Factsheet KNMI waarschuwingen zicht

Vergelijkbare documenten
Factsheet KNMI waarschuwingen regen

Factsheet KNMI waarschuwingen windstoten

Factsheet KNMI waarschuwingen gladheid en winterse neerslag

Factsheet KNMI waarschuwingen onweer

Factsheet KNMI waarschuwingen windhoos en waterhoos

Factsheet KNMI waarschuwingen temperatuur

Protocol. Extreem slecht weer.

Protocol extreem slecht weer.

Protocol extreem slecht weer en gladheid

RISICOSIGNALERING Winterse neerslag

RISICOSIGNALERING Zware regen

Leren voor de biologietoets. Groep 8 Hoofdstuk 5

6. Luchtvochtigheid. rol bij het A g g r e g a t i e t o e s t a n d e n v a n w a t e r. 6.1 inleiding. 6.2 Aggregatietoestanden

RISICOSIGNALERING Storm

Een les met WOW - Neerslag

Een les met WOW - Temperatuur

Hoofdstuk 7. Zicht, mist en dauw

Een les met WOW - Temperatuur

Het begin van de winter

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen.

Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.

Een les met WOW - Neerslag

Inhoud 1. Wat voor weer wordt het? 3 2. Het weerbericht 4 3. Temperatuur 5 4. Wind 5. Neerslag 6. Bewolking Filmpje Pluskaarten Bronnen 17

H4 weer totaal.notebook. December 13, dec 4 20:10. dec 12 10:50. dec 12 11:03. dec 15 15:01. Luchtdruk. Het Weer (hoofdstuk 4)

4. Straling, warmte, temperatuur

7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

Inspectie Verkeer en Waterstaat

Van de regen in de drup

PROTOCOL BUITENGEWONE WEERSOMSTANDIGHEDEN. District Technische Commissie Turnen Heren Zuid-Holland

Luchtvochtigheid. maximale luchtvochtigheid; relatieve luchtvochtigheid; vochtdeficit. Absolute luchtvochtigheid (AV)

Herfstwerkboekje van

Luchtvochtigheid en temperatuur

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

Handreiking hoe te handelen bij bijzondere weersomstandigheden binnen Productie BV

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Meteorologische gegevens,

RISICOSIGNALERING Extreme kou

neerslag: regen, hagel en sneeuw ringen in het weer waarnemen regen meten

11. Weersituaties Inleiding Weertype

Werkblad:weersverwachtingen

Een vernieuwd Weeralarm. Aanpassing weeralarmcriteria en -systematiek per 1 februari 2010

Woordenschat blok 03 gr4 Les 1 De bodem: de grond waarin planten kunnen groeien. De duinen: heuvels van zand langs de zee. De plant: een stengel met

Bestuur Technisch Bureau Bouwnijverheid

Meteorologische gegevens,

Richting de winter en in de winter worden veel vragen gesteld over het gebruik van kunstgrasvelden onder winterse omstandigheden.

RISICOSIGNALERING Hitte

Meteorologische gegevens,

Woordenschat - memory Taal Actief groep 4 Thema 3 Les 1

Dat hadden ze niet voorspeld!

Het Nationaal Meteorologisch Centrum is te bereiken op het tel no: / Mail adres:

Zorg en Hoop 0.8. Nickerie 0.0 Hoogste waarde Kustgebied: Albina 18.0 Hoogste waarde Binnenland: Laduani 19.6

1. Weer en samenleving

Werkblad Naut Thema 5: Weer en klimaat

Maandoverzicht van het weer in Nederland. februari 2008

Basis ijskennis. HLSK Seizoen 2018/2019 Rob Mulders v2.0

EEN TERUGBLIK OP 25 JAAR WEER IN TEN POST,

Bestuur Technisch Bureau Bouwnijverheid. Inleiding In deze notitie geeft Weerverletbestrijding een overzicht van de winter 2015/2016.


Maandoverzicht van het weer in Nederland. maart 2008

Veranderend weer en klimaatverandering

Maandoverzicht van het weer in Nederland. augustus 2009

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juni 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. mei 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. oktober 2008

Het weer van 19 november 2016 Les 4

Maandoverzicht van het weer in Nederland. september 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. november 2014

Manieren om een weersverwachting te maken Een weersverwachting kun je op verschillende manieren maken. Hieronder staan drie voorbeelden.

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Regen en het weer voorspellen

JAARRAPPORT WAARNEMINGEN ZEEBRUGGE METEOPARK 2014

Het weer hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Meteorologische gegevens,

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden.

Toelichting maandoverzicht van het weer in Nederland

Lees de tekst hieronder. Er staan geen leestekens: geen hoofdletters, geen punten en geen komma s in het verhaal.

Invloed van het weer op het wegdek Theorie en hulp in de praktijk. Kapt Anne-Lise D HOOP & Adjt Kris GHIJSELINCK

Handleiding Model van de waterkringloop

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juli 2008

5,8. Samenvatting door een scholier 2061 woorden 23 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Buitenland - vmbo/t/havo klas 1 - Hoofdstuk 1

Werkstuk ANW Weersvoorspelling

Maandoverzicht van het weer in Nederland. augustus 2008

Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO

1. LESBEGIN. 2. Lesuitwerking De verschillende klimaten de Europese kaart situeren. LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE TIJD

NOTEN: 1.* De sectie in deze vorm wordt alleen door automaten gebruikt 2.** Deze groepen worden niet gebruikt door automaten

Les 1. de top. De berg. Het dal. De beek

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

Condensatie op mijn ramen

RISICOSIGNALERING Droogte

Evaluatie Gladheidbestrijding

Neerslag vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Lichtvisieprotocol versie

Kun je elke stof vloeibaar maken?

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Maandoverzicht van het weer in Nederland. december 2015

Maandoverzicht van het weer in Nederland. oktober 2015

Transcriptie:

Factsheet KNMI waarschuwingen zicht

Factsheet Zicht figuur 1 Goed zicht, beperkt zicht Bron: Bosatlas van het klimaat Risicosignalering zicht Wanneer het weer om extra oplettendheid vraagt vanwege gladheid en winterse neerslag, onweer, regen, temperatuur, wind- en waterhozen, windstoten of slecht zicht dan geeft het KNMI een waarschuwing uit. Voor een zicht van 200 meter of minder geldt de volgende waarschuwing: een waarschuwing voor gevaarlijk weer Het KNMI is de officiële instantie voor het geven van weerwaarschuwingen. Zicht Op heldere dagen kunnen we in Nederland tientallen kilometers ver kijken en op grote afstand objecten en gebouwen herkennen. Andere dagen is het nevelig, heiig of soms mistig en is het zicht beperkt. Er wordt gesproken van een zichtbeperking, als het zicht minder dan 10 km bedraagt. Zichtvermindering ontstaat door verstrooiing van het licht door Zicht 40 km 10 km 7000 m Zicht 3000 m 7500 m 11 km 9000 m 3800 m 375 m 2000 m 2500 m 1500 m bosrand 3500 m 1500 m bijvoorbeeld rook- of stofdeeltjes of door kleine waterdruppeltjes. Zware neerslag kan het zicht ook sterk doen teruglopen. Zicht van 200 meter of minder is verkeersbelemmerend. Heiig en nevel We spreken van heiig weer, als het zicht beperkt is doordat er veel stof- of rookdeeltjes in de atmosfeer zitten en de luchtvochtigheid relatief laag is. Dergelijke situaties kunnen ontstaan tijdens achtereenvolgende dagen met droog, meest zonnig en rustig weer, waarbij zich in de onderste lagen van de atmosfeer stofdeeltjes kunnen verzamelen. Ook door rook uit een specifieke bron, denk bijvoorbeeld aan brand, kan het zicht sterk verminderen. Er is sprake van nevel als het zicht beperkt is door aanwezigheid van kleine waterdruppels, de luchtvochtigheid is dan vrij hoog. Neerslag Bij zware buien met regen, hagel of sneeuw, kan het zicht in korte tijd zeer snel, sterk verminderen. Vooral bij zware sneeuwval komt het voor dat het zicht minder dan 200 m bedraagt. Mist Zichtvermindering wordt vaak veroorzaakt door mist (figuur 2). Bij mist is het zicht minder dan 1000 m en deze zichtbeperking wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van veel waterdruppeltjes in de lucht, een hoge luchtvochtigheid. Bedraagt het zicht minder dan 200 m, dan is er sprake van dichte mist, bij minder dan 50 m van zeer dichte mist. Er is sprake van mistbanken als het zicht minder dan 1000 m bedraagt en daarbij de uitgebreidheid

figuur 2 Zichtwaarden bij mist Bron: Bosatlas van het klimaat zicht in meter 1000 200 50 0 100% mistbanken nevel mist dichte mist zeer dichte mist Zicht 200 meter of minder is verkeersbelemmerend. in combinatie met de zichtwaarden sterk wisselen. Over korte afstand is het mogelijk dat het zicht plots minder dan 50 m of 200 meter bedraagt, terwijl in de nabije omgeving het zicht goed is. Ontstaan van mist De vorming van mist hangt af van veel factoren. De luchtvochtigheid speelt een rol, net als de wind, de temperatuur en de landschappelijke omgeving, zoals grondsoort of bebouwing. Mist ontstaat als waterdampdruppels condenseren en er kleine waterdruppeltjes ontstaan. Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht en bij sterke afkoeling condenseren waterdampdruppels tot waterdruppeltjes. Omgekeerd, als de lucht opwarmt, verdampen waterdruppeltjes tot waterdampdruppels. De mist kan dan weer oplossen. Stralingsmist Tijdens heldere nachten, koelt het sterk af en kan stralingsmist ontstaan. De bodem verliest door uitstraling warmte en ook de lucht vlak boven de grond koelt af. Deze lucht raakt verzadigd met waterdamp, de luchtvochtigheid neemt toe tot maximale waarden, de waterdamp condenseert en er ontstaat mist. Met een beetje wind, mengt deze koude luchtlaag zich met de lucht erboven en herhaalt dit proces zich. De mistlaag groeit als het ware omhoog en is aan de top van de mistlaag vrij scherp begrensd. Als er geen wind is, vindt er geen menging plaats en slaat het vocht als dauw neer. Bij veel wind vindt er te veel menging plaats en kan de lucht dicht bij de grond minder afkoelen (figuur 3). Advectieve mist Mist kan ook ontstaan als warme vochtige lucht over een koud oppervlak uitstroomt of wordt aangevoerd. De warme lucht mengt met de koude lucht en de aangevoerde lucht koelt af. De luchtvochtigheid neemt daardoor geleidelijk toe. Bij het bereiken van de dauwpuntstemperatuur treedt condensatie op en ontstaat mist. Een voorbeeld van deze advectieve mist, doet zich voor als warme lucht over het koude zeewater uitstroomt. De mist die boven zee ontstaat, kan het land optrekken en zeer hardnekkig zijn. Na een vorstperiode komt het voor dat de mist die zo boven het bevroren IJsselmeer ontstaan is, zelfs bij flink wat wind, in Friesland of Flevoland binnendrijft en overlast veroorzaakt. Advectieve mist kan ook ontstaan als koude lucht over een warm wateroppervlak stroomt, bijvoorbeeld boven een sloot. Boven land koelt de lucht af en de zwaardere koude lucht zakt richting de sloot met het warme water. Het water koelt minder snel af. Verdamping van het warme water veroorzaakt een toename van de luchtvochtigheid van de aangevoerde koude lucht en hierdoor kan mist ontstaan (figuur 4). Ontstaan van stralingsmist Ontstaan van advectieve mist figuur 3 Stralingsmist temperatuur 8 in graden Celsius12 dauwpunt (td) temperatuur in graden celsius zee 15 10 land dauwpunt (td) tijd afstand figuur 4 Advectieve mist Bron: Bosatlas van het klimaat MIST 12 C 10 C 8 C de bodem straalt warmte uit lucht boven oppervlak koelt af td 8 C temperatuur bereikt dauwpunt, mistvorming 15 ºC td 10 ºC MIST 10 ºC td 10 ºC warme vochtige lucht trekt over een kouder oppervlak 15 ºC 10 ºC zee land

figuur 5 Grondmist, mist beneden ooghoogte, ontstaat vaak boven weilanden in de buurt van sloten en vochtige plaatsen Foto: Peter de Vries, KNMI Oplossen van mist Mist kan weer verdwijnen door aanvoer van droge lucht of door verwarming van de lucht. Als de droge lucht mengt met de vochtige lucht kunnen de waterdruppels verdampen en lost de mist op. Instraling van de zon veroorzaakt een stijging van de luchttemperatuur en omdat warme lucht meer waterdamp kan bevatten, kan de mist oplossen. In zeer koude lucht kan dichte mist soms ook verdwijnen als een klein deel van de mistdruppels bevriest. De ijskristallen kunnen ten koste van de mistdruppels verder groeien tot sneeuwkristallen. Er is dan sprake van uitsneeuwen van mist. Klimatologie Dagelijkse gang Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht. Als het s avonds afkoelt, zien we de luchtvochtigheid geleidelijk toenemen. Bij verdere afkoeling gedurende de nacht, neemt de luchtvochtigheid en kans op mistvorming toe. Mist kan groeien en blijven bestaan zolang er geen warmte of drogere lucht wordt aangevoerd. Vlak voor zonsopkomst is het vaak het koudst en de kans op mist het grootst. Als de zon opkomt en de instraling toeneemt, lost de mist meestal weer op. Overlast door beperkt zicht Een vermindering van het zicht is gevaarlijk en hinderlijk voor het verkeer. Uit onderzoek is gebleken dat het verkeer hinder ondervindt als het zich minder dan 400 m bedraagt. Plotseling opdoemende mistbanken leveren vaak gevaarlijke situaties op, vooral in combinatie met een verblindende laagstaande Aantal vliegbewegingen 110 100 figuur 6 Maximaal aantal vliegbewegingen op Schiphol bij verschillende zichtwaarden. Bron: Bosatlas van het klimaat Jaarlijkse gang Zichtbeperking door mist komt vooral voor het najaar en in de winterperiode. De nachtelijke uitstraling, de lage zonnestand en aanvoer van koudere lucht over relatief warm water spelen daarbij een belangrijke rol. In het najaar verdringt de koude lucht de warme lucht, de instraling van de zon is vooral in de winter beperkt en tijdens de lange nachten kan de lucht verder afkoelen. Soms doen zich situaties voor dat de mist de hele dag blijft hangen. In het voorjaar is de kans op mist minder groot, vooral omdat het oppervlaktewater nog vrij koud is en slecht verdampt. In de zomer is de kans op mistvorming in Nederland erg klein. De nachtelijke uitstraling en afkoeling zijn van korte duur en de instraling is maximaal. maximaal aantal vliegbewegingen 90 80 70 60 50 40 Aantal mistdagen We spreken van een mistdag als er gedurende de dag in een tijdvak van een uur een zicht van minder dan 1000 meter is waargenomen. Het aantal mistdagen loopt uiteen van ongeveer 40 in het zuidwesten tot circa 90 in het oosten en noordoosten van het land. Aan zee koelt het in de winter en in het najaar minder sterk af als op landstations. Bovendien spelen lokale omstandigheden een rol bij het ontstaan van mist. 30 20 10 0 <200 200-350 350-550 550-1500 1500-5000 >5000 zicht in meters

zon. Mist in combinatie met vorst kan bovendien gladheid veroorzaken. Vliegverkeer ondervindt ook hinder van slecht zicht. Het aantal vliegbewegingen is dan beperkt, om veiligheidsredenen zijn er minder landingsbanen in gebruik en de afstand tussen de vliegtuigen wordt groter (figuur 6). Waarschuwingen en weeralarm Het KNMI voorziet de Nederlandse maatschappij van verwachtingen en waarschuwingen in diverse vormen, variërend van de algemene weersverwachting tot het weeralarm (figuur 7). Criteria Voor dichte mist, 200 m of minder, kan het KNMI een waarschuwing voor gevaarlijk weer uitgeven, voor de provincie en de periode waar het slechte zicht wordt verwacht. Bedraagt het zicht nog maximaal 50 meter dan staat er zeer dichte mist of mistbanken in de waarschuwing. In bijzondere gevallen, bij meldingen van een zicht van 10 meter of minder, wordt dit expliciet opgenomen in de waarschuwing: In de provincie Zeeland komt zeer dichte mist voor, plaatselijk is het zicht minder dan 10 meter. Fenomeen Criterium waarschuwing gevaarlijk weer Criterium waarschuwing extreem weer en Weeralarm figuur 7 Tabel waarschuwing- en weeralarmcriteria Gladheid en winterse neerslag Gladheid door op- of aanvriezing of bevriezing van natte weggedeelten of sneeuwresten Accumulatie winterse neerslag 0-3 cm/uur Accumulatie sneeuw >3 cm/uur of >10 cm/6 uur Sneeuwval of driftsneeuw met wind > 40 km/uur gladheid door ijzel of ijsregen Onweer >1 ontlading in 5 minuten, al dan niet met hagel >500 ontladingen in 5 minuten, al dan niet met hagel Regen Hinder voor het wegverkeer (uitsluitend na vermelding VIF-partners) >30 mm/uur >75 mm in 24 uur Temperatuur Extreem hoge temperatuur (na consultatie RIVM) Geen Wind- en waterhozen Waarneming wind- of waterhoos Geen Windstoten >75 km per uur >100 km per uur >120 km per uur (winterperiode kuststrook) Zicht < 200 m < 50 m < 10 m Geen * SGG: Standaard Gebieds Grootte. Fenomeen opgetreden of verwacht in een gebied van minimaal 50x50 km of een coherente band met een lengte van tenminste 50 km boven het Nederlandse vasteland. Weeralarm Kans > 90%, gebied > SGG* Uitgifte door weeralarmteam na consultatie maatschappelijke partijen Waarschuwing extreem weer Kans > 60%, gebied > SGG* Uitgifte door expertteam na consultatie meteorologische partijen Waarschuwing gevaarlijk weer Kans > 60%, onafhankelijk van gebiedsgrootte. Uitgifte door meteoroloog + 48 + 24 + 12 00 Verwachtingstermijn (uren tot aan optreden van het fenomeen)

Een waarschuwing voor gevaarlijk weer wordt op zijn vroegst uitgegeven, 48 uur voordat het verschijnsel met een zekerheid van minstens 60 % plaatsvindt. Een waarschuwing voor gevaarlijk weer worden minstens elke drie uur geactualiseerd. Indien daar aanleiding voor is, wordt de waarschuwing nog frequenter aangepast. en de temperatuur lag onder nul. IJskristallen groeiden aan tot sneeuwkristallen en de mist sneeuwde uit. Er kwam ook rijp voor, bevriezing van onderkoelde waterdruppels op onder andere bomen en struiken. Lokaal ontstond gladheid, op sommige plaatsen ontstonden prachtig witte winterlandschappen. figuur 8 Een wit berijpte wereld Foto: Jaap Kwakkel Wanneer het tot een waarschuwing voor gevaarlijk weer voor mist dreigt te komen, informeert het KNMI instanties die zich bezighouden met voorlichting zoals verkeersdiensten en politie. Radio, televisie en teletekst (pagina 713) zijn belangrijke media voor het doorgeven van waarschuwingen. Op de homepage van het KNMI staat in het midden, tussen een radarkaart en een weerkaart met de weersverwachting, een overzichtskaart van de waarschuwingen. Door op een provincie op de kaart te klikken, opent de desbetreffende waarschuwingspagina. Deze bevat drie afzonderlijke landkaartjes voor de huidige dag (dag 0), de volgende dag (dag 1) en de dag daarna (dag 2). Onder de kaarten verschijnt de volgende informatie in tabelvorm: het type waarschuwing, het fenomeen en de tijd en duur van optreden. Recente voorbeelden Aanvriezende mist in januari 2010 Er lag op 3 januari 2010 op veel plaatsen sneeuw en het vroor. Vooral in en rond het IJsselmeer kwamen mistbanken voor, lokaal was het zicht minder dan 100 meter. In de middag brak de zon af en toe door. Op de A6 in Flevoland ontstond ter hoogte van de Ketelbrug een kettingbotsing waarbij 15 auto betrokken waren. De weg was urenlang afgesloten. figuur 9 Aanvriezende mist, laagstaande zon, sneeuwresten en een kettingbotsing. Bron: Omroep Flevoland Uitsneeuwende mist in februari 2006 Op 1 en 2 februari 2006 ontstond plaatselijk uitsneeuwende mist. Het was al een paar dagen mistig Klimaatverandering Het aantal dagen met mist is de afgelopen 30 jaar in grote delen van Europa sterk afgenomen. In De Bilt is ook het aantal dagen per jaar met dichte mist gehalveerd van gemiddeld 30 dagen in de jaren zestig tot 15 de laatste jaren. Een van de belangrijkste oorzaken van de afname van het aantal dagen met ( dichte) mist ligt in het feit dat de lucht schoner is geworden. Er zijn sinds de jaren tachtig minder condensatiekernen in de lucht aanwezig en de waterdampdruppels condenseren dan minder snel tot waterdruppels. Daarnaast speelt de toename van de westenwinden

figuur 10 Het aantal dagen in De Bilt met verschillende zichtwaarden in de winter een rol bij de afname. In winters met overheersende zachte westenwinden, ontstaat minder mist dan in rustige, koude winters. Een bijkomend effect van westenwind is dat de lucht bovendien schoner is, wat ook voor minder mist zorgt (figuur 10). Verder lezen: Actuele verwachting en waarschuwingen www.knmi.nl/waarschuwingen_en_verwachtingen/ Nader verklaard dossier weeralarm www.knmi.nl/cms/content/35237/weeralarm Nader verklaard dossier mist www.knmi.nl/cms/content/20214/mist Klimatologie, het weer in het verleden www.knmi.nl/klimatologie Kenniscentrum: Mist en nevel afname in Europa www.knmi.nl/cms/content/96245/mist_en_nevel_afname_in_europa

Deze brochure is een uitgave van: Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut Postbus 201 3730 ae De Bilt T +31 (0) 30 220 69 11 www.knmi.nl KNMI mei 2012