er zijn in 2011 al drie nieuwe PDEng-opleidingen opgezet en gestart aan de UT (Robotics, Civil Engineering, en Energy and Process Technology), terwijl ook aan andere PDEng-initiatieven gewerkt wordt. Binnen het 3TU-sectorplan zijn hiervoor middelen beschikbaar gesteld. 3. Voor de derde O van organiseren wordt gedacht aan een programma op het gebied van ontwikkelen van Consultancy en Leiderschapskwaliteiten. Hier is veel belangstelling voor, ook aan de technische kant. Doel is om ieder excellentietraject in de master drempelloos te laten doorlopen in de post-graduate fase (1e O : PhD-, 2e O : PDEng-, 3e O : DBA-opleiding of vergelijkbaar). Het streven is dat er in 2013 een beoordeling van de mastertrajecten kan plaatsvinden door de Siriuscommissie van leading experts. In de begrotingen 2012, 2013 en 2014 zijn hiervoor reserveringen getroffen. Twente Graduate School In de Twente Graduate School (TGS) worden geïntegreerde MSc-PhD trajecten ingebracht die voldoen aan hoge kwaliteitseisen, zoals de focus en samenhang van het voorgestelde onderwijsprogramma, de kwaliteit van de participerende onderzoeksgroepen en de voorgenomen uitvoering en kwaliteit van de begeleiding. Geheel conform het Twentse model biedt de TGS promovendi een onderwijsprogramma aan dat hen in staat stelt om tijdens het promotietraject - naast de vakinhoudelijke verdieping - zich ook breder te ontwikkelen. Momenteel zijn er 17 graduate researchprogramma s tot de TGS toegelaten. Deze programma s richten zich op Nanotechnologie, Informatie- en Communicatietechnologie, Duurzame Energie, Geo-informatie en Aardobservatie en Governance. Er nemen 70 leerstoelen van de UT deel aan één of meer van deze pro gramma s. Vanuit 22 masteropleidingen kan een geïntegreerd MSc-PhD traject gevolgd worden. Op termijn zullen alle promotietrajecten aan de UT binnen de TGS plaatsvinden.

12 Samenvattend Middels de onderwij svernieuwing in de bachelorfase, de start van het University College ATLAS, de kwaliteitsverbetering in de masterfase met daarbij de beoogde excellentietrajecten en de doorlopende leerlij nen richting PhD (binnen TGS), PDEng (binnen het 3TU. Stan Ackermans Instituut) en DBA (of vergelij kbaar) ontwikkelt de UT een uitgebalanceerd opleidingsportfolio van bachelor-, master- en postmasteropleidingen van uitstekende kwaliteit (zie onderstaande figuur). In dit portfolio staat ons motto High Tech, Human Touch dat de UT zo uniek maakt centraal, en wordt de onderwij skundige drie O-filosofie, gericht op het opleiden van onderzoekers, ontwerpers en organisatoren, uitgewerkt. Competentie-ontwikke ling op het gebied van het organiseren en ondernemerschap, een onderscheidend kenmerk van de UT, wordt aangeboden op alle niveaus: bachelor, master en post-master. 2.2 ambities uitgedrukt in kpi s en implementatie Bovengenoemde ambities en initiatieven laten zich vertalen in de volgende waarden van de prestatieindicatoren. Nadere details over de implementatie staan in bij lage 1. Excellentie: Ten aanzien van de excellentie in de bachelorfase zet de UT in op de bestaande UT-brede honoursprogramma s voor bachelorstudenten (30 EC naast de studie), de wiskunde Excellence Stream voor bètastudenten (20 EC extra-curriculair) en het University College ATLAS (start 2013-2014). Daarnaast worden plusmodules ontwikkeld voor de betere studenten in het nieuwe onderwij smodel (start 2013-2014). In de master worden excellentietrajecten ontwikkeld (start 2012 of 2013) langs de lij nen van de 3 O s: onderzoeken, ontwerpen en organiseren. Op basis van bovengenoemde initiatieven wil de UT het volgende nastreven: Excellentie 2010 2015 2020 Aantal studenten dat deelneemt aan UT- 3% 6% 10% excellentietrajecten als % van het cohort Aangezien de RCHO richtlij nen rondom de beoordeling van excellentietrajecten ons nog niet geheel duidelij k zij n, willen we de mogelij kheid houden onze excellentieambities eventueel uit te drukken middels het studentenoordeel (NSE). Het studentenoordeel in 2011 over de UT-opleidingen in totaal was volgens deze indicator 81,5% tevreden. De UT hecht grote waarde aan de studenttevredenheid en streeft ernaar om dit percentage minimaal op hetzelfde niveau te houden. Het wel of niet gebruiken van deze indicator staat los van het grote belang van een hoge studenttevredenheid, waarop de UT blij ft sturen. Studiesucces: De introductie van het bindend studieadvies, de harde knip en de langstudeermaatregel in 2012 zullen een significante impact hebben op de studiesuccescij fers van de UT in 2015. De UT streeft ernaar om de uitval- en switchpercentages van het eerste bachelorjaar op ongeveer hetzelfde niveau te houden. Daarbij wordt een concentratie van de totale studieswitch en- uitval in het eerste jaar, dat het kenmerk van een

universiteit twente high tech, human touch 13 voor sorteerjaar blijft houden, voorzien 1. In 2015 zal ten gevolge van het BSA het uitvalpercentage jaar 1 tijdelijk hoger uitvallen. Invoering van het nieuwe bachelormodel zal uiteindelijk resulteren in een reductie van de uitval tot 20%. Daarnaast is het voornemen om een duidelijke verbetering te realiseren van het 4 jaars bachelorrendement van herinschrijvers. Met de invoering van het nieuwe onderwijsmodel in 2013-2014 ontstaat de mogelijkheid om dit rendementscijfer verder te verhogen naar minimaal 70% vanaf 2017. Het eerste studiejaar blijft ook dan het karakter van een voorsorteerjaar houden. Studiesucces 2010 2015 2020 Uitval % jaar 1 18% <25% <20% Switch % jaar 1 5% <10% <10% Bachelorrendement na 4 jaar 39% 60% 70% Maatregelen: Onderwijsintensiteit Per studiejaar 2012-2013 hebben alle UT-bacheloropleidingen aantoonbaar een intensiteit van minstens 12 klokcontacturen per onderwijsweek in het eerste jaar. Op dit moment is dat nog niet het geval voor 4 van de 21 bacheloropleidingen. De belangrijkste oorzaak hiervan ligt in de expliciete programmering van onderwijsactiviteiten. Dit kan snel worden verbeterd. In 2015 is het nieuwe bachelormodel in werking en bedraagt het aantal klokcontacturen in het eerste jaar minstens 20. Onderwijsintensiteit 2010 2015 2020 Aantal contacturen / onderwijsweek 8-25 20 20 % opleidingen < 12 contacturen / onderwijsweek 19% 0% 0% Docentkwaliteit Er wordt ingezet op een substantiële verbetering van het percentage BKO-gecertificeerde docenten. Iedere nieuw aangestelde docent is BKO-plichtig, voor de bestaande en ervaren medewerkers worden versnelde procedures ontwikkeld. Medewerkers met minstens 20 jaar onderwijservaring worden van de BKO-plicht uitgezonderd, aangezien zij reeds over voldoende kennis en ervaring beschikken. Wel wordt, onder andere in de periodieke functioneringsgesprekken, gestimuleerd dat zij zich op dit aspect blijvend ontwikkelen/ bijscholen. Docentkwaliteit 2010 2015 2020 % BKO gecertificeerde docenten (incl. DUIT) 15% 45% 70% Indirecte kosten Uit de Berenschot analyses blijkt dat de indirecte kosten van de UT relatief hoog zijn. Het streven is om deze, gedefinieerd als de overheadformatie als percentage van de totale formatie (excl. O&O ondersteuning) te reduceren van 21% nu tot 19% in 2015. Indirecte kosten 2010 2015 2020 Overheadformatie als % totale formatie 21% 19% 19% Keuze KPI s onderwijs: Ontwikkeling van ATLAS De UT beschouwt ATLAS niet alleen als een middel om toptalent aan te trekken en om zich als kwaliteitsinstelling te profileren. Een belangrijke taak voor ATLAS is tevens het ontwikkelen van best practices voor de inrichting van het onderwijs, die vervolgens in het overige UT-onderwijsaanbod zullen doorwerken. Dit zal een belangrijke bijdrage leveren aan verhoging van het studierendement en de studie snelheid. 1 De UT is van mening dat bij uitval en switch in het eerste jaar er onderscheid moet worden gemaakt tussen studenten die in de techniekkolom blijven en studenten die dat niet doen. Deze data zijn nog niet voorhanden. In 3TU-verband is afgesproken dat we kijken of het mogelijk is om deze verbijzondering in de data aan te brengen.

14 De UT streeft er in eerste instantie naar om vanaf 2013 een instroom van goede kwaliteit te realiseren in ATLAS. Zodra dit is gerealiseerd zal de ambitie gericht zijn op een verhoging van kwaliteit van de studenten in termen van instroomniveau en uitstroomniveau (naar selecte vervolgopleidingen als LSE, MIT, Stanford etc.). Ontwikkeling ATLAS 2010 2015 2020 Instroomaantallen ATLAS - 70 150 ATLAS is van strategisch belang voor de UT: externe uitstraling als kwaliteitsproduct en interne overdracht van ontwikkelde best practices voor verhoging kwaliteit van het onderwijs naar onze andere opleidingen. Op nationaal niveau draagt ATLAS bij aan het benadrukken en het waarderen van het belang van bètatalent. De UT gelooft hierin, wat blijkt uit de bereidheid hier fors in te investeren. Daarom draagt de UT ATLAS graag voor selectieve financiering voor.

universiteit twente high tech, human touch 15 3. Strategisch onderzoek en valorisatie De UT heeft heel duidelijke ambities ten aanzien van de verdere ontwikkeling van het onderzoek en valorisatie. De noodzaak voor duidelijke inhoudelijke keuzes (en valorisatie) is jaren geleden reeds onderkend en deze hebben geleid tot gefocusseerd onderzoek op een aantal bewust gekozen terreinen, met een hoge kwaliteit en passende organisatie. De belangrijkste initiatieven die al in gang zijn gezet worden hieronder benoemd. Als eerste zullen de strategische afwegingen worden gepresenteerd, gevolgd door de concrete inhoudelijke ambities en de bijbehorende streefwaarden. 3.1 Strategische afwegingen De internationale kwaliteit van het UT-onderzoek blijkt uit de recente eerste positie in de Leiden Ranking. Dit geeft aan dat de top van het UT-onderzoek ook tot de internationale top behoort. Vanaf de start van RoUTe 14 staan bij het UT-onderzoek profilering door focus op excellente gebieden en verdere kwaliteitsverhoging centraal. De strategie RoUTe 14+ vult daarop aan door nog meer focus in het onderzoek aan te brengen, met meer differentiatie naar aard en karakter. Differentiatie in organisatie en financiering van het onderzoek De verwachte afname van de onderzoeksmiddelen zoals de FES-gelden en de teruglopende financiering vanuit Ministerie van Buitenlandse Zaken voor ITC dwingen de UT tot het maken van verdere keuzen. Via uitfasering van enkele onder zoeksgroepen wordt een deel van de reductie van de financiële middelen opgevangen. Daarnaast maakt de UT vanuit het oogpunt van financiering en organisatie onderscheid in de volgende verschillende typen onderzoek: Fundamenteel (op de langere termijn gericht) onderzoek; Valoriserend (meer op kortere/middellange termijn gericht) onderzoek; Onderwijsgerelateerd onderzoek. Het primair fundamenteel onderzoek (nanotechnologie, biomedische technologie, ICT, governance & gedrag) en onderzoek op de focusgebieden duurzame energie en gezondheid is grensverleggend en heeft daar waar mogelijk een stevige industriële impact ( high risk, high gain ). Dit onderzoek is ondergebracht in instituten die zowel als kraamkamer en als etalage fungeren; kraamkamer voor nieuwe vindingen en etalage voor de (internationale) onderzoekswereld. De inhoudelijke sterkten staan ten dienste van de ontwikkeling van relevante, moderne technologie en haar toepassingen en bieden een excellente basis voor valorisatie. Diverse groepen van de UT houden zich bezig met onderzoek dat meer op toepassingen op de korte tot middellange termijn is gericht en leveren daarmee een minder uitgesproken bijdrage aan het fundamentele onderzoek. Wel hebben zij een unieke kennispositie opgebouwd, van grote waarde voor het bedrijfsleven en de regio. Dit betreft over het algemeen kennis op het gebied van de klassieke engineering. In tegenstelling tot het fundamentele onderzoek is dit onderzoek ondergebracht in de faculteiten. Het fundamentele en valoriserende onderzoek vormen de inhoudelijke basis van de opleidingen, maar kunnen in enkele gevallen niet het onderwijs volledig inhoudelijk afdekken. Om deze reden is waar nodig complementair onderwijsgerelateerd onderzoek ondergebracht in de faculteiten. De inhoudelijke borging van de onderwijskwaliteit wordt hierdoor volledig gegarandeerd. De financiering volgt de bovenstaande typering van het onderzoek. De eerste geldstroom wordt primair ingezet op de gebieden met de grootste behoefte hieraan, het fundamentele onderzoek ( high risk high gain ). Vanwege het hoge risicoprofiel binnen deze gebieden zijn de alternatieve financieringsbronnen beperkt. Het valoriserende onderzoek zal relatief minder uit de 1e geldstroom worden gefinancierd. De betreffende groepen moeten en kunnen hun inkomsten aanvullen uit andere geldstromen. Gezien de schaarse middelen, blijft de noodzaak tot het verwerven van 2e en 3e geldstroom-middelen voor al het UT onderzoek onverminderd hoog. Daarnaast ontwikkelt de UT nieuwe vormen van samenwerking en financiering in samenwerking met andere universiteiten, marktpartijen en overheden, waardoor de kosten van het onderzoek over meerdere activiteiten en partijen kunnen worden verdeeld. Aansluiting bij nationale topsectoren De thema s van de UT-onderzoeksinstituten sluiten nauw aan bij het topsectorenbeleid. De UT is dan ook bij 7 van de 9 topsectoren substantieel betrokken ( Chemie, Energie, Agrofood, Logistiek, Water, High Tech Systems & Materialen en Life Sciences ). Vooraanstaande UT hoogleraren nemen deel in de

16 top teams. Daar waar sprake is van themadoorsnijdende onderwerpen, zoals ICT en Nano, is hoogleraren van de UT gevraagd een roadmap te ontwikkelen in aansluiting op de desbetreffende sectoren. Naast techno logische innovatie is ook softe innovatie, waaronder bijvoorbeeld de governance-aspecten van innovatie vallen, van belang. Met de combinatie van techniek en gammawetenschappen is de UT hier goed voor gepositioneerd. De UT is uitstekend in staat om aan de volledige waardeketen van kennis, via kunde, tot kassa invulling te geven. Hierbij wordt een koppeling tussen wetenschappelijke excellentie op onderzoek- en onderwijsgebied en kennisbenutting en commercialisering gemaakt. Ondernemerschap en valorisatie in onderwijs en onderzoek zitten in het DNA van de ondernemende UT en haar medewerkers. Koppeling aan maatschappelijke thema s De thema s waar wij ons op richten komen voort uit de Grand Challenges (Lund Declaration 2009) en sluiten aan op de Europese programmalijnen (Horizon 2020). De instituten bundelen hun krachten op de volgende maatschappelijke thema s: energie, gezondheid, water, infrastructuur & mobiliteit, veiligheid en leren. 3.2 Verdere zwaartepuntvorming en valorisatie In de komende decennia zijn grensverleggende wetenschappelijke inzichten en baanbrekende technologieën noodzakelijk om urgente maatschappelijke problemen op te lossen. Binnen de UT verwachten we dat deze in belangrijke mate mogelijk worden gemaakt op de grensvlakken van verschil lende wetenschapsdisciplines, zoals aangegeven in sectie 1.2. Vanuit deze benadering en op basis van de maatschappelijkeconomische en wetenschappelijk-technische uitdagingen en vraagstukken selecteert de UT de onder zoeksprioriteiten nanotechnologie, biomedische technologie, ICT en governance & gedrag en de focusgebieden gezondheid en energie, waarin we blijven excelleren: Nanotechnologie In 1999 is MESA+ Institute for Nanotechnology opgericht, een instituut dat qua omvang en focus wereldwijd uniek is. Sinds de oprichting zijn strategische keuzen gemaakt om nieuwe initiatieven te ontplooien. De strategische researchoriëntaties zijn: Nanomedicine: Nanotechnologie for innovating medicine, inclusief Lab-on-a-chip en Bionano ; Nanomaterials: Nanomaterials for energy, Membrane technology ; Nanoelectronics, inclusief Nanofabrication ; Nanophotonics; Nanofluidics & Dynamics. Nationaal is MESA+ penvoerder voor NanoNextNL en NanoLabNL (roadmap grootschalige infrastructuur). Verder is MESA+ betrokken bij zowel Europese programma s als programma s van NWO. In de nabije toekomst zal MESA+ een nog grotere internationale rol gaan spelen. Hiervoor wordt met een aantal andere instituten waaronder CNSI (UCLA), NINT (Canada), NIMT (Japan), Chalmers (Zweden), Münster (Duitsland) en Wyss (Harvard) een vergaande samenwerking en uitwisseling van onderzoekers opgezet. Valorisatie is bij de hele UT een van de pijlers, dus ook bij MESA+. Tot op heden heeft MESA+ 45 spin-off bedrijven voortgebracht (bijvoorbeeld Micronit en Blue4Energy). Naast een business accelerator, voor het signaleren en begeleiden van startende ondernemers, wordt aandacht besteed aan ondernemen in zowel de bacheloropleiding Advanced Technology als de NWO MESA+ School for Nanotechnology (onderdeel van de Twente Graduate School). Biomedische Technologie Een aantal jaren geleden is het biomedisch-technologisch onderzoek als een van de speerpunten benoemd. In de verdere groei hiervan wordt de komende jaren extra geïnvesteerd. De programmering van het onder zoek gebeurt door het instituut MIRA. De strategische researchoriëntaties zijn: Tissue Regeneration; Neural & Motorsystems; Imaging & Diagnostics. Vanuit het onderzoek wordt een verbinding gemaakt naar toepassing en valorisatie. Bij het onderzoek op het gebied van biomedische technologie zijn daarom naast full professors ook clinical en entrepreneurial professors betrokken. De laatste twee categorieën zijn naast hun aanstelling als hoogleraar vaak tevens werkzaam in ziekenhuizen of het bedrijfsleven. Op deze manier leveren we met ons fundamenteel onderzoek op onze speerpuntgebieden een bijdrage aan oplossingen van maatschappelijke problemen op

universiteit twente high tech, human touch 17 het gebied van de gezondheidszorg. Enkele bekende recente innovatieve technologieën zijn: Revalidatierobot; Borstkankerscanner die werkt met licht- en geluidstechniek; Keramiek dat het lichaam ertoe aanzet om zelf extra bot aan te maken. Op vrijwel alle onderzoeksterreinen zijn nieuwe bedrijven (bijvoorbeeld XSens) ontstaan die gepatenteerde technologieën doorontwikkelen tot daadwerkelijke producten die geschikt zijn voor de markt. Verder is er dit jaar het grote state-of-the-art Experimental Center for Technical Medicine (ECTM) geopend dat een professionele leeromgeving biedt aan studenten en medische professionals. Met de Rijksuniversiteit Groningen, de Radboud Universiteit Nijmegen en Siemens Nederland is onlangs het Centre for Medical Imaging North East Netherlands (CMI-NEN) opgezet. ICT CTIT (Centrum voor Telematica & informatie Technologie) is verantwoordelijk voor de programmering van het ICT-onderzoek. CTIT is uitgegroeid tot het grootste academische ICT onderzoeksinstituut in Nederland en één van de grootste in Europa. Vanuit de verschillende faculteiten bestrijken bijna dertig onderzoeksgroepen een breed en multidisciplinair gebied. Ze voeren onderzoek uit op belangrijke maatschappelijke thema s zoals energie, logistiek, quality-of-life, gezondheid en veiligheid. Binnen het onderzoek van het CTIT komt de High-Tech, Human Touch filosofie bij uitstek tot uitdrukking in onderzoek naar de manier waarop mensen omgaan met ICT en naar de invloed van ICT op menselijk gedrag. Toepassingsvelden daarbij zijn leren en cognitie, veiligheid en gezondheid. De gemeenschappelijke rode draad van het onderzoek is ICT voor het individu. De strategische researchoriëntaties zijn: Softwareplatforms voor internetdiensten; Draadloze communicatie- en sensorsystemen; Natuurlijke intelligente systemen; Betrouwbare systemen; Embedded besturingssystemen; Public safety and crime science; Logistieke processen. ICT is een belangrijke sector voor economische groei en innovatiemotor voor alle kennisintensieve sectoren van de maatschappij. Onderzoek van CTIT groepen vormde de basis van meer dan 85 hightech start-up bedrijven. De zeer sterke onderzoeks- en innovatiepositie van het CTIT blijkt o.a. uit de leidende rol die wordt gespeeld bij: (1) het nationale 3TU.NIRICT (Netherlands Institute for Research on ICT; omvat alle ICT-onderzoeksgroepen van de drie technische universiteiten); (2) het Europese EIT (European Institute for Innovation and Technologie) ICT Labs, waarbij alle Europese toporganisaties op het gebied van ICT-onderzoek en -innovatie zeer nauw samenwerken. Governance & Gedrag Het Instituut for Innovation and Governance Studies (IGS) bundelt het onderzoek op het gebied van sociale en gedragswetenschappen vanuit een innovatie- en governance-perspectief. Vraagstukken worden uit deze kerndisciplines veelal gerelateerd aan het technologisch onderzoek aan de Universiteit Twente. Vanuit een solide basis in een aantal sociaalwetenschappelijke disciplines wordt actief samengewerkt met de tech nische instituten. Hierdoor wordt niet alleen technologie in haar context geplaatst, maar ontstaat ook een uniek onderzoeksprofiel op het gebied waar sociale en technologische innovaties met elkaar interacteren. Funderend onderzoek in de maatschappijwetenschappen vormt de kern van het instituut. Het instituut beweegt zich hierdoor op het gebied van wellicht de grootste uitdaging voor Nederland en Europa: hoe worden we een kenniseconomie, hoe functioneert deze en op welke wijze richten we die succesvol in? Het onderzoek van het IGS is ondergebracht in vijf strategische researchoriëntaties (SRO s). Binnen deze SRO s is een grote mate van samenwerking tussen wetenschappers uit verschillende disciplines en vakgroepen. De verschillende SRO s zijn: Governance of Innovation, Technology, Higher Education and Research; Management of Innovation and Entrepeneurship; Innovation of Governance; Sustainable water, energy & spatial governance; Health Assessment & Promotion.

18 Voorbeelden van samenwerking met de technische instituten zijn: Technology Assessment van Nano, met MESA+; Medische Technologie en Healthcare, met MIRA; Veiligheid, met CTIT en MESA+. Gezondheid Aan de Universiteit Twente is gezondheid een belangrijk onderzoeksthema. Enkele honderden onderzoekers houden zich met het onderwerp bezig, vanuit vele invalshoeken als techniek, psychologie en logistiek. De krachten van alle onderzoekers in het UT Health programma zijn gebundeld in vele (inter-)nationale samenwerkingsverbanden. Artsen, verpleegkundigen en vanzelfsprekend patiënten staan centraal bij de kennis en technologieën die de wetenschappers van UT Health ontwikkelen. Zo draagt UT Health werkelijk bij aan veranderingen in de zorg. De volgende thema s worden daarbij onderscheiden: Medische beeldvorming; Lab-on-a-Chip; Behandeling; Robotica; Proces en Logistiek; Ondernemerschap. Projecten die nu worden gestart, leiden tot de wetenschappelijke doorbraken van de toekomst. Ook onderzoek in samenwerking met de overheden en het bedrijfsleven bieden kansen hiervoor. Belangrijke projecten die nu in ontwikkeling zijn, betreffen: CMI-NEN (zie sectie Biomedische Technologie); LEO-Center for Service Robotics, gericht op de ontwikkeling van robottechnologie voor de gezondheids zorg.; High Tech Health Farm, gericht op nieuwe en creatieve oplossingen met high tech voorzieningen, voor zorg dichtbij huis. Duurzame Energie Vanuit de sterkten van ons onderzoek hebben we een sterke en onderscheidende positie opgebouwd op de thema s: Energie uit biomassa; ICT en Smart Grids ; Nanomaterials for Energy Applications; Solar Fuels. Vraagstukken op het gebied van duurzame energie vragen zonder uitzondering om een multidisciplinaire aanpak. Naast technologische vernieuwing is een vernieuwende aanpak onontbeerlijk op het gebied van samenwerking binnen de keten, wet- en regelgeving en verdienmodellen. De betrokkenheid en het gedrag van de consument zijn hierbij kritische succesfactoren. Ook de onderzoeksresultaten op het gebied van duurzame energie worden vertaald naar de praktijk. Samen met de provincie Overijssel zal op korte termijn het Smart Energy Technology & Systems (SETS) initiatief worden gerealiseerd. Dit heeft tot doel een expertisecentrum op te bouwen rondom Smart Grids op lokaal (huis, wijk en stad) niveau. Naast de UT participeren ook Saxion Hogeschool en het bedrijfsleven (o.a. Exendis, Nedap, Siemens, KEMA, IBM, Strukton en KIEMT) in dit initiatief. De technologieën die binnen dit initiatief verder ontwikkeld worden, zijn: Decentrale opwekking; Gedistribueerde energieopslag; Afstemming van vraag en aanbod van energie. 3.3 Valorisatie als integraal systeem Voor de toekomst wil de ondernemende UT nog intensiever samen werken met bedrijven en overheden (zie ook sectie 4.3). Op deze manier draagt de UT, met door haar ontwikkelde kennis en curricula, bij aan de eco nomische groei en maatschappelijke ontwikkeling van de regio. Via de Innovatiesprong (zie tekstkader) wordt een duidelijke organisatie opgezet om innovatie te stimuleren. Dit gebeurt samen met de provincie, de gemeenten Enschede en Hengelo, de onderwijsinstellingen ROC van Twente en Saxion Hogeschool en natuurlijk het bedrijfsleven. Uitgangspunt hierbij is dat de overheid een faciliterende en stimulerende rol op

universiteit twente high tech, human touch 19 zich neemt en de bedrijven en kennisinstellingen samen zorgen voor de daadwerkelijke innovatie. Doordat in de regio de samenwerking met overheden en bedrijven in Kennispark is geformaliseerd, heeft de Universiteit Twente haar valorisatiekracht aanzienlijk versterkt en verbreedt. Specifiek wordt daarbij ingezet op kwaliteitsverbetering van de spin-off bedrijven en op een toename van de infrastructuur die de UT deelt met externe partijen. Innovatiesprong Twente: top innovatie regio Sleutel voor succes in Twente is de samenwerking tussen bedrijfsleven, overheden en onderzoeksen kennisinstellingen. Samen ontwikkelen ze nieuwe kansen. De rol van de overheid is faciliterend: zij stelt middelen beschikbaar en legt verantwoording af over resultaten en inzet. De drie partijen bewaken samen de strategie. Het systeem voorziet de komende jaren in: Intensieve doorontwikkeling van de regionale innovatie-agenda: een dynamische aanpak van kansen voor het bedrijfsleven; Actieve kennisuitwisseling tussen bedrijven en kennisinstellingen (de zogeheten valorisatie); Vereenvoudiging van de toegang tot faciliteiten en ondersteuning gericht op innovatieve ontwikkelingen voor hoofdzakelijk het bedrijfsleven met behulp van het Innovatieloket ; Opzet van een compleet en effectief ecosysteem voor startende innovatieve ondernemingen; Nieuwe impulsen in de regionale Human Capital agenda; Zakelijke en effectieve aanpak van roadmaps en projecten door samenwerking bedrijfsleven en kennisinstellingen. Projectfinanciering voor risico-investeringen dankzij een investment committee. Doeltreffende monitoring gericht op verantwoording en ontwikkeling van de innovatieagenda. 3.4 Onderzoek en valorisatie ambities: KPI s en implementatie De bovengenoemde inzet van de UT wordt samenhangend tot uiting gebracht in de volgende drie prestatie indicatoren en bijbehorende waarden. Deze geven alle drie de voor de UT belangrijke symbiose met de samenleving weer. Daarbij wordt opgemerkt dat het algemene streven is om met de eerdergenoemde speerpunten van het UT onderzoek tot de (inter-) nationale top te blijven behoren. Dit zal tot uiting komen in de generieke onderzoek-indicatoren en tenminste een top 3 positie in de Leiden Ranking. Onderstaande indicatoren zijn in aanvulling hierop geïdentificeerd, als uiting van de specifieke onderzoek- en valorisatieambities in lijn met het selectieve UT profiel. Nadere details over de implementatie staan in bijlage 1. Inverdiencapaciteit: De inverdiencapaciteit, instellingsbreed, is gedefinieerd als de omvang van de tweede en derde geldstroom gerelateerd / genormeerd aan de eerste geldstroom. Het is een indicatie voor kwaliteit en de mate waarin we als UT alert in kunnen spelen op ontwikkelingen, de mate waarin in een competitieve markt onderzoeksmiddelen kunnen worden verworven en voor de mate waarin kan worden samengewerkt in consortia. De ambitie is om de inverdiencapaciteit op het niveau van 2010 te houden. Dit is een grote uitdaging, vanwege het wegvallen van de FES-gelden en de toenemende concurrentie voor EU programma s. Inverdiencapaciteit 2010 2015 2020 Omvang 2e en 3e geldstroom / omvang 1e geldstroom 34% 34% 34% Omvang Gedeelde Infrastructuur: De omvang Gedeelde Infrastructuur is een gedeelde onderzoek- en valorisatie-indicator en wordt gedefinieerd als het aantal van de met maatschappelijke en economische stakeholders gedeelde onderzoeksfaciliteiten met een substantiële omvang. Deze indicator maakt zowel de unieke verbinding van de UT met haar werkveld alsmede de ontwikkeling van haar speerpunten expliciet. De UT ambieert de komende jaren hierin te groeien.