Monitor Wind op Land. Datum Februari 2015 Status Definitief. tweede editie; stand van zaken tot december 2014 BESTUURLIJKE SAMENVATTING

Vergelijkbare documenten
Wij verzoeken uw Staten kennis te nemen van de Monitor Wind op Land 2017.

Monitor Wind op Land. tweede editie; stand van zaken tot december Datum Februari 2015 Status Definitief

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 10 juli 2018 Betreft Monitor Wind op Land 2017

Voorliggende monitor geeft het aantal megawatt van windturbines in Noord-Holland (op land) per 31 augustus 2016 weer.

RVO Monitor Wind op Land 2015 Derde editie, maart 2016

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

rj) provinsje fryslân provincie fryslân b Provinciale Staten van de provincie Fryslân Leeuwarden, 7 april 2015 Verzonden, 07 APR.

Monitor Wind op Land 2016 Vierde editie, 1 mei 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum Betreft Monitor Wind op Land Geachte Voorzitter,

Stand van zaken gemeentelijke woonvisies

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 28 juni 2019 Betreft Monitor Wind op Land 2018

Concept Ruimtelijk Perspectief Windenergie op Land

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Waarom windenergie op land?

Ontwikkeling leerlingaantallen

Bestuursafspraken inwerkingtreding PAS

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL

De Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 17 juli 2017 Betreft Monitor betaaltermijnen overheid

Qii BA R organisatie LN GEKOMEN. "2 FEB gem. r3y^ Convenant windenergit stadsregio Rotterdam

Monitor Wind op Land 2018 Zesde editie

Monitor Wind op Land 2018 Zesde editie

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving.

Monitor Wind op Land 2017 Vijfde editie, 31 maart 2018

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

Samen is de snelste weg voor Wind op Land

Financiering in het MKB

Windvermogen in Nederland,

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2017 vs 2016

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 november 2009

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

Resultaten enquête gemeenten en openbare oplaadpunten

De paragrafen en worden in het kader van deze partiële herziening als volgt gewijzigd;

Bouwen in natuurgebieden in de Ecologische Hoofdstructuur,

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

RCR en PCR, nu en straks: do s en don ts

MARKTFLITSEN SPECIAL: Leeftijd intermediaire bedrijven. Bedrijfsleeftijd is een goede indicatie voor financiële soliditeit en omvang

Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050

Wij hopen dat u deze punten zult meenemen in de definitieve startnotitie. 1

Provinciale ambtsdragers Inleiding en werkwijze

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Openbaarheid Bijlagen. Openbaar Naam bijlage: edocs Openbaar in de zin nummer: van de WOB Portefeuillehouder (ja/nee aangeven)

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013

Bijlage 1 - Stand van zaken windparken in ontwikkeling

1 Doel en inhoud evaluatie Aanleiding Doelen Inhoud... 3

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Houtskoolschets Windstreek 2011

Intentieovereenkomst Windpark Zeewolde

Ontwikkeling naar duurzaamheid is te belangrijk om aan het toeval over te laten.

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018

Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim. 28 oktober 2014 J j OKF ZOU

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 9. Extra windturbines in gemeente Dalfsen. Datum: 25 maart Decosnummer: 7

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019

Enquête Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

Tabellenrapportage quickscan leerlingendaling. schoolbesturen en gemeenten

Factsheet van de nationale, provinciale en lokale beslismomenten van windparken in de Veenkoloniën

Ontwikkeling werkgelegenheid in % 2 1,7 1,5 1,1 0,5 -0,5 -1,5 -1,4. -2 Totaal banen Grote banen Kleine banen


Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Energietransitie Structuurvisie windenergie op land Windpark Fryslân

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2018

Convenant Realisatie Windenergie in de Rotterdamse haven Ondertekend op 5 september 2009 Aan boord van de Nieuwe Maze in de haven van Rotterdam

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten eindmeting, januari 2006

Windmolens. Mei 2016

Inhoud. 1. Inleiding Doorstroming Wegwerkzaamheden Informatie Aangeven maximumsnelheid Goede en slechte voorbeelden 16

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2017

Raadsvoorstel gemeente Coevorden

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies

Woonwagenstandplaatsen in Nederland. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 10 oktober Eindrapportage

Factsheet persbericht. Studenten: stagebegeleiding scholen schiet tekort

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2017

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies

Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 2

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

Beleidskader windenergie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Crisis- en herstelwet: Vragen en antwoorden

Regionale Energie Strategie

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Waarom windenergie? Wind is (relatief) goedkope techniek

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Regionale Energie Strategie

NWEA Winddag, 12 juni 2015 Lessen van grote projecten Anne de Groot, directeur Ventolines

Windvermogen in Nederland,

/23, RS Adema E.F. (050) Stand van zaken Windpark N33

Gebiedsvisie windenergie Drenthe. Voorgestelde behandeling: - Provinciale staten op 26 juni 2013

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 12 juli 2018 Betreft Monitor betaaltermijnen Overheid 2017

Oproep tot actie - Landelijke Uitwerking Windenergie Onshore NL

Leningen oversluiten Oversluitonderzoek 2017

Samen geven we richting aan de koers van de NKC

ons kenmerk FLO/U Lbr. 13/071

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Transcriptie:

Monitor Wind op Land tweede editie; stand van zaken tot december 2014 BESTUURLIJKE SAMENVATTING Datum Februari 2015 Status Definitief

Colofon Contact Team Wind op Land Nationale Programma s Duurzame Energie Decentraal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) T 088 602 2687 Croeselaan 15 3521 BJ Utrecht Postbus 8242 3503 RE Utrecht Disclaimer: RVO heeft zich ingespannen voor het aanleveren van zo uniform, compleet en objectief mogelijke informatie voor deze monitor maar is daarbij afhankelijk van kwantitatieve en kwalitatieve input van derden, met name provincies. RVO levert met haar werkwijze een uiterste inspanning om de vertrouwelijkheid van gegevens te borgen. Tegelijkertijd hebben alle leden van het kernteam nadrukkelijk een rol in borging van de vertrouwelijkheid. Pagina 2 van 13

Inhoud Colofon 2 Inleiding 4 Totaaloverzicht, samenvatting en conclusies 5 Verantwoording 9 Bijlagen Toelichting bij het afwegingskader 15 Provinciale overzichten: Flevoland 18 Groningen 20 Zuid-Holland 23 Noord-Holland 27 Zeeland 31 Friesland 33 Noord-Brabant 35 Drenthe 38 Gelderland 41 Limburg 44 Overijsel 47 Utrecht 50 Toelichting op provinciale overzichten 52 Spoorboekje IPO-Rijk 53 Pagina 3 van 13

Inleiding De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voert in opdracht van het Kernteam Wind op Land de Monitor Wind op Land uit. In dit kernteam zijn de volgende partijen vertegenwoordigd: het ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Infrastructuur en Milieu, IPO/provincies, de Nederlandse Windenergie associatie NWEA, De Vereniging van Nederlandse Gemeenten VNG, Netbeheer Nederland, de verenigde Natuur- en Milieuorganisaties (Stichting Natuur&Milieu en provinciale natuur-en milieufederaties) en RVO.nl. Twee maal per jaar rapporteert RVO.nl aan het kernteam. Dit rapport geeft de stand van zaken weer tot december 2014 1. De opzet van deze monitor is vooraf afgestemd met het kernteam. Doel van de monitor Doel van de monitor is om een zo compleet, nauwkeurig en objectief mogelijk inzicht te geven in de voortgang van de afspraken tussen IPO en Rijk om in 2020 6.000 MW aan opgesteld vermogen aan windenergie gerealiseerd te hebben. De monitor laat zien in hoeverre elke provincie ruimte voor ontwikkeling van windenergie planologisch heeft vastgelegd en geeft inzicht in actuele ontwikkelingen rond de toepassing van het ruimtelijke beleid. Daarnaast geeft het een beeld van de voortgang van projecten, de mogelijke knelpunten die optreden, de consequenties en reeds getroffen maatregelen. Het Kernteam wind op land heeft RVO ook verzocht een inschatting te maken ten aanzien van de (tijdige) haalbaarheid van de provinciale doelstellingen. Op basis van deze inzichten kan het kernteam acties benoemen en in gang zetten om tot oplossingen van grote knelpunten te komen. 1 In februari is de monitor voor de provincie Friesland geactualiseerd naar de uitkomsten van het uitstel dat door de minister van EZ was verleend. Pagina 4 van 13

Totaaloverzicht, samenvatting en conclusies Stand van zaken Nederland december 2014 Eind 2014 stond in Nederland 2.525 MW aan geïnstalleerd vermogen windenergie opgesteld. Dit is ruim 42% van de landelijke doelstelling van 6.000 MW die in 2020 gehaald moet zijn. Ten opzichte van de vorige editie van de monitor (juni 2014) is er netto 44,7 MW (+1,8%) aan gerealiseerd vermogen bijgekomen 2. Het geïnstalleerd vermogen en alle geplande windparken tellen op tot 6.167,5 MW. Dit 166,5 MW (2,8%) meer dan de afspraak die de provincies met het Rijk hebben gemaakt (6.001 MW). Provincies hebben veelal reserveprojecten achter de hand voor als lopende projecten niet kunnen doorgaan. Van de in totaal bijna 3.500 MW in ontwikkeling zijnde projecten, bevindt 865 MW (24%) zich in de bouwfase. Dit gaat om projecten waarvoor een SDE-beschikking is aangevraagd (en al kan zijn afgegeven). Verder is 825 MW (23%) in procedure. Het kan hierbij gaan om de ruimtelijke procedure, i.e. (voorbereiding van) bestemmingsplan of inpassingsplan, en/of vergunningenprocedure. De overige 54% van deze projecten bevindt zich in het voortraject, wat dus inhoudt dat er nog geen formele procedures zijn opgestart. Het projectvermogen in het voortraject is tussen juni en december zowel absoluut als relatief afgenomen (-200,4 MW; -4,2%). Het projectvermogen in procedure (ruimtelijke procedure en vergunningen procedure) en in de bouwfase is juist toegenomen. Dit wijst er op dat de projecten in de pijplijn doorstromen op weg naar realisatie. MW per fase en doelstelling 2020 0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000 Nederland, jun. 2014 Nederland, dec. 2014 0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000 Gerealiseerd Bouwfase In procedure Voortraject Doel 2020 Figuur 1: Opgesteld en gepland vermogen in Nederland RVO heeft een inschatting gemaakt van de zekerheid dat de windparken uit de monitor in 2020 zijn gerealiseerd. Hiervoor heeft RVO een afwegingskader ontwikkeld (zie: Verantwoording ). Bij de afweging of projecten redelijkerwijs productief zijn in 2020 heeft RVO behalve naar de projectfase, waarin projecten zich bevinden, andere projectkenmerken en (potentiële) knelpunten meegewogen. Hiermee wordt een projectstatus aangegeven, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen projecten die vrijwel zeker in 2020 gerealiseerd zijn en projecten waarbij op dit moment met minder zekerheid gesteld kan worden dat ze tijdig gerealiseerd zullen zijn. Dit kan zijn omdat de procedures, die bij elkaar drie jaar in beslag kunnen nemen, nog moeten starten of omdat bepaalde trajecten nog moeten 2 In 2014 zijn er 52 nieuwe windturbines gebouwd, samen goed voor bijna 162 megawatt (MW). (Persbericht Bosch en Van Rijn, jan. 2015) Pagina 5 van 13

worden doorlopen. Hierbij valt te denken aan herstructurering (sanering van oude kleine, deels solitaire, molens en plaatsing van windparken met grotere molens), extra vogelonderzoeken, gesprekken met omwonenden en afspraken met gemeenten. RVO heeft de projecten ingedeeld naar de volgende 3 categorieën: Donkergrijs Naar verwachting gerealiseerd in 2020. Windmolens/-parken die gerealiseerd zijn, waarvan de bouw in voorbereiding is of die ver in de vergunningenprocedure zijn (zonder noemenswaardige knelpunten). Grijs Kwetsbaar als gevolg van eventuele knelpunten en/of ten aanzien van benodigde doorlooptijd procedures. Projecten waarvoor de ruimtelijke procedure (en mogelijk ook de vergunningenprocedure) loopt, de aanvraag SDE+ in Q1 2017 en start bouwfase in Q1 2018 niet onhaalbaar is. Projecten hebben weinig speelruimte om vertraging in de planning te kunnen opvangen. Lichtgrijs Vraagt veel inspanning ten aanzien van doorlooptijd en/of als gevolg van eventuele knelpunten. Deze projecten bevinden zich nog in het voortraject. Procedures zijn niet gestart. Voor haalbare planning is een gecoördineerde procedure raadzaam. De indeling naar projectstatus laat het volgende beeld zien: ongeveer 3.750 MW, 60% van de projecten, is of zal met zekerheid gerealiseerd kunnen zijn in 2020. Voor 15% zit er weinig speelruimte in de planning en voor de resterende 24% (1.518 MW) zal in 2015 de ruimtelijke procedure moeten starten om nog op tijd te kunnen realiseren. Voor de projecten uit deze laatste categorie is het raadzaam gebruik te maken van een gecoördineerde ruimtelijke en vergunningenprocedure. MW naar projectstatus volgens afwegingskader Nederland 0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000 0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000 Naar verwachting gerealiseerd in 2020 Kwetsbaar a.g.v. eventuele knelpunten en/of t.a.v. benodigde doorlooptijd procedures Vraagt veel inspanning t.a.v. doorlooptijd en/of a.g.v. eventuele knelpunten Doel 2020 Figuur 2: Indeling Nederland naar projectstatus Stand van zaken per provincie Alle provincies, met uitzondering van Friesland, hebben voldaan aan de eerste prestatieafspraak tussen IPO en Rijk om de ruimte voor windprojecten planologisch vast te leggen in provinciale structuurvisies. Daarnaast zijn, op Limburg na, in alle provincies voldoende projecten aanwezig, die passen binnen het provinciale beleid om aan de provinciedoelstelling te voldoen. Figuur 3 laat de situatie per provincie zien. In Zeeland, Flevoland en Noord-Holland is nu al meer dan 50% van de provinciale doelstelling gerealiseerd. In Flevoland nadert ook Windpark Noordoostpolder (413 MW) zijn voltooiing. In de provincie Pagina 6 van 13

Groningen is ten opzichte van het landelijk gemiddelde (42%) ook al een bovengemiddeld deel van de provinciale doelstelling gerealiseerd. Een aantal provincies, zoals Zuid-Holland (+15%), Overijssel (+13%) en Groningen (+8%), heeft afgezet tegen hun provinciale doelstelling extra projectvermogen in ontwikkeling. De provincie Limburg kampt nog met een tekort aan projectvermogen ten opzichte van haar doelstelling. Positief is dat, ten opzichte van andere provincies, de provincies Zeeland (15%), Noord-Holland (24%), Flevoland (35%) en Overijssel (30%) wat de hen resterende opgave betreft nog relatief weinig projectvermogen in het voortraject hebben. De provincie Friesland heeft met 95% van de resterende opgave juist nog relatief veel projectvermogen in het voortraject. Dit beeld kan worden genuanceerd als de realisatie van RCR-project Windpark Friesland - met een aanzienlijk projectvermogen - snel ter hand kan worden genomen. Flevoland Groningen Zuid-Holland Noord-Holland Zeeland Friesland Noord-Brabant Drenthe Gelderland Limburg Overijssel Utrecht MW per fase en doelstelling 2020 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 Gerealiseerd Bouwfase In procedure Voortraject Doel 2020 Figuur 3: Opgesteld en gepland vermogen per provincie Voor de provincies Noord-Holland, Zeeland, Flevoland en Overijssel is het vooralsnog de verwachting dat meer dan 80% van het projectvermogen in 2020 zal zijn gerealiseerd (figuur 4). Daarbij wordt opgemerkt dat de opgave in Noord-Holland en Flevoland wordt gecompliceerd door de koppeling met herstructurering, sanering en opschaling. Voor dergelijke projecten vermeldt de monitor alleen het netto toe te voegen projectvermogen; de bruto omvang van deze projecten is groter. Voor de provincies Limburg (82%) en Friesland (65%) geldt dat voor een aanzienlijk deel van de opgave door alle betrokkenen partijen nog veel inspanning (lichtgrijs) moet worden verricht om de projecten tijdig gerealiseerd te kunnen krijgen. De provincie Friesland wil het grootste deel van de resterende opgave realiseren via een groot windproject in het IJsselmeer onder de Rijks Coördinatie Regeling (RCR), waarmee mogelijk versnelling kan worden bereikt. Pagina 7 van 13

MW naar projectstatus volgens afwegingskader Flevoland Groningen Zuid-Holland Noord-Holland Zeeland Friesland Noord-Brabant Drenthe Gelderland Limburg Overijssel Utrecht 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 Naar verwachting gerealiseerd in 2020 Kwetsbaar a.g.v. eventuele knelpunten en/of t.a.v. benodigde doorlooptijd procedures Vraagt veel inspanning t.a.v. doorlooptijd en/of a.g.v. eventuele knelpunten Doel 2020 Figuur 4: Indeling provincies naar projectstatus Pagina 8 van 13

Verantwoording Herkomst informatie Ruimtelijke reservering en projecten De samenstelling van deze monitor is via onderstaande stappen tot stand gekomen. Als uitgangspunt voor deze Monitor Wind op Land is de voorgaande editie (juni 2014) genomen. Deskresearch Op basis van verkregen informatie van CertiQ en WindStats (Bosch en van Rijn) heeft RVO het geïnstalleerd vermogen per provincie geactualiseerd tot 1/9/2014. 3 RVO heeft ook geïnventariseerd welke actuele projectinformatie elders bekend is, zoals de database SDE+ van RVO en de Energeia EnergyTracker. Diepte-interviews RVO heeft voor elke provincie de windcoördinator geïnterviewd over de voortgang in het ruimtelijk beleid gericht op het realiseren van de provinciale winddoelstellingen. Daarnaast is in het interview de voortgang per project besproken. In geval binnen de provincie de Rijkscoördinatieregeling (RCR) op windprojecten wordt toegepast, is informatie opgevraagd bij de RCR-projectleiders. De interviews zijn afgenomen in november 2014. De informatie in deze monitor presenteert de actualiteit in (uitvoering van) provinciaal beleid tot december 2014. Uitgangspunten Waar in de provinciale overzichten staat dat de provincie en de gemeenten een gezamenlijke visie delen dient bij een ja te worden gelezen: ja, daar waar provincie gebieden wil aanwijzen, is er overeenstemming met de betreffende gemeente. Voor eventueel nieuwe plannen/projecten binnen andere gemeenten kan apart bestuurlijk overleg nodig zijn. De in de monitor opgenomen vermogens bij de projecten zijn de Netto voor de doelstelling toegevoegde vermogens in Megawatt, waarin de effecten van sanering al zijn verwerkt. Informatie over projectinitiatieven die buiten provinciale visies vallen, is buiten beschouwing van deze monitor gelaten. Uitvraag via koepels en brancheorganisaties Om te kunnen komen tot een meer geobjectiveerd en vollediger beeld over voortgang en ervaren knelpunten bij de ontwikkeling van windprojecten, heeft RVO bij de meest betrokken stakeholders informatie over projecten opgehaald. In nauwe samenwerking met NWEA is onder projectontwikkelaars een uitvraag georganiseerd. Dit resulteerde in 54 reacties over projecten van 9 verschillende projectontwikkelaars. Voor zover relevant zijn aangedragen (generieke) knelpunten en/of obstakels met betrekking tot de projectontwikkeling verwerkt in de projectoverzichten. 3 RVO heeft consequent de via CertiQ verkregen informatie over geïnstalleerd vermogen gehanteerd. Hierdoor kunnen er verschillen zijn ten opzichte van informatie die door provincies zelf is aangedragen. Pagina 9 van 13

VNG heeft in samenwerking RVO een vergelijkbare uitvraag onder gemeenten georganiseerd. Deze uitvraag liep parallel aan de interviews met de provincies, de rapportage van de provincies is dus niet voorgelegd aan de gemeenten. Hierdoor is de informatie die uit de enquête is gekomen niet geschikt om de rapportages van de provincies van perspectief te voorzien. Resultaat van de VNG enquête: reacties van 59 gemeenten die met windenergieprojecten te maken hebben, over 101 projecten. Daarvan passen 75 projecten helemaal of gedeeltelijk binnen het provinciaal beleid. De informatie is opgenomen bij de betreffende provinciale overzichten. Daarbij nog enkele generieke bevindingen van VNG: De manier van samenwerken tussen gemeenten onderling, met de provincie, en het overleg met omwonenden geeft per gemeente een sterk wisselend beeld. Over het algemeen zijn gemeenteraad en college goed aangehaakt, betrokken bij windontwikkelingen in de gemeente. 'Slechts' in 7 van de 59 reagerende gemeenten zijn de raad en het college tegenstanders van windenergie. Op verzoek van het kernteam Wind op Land heeft de Stichting Natuur&Milieu per provincie informatie aangereikt, die vanuit haar achterban is verkregen. Deze informatie is voor zover relevant voor knelpunten in het domein milieu, natuur en ecologie opgenomen in deze monitor. Dataverwerking en analyse RVO heeft alle informatie uit verschillende bronnen in een databestand bijeengebracht. Eventuele tegenstellingen zijn eruit gehaald, door navraag bij de diverse bronnen. Aansluitend is een conceptrapportage opgesteld voor bespreking in het kernteam. Werksessie kernteam In een gezamenlijke werksessie op 2 december 2014, met de Ministeries van EZ en IenM, IPO (inclusief vertegenwoordiging vanuit één provincie), Natuur&Milieu (Stichting Natuur&Milieu en vertegenwoordigers van Provinciale Milieufederaties), NWEA, VNG (inclusief vertegenwoordiging uit één gemeente), Netbeheer Nederland en RVO.nl, is het gevolgde werkproces toegelicht en zijn alle provincies, zowel wat betreft ruimtelijke reservering indeling naar projectstatus op projectniveau doorgesproken. Opmerkingen vanuit de deelnemers zijn waar van toepassing verwerkt in deze definitieve versie. Opbouw van de overzichten per provincie Elk provinciaal overzicht in deze monitor heeft een standaard indeling. Ruimtelijke reservering Elke provincie heeft zélf de informatie over de ruimtelijke reservering en het beleidsproces aangeleverd, inclusief gesignaleerde knelpunten en getroffen maatregelen. Deze informatie is in zijn geheel opgenomen in het provinciale overzicht (met vermelding bron: provincie). Pagina 10 van 13

Projectenoverzicht Voor elke provincie is een projectenoverzicht 4 opgenomen. In dit overzicht staan alleen de projecten die in de provinciale visie passen. Per project zijn knelpunten in beeld gebracht en voor zover van toepassing ook de maatregelen die door de betreffende provincies zijn genomen. De informatie is vergeleken met informatie die uit andere bronnen is verkregen en waar nodig nader inhoudelijk afgestemd met betrokken partijen. Vertrouwelijk karakter De projectinformatie van projectontwikkelaars is soms zeer concurrentiegevoelig en heeft daarom een vertrouwelijk karakter meegekregen. Zonder nadrukkelijke toestemming van deze partijen mag RVO deze informatie niet delen met derden. Ook VNG heeft aangegeven dat de response van gemeenten een vertrouwelijk karakter heeft. Deze informatie is daarom maar summier opgenomen. Afwegingskader en indeling van projecten RVO heeft per opgenomen project beoordeeld of tijdige realisatie (uiterlijk eind 2020) redelijkerwijs haalbaar is. Daartoe is een Afwegingskader ontwikkeld (zie ook nadere toelichting in de bijlage). Dit kader biedt een (RVO) standaard benadering om haalbaarheid van tijdige realisatie van projecten te vertalen naar een indeling in 3 categorieën die de projectstatus 5 aangeven: donkergrijs, grijs en lichtgrijs Donkergrijs Naar verwachting gerealiseerd in 2020. Windmolens/-parken die gerealiseerd zijn, waarvan de bouw in voorbereiding is of die ver in de vergunningenprocedure zijn (zonder noemenswaardige knelpunten). Grijs Kwetsbaar als gevolg van eventuele knelpunten en/of ten aanzien van benodigde doorlooptijd procedures. Projecten waarvoor de ruimtelijke procedure (en mogelijk ook de vergunningenprocedure) loopt, de aanvraag SDE+ in Q1 2017 en start bouwfase in Q1 2018 niet onhaalbaar is. Projecten hebben weinig speelruimte om vertraging in de planning te kunnen opvangen. Lichtgrijs Vraagt veel inspanning ten aanzien van doorlooptijd en/of als gevolg van eventuele knelpunten. Deze projecten bevinden zich nog in het voortraject. Procedures zijn niet gestart. Voor haalbare planning is een gecoördineerde procedure raadzaam. 4 In een aantal gevallen is een aantal projecten gebundeld weergegeven. 5 In de bijlage bij deze monitor is een toelichting op het afwegingskader opgenomen. Pagina 11 van 13

Pagina 12 van 13

Totaaloverzicht, samenvatting en conclusies Bij Totaaloverzicht, samenvatting en conclusies zijn voor Nederland als geheel de kwantitatieve uitkomsten gevisualiseerd in een aantal staafdiagrammen. Ook is een aantal staafdiagrammen toegevoegd dat een onderverdeling naar alle provincies biedt. Bevindingen RVO bij deze editie Veel bereidwilligheid bij provincies RVO heeft bij de provincies goede medewerking gekregen voor de interviews en benodigde verzameling van data en overige informatie voor deze monitor. Sommige provincies zijn vergevorderd in het stelselmatig monitoren van de eigen voortgang en hebben goed inzicht in de planning naar 2020. De gevraagde informatie kan hierdoor sneller op tafel komen. Door in de monitor aandacht te geven aan (voortgang in) het oplossen van ervaren generieke knelpunten wordt de wederkerigheid in dit traject versterkt. Kennisoverdracht Waar de planning en voortgang in het interview het toeliet, zijn vragen van de provincie beantwoord over bijvoorbeeld de regeling SDE+ voor 2015. Toenemende betrokkenheid bij andere stakeholders In deze editie van de monitor is voor het eerst ingezet op het verkrijgen van projectinformatie via andere stakeholders, zoals NWEA, VNG en Natuur&Milieu. De gewenste informatie is uitgevraagd met behulp van een gestandaardiseerde vragenlijst. De response hierop in kwantitatief opzicht was redelijk maar kan in de volgende editie hopelijk verder worden uitgebouwd. Knelpunten Belangrijk doel van de monitor is het in beeld krijgen van (generieke) knelpunten die spelen bij de projecten. Terugkijkend constateert RVO dat deze opzet slechts ten dele is geslaagd. Soms biedt de aanpak via een vragenlijst en/of de aard van de gestelde vragen onvoldoende ruimte aan respondenten om alle gewenste informatie te kunnen geven. Ook blijkt dat partijen, met name ten aanzien van gesignaleerde knelpunten voorzichtig zijn met het verstrekken van detail informatie. In provincies waar het ruimtelijk beleid nog wordt uitgewerkt, zijn ontwikkelaars terughoudend in communicatie over knelpunten in hun projecten, om door negatieve beeldvorming niet vroegtijdig uit beeld te raken. Voor de volgende editie van deze monitor moet opnieuw worden bekeken of andere vormen van informatieverzameling tot meer input en diepgang kunnen leiden. Vertrouwen is cruciaal Marktpartijen hebben onder strikte eisen van vertrouwelijkheid hun input gegeven. De concurrentiegevoeligheid van projectinformatie in deze monitor stelt hoge eisen aan de vertrouwelijke behandeling van bedrijfsinformatie in deze monitor. RVO adviseert in dit verband nauwgezette afspraken te maken binnen het kernteam over vorm, inhoud en planning met betrekking tot eventuele verdere verspreiding van (geabstraheerde delen van) informatie uit deze Monitor Wind op Land. Pagina 13 van 13