Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-I

Vergelijkbare documenten
Correctievoorschrift HAVO. Natuurkunde 1,2 (nieuwe stijl) en natuurkunde (oude stijl)

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2002-I

Correctievoorschrift HAVO. Natuurkunde 1 (nieuwe stijl)

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-I

Examen HAVO. Natuurkunde 1,2 (nieuwe stijl) en natuurkunde (oude stijl)

Eindexamen natuurkunde havo I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-I

Vraag Antwoord Scores

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2001-II

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2004-I

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2005-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2006-I

Eindexamen natuurkunde havo I

voorbeeld van een berekening: Uit de definitie volgt dat de ontvangen stralingsdosis gelijk is aan E m,

Opgave 1 Koolstof-14-methode

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-II

Eindexamen havo natuurkunde II

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2004-II

Eindexamen natuurkunde pilot havo II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-II

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2003-I

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2006-I

Opgave 1 Millenniumbrug

Eindexamen natuurkunde pilot havo I

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2001-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2005-II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo I

natuurkunde oud programma havo 2015-I

Compex natuurkunde 1-2 havo 2004-I

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2004-I

natuurkunde havo 2016-II

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.

Eindexamen havo natuurkunde pilot I

Opgave 1 Millenniumbrug

natuurkunde bezem vwo 2016-I

Opgave 1 Koolstof-14-methode

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2008-I

Eindexamen natuurkunde pilot havo I

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2000-II

Eindexamen havo natuurkunde pilot II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2004-II

Eindexamen natuurkunde pilot havo I

Correctievoorschrift HAVO. Natuurkunde 1,2. Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak CV27 Begin

Eindexamen natuurkunde havo I

natuurkunde havo 2016-I

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2003-II

Eindexamen natuurkunde pilot havo II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2001-II

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2002-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I

Eindexamen natuurkunde havo II

Eindexamen natuurkunde pilot vwo I

natuurkunde havo 2019-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 compex havo 2008-I

Compex natuurkunde 1-2 havo 2003-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2008-I

Eindexamen natuurkunde vwo II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2003-I

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2007-II

natuurkunde havo 2018-II

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2014-II

Examen HAVO. Natuurkunde 1 (nieuwe stijl)

natuurkunde havo 2018-I

Eindexamen vwo natuurkunde I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2007-II

Eindexamen natuurkunde pilot vwo I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2005-I

natuurkunde havo 2015-I

Eindexamen vwo natuurkunde 2013-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2006-II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2002-II

natuurkunde havo 2017-I

Eindexamen natuurkunde vwo I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2003-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2005-I

natuurkunde vwo 2019-II

Eindexamen havo natuurkunde pilot 2013-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2003-I

Eindexamen vwo natuurkunde pilot I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2001-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2002-II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2005-II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2006-I

Eindexamen vwo natuurkunde II

Eindexamen moderne natuurkunde 1-2 vwo 2008-II

Correctievoorschrift HAVO. Natuurkunde 1,2 (nieuwe stijl) en natuurkunde (oude stijl)

Correctievoorschrift HAVO en VHBO. Natuurkunde

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2003-I

natuurkunde vwo 2018-II

natuurkunde havo 2015-II

natuurkunde havo 2017-II

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Eindexamen natuurkunde havo II

Transcriptie:

Eindexamen natuurkunde -2 havo 2002-I Opgave Binnenverlichting Maximumscore 4 uitkomst: R tot = 4 Ω voorbeelden van een berekening: methode Het totale vermogen van de twee lampjes is gelijk aan 25,0 = 0W. Ptot 0 De stroomsterkte die de accu levert, is gelijk aan Itot = = = 0,833 A. 2 Voor de totale weerstand geldt: R tot =, I dus 2 R tot = = 4 Ω. 0,833 tot inzicht dat het totale vermogen twee maal zo groot is als het vermogen van één lampje gebruik van P = I inzicht dat R tot = I tot methode 2 P 5,0 De stroomsterkte door één lampje is gelijk aan I = = = 0,47 A. 2 2 De weerstand van een lampje is gelijk aan R = = = 28,8 Ω. I 0, 47 Voor de vervangingsweerstand van twee parallelweerstanden geldt: = +. Rv R R2 Hieruit volgt dat 0, 0695 R = 28,8 + 28,8 = en Rtot = Rv = = 4 Ω. 0, 0695 v gebruik van P = I berekenen van de weerstand van een lampje gebruik van = + R R R v 2 2 voorbeeld van een antwoord: Op het moment dat de deur dichtgaat, (wordt het signaal bij S laag en) wordt de teller niet meer gereset. Omdat de uitgang van de geheugencel hoog blijft en dus ook de aan/uit-ingang van de teller hoog blijft, begint de teller op dat moment te tellen. inzicht dat de teller niet meer wordt gereset als de deur dichtgaat inzicht dat de uitgang van de geheugencel hoog blijft inzicht dat de aan/uit-ingang van de teller hoog blijft www. - -

Eindexamen natuurkunde -2 havo 2002-I 3 voorbeeld van een antwoord: Als de teller op 0 staat, wordt de uitgang van de EN-poort hoog. Omdat de set van de geheugencel laag is en M wordt gereset, wordt A laag (en gaat de binnenverlichting uit). inzicht dat de uitgang van de EN-poort hoog is als de teller op 0 staat constatering dat de set van de geheugencel laag is constatering dat A laag wordt omdat de geheugencel wordt gereset 4 uitkomst: f =,4 Hz voorbeelden van een berekening: methode In 7,0 seconden telt de teller tot 0. De frequentie is dan 0 =,4 Hz. 7,0 0 inzicht dat f = 2 7,0 methode 2 In 7,0 seconden worden 0 pulsen gegeven, dus T = 0,70 s. Voor de frequentie geldt: f =. T Dus f = =, 4 Hz. 0,70 inzicht dat T = 0,70 s gebruik van f = T en Als wordt geantwoord in de trant van f Als wordt geantwoord in de trant van f = = 0,4 Hz : maximaal punt. 7,0 7,0 = = 0,70 Hz : maximaal punt. 0 www. - 2-

Eindexamen natuurkunde -2 havo 2002-I 5 antwoord: OF inzicht dat een OF-poort moet worden gebruikt 2 tekenen van de verbindingen Als de verbinding naar de OF-poort slordig is getekend, bijvoorbeeld als één van de draden aan de onderkant de OF-poort binnenkomt of als het hele gestreepte kader als OF-poort wordt beschouwd: goed rekenen. Opgave 2 Aardwarmte 6 238 234 antwoord: Th + 4 He ( + ) of: 238 234 Th + 4 He ( + ) 92 90 2 -deeltje rechts van de pijl Th als vervalproduct aantal nucleonen links en rechts gelijk Als een ander deeltje dan een -deeltje is gebruikt: maximaal punt. 7 uitkomst: E = 2,2 0 8 (J(/s)) Er vervallen 33 0 3 kernen per seconde. De energie die per seconde vrijkomt, is gelijk aan E = 33 0 3 4,2 0 6,602 0 9 J = 2,2 0 8 J. inzicht dat de activiteit gelijk is aan het aantal desintegraties per seconde omrekenen van MeV in joule www. - 3-

Eindexamen natuurkunde -2 havo 2002-I Maximumscore 2 8 uitkomst: T = 0,035 C(/m) De temperatuurstijging per m is gelijk aan T 89 8, = 3 h 2,3 0 = 0,035 C(/m). T inzicht dat de temperatuurstijging per m gelijk is aan h 9 uitkomst: Q = 3,4 0 8 J De hoeveelheid afgestane warmte wordt berekend met Q = cm T, waarin c = 4,8 0 3 Jkg K, m =,0 0 3 kg en T = 89 8, = 80,9 C. Dus Q = 4,8 0 3,0 0 3 80,9 = 3,4 0 8 J. gebruik van Q = cm T opzoeken van c en inzicht dat T = 80,9 C 0 uitkomst: De energie die minimaal nodig is, is gelijk aan 2,3 0 7 J. De minimaal benodigde energie is gelijk aan de toename van de zwaarte-energie van het water. E z = mg h, waarin m =,0 0 3 kg, g = 9,8 ms 2 en h = 2,3 0 3 m. De energie die minimaal nodig is, is dus gelijk aan,0 0 3 9,8 2,3 0 3 = 2,3 0 7 J. inzicht dat de minimaal benodigde energie gelijk is aan de toename van de zwaarte-energie van het water gebruik van E z = mgh Opgave 3 ltrasone afstandssensor uitkomst: λ = 8,6 0 3 m Voor de voortplantingssnelheid van geluid geldt: v = λf. Hierin is de voortplantingssnelheid van geluid bij 20 C 343 m/s en de frequentie 40 0 3 Hz. v 343 Dus λ = = = 8,6 0 3 m. f 3 40 0 gebruik van v = λf opzoeken van de geluidssnelheid www. - 4-

Eindexamen natuurkunde -2 havo 2002-I 2 uitkomst: Het aantal geluidstrillingen in één puls is 28. methode De trillingstijd T = = f 3 40 0 = 2,5 0 5 s. Het aantal geluidstrillingen in één puls is gelijk aan 700 0 2,5 0 6 5 = 28. gebruik van f = T 700 µs inzicht dat het aantal geluidstrillingen in één puls gelijk is aan T methode 2 6 aantal geluidstrillingen in een puls 700 0 =. f Het aantal geluidstrillingen in één puls is dus gelijk aan 700 0 6 40 0 3 = 28. 6 = 2 aantal geluidstrillingen in een puls 700 0 inzicht dat f methode 3 Het aantal geluidstrillingen is gelijk aan het aantal golflengtes in één puls, dus gelijk aan: de lengte van de puls. λ Hierin is de lengte van de puls gelijk aan vt = 343 700 0 6 = 0,240 m. 0,240 Het aantal golflengtes in een puls is dan gelijk aan = 28. 3 8,6 0 de lengte van de puls inzicht dat het aantal geluidstrillingen gelijk is aan: λ inzicht dat de lengte van de puls gelijk is aan vt Als de uitkomst van vraag onjuist is en deze uitkomst hier consequent is toegepast: geen aftrek. www. - 5-

Eindexamen natuurkunde -2 havo 2002-I 3 uitkomst: s = 7 0 5 m of s = 0,7 mm De afstand die de golven afleggen in,0 µs is: 343,0 0 6 = 343 0 6 m. 6 343 0 5 De onnauwkeurigheid in de plaatsbepaling is dus gelijk aan = 7 0 m. 2 gebruik van s = vt toepassen van de factor 2 Als in vraag een foutieve waarde voor de geluidssnelheid is gebruikt en deze waarde hier consequent is toegepast: geen aftrek. Opgave 4 Beweging op een hellend vlak Maximumscore 4 4 voorbeelden van een antwoord: methode In het (x,t)-diagram kan de snelheid bepaald worden uit de steilheid van de raaklijn op het tijdstip t =,5 s. Deze steilheid is gelijk aan 0,46 m/s. In het (v,t)-diagram is af te lezen dat v op het tijdstip t =,5 s gelijk is aan 0,46 m/s. De overeenstemming is dus goed (rekening houdend met afleesonnauwkeurigheden). inzicht dat de snelheid overeenkomt met de steilheid van de raaklijn aan de (x,t)-grafiek bepalen van de steilheid (met een marge van 0,02 m/s) 2 vergelijken met de waarde in de (v,t)-grafiek op t =,5 s (en conclusie) methode 2 De verplaatsing tussen de tijdstippen t = 0 s en t =,5 s kan bepaald worden met behulp van de oppervlakte onder de (v,t)-grafiek. Die oppervlakte is gelijk aan 2,5 0,46 = 0,345 m. In het (x,t)-diagram is af te lezen dat x op het tijdstip t =,5 s gelijk is aan 0,55 m. De verplaatsing is dus 0,55 0,20 = 0,35 m. De overeenstemming is dus goed (rekening houdend met afleesonnauwkeurigheden). inzicht dat de verplaatsing overeenkomt met de oppervlakte onder de (v,t)-grafiek bepalen van de oppervlakte (met een marge van 0,02 m) vergelijken met de waarde in de (x,t)-grafiek op t =,5 s inzicht dat de beginafstand hiervan moet worden afgetrokken (en conclusie) Maximumscore 2 5 voorbeeld van een antwoord: De snelheidsgrafiek is een rechte lijn (dus de versnelling is constant). gebruik van het (v,t)-diagram constatering dat de snelheidsgrafiek een rechte lijn is Dat het (v,t)-diagram gebruikt wordt, hoeft niet expliciet vermeld te worden maar mag impliciet uit het antwoord blijken. www. - 6 -

Eindexamen natuurkunde -2 havo 2002-I 6 uitkomst: a = 0,3 m/s 2 (met een marge van 0,0 m/s 2 ) voorbeeld van een bepaling: De versnelling is gelijk aan de steilheid van de snelheidsgrafiek. Tussen t = 0 en t = 2,5 s neemt de snelheid toe van 0 tot 0,77 m/s. v 0,77 Hieruit volgt dat a = = = 0,3 m/s 2. t 2,5 inzicht dat de versnelling gelijk is aan de steilheid van de snelheidsgrafiek aflezen van bij elkaar behorende waarden van v en t completeren van de bepaling 7 voorbeeld van een antwoord: In dat geval is de (component van de) zwaartekracht (langs de helling) veel kleiner, terwijl de luchtweerstand even groot blijft. Ik ben het dus met Pieter eens. inzicht dat de (component van de) zwaartekracht (langs de helling) dan veel kleiner is inzicht dat de luchtweerstand dan even groot is conclusie De eerste twee deelscores kunnen worden gecombineerd door te zeggen dat in dat geval de verhouding tussen de luchtweerstand en de zwaartekracht veel groter is. Opgave 5 Elektrische tandenborstel Maximumscore 2 8 uitkomst: E = 9 Wh of E = 0,09 kwh of E = 6,9 0 4 J E = Pt, waarin P =,2 W en t = 6 h. Dus E =,2 6 = 9 Wh. gebruik van E = Pt Maximumscore 2 9 uitkomst: N s = 28 Voor een (ideale) transformator geldt: p s Np =, N waarin p = 230 V, s = 2,4 V en N p = 2700 windingen. s 2, 4 Dus N s = N p = 2700 = 28. 230 gebruik van p p s s s Np = N www. - 7-

Eindexamen natuurkunde -2 havo 2002-I Maximumscore 5 20 uitkomst: v gem = 0,56 m/s De gemiddelde snelheid wordt berekend met v gem = t s. Hierin is s = (2 r ) met r =,5 = 0,50 cm en 6 3,0 60 t = = 0,009375 s. 2 3200 Hieruit volgt dat v gem = 3 0,0050 = 0,56 m/s. 0, 009375 s gebruik van v gem = t inzicht dat s = (2 r ) 6 bepalen van r berekenen van t Als bij de berekening van vraag 20 geen rekening is gehouden met de factor : geen aftrek. 2 Opgave 6 Fietsverzet Maximumscore 4 2 voorbeeld van een antwoord: M t + M k = F t r t + F k r k = 0. Omdat r k ( = straal van het voortandwiel) < r t ( = lengte van de trapper), is F k > F t, dus figuur C geeft de situatie het beste weer. inzicht dat M t + M k = F t r t + F k r k = 0 2 constatering dat r k ( = straal van het voortandwiel) < r t ( = lengte van de trapper) conclusie dat F k > F t, dus dat figuur C de situatie het beste weergeeft Maximumscore 5 22 uitkomst: Het verzet is 7,2 m. Als de trappers en het voortandwiel één maal ronddraaien, zal het achtertandwiel ( 52 ) maal ronddraaien. 6 Bij één omwenteling van het achterwiel zal de fiets dan een afstand afleggen van ( 52 ) π 0,7 = 7,2 m. 6 nvoor inzicht dat het achtertandwiel ( nachter ) maal ronddraait per omwenteling van het voortandwiel 2 nvoor inzicht dat de afgelegde afstand is ( n ) O achterwiel achter gebruik van O = πd www. - 8 -

Eindexamen natuurkunde -2 havo 2002-I 23 uitkomst: v = 6,7 m/s of v = 24 km/h Per seconde draaien de trappers ( 82 ) maal rond. 60 Per keer gaat de fiets 4,89 m vooruit. Per seconde legt de fiets dus ( 82 ) 4,89 = 6,7 m af, dus v = 6,7 m/s. 60 berekenen van het aantal omwentelingen van de trappers per seconde (of per uur) inzicht dat de snelheid gelijk is aan het verzet maal het aantal omwentelingen van de trappers per tijdseenheid 24 voorbeeld van een antwoord: In een bocht levert de wrijvingskracht de (benodigde) middelpuntzoekende kracht. 2 mv (Omdat voor Fmpz geldt: Fmpz =,) moet bij hoge snelheid F mpz groot zijn. r De wrijvingskracht kan niet groter worden dan een bepaalde maximale waarde. inzicht dat in een bocht de wrijvingskracht de (benodigde) middelpuntzoekende kracht levert inzicht dat bij hoge snelheid F mpz groot moet zijn inzicht dat de wrijvingskracht niet groter kan worden dan een bepaalde maximale waarde Als de middelpuntzoekende kracht als een naar buiten werkende kracht is beschouwd: maximaal punt. Opgave 7 Radioactief jodium Maximumscore 2 25 antwoord: De SI-eenheid is Gy of J/kg; rad = 0 2 Gy of J/kg. inzicht dat de SI-eenheid Gy of J/kg is aflezen dat rad = 0 2 Gy (J/kg) 26 voorbeeld van een antwoord: De stralingsdosis is gelijk aan de opgenomen stralingsenergie per eenheid van massa. Bij opname van een bepaalde hoeveelheid jood-3 ontvangt een schildklier met een kleine massa een grotere stralingsdosis dan een schildklier met een grote massa. Ik ben het dus met de bewering eens. definiëren van de stralingsdosis inzicht dat bij opname van een bepaalde hoeveelheid jood-3 een schildklier met een kleine massa een grotere stralingsdosis ontvangt dan een schildklier met een grote massa conclusie www. - 9-

Eindexamen natuurkunde -2 havo 2002-I Maximumscore 4 27 uitkomst: 97(%) De halveringstijd van jood-3 is 8,0 dagen. In 40 dagen zijn er dus 40 = 5 halveringstijden verstreken. 8, 0 De activiteit is dan 2 5 = 32 maal zo klein. De activiteit is dus afgenomen met 00% 00 % = 97%. 32 opzoeken van de halveringstijd van jood-3 berekenen van het aantal halveringstijden inzicht dat de activiteit 2 5 = 32 maal zo klein wordt www. - 0 -