PRACTICUM VERTERING VWO 5

Vergelijkbare documenten
Eindexamen havo biologie pilot 2013-I

Praktische opdracht Biologie Voeding

Examen Voorbereiding Voeding

PENTA college CSG Scala Rietvelden vakgroep biologie Glaswerk practicum. Naam: Klas: Samengewerkt met:

De TOA heeft een aantal potjes klaargezet. In sommige potjes zit een oplossing, in andere potjes zit een vaste stof.

Module C: Van wie is het braaksel op het dode lichaam?

Onderzoekscompetenties. 3 de jaar. Hoe verlopen chemische reacties? A Tekst leerlingen: leerwerkboek

Verslag Biologie glucose aantonen in brood

Druivensuiker in zetmeel

3,8. Werkstuk door Een scholier 2130 woorden 5 oktober keer beoordeeld. Inleiding. Ikzelf heb Smint onderzocht en nog wat andere dingen.

H18 Opdracht 5: Voedingsstoffen in blanke vla

Een stof heeft altijd stofeigenschappen. Door hier gebruik van te maken, kun je stoffen makkelijk scheiden.

ENZYMEN. Hoofdstuk 6

Examentrainer. Vragen. Vertering. Wat is de naam van P?

Reacties met een kleurtje

Practicum Zouten 2 VMBO 4 Zouten Zoutoplossingen bij elkaar Slecht oplosbare zouten maken Ionen verwijderen Herkennen van een zout

Schrijven met zetmeel

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. Tandenstokerase - biochemie experiment -

BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Zoete wortels

CHIPS. light versus naturel

Micro-organismen kweken en bekijken. Zelf bacteriën kweken. Benodigdheden. Werkwijze. Ziek van virussen?

Deel 1: traditionele kalkwater met koolstofdioxide test.

Chocolade: de zilverspiegel

Proef Scheikunde Joodconcentratie & reactiesnelheid

1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we een geheimschrift ontwikkelen m.b.v. natriumcarbonaat?

kleurveranderingen en reactiesoorten met soda

LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD

ZETMEELFOLIE. 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we met aardappelzetmeel folie maken?

Supplement behorend bij Foeken, Maarten (2010). Speel je eigen keuringsdienst. NVOX (35)09, p

Proef Scheikunde PH-bepaling

Verterende bodembacteriën? Aanwezigheid van amylase producerende bacteriën in de bodem

THEMA: VOEDING EN VERTERING VWO

Bloed en Donatie over bestanddelen, functie en veiligheid

Opdracht chemische. eierwekker

Vitamine C bepalen uit fruitsap

Borrelhapjes met energie

1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we aan de hand van chemische reacties een oplossing de kleuren van een stoplicht krijgen?

1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we een indicatordoekje op drie manieren van kleur doen veranderen? Dit van rood naar blauw en weer naar rood?

Onderzoeksthema: DNA extractie uit levende cellen (kiwi) (6 jaar) C. Schramme

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

Showdechemie2. Demonstreren met Showde. dechemie

Spijsverteringsstelsel vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Praktische opdracht Biologie Het verteringsstelsel

Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster

PROEFVERSIE HOCUS POCUS... BOEM DE CHEMISCHE REACTIE. WEZO4_1u_ChemischeReacties.indd 3

1. De invloed van de lichtintensiteit op de zuurstofproduktie bij waterpest (assimilatie)

Scheikunde: vakspecifieke toelichting en tips

5. a) Ja, brood bevat vel zetmeel (polysachariden) en snoep veel suiker (disachariden) b) D Want zonnebloem olie bevat meer onverzadigd vet

mijn wetenschappelijke experimenten

Dit is een beknopte versie vertaald uit de Engelse versie, waar naar gerefereerd word in deze tekst. Zie PDF Ground test A

Chemische analyse van dranken

Proef Scheikunde Zure en basische schoonmaak middelen; pipet en buret; titreren

eiwitmatrix kleine zetmeelkorrels grote zetmeelkorrels

Duplo-brokken. door de klassendarm

Afsluitende les. leerlingenhandleiding. Tandenstokerase +

Voedingsstoffen. Green Science CITAVERDE. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Proef Scheikunde Redoxtitratie Bepaling vitamine C in tabletten

Colorimetrische bepaling van het kopergehalte van euromunten experiment 5+

Een neutralisatiereactie volgen (leerlingenversie)

beschermende bouwstoffen brandstoffen reservestoffen eiwitten x x vetten x x x vitamine x x water x Mineralen x x koohlydraten x x x

Onderzoeksformulier KRENTEN

1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we een geheimschrift maken in meerdere kleuren dat zichtbaar wordt door te besproeien met slechts één stof?

Optimale biggen voeding Hoe verteerd een big en hoe kan ik hem daarbij helpen?

Oefenopgaven REDOX vwo

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties

Samenvatting Biologie Thema Vertering

Bioplastic uit zetmeel

25 ste Vlaamse Chemie-Olympiade 2008

SPIJSVERTERINGSKLACHTEN

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling

Scheikundige begrippen

Leerlingeninstructie: Zuren en basen in de keuken

Les 3: Vervolg Melksamenstelling. (Onderdeel van IBS Het melken van koeien)

Pak voor de activiteit Hoe eten astronauten? de foto van de etende astronaut uit de bijlage.

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]

HOME MADE VITAMINES Werkboek

5 HAVO. biologie voor jou BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Aan de slag 1bis Samenhang tussen het ademhalingsstelsel en het bloedvatenstelsel

Cellulomonas knipt! Aantonen van cellulose afbraak door Cellulomonas sp.

8.3. Boekverslag door T woorden 19 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Thema 4. 2 voedingsmiddelen en voedingsstoffen

boek: biologie voor jouw ; klas 5 hoofdstuk 4 voeding hoofdstuk 4 paragraaf 1 geen belangrijke informatie hoofdstuk 4 paragraaf 2 voedingsmiddelen:

De oorspronkelijke versie van deze opgave is na het correctievoorschrift opgenomen.

#VOS-043 versie 1.1. Leerlingenhandleiding

Eindexamen havo biologie pilot 2013-I

Invloed van de temperatuur op de werking van pancreaslipase

De blauwe fles: de bestudering van een reactiemechanisme Docentenhandleiding

Stoffen en Reacties 2

Leren oplossen. Werkgroep C5 Woudschoten chemie conferentie 2018 Werkgroep leider Jouk Wilts

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4

BIOMASSA CONVERSIE WAT ZIE JE OP DE FOTO?

Practicum 3 Verf: kleurrijke chemie

BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Puberplanten

gist luchtige schimmels

Het smelten van tin is géén reactie.

Er is sprake van een zuivere stof als er slechts één stof is. Salmiak is dus een zuivere stof.

Bloed Geven en Krijgen vmbo-kgt okt practicum Bloed in Actie

ph bepalen m.b.v. rode koolsap

Boekverslag door Anoniem 860 woorden 16 april Samenvatting Hoofdstuk 2 Voeding en vertering

BLOED IN ACTIE PRACTICUM:

Transcriptie:

PRACTICUM VERTERING VWO 5 In deze handleiding worden een aantal opdrachten beschreven, die je in 3 lessen van 80 minuten gaat uitvoeren. Een gemist practicum dien je in overleg met Dhr. Heinink in kwt-tijd of een ander uur in te halen. Aan het eind van deze reeks dien je een verslag in te leveren (per tweetal), waarin alle opdrachten verwerkt zijn. Hiervoor krijg je een punt, dat weging 2x heeft voor het overgangsrapport. We gaan werken met chemicaliën en branders. Let daarom extra op de veiligheidsregels. Lees steeds EERST de handleiding alvorens aan het werk te gaan. Er zijn 4 verplichte practica: 1. Aantoningsreacties 2. Het toepassen van indicatoren op voedsel 3. Model van onze darm 4. Vertering van zetmeel Het 5 e practicum dat je gaat uitvoeren is een practicum dat je helemaal zelf gaat verzinnen en uitwerken rondom het thema vertering. In totaal zal het verslag dus bestaan uit 5 experimenten, oftewel 5 aparte verslagen. Gebruik voor elk verslag de natuurwetenschappelijke methode: 1) Inleiding 2) Onderzoeksvraag 3) Hypothese 4) Werkwijze (materiaal en methode) 5) Resultaten 6) Conclusie 7) Discussie 8) Eventueel extra vragen uit de handleiding Tijdsplanning Les 1: Experiment 1 Aantoningsreacties (50 min) Experiment 2 Het toepassen van indicatoren op voedsel (30 min) Les 2: Experiment 3 Model van onze darm (30 min) Experiment 4 Vertering van zetmeel (50 min) Les 3: Eigen experiment (80 min) Naam:.. Practicumpartner:.. Inleverdatum verslag:..

1. Aantoningsreacties Doel: 1. het leren gebruiken van indicatoren 2. het herkennen van specifieke aantoningsreacties door bepaalde indicatoren We gaan 6 stoffen onderzoeken met 5 indicatoren. Door alle 6 de stoffen met alle 5 de indicatoren te laten reageren, ontdekken we welke indicator specifiek met een bepaalde stof reageert, en hoe. De reacties zijn meestal zeer gevoelig, zodat we maar kleine hoeveelheden nodig hebben om de reactie te zien. Voorbereiding: a) Je werkt per tweetal. Spreek goed met elkaar af wie wat doet. b) Zorg dat je weet wat je gaat doen! Let erop dat je weet welke stof in welk vakje en in welke buis zit. c) Haal 1 druppelplaat en 13 reageerbuizen en enkele cocktailprikkers. d) Haal de verschillende chemicaliën. Per tafel 1 set. e) Fehling reagens is een lastig stofje, nogal instabiel. Daarom moet het vlak voor de proef worden gemengd: breng in een reageerbuis 4 cm Fehling A + 4 cm Fehling B. Schud. Zet dit mengsel (het bestaat uit CuSO 4 en NaOH) in een rekje en gebruik het straks als indicator. Als Cu 2+ een electron krijgt (dat heet reductie) ontstaat Cu +, dat in basisch milieu boven de 70 0 C via geel CuOH neerslaat als steenrood Cu 2 O. Daarnaast kunnen Cu-zouten alle kleuren van de regenboog vertonen, zodat deze indicator voor reductie een lastig stofje is. f) Maak een waterbad klaar met een temperatuur van 75 0 C. Dit waterbad dient voor de Fehlingreactie. Na toevoeging van de indicator aan de aan te tonen stof (en na menging!), moet de reageerbuis enkele minuten in dit warme bad staan. Werkwijze: 1. Breng in 6 reageerbuizen 1 ml van elke aan te tonen stof. a. Voer hiermee de AgNO 3 -reactie uit. b. Noteer de reacties (kleurverandering; troebeling = neerslag, etc.) in het onderstaande schema. c. Herhaal 1 voor de Fehlingreactie. 2. Breng van elke aan te tonen stof twee druppels in 6 holtes van een druppelplaat. a. Voeg zoals in onderstaande tabel één van de indicatoren toe (dus niet meer AgNO 3 of Fehling). In elke holte 1 stof met 1 indicator. b. Gebruik eventueel cocktailprikkers om te roeren. Gebruik elke cocktailprikker maar voor 1 holte!! c. Noteer de reactie in het schema. d. Herhaal de stappen 2 met de overige 2 indicatoren.

Indicator ------------ Stof (2 druppels) I 2 (1 druppel) geelbruin DCPIP (=dichloorphenolindophenol) (1 druppel) donkerblauw Fehling reagens A+B 1 ml in reageerbuis bij 70 0 C: donkerblauw AgNO 3 (1 druppel) reageerbuis kleurloos Biureet (2 dr. NaOH; mengen en dan 1 dr. CuSO 4 ) blauw Glucose maltose Zetmeel Eiwit NaCl Vitamine C

Vragen: 1. Welke indicator blijkt heel specifiek voor maar één stof te werken? 2. Welke van de stoffen reageren maar met één indicator? 3. Omcirkel in elke regel van het diagram die ene reactie, die kenmerkend is. 4. Glucose is een mild reducerende monosacharide, wat wil zeggen, dat het met moeite een electron (e -) kan afstaan. Fehling reageert daarom pas bij 70 0 C. Vitamine C is een sterke reductor. Verklaar de reacties van Vit.C met I 2 (ontkleuring) en met Fehling, en met AgNO 3. 5. Is maltose (disacharide) een reductor? 6. Biureet reageert met peptidebanden. Teken de peptideband. 7. Zilverzouten lossen in het algemeen slecht op. Zilvernitraat lost goed op. Van welk zout ontstaat een neerslag na toevoeging van NACl? 8. I 2 wordt in zetmeelspiralen gevangen. Dan ontstaat de kenmerkende blauwkleuring. Toch zien we variatie in blauwkleuring. Dit hangt samen met de samenstelling van het zetmeel. Het is een combinatie van vertakt amylopectine (violet) en onvertakt amylose (blauw). Bij verwarming verdwijnt de spiraal en daardoor de blauwe kleur. Onderzoek dit. Herstellen de spiralen zich na afkoeling? 9. Kloppen je resultaten met de literatuur (internet e.d.)?

2. Het toepassen van indicatoren op voedsel We gaan op een aantal voedingsmiddelen onze indicatoren loslaten. Je kunt zelf voedingsmiddelen meenemen, of die van ons gebruiken. Doel: 1. Het aantonen van bepaalde componenten in voeding 2. Het ontdekken van problemen bij de aantoningsreacties door de complexe samenstelling van voedingsmiddelen 3. Het opdoen van vaardigheden om de bij 2 aangegeven problemen op te lossen. Werkwijze: 1. Je werkt weer in tweetallen. 2. Beraadslaag samen over het volgende: bedenk een vraagstelling. Ga je 1 indicator gebruiken bij verschillende voedingsmiddelen, of ga je 1 voedingsmiddel onderzoeken met verschillende indicatoren? Bv: Zit er in onder de aardappelschil meer vit C dan midden in de aardappel? of: Zit er in yoghurt ook zetmeel? of: Wat zit er qua voedingsstoffen allemaal in melk? Noteer hier je vraagstelling: 3. Bedenk een werkwijze, die past bij je vraag, en waarmee je een antwoord zult kunnen vinden op je vraag. Bedenk dat je nu niet meer te maken hebt met heldere oplossingen. De reacties werken niet rechtstreeks op de intacte voedingsmiddelen. Je zult dus oplossingen moeten maken. Je kunt gebruik maken van mortier en stamper, van trechters met filtreerpapier etc. Noteer deze werkwijze kort:

4. Noteer het resultaat: 5. Conclusie: 6. Noteer 2 discussiepunten of suggesties voor verbetering.

3. Model van onze darm We onderzoeken opnieuw de stoffen: glucose, maltose, zetmeel, eiwit, NaCl en Vitamine C. In dit practicum gaan we de opgedane indicatorenkennis toepassen op de volgende onderzoeksvraag: gaat elk van de genoemde stoffen binnen 10 minuten door onze darmwand heen? Als model voor onze darm gebruiken we een dialyseslang. Dit materiaal heeft een vergelijkbare doorlatendheid voor stoffen als onze darm. We verdelen het werk over de klas. Ieder tweetal onderzoekt 2 stoffen. De resultaten komen op het bord. Neem die over in de tabel op de volgende bladzijde. Voorzorgen: 1. je kent de gevoeligheid van de reacties. Knoei niet en besmet de materialen niet met verkeerde stoffen. 2. spreek eerst goed af hoe je te werk gaat, voordat alles mislukt en je opnieuw moet beginnen. Met andere woorden: bepaal samen de werkwijze en noteer deze stapsgewijs op kladblad. Opstelling: dialyse-slang bekerglaasje te onderzoeken stof gedemineraliseerd water

Resultaten: stof Gaat wel door de darmwand Gaat niet door de darmwand glucose maltose zetmeel eiwit NaCl Vitamine C Conclusie: gaan aantoonbaar binnen 10 minuten door de dialyseslang. De stoffen, die niet binnen 10 minuten door de wand van de slang(=darm) zijn gegaan, moeten dus in je darmen eerst. Bedenk 2 vervolgonderzoekjes bij dit practicum. Formuleer een vraagstelling en hypothese. 1. 2.

4. Vertering van zetmeel Dit practicum dient thuis voorbereid te worden t/m punt 4 van de Werkwijze, zodat je op school direct aan de slag kunt gaan met punt 5. zetmeel = (glucose) n maltose (= di-glucose) glucose AMYLASE MALTASE Amylase is een enzym, dat vóórkomt in ons speeksel en alvleessap. Verder vinden we het bij plantenzaden, die bij de kieming immers de zetmeelvoorraad moeten gaan aanspreken (denk bij dit laatste aan kiemende gerst, die maltose = moutsuiker oplevert voor de bierbereiding). Opdracht: Zet een onderzoekje op naar de invloed van zuur op de zetmeelafbraak door speeksel. Je krijgt de beschikking over: voldoende reageerbuizen in een rekje indicatoren zetmeeloplossing maatpipet speeksel (zelf in buisje laten vloeien en eventueel verdunnen met water) water 0,1 M HCl etiketjes strookjes ph-indicatorpapier Vraagstelling: Vindt er bij ph 4 meer zetmeelvertering plaats dan bij ph 6? Hypothese: nee, ph 4 ligt onder de minimumgrens van de werking van speekselamylase. Er zal dus geen afbraak van zetmeel plaatsvinden. Werkwijze: Werk schriftelijk de onderstaande opdrachten uit: 1. noteer de werkwijze stap voor stap. Schrijf als het ware een handleiding, die ook anderen kunnen gebruiken. 2. Denk aan de juiste blanco s. 3. Let erop, dat de indicatoren zeer gevoelig zijn. Werk dus zeer schoon. 4. In principe zijn twee indicatoren mogelijk. Maak je keuze uit die twee en leg uit waarom je juist die indicator kiest en niet die andere. 5. Voer de proef nu uit volgens je eigen handleiding. Als je erachter komt, dat de handleiding ergens niet deugt, noteer dit dan meteen voor bij punt 7. N.B. laat de oorspronkelijke handleiding staan!! 6. Noteer de conclusie uit je onderzoekje. 7. Schrijf een discussie: * lukte het je om met jouw handleiding antwoord te geven op de vraag?

* op welke punten moet de handleiding worden aangepast? * noteer nog eventuele andere discussiepunten 5. Eigen Onderzoek In dit onderdeel is het de bedoeling zelf helemaal een experiment op te zetten rondom vertering (indicatoren en enzymen). Zorg voor een duidelijke onderzoeksvraag, hypothese en een uitgewerkt plan van aanpak. Spreek ook met je docent of TOA door of je proef uitvoerbaar is op school. In principe heb je 80 minuten voor het uitvoeren van je proef. Een proef die meer tijd kost? Geen probleem, spreek dan met Dhr.Heinink goed af wanneer je de proef verder komt uitvoeren (bijv. KSE-tijd, aangezien de materialen niet altijd klaar staan. Dit onderdeel van je verslag telt zwaar mee in het cijfer. Probeer dus een goede onderzoeksvraag te bedenken. De volgende stoffen heb je in elk geval tot je beschikking: Indicatoren uit Experiment 1 Substraten uit Experiment 1 Amylase (Speeksel) Sudan III (Indicator vetten) Diastase (vergelijkbare werking amylase) Gal 0,1 M HCl Lipase ph-indicatoren Pepsine Dialyse-slang Belangrijk is ruim van te voren bij Dhr.Heinink aan te geven welke materialen je nodig hebt. Buiten dit lijstje is er veel meer mogelijk. Als je voedingsmiddelen gaat onderzoeken dien je deze zelf mee te nemen. Bedenk goed wat je gaat gebruiken aan glaswerk, warmwaterbaden, oplossingen, indicatoren, enzymen etc. Spreek dit goed door met Dhr.Heinink om teleurstellingen te voorkomen. Materialen waar niemand om vraagt worden niet klaar gezet of besteld. Misschien brengen de volgende suggesties je op een idee: Natuurhoning wordt door bijen gemaakt van de suikeroplossingen uit de nectarkliertjes van bloemen. Bij het verzamelen van de nectar door de bijen passeert dit een deel van het spijsveteringskanaal. Daarbij vemengt de suikeroplossing zich o.a. met het speekselenzym amylase. De aanwezigheid van amylase is een kenmerk van natuurhoning. Proteasen zijn eiwitsplitsende enzymen. ze komen o.a. voor in verschillende vruchten. Bekend is dat o.a. kiwi's en ananas deze enzymen bevatten. Als zonder de juiste voorzorgsmaatregelen geprobeerd wordt met deze vruchten een gelatinepudding te maken, mislukt deze. De proteasen breken de polypetiden in de gelatine af en de gelatine wordt niet meer stijf.

Yakult, een drankje met probiotica. Volgens de reclames overleven deze goed bacterien de zure maag, zodat ze in de dunne darm kunnen helpen bij het afbreken van cellulose. Bij de afbraak van vetten door lipase ontstaan vetzuren Met behulp van titreren valt het vitamine-c gehalte in een oplossing te bepalen Is een complete simulatie van het hele verteringsstelsel mogelijk? Wasmiddelen bevatten verteringsenzymen? Dit is natuurlijk maar een greep uit alles wat mogelijk is bij het onderwerp vertering. Rondom indicatoren en enzymen zijn vele onderzoekjes te bedenken. Aan jou de taak om te laten zien dat je een vwo-onderzoeksmentaliteit hebt! Gebruik gerust zoveel mogelijk hulpbronnen. Succes!