STUDIE 108 OPLEIDINGSPROFIEL eerste cyclus industriële wetenschappen
OPLEIDINGSPROFIEL eerste cyclus industriële wetenschappen studiegebied : industriële wetenschappen & technologie basisopleiding : eerste cyclus industriële wetenschappen (opleiding van academisch niveau) optie : alle opties graad : kandidaat industrieel ingenieur Sectorcommissie hogeschoolonderwijs van de Vlaamse Onderwijsraad D/1998/6356/50 De leden van de sectorcommissie zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het opleidingsprofiel. De VLOR staat in voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
I NHOUD OPLEIDINGSPROFIEL E ERSTE C YCLUS I NDUSTRIELE W ETENSCHAPPEN I N H O U D HOOFDRUBRIEK 1 1 INLEIDING 1.1 Identificatie van het opleidingsprofiel 1 1.2 Opdracht 1 1.3 Ontwikkelingsproces 1 HOOFDRUBRIEK 2 2 SITUERING VAN DE OPTIE C.Q. OPLEIDING 2.1 Gegevens uit de beroepenwereld 2 2.1.1 Beroepenstructuur 2 2.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielen 2 2.1.3 Visie 2 2.2 Gegevens uit de onderwijswereld 3 2.2.1 Studiegebied, opleidingen en opties 3 2.2.2 Aanverwante studiegebieden, opleidingen, opties 3 2.2.3 Diploma 3 2.2.4 Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma s voor de opleiding 3 2.2.5 Gelijkaardige opleidingen en diploma s in het buitenland 3 2.2.6 Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in Vlaanderen 3 2.2.7 Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen 3 2.2.8 Infrastructuur 4 2.2.9 Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de 4 opleiding 2.2.10 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de optie 4 c.q. opleiding 2.2.11 Reële studieduur 4 2.2.12 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buiten- 5 land 2.3 Verantwoording van de opleiding 5 HOOFDRUBRIEK 3 6 HET OPLEIDINGSPROFIEL 3.1 De exacte benaming van de opleiding 6 3.2 De globale omschrijving van de optie c.q. opleiding 6
I NHOUD OPLEIDINGSPROFIEL EERSTE C YCLUS I NDUSTRIELE W ETENSCHAPPEN 3.3 Het basisprofiel van de kandidaat industrieel ingenieur 6 3.3.1 Wetenschappelijke basiskennis 6 3.3.2 Technische kennis 6 3.3.3 Aanvullende en ondersteunende kennis en attitudes 7 3.3.3.1 Sociale vaardigheden 7 3.3.3.2 Effectiviteitsattitudes 7 3.3.3.3 Managementsvaardigheden 7 3.4 Het opleidingsprofiel van de kandidaat industrieel ingenieur 7 3.4.1 Vorming in wiskunde en informatietechnologie 7 3.4.2 Wetenschappelijke vorming 7 3.4.3 Ingenieursvorming 8 3.4.4 Socio-economische vorming en persoonlijkheidsontwikkeling 8 HOOFDRUBRIEK 4 9 DOELGROEPEN VAN HET AFGEWERKTE OPLEIDINGSPROFIEL HOOFDRUBRIEK 5 10 BIBLIOGRAFIE HOOFDRUBRIEK 6 11 MEDEWERKERS
O PLEIDINGSPROFIEL E ERSTE C YCLUS I NDUSTRIELE W ETENSCHAPPEN 1 HOOFDRUBRIEK 1 INLEIDING 1.1 Identificatie van het opleidingsprofiel Studiegebied : Industriële Wetenschappen en Technologie Basisopleiding : eerste cyclus (1C) Industriële Wetenschappen (opleiding van academisch niveau) Optie : alle opties Graad : Kandidaat Industrieel Ingenieur 1.2 Opdracht Vlaamse Onderwijsraad: Stuurgroep Opleidingsprofielen Industrieel Ingenieur. 1.3 Ontwikkelingsproces 05/12/1995: eerste overlegronde in een beperkte stuurgroep tussen 8 vertegenwoordigers van hogescholen en een vertegenwoordiger van VIK en NUTI 23/01/1996: overlegronde in de uitgebreide stuurgroep (uitbreiding met de sociale partners) i.v.m. de verdere werking en de samenstelling van subwerkgroepen per opleiding 07/11/1996: bespreking opleidingsprofielen 1C Industriële Wetenschappen in de stuurgroep 16/04/1997: bespreking van de opleidingsprofielen 1C Industriële Wetenschappen in de stuurgroep, uitgebreid met één vertegenwoordiger van alle betrokken hogescholen
2 O PLEIDINGSPROFIEL E ERSTE C YCLUS I NDUSTRIELE ETENSCHAPPEN HOOFDRUBRIEK 2 SITUERING VAN DE OPLEIDING 2.1 Gegevens uit de beroepenwereld 2.1.1 Beroepenstructuur Niet relevant voor de eerste cyclus van de opleidingen tot industrieel ingenieur. 2.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielen 2.1.3 Visie Algemeen Beroepsprofiel Industrieel Ingenieur - Juni 1996 Beroepsprofiel World Institution of Electronics and Electrical Incorporated Engineers (IEEE), London 1995 Beroepsprofiel van de Europese Federatie van Ingenieursverenigingen (FEANI) Gesprekken met vertegenwoordigers van beroepsfederaties: Fabrimetal, Fee, Vcb, Sirev, Febeltex, Febelsafe Gesprekken met vertegenwoordigers van beroepsverenigingen: VIK, NUTI De kandidaturen bij de opleiding tot industrieel ingenieur zijn gekenmerkt door een basisopleiding waarbij wiskunde en andere wetenschappen enerzijds, en een brede initiatie in techniek en technologie anderzijds de inhoud bepalen. Omdat deze basisopleiding de kandidaat-ingenieur in staat stelt om zich in vele richtingen te bekwamen enerzijds, en omdat ze anderzijds de communicatie tussen ingenieurs in diverse disciplines vergemakkelijkt, spreekt men van een polyvalente basisvorming. Borging van de kwaliteit van de opleidingen De borging van de basiskwaliteit of het basisniveau van iedere opleiding moet de permanente zorg zijn van iedere hogeschool. Enerzijds dient dit te gebeuren door de omzetting van de opleidingsprofielen in een opleidingsprogramma. Anderzijds dient iedere hogeschool een eigen leerproces te ontwikkelen dat de kennis, kunde en attitudes van studenten maximaal bevordert. Het is aan de interne en de externe kwaliteitsbewaking om daar een appreciatie aan te geven.
O PLEIDINGSPROFIEL E ERSTE C YCLUS I NDUSTRIELE W ETENSCHAPPEN 3 2.2 Gegevens uit de onderwijswereld 2.2.1 Studiegebied, opleidingen Studiegebied Basisopleiding Optie Graad : Industriële Wetenschappen en Technologie : eerste cyclus (1C) Industriële Wetenschappen (opleiding van academisch niveau) : alle opties : Kandidaat Industrieel Ingenieur 2.2.2 Aanverwante studiegebieden, opleidingen Zelfde studiegebied: 1C Nautische Wetenschappen Studiegebied Biotechniek: 1C Industriële Wetenschappen - landbouw en biotechnologie 2.2.3 Diploma Kandidaat Industrieel Ingenieur. 2.2.4 Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma's voor de opleiding Aantal diploma s op het einde van het Opgesplitst naar geslacht academiejaar M V T 1990-1991 1.925 462 2.387 1991-1992 1.833 467 2.300 1992-1993 1.654 450 2.104 1993-1994 1.521 367 1.888 1994-1995 1.406 313 1.719 2.2.5 Gelijkaardige opleidingen en diploma's in het buitenland Buitenlandse instellingen kennen meestal niet het polyvalente concept van onze kandidaturen. Dit concept vinden we evenwel terug bij al onze Vlaamse academische opleidingen. 2.2.6 Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in Vlaanderen Niet relevant voor de 1C Industriële Wetenschappen. 2.2.7 Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen De opleiding 1C Industriële Wetenschappen wordt op dit ogenblik aangeboden door 12 hogescholen op 17 campussen. De betrokken hogescholen en campussen zijn: Erasmushogeschool Brussel - Campus Brussel Hogeschool Antwerpen - Campus Antwerpen en Mechelen Hogeschool Gent - Campus Aalst, Brugge en Gent Hogeschool Groep T - Leuven Hogeschool Limburg - Campus Hasselt Hogeschool voor Wetenschap en Kunst - Campus De Nayer Instituut Sint- Katelijne-Waver Hogeschool West-Vlaanderen - Campus Kortrijk
4 O PLEIDINGSPROFIEL E ERSTE C YCLUS I NDUSTRIELE ETENSCHAPPEN Karel De Grote-Hogeschool - Campus Hoboken Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende - Campus Kortrijk en Oostende Katholieke Hogeschool Kempen - Campus Geel Katholieke Hogeschool Limburg - Campus Diepenbeek Katholieke Hogeschool Sint-Lieven - Campus Aalst en Gent 2.2.8 Infrastructuur De opleiding tot kandidaat Industrieel Ingenieur vereist een uitgebreide professionele labo-infrastructuur op het vlak van wetenschappen (chemie, fysica), informatietechnologie, grafische technieken en ingenieursvorming (elektriciteit, elektronica, mechanica, materiaalonderzoek,...). 2.2.9 Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de opleiding Academiejaar M V T 1991-1992 1ste studiejaar 3.348 765 4.113 2de studiejaar 2.584 609 3.193 Totaal aantal studenten 5.932 1.374 7.306 1992-1993 1ste studiejaar 3.104 619 3.723 2de studiejaar 2.290 562 2.852 Totaal aantal studenten 5.394 1.181 6.575 1993-1994 1ste studiejaar 2.617 472 3.089 2de studiejaar 2.152 461 2.613 Totaal aantal studenten 4.769 933 5.702 1994-1995 1ste studiejaar 2.417 394 2.811 2-de studiejaar 1.847 375 2.222 Totaal aantal studenten 4.264 769 5.033 1995-1996 1ste studiejaar 2.268 335 2.603 2de studiejaar 1.678 304 1.982 Totaal aantal studenten 3.946 639 4.585 2.2.10 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de opleiding volgens SO-vooropleiding, ervaring met HO, geslacht, leeftijd en studieresultaten Academiejaar 1995-1996 Geboortejaar 1963 0,04 % 1964 0,08 % 1966 0,04 % 1969 0,08 % 1970 0,15 % 1971 0,23 % 1972 0,46 % 1973 1,50 % 1974 3,88 % 1975 10,18 % 1976 26,97 % 1977 55,78 % 1978 0,61 %
O PLEIDINGSPROFIEL E ERSTE C YCLUS I NDUSTRIELE W ETENSCHAPPEN 5 Studies voorgaand academiejaar gewoon secundair onderwijs in België f BSD 71,07 % HOBU: 17,90 % universitair onderwijs: 9,91 % andere: 1,11 % Diploma secundair onderwijs algemeen: 63,47 % beroeps: 0,08 % bijzondere toelatingsvoorwaarden: 0,04 % buitenlands diploma: 0,31 % kunst: 0,08 % technisch: 36,04 % 2.2.12 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenland De polyvalente basisvorming van de kandidaat industrieel ingenieur plaatsen hem naast vele academische opleidingen in binnen en buitenland. 2.3 Verantwoording van de opleiding Dit is niet relevant voor de opleiding 1C Industriële Wetenschappen die als eerste cyclus de polyvalente basisvorming garandeert voor alle opleidingen van de tweede cyclus. Elke student moet op het einde van de eerste cyclus in staat zijn om in alle Vlaamse hogescholen alle richtingen van de tweede cyclus van de opleidingen tot industrieel ingenieur aan te vatten.
6 O PLEIDINGSPROFIEL E ERSTE C YCLUS I NDUSTRIELE ETENSCHAPPEN HOOFDRUBRIEK 3 HET OPLEIDINGSPROFIEL 3.1 De exacte benaming van de opleiding Eerste cyclus (1C) Industriële Wetenschappen (decreet van 13 juli 1994) 3.2 De globale omschrijving van de opleiding Om de ingenieursopleiding een technologische en industriële dimensie te geven, moeten de studenten van de eerste cyclus, naast een fundamentele bagage in de theoretische vakken, ook maximale kansen voor praktische opleiding krijgen: verband tussen wiskunde/wetenschap en technische toepassing, voldoende laboratoria waar men van diverse ingenieursrichtingen kan proeven, inductieve pedagogische methodes en aangepaste bedrijfscontacten. De praktijkgerichte pedagogische dimensie in de eerste cyclus moet bijdragen tot een grotere motivatie van de studenten en de studies aantrekkelijker maken. 3.3 Het basisprofiel van de kandidaat industrieel ingenieur In de eerste plaats worden van een kandidaat ingenieur kennis en kunde verwacht op technisch en wetenschappelijk vlak. 3.3.1 Wetenschappelijke basiskennis een grondige kennis van de exacte wetenschappen de bekwaamheid om theoretische modellen te ontwikkelen en te gebruiken. vertrouwd zijn met de methodiek van het wetenschappelijk denken: het verzamelen van gegevens, het opbouwen van een model met beperkingen, het noodzakelijke rekenwerk en het interpreteren, beoordelen en rapporteren van de resultaten zin voor nauwkeurigheid: dit omvat het kritisch lezen van teksten, het correcte gebruik van termen, begrippen, getallen en symbolen en het leren werken met fouten die inherent verbonden zijn aan alle meetmethoden 3.3.2 Technische kennis kennis van een aantal algemeen vormende ingenieursvakken gedragen door oefeningen en/of labo s ruimtelijk inzicht verwerven probleemoplossend leren denken en een aantal technische taken uitvoeren in diverse vakgebieden bekwaam zijn om technische informatie te hanteren bekwaam zijn om rekening te houden met veiligheids-, milieuoverwegingen en met zorgsystemen kennis van informatica en informatietechnologie
O PLEIDINGSPROFIEL E ERSTE C YCLUS I NDUSTRIELE W ETENSCHAPPEN 7 3.3.3 Aanvullende en ondersteunende kennis en attitudes 3.3.3.1 Sociale vaardigheden bekwaam zijn om te werken in teamverband bereid zijn om verantwoordelijkheid op te nemen 3.3.3.2 Effectiviteitsattitudes vaardigheid in communicatie, mondeling en schriftelijk praktische ervaring in het mediatheekgebruik waarbij de student gestimuleerd wordt om zelfstandig teksten en achtergrondinformatie op te zoeken, gebruik makend van multimediale technieken 3.3.3.3 Managementsvaardigheden basiskennis economie en sociale structuren sensibilisering in een aantal facetten van bedrijfsbeheer, zoals: kostenbewustzijn zorgsystemen (milieu/kwaliteit/veiligheid) 3.4 Het opleidingsprofiel van de kandidaat industrieel ingenieur De opleiding tot industrieel ingenieur heeft in de eerste cyclus als basis een wetenschappelijk, een technische en een socio-economische vorming. Hierbij kunnen we de volgende grote pijlers onderscheiden. 3.4.1 Vorming in wiskunde en informatietechnologie Bij wiskunde is er afhankelijk van de vooropleiding in het eerste jaar meer of minder herhaling en aanvulling van de wiskunde uit het secundair onderwijs. Deze herhaling en aanvulling gebeurt echter met een vernieuwde diepgang, ter ondersteuning van de ingenieursvakken. Aangebrachte thema's omvatten onder andere: infinitesimale analyse, transformatietechnieken, lineaire algebra, numerieke analyse, statistiek.... Verder moeten de studenten vaardigheden krijgen bij het gebruik van rekentechnieken en oplossingsmethodes die aangewend worden in de ingenieursvakken. Bij informatica leert men PC's en een aantal basispakketten kennen en leert men gestructureerd analyseren en programmeren. Voldoende oefenzittingen moeten de leerstof wiskunde en informatietechnologie een toegepaste dimensie geven. 3.4.2 Wetenschappelijke vorming Hierbij krijgt men een grondige basisvorming in fysica, chemie, elektriciteit, mechanica.... De wetenschappelijke basisvorming bestaat voor een beperkt gedeelte uit feitenmateriaal (kennen). De nadruk ligt veeleer op redeneervaardigheid (begrijpen) en op het toepassen van de leerstof op concrete problemen (toepassen). Doorheen verschillende vakgebieden raakt de student vertrouwd met de methodiek van het wetenschappelijk denken: het verzamelen van gegevens, het opbouwen van een model met beperkingen, het noodzakelijke rekenwerk en het interpreteren, beoordelen en rapporteren van de resultaten.
8 O PLEIDINGSPROFIEL E ERSTE C YCLUS I NDUSTRIELE ETENSCHAPPEN Verder geven we aan de student zin voor nauwkeurigheid mee. Dit omvat het kritisch lezen van teksten, het correcte gebruik van termen, begrippen, getallen en symbolen en het leren werken met fouten die inherent verbonden zijn aan alle meetmethoden. Voldoende technisch georiënteerde oefeningen en laboratoriazittingen moeten het nut van de wetenschappelijke basisvorming duidelijk maken. 3.4.3 Ingenieursvorming Een aantal algemeen vormende ingenieursvakken zoals materialenleer, sterkteleer, thermodynamica, toegepaste mechanica, toegepaste elektriciteit, elektronica, fluïdomechanica, grafische technieken, uitvoeringstechnieken... gedragen door oefeningen of labo's, garanderen dat kandidaat industrieel ingenieurs een poly-valente technische basisopleiding en een ruimtelijk inzicht verkrijgen dat hen in staat stelt om probleemoplossend te denken en reeds een aantal technische taken in diverse vakgebieden uit te voeren. In de diverse oefenzittingen of practica wordt verder aandacht besteed aan mondelinge en schriftelijke communicatievaardigheden (presenteren, rapporteren), aan het stimuleren van de zelfwerkzaamheid of aan het aanleren van sociale vaardigheden door te werken en te overleggen in kleinere groepen. 3.4.4 Socio-economische vorming en persoonlijkheidsontwikkeling Basiskennis economie en sociale structuren. Een sensibilisering in een aantal facetten van bedrijfsbeheer, zoals: kostenbewustzijn zorgsystemen (milieu/kwaliteit/veiligheid). Taallessen kunnen al dan niet facultatief aangeboden worden. Het gebruik van handleidingen en teksten in een andere Europese taal is aan te bevelen. Praktische ervaring in het mediatheekgebruik waarbij de student gestimuleerd wordt om zelfstandig teksten en achtergrondinformatie op te zoeken, gebruik makend van multimediale technieken. Elke student moet op het einde van de eerste cyclus in staat zijn om in alle Vlaamse hogescholen alle richtingen van de tweede cyclus van de opleidingen tot industrieel ingenieur aan te vatten.
O PLEIDINGSPROFIEL E ERSTE C YCLUS I NDUSTRIELE W ETENSCHAPPEN 9 HOOFDRUBRIEK 4 DOELGROEPEN VAN HET AFGEWERKTE OPLEI- DINGSPROFIEL Studenten en toekomstige studenten PMS Secundair Onderwijs Socio- economische middens Overheid
10 O PLEIDINGSPROFIEL E ERSTE C YCLUS I NDUSTRIELE ETENSCHAPPEN HOOFDRUBRIEK 5 BIBLIOGRAFIE Studeren BUITEN de universiteit, 11-de herziene uitgave,csbo,1990groningen, 1984 Leren Communiceren, Antwoordenboek, Wolters-Noordhoff Groningen Van SECUNDAIR naar HOGER onderwijs, N.F.W.O. Contactgroep Academisch Onderwijs, Garant, 1993 STUDEREN en DOCEREN aan het HOGER ONDERWIJS, P.J. Janssen & H. de Neve, ACCO,1988 TH EN HTS: verschillen in opleiding en beroep, H. Christiaans, Janwillem Rouweler, Elftse Universitaire Pers, 1981 De techniek van het schriftelijk rapporteren, M.G.M. Elling, Wolters-Noordhoff, 1992 Leerplan secundair onderwijs 3-de graad ASO en TSO, NVKSO, uitgegeven door LI- CAP Brussel,1992 Statistieken van het Hoger Onderwijs, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, Afdeling Begroting en Gegevensbeheer Algemeen Beroepsprofiel Industrieel Ingenieur, juni 1996
O PLEIDINGSPROFIEL E ERSTE C YCLUS I NDUSTRIELE W ETENSCHAPPEN 11 HOOFDRUBRIEK 6 MEDEWERKERS A. Acke, Katholieke Hogeschool Sint-Lieven D. Anthierens, Hogeschool Antwerpen W. Asselman (voorzitter), Hogeschool voor Wetenschap en Kunst U. Avermaete, Boerenbond H. Behaegels (secretaris), Hogeschool voor Wetenschap en Kunst E. Bourdeaud'hui, IMEC A. De Baets, Hogeschool Gent W. De Geyter, Provinciale Hogeschool West-Vlaanderen G. De Goignies, VCB E. Degroote, Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende W. Indeherberge, Katholieke Hogeschool Limburg J. Landuyt (co-voorzitter), Hogeschool Gent C. Lannoo, Fabrimetal M. Michiels, FEBELTEX J. Neyens, voorzitter FEE W. Ritzky, Hogere Zeevaartschool Antwerpen G. Roymans, VIK M. Vaes, Katholieke Hogeschool Kempen G. Vandeputte, FEBELSAFE A. Van Nieuwenhove, SIREV A. Vekemans, NUTI Medewerkers bij de eindbesprekingen J. De Graeve, Hogeschool Groep T J. Kuppens, Karel De Gote-Hogeschool A.Looghe, Fabrimetal L. Plas, Erasmushogeschool L. Renders, Hogeschool Limburg W. Nimmegeers, VLOR