2015 De mode van nu MODE CERES HOFSINK (124497) DE NIEUWE VESTE [Bedrijfsadres]
1 Inhoudsopgave. Inhoud 1 Inhoudsopgave.... 1 Ceres Hofsink (124497) 4-9-15 12:46 Opmerking [1]: Het is de inhoud opgave 1 Mode en kleding... 2 1.1 Modeshows... 2 2 Verklaring voor het verschijnsel mode... 2 3 Uitbreiding begrip "mode"... 2 4 DE NEGENTIENDE EEUW :... 3 4.1 Empire :... 3 Empirestijl... 3 Dameskleding... 3 Herenkleding... 3 4.2 Restauratie en Biedermeier :... 3 4.3 De Victoriaanse tijd:... 4 4.3.1 La fin de siècle:... 4 De herenkleding sinds de restauratie... 4 Haarstijlen:... 4 3. DE TWINTIGSTE EEUW TOT DE EERSTE WERELDOORLOG... 4 4.3.2 De vrouw in WO I:... 4 5 Bronvermelding... 5 1
1 Mode en kleding Ceres Hofsink (124497) 4-9-15 12:46 Opmerking [2]: Dit is het onderwerp Wanneer bepaalde kleding of een bepaalde kledingstijl (maar ook een bepaald uiterlijk, een taalkundige uitdrukking enz.) gezegd wordt "in de mode" te zijn, houdt dit in dat die kleding, kledingstijl enz. op dat moment aantrekkelijk wordt gevonden of in zwang is. De specifieke kleding of kledingstijl zelf wordt "mode" genoemd. Ook heeft het woord een meer avant-gardistische betekenis. Kledingmode werd vroeger "voorgeschreven" door de modehuizen, maar tegenwoordig ontstaat zij vaak op straat, waarna de trend wordt opgepikt door stijlbureaus en modebedrijven. Vaak is het op het moment zelf niet helemaal duidelijk hoe het modebeeld is. Pas achteraf wordt iets herkend als de mode van bijvoorbeeld de jaren vijftig (petticoat, vetkuif). 1.1 Modeshows De modeshows in het prêt-à-porterseizoen bepalen het modebeeld van het komende jaar, althans, wat in de winkels gaat hangen. Of het een echte trend wordt, ligt aan de mensen die de kleding kopen en de manier waarop media er over schrijven. Meestal duurt het een tijd voor iets een trend wordt, en in de mode komt, omdat mensen gewoonweg niet zo snel overstappen op een andere wijze van kleden.belangrijke modecentra zijn onder andere Parijs, Milaan, Londen en New York, waar de belangrijkste ontwerpers hun creaties op de catwalk laten zien. De erkende haute couture shows vinden vrijwel alleen in Parijs plaats. Ceres Hofsink (124497) 4-9-15 12:47 Opmerking [3]: het stukje gaat over modeshows 2 Verklaring voor het verschijnsel mode Mode bestond al in verschillende culturen in de Oudheid. In de middeleeuwen had de adel prachtige kleding, terwijl het gewone volk in lompen gehuld was. De stand waartoe iemand behoorde bepaalde de wijze van kleden. Bijgevolg kon iemands sociale klasse en positie in de maatschappij worden afgelezen aan de kleding. Deze code verviel na de Franse Revolutie. Door het wegvallen van een dwingende norm ontstond pas echt zoiets als mode in de vorm van een richtsnoer, een na te streven model. Ook het ontstaan van merkkleding is aldus te verklaren. Strenge kledingvoorschriften gelden nu nog in formele omgevingen (uniformen), zijn strikt bepaald door religies, zoals bij de quakers, joden en in de islamitische cultuur, en worden gerelateerd aan etnische minderheden. 3 Uitbreiding begrip "mode" Mode komt niet alleen bij kleding voor. Ook de manier waarop bijvoorbeeld huizen worden gebouwd en ingericht is onderhevig aan mode. In de architectuur wordt dit een stijl genoemd. Er moet vaak in een stijl worden gebouwd die op dat moment bij de opdrachtgever geliefd is, dus mode is. Ook de aankleding van een woning zoals de keuze van gordijnen, vloeren, behangpapier tot aan de badkameraccessoires toe zijn aan modetrends onderhevig. 2
4 DE NEGENTIENDE EEUW : Om de ontwikkelingen op het gebied van mode in de 20e eeuw beter te begrijpen is het nodig iets te weten over de daaraan voorafgaande eeuw. In de 19e eeuw zijn er, ondanks de maatschappelijke en economische vooruitgang, toch nog grote klasseverschillen. Dit is duidelijk te zien aan de kleding van bijvoorbeeld de gegoede burgerij en de kleding van de arbeiders. De 19e eeuw weerspiegeld de smaak van de burger, terwijl in de vorige eeuw daarvoor vooral de smaak van de aristocratie toonaangevend was. Dit komt doordat de burgerij politieke macht verwerft. In de 19e eeuw hebben mannen en vrouwen een vaste plaats in de maatschappij. Ieder heeft een duidelijke rol. Er is geen vervaging en verwarring en ieder heeft bepaalde, vastomlijnde eigenschappen en daardoor duidelijke taken. De 19e eeuw is op het gebied van kleedgedrag in te delen in een aantal perioden : de Empire, rastauratie en Biedermeier, het Victoriaans tijdperk en de Fin de Siècle. 4.1 Empire : Empirestijl (tot 1815) werd geïnspireerd door de late neoclassicistische stijl. Dameskleding : aanvankelijk is de empirejurk een dun hem, laag gedecolleteerd, met een aanrijgkoordje vlak onder de buste. Rond 1800 naait men een apart lijfje aan de rok, waardoor het silhouet enigszins verandert. Er komen plooien achter op de rug en de rok krijgt een sleepje. Er komen pofmouwtjes en een hogere decolleté. De rok wordt steeds strakker om de heup en heeft een kegelvorm. Aan de zoom krijgt de rok een brede zware decoratie. Het belangrijkste onderdeel van het empirekostuum is een grote, langwerpige kasjmier sjaal. Bij de empirejapon worden veelal korte pruikjes gedragen. Het haar wordt opgemaakt à la Grècque. Herenkleding : Alle versiering van de herenkleding is verdwenen. Het wordt zelfs mode om er nogal nonchalant uit te zien, om maar vooral geen aristocraat te lijken. Terwijl de vrouwenkleding geïnspireerd is op de antieke kostuums, blijft de herenkleding eigentijds van vorm. Wel verandert er veel. De broeken zijn lang en strak. Het onderste deel stopt men in de laars. Deze broek is van gebreid materiaal en licht van kleur. Vanaf 1810 begint men de pantalon te dragen : een minder strakke broek van stof. En vanaf 1820 wordt de broek over de laarzen heen gedragen. Het haar van de man is kort geknipt. Aanvankelijk is het haar geïnspireerd op de antieke kapsels, maar later loopt de man met een opgekamde kuif, schuin opzij en met flinke bakkebaarden. 4.2 Restauratie en Biedermeier : De kleding van de Restauratie is al aangegeven bij de ontwikkeling van de empiredracht. Maar vanaf de 2de helft van de jaren 20 gaat het rechte silhouet van de Empire en Restauratie zich duidelijk wijzigen. De taille zakt weer naar de normale plaats. Een gevolg hiervan is het aansnoeren van de taille met een corset. Ronde, afhangende schouders zijn een schoonheidsideaal. De lijfjes hebben 3
een horizontale decolleté. De hoeden worden groter met veel garnering. Dit is het kostuum van de burgervrouw. Tussen 1830 en 1850 wordt het silhouet steeds ronder. 4.3 De Victoriaanse tijd: De industriële revolutie ontwikkelt zich zeer snel (1850). De burger gaat machtsposities bekleden. Er ontstaat een groep nouveaux riches. Het ideaalbeeld van de man en de vrouw staat nog recht overeind. De man heeft de meeste rechten thuis, hij is een heer. En de kleding laat dit ook zien: donker, degelijk, onkreukbaar en met een hoge witte boord. De vrouw is volgzaam, aanhankelijk en afhankelijk en onwetend. Ze heeft slechts een decoratieve functie. Haar kleding toont dit: nietfunctioneel, ingesnoerd en beweging-beperkend. 4.3.1 La fin de siècle: In deze tijd wordt de kiem gelegd voor de grote 20e-eeuwse vernieuwingen op wetenschappelijk en cultureel vlak. Het is ook een onzekere tijd. Men is op zoek naar nieuwe ideeën. Tijdens de siècle zijn de kostuums van de vrouw overdadig versierd. De rokken zijn zeer wijd en wordt achter opgenomen door een kussentje, de crinolette. Ook het haar krijgt een dergelijk vorm. Het valt over nek en rug zoals een kleine waterval. Er worden valse haarstukken bij gebruikt. Het silhouet heeft zich vanaf 1800 ontwikkeld van een natuurlijk silhouet naar een onnatuurlijke deformatie. De wespentaille bekomt men door een stevig korset met baleinen. De herenkleding sinds de restauratie: de kleding van de man ondergaat weinig wijzigingen. Het accent ligt vooral op taille en schouders. Het boord van het hemd wordt steeds hoger en er wordt een das gestrikt. Pantalons zijn van boven wijd en van onderen smal. Vaak zijn ze licht van kleur of geruit, maar de jas heeft meestal een donkere kleur. Het silhouet vertoont een overeenkomst met het vrouwelijke silhouet van die periode. Later wordt de vorm natuurlijker en er treed een versombering op. Na 1850 wordt de herenmode somberder en stijver. Het driedelig kostuum ontstaat in die tijd. In het laatste kwart van de 19e eeuw gaat de man sportievere kleding dragen. Tijdens de fin siècle zijn er vele soorten hoofddeksels: hoge hoeden, bolhoeden, de homburg, slappe vilthoeden, strohoed en later ook sportieve petten. Haarstijlen: rond 1860 verdwijnt de bakkebaard. De jongere generatie gaat over op snorren, maar de oude heren blijven vasthouden aan de bakkebaarden. De rijzweep wordt ingeruild tegen een elegante wandelstok. 3. DE TWINTIGSTE EEUW TOT DE EERSTE WERELDOORLOG: Het eerste kwart van de 20e eeuw is een periode van vernieuwing en vooruitgang, ondanks De Eerste Wereldoorlog. Ook in de kleding heeft er een enorme verandering plaats gevonden, vooral in de kleding van de vrouw. Dit heeft te maken met politieke, culturele, wetenschappelijke, technische en sociaal-economische gebeurtenissen van het begin van de 20e eeuw. 4.3.2 De vrouw in WO I: Er ontstaat een internationale vrouwenbeweging die zal ijveren voor gelijke rechten voor de vrouw. In WO I wordt het maatschappelijk rollenpatroon doorbroken. Ze krijgt meer verantwoordelijkheden, omdat de man zich bezighield met de oorlog. Na de oorlog is ze niet meer te stuiten in haar vrijheidsdrang. Deze drang komt tot uiting in het afwijzen van knellende kledingstukken. Het dragen van soepele, wijdere rokken die steeds korter worden. 4
5 Bronvermelding http://www.scholieren.com/werkstuk/406 http://www.scholieren.com/onderwerp/45/mode https://nl.wikipedia.org/wiki/mode 5