3.4. Financiering Algemeen

Vergelijkbare documenten
3.4. Financiering Algemeen

Renteverloop 1 jul jun 2017

3.4 Paragraaf Financiering

In onderstaande tabel wordt de renteverwachting van een aantal grootbanken weergegeven. opstelling begroting 2016

3.4 Financiering en treasury.

BEGROTING Paragraaf Financiering

Paragraaf Financiering

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

4.4 Financiering en treasury

4.4 Financiering De financiering van de gemeente Spijkenisse

Paragraaf 4: Financiering

Algemeen Interne ontwikkelingen Externe ontwikkelingen

PROGRAMMABEGROTING

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

Treasurystatuut VRU Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018

PARAGRAAF 3. Financiering. Begroting 2011 Paragraaf 3 Financiering

PROGRAMMABEGROTING

Paragraaf 4.4 Financiering

PARAGRAAF 4 : FINANCIERING

Investeringskasstroom: Investeringen maatschappelijk nut -25,5 Investeringen economisch nut -83,4 Investeringen grondexploitaties (netto) -0,6

Treasurystatuut voor de Veiligheidsregio Utrecht

4.4 Financiering. Inleiding

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2014;

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

Paragraaf 4 Financiering

HAVENSCHAP MOERDIJK. Concept Begroting 2018

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico

PARAGRAAF FINANCIERING ALGEMEEN

Treasurystatuut. Treasurystatuut

In het Financieringsstatuut 2016 zijn 19 artikelen opgenomen die als volgt kunnen worden ingedeeld:

Beleidsregels 1. Doelstelling treasuryfunctie 2

Treasurystatuut Treasurystatuut Veiligheidsregio Kennemerland Pagina 1

Treasurystatuut 2010

Treasurystatuut 2018

Hoogheemraadschap van Delfland NOTA TREASURYBELEID. Versie: 1.0 Datum: 25 november Nota Treasurybeleid 1

Nota van toelichting bij Treasurystatuut 2017 Gemeente Gennep

Het algemeen bestuur van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen;

Inleiding Treasurybeleid... 2 Doelstellingen, Uitgangspunten, limieten, begrippen, indeling

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

Uitvoeringsregels Treasury 2018 Gemeente Tilburg

- Besluit van het college van burgemeester en wethouders van 7 december 2010 (agendapuntnummer 3.1).

Presentatie Treasury FEO. 11 juli 2005

BIJLAGE 2 Was-wordt tabel

Treasurystatuut gemeente Groningen Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;

Treasury Statuut Vastgesteld 10 april 2017

2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen

Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 3 3. INTERNE ORGANISATIE TREASURY FUNCTIE 5 4. TREASURYPARAGRAAF 5

vast te stellen het navolgende Treasurystatuut 2016 van de gemeente Amersfoort.

Programmabegroting Versie:

TREASURYSTATUUT. Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland (SPOW)

TREASURYSTATUUT GEMEENTE RIDDERKERK 2017

Drs. Ing. G.B.J. Mensink, Drs. A.B.A.M. Damer, Mr. R.S. Cazemier. Treasurystatuut Openbaar Lichaam Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Bekendmaking van het Treasurystatuut, door het dagelijks bestuur vastgesteld bij besluit van 18 december 2012, nr. 09

Begroting 2018 Financiering Provincie Gelderland

FINANCIERINGSSTATUUT GEMEENTE VOORST 2018

Treasurystatuut 2016 Gemeenschappelijke Regeling Avri

RUD UTRECHT. Besluit van het Algemeen Bestuur van de RUD Utrecht

Treasurystatuut. Acis, Stichting openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard

Treasurystatuut. Status: Besproken in MT d.d. 14 augustus 2017 Naar DB d.d. 2 oktober 2017 Naar GMR d.d. 9 november 2017 Vastgesteld d.d.

Treasurystatuut Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Treasurystatuut 2014 d.d. 18 februari 2014

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

GEMEENTEBLAD. Nr Treasurystatuut 2015 gemeente Landerd. 1 Inhoudsopgave

Treasurystatuut Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

TREASURYSTATUUT GEMEENTE GRONINGEN Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 februari 2016;

Inleiding. Treasurystatuut. Algemeen

Voorstel aan dagelijks bestuur

Treasurystatuut Gemeente Borsele 2015

Treasurystatuut Gemeente Delft

Financieringsstatuut Openbaar Lichaam Drechtsteden

Memo. Leden van het algemeen bestuur. Treasuryberaad. Datum 30 mei Onderwerp Financieringsbehoefte 2016

CVDR. Nr. CVDR402982_1. Artikel 1 Begrippenkader In dit statuut wordt verstaan onder:

BESLUIT: vast te stellen het navolgende: TREASURYSTATUUT VOOR DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING STROOMOOPWAARTS MVS.

ONDERWIJSSTICHTING KEMPENKIND EERSEL

Treasurystatuut ISD Werkplein Hart van West-Brabant

Treasury statuut. Versiebeheer V2, Besluitvormingscyclus 6 Vaststelling RvT Vastgesteld CvB

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

1. DOEL. 1.1 Doelstellingen en randvoorwaarden van het treasury beleid

Schuldpositie gemeente Purmerend. Presentatie commissie AZ 15 mei 2017

FINANCIERINGSSTATUUT OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

Treasurystatuut Omgevingsdienst IJSSELLAND Inleiding

Toelichting op het statuut

PROGRAMMABEGROTING Gemeente Leiderdorp

CVDR. Nr. CVDR441922_1. Treasurystatuut 2017

Treasurystatuut van het SWV VO 2603

Treasurystatuut Nordwin College

Versie TREASURYSTATUUT Stichting Woontij

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Achterhoek,

Memo. Leden van het algemeen bestuur. Treasuryberaad. Datum 17 juni Onderwerp Financieringsbehoefte 2016

Bijlage 1. Treasurystatuut. Gemeente Ridderkerk. januari 2014

Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen,

TREASURYSTATUUT GEMEENTE HELMOND 2016

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS)

NOTA RENTEBELEID GEMEENTE BERGEN OP ZOOM

Aan de raad AGENDAPUNT 6.9

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Provinciale staten van Noord-Holland;

Treasurystatuut. Stichting Proloog

Treasury Statuut Brandweer Brabant Noord

Transcriptie:

3.4. Financiering In deze paragraaf komen de onderwerpen aan de orde die behoren tot het geldstromenbeleid van de gemeente. Dit zijn onder andere risicobeheer (met name rente en kredietrisico), de financieringspositie, het kasbeheer en de informatievoorziening. 3.4.1. Algemeen De uitvoering van de gemeentelijke financieringsfunctie dient plaats te vinden binnen de kaders zoals gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). In deze wet staan vooral transparantie en risicobeheersing centraal. De transparantie komt daarbij tot uitdrukking in voorschriften voor een verplicht Treasury Statuut alsmede een treasury c.q. financieringsparagraaf in begroting en rekening. De risicobeheersing binnen de Wet fido richt zich op renterisico s, kredietrisico s, koersrisico s en valutarisico s. Het begrip treasury kan worden gedefinieerd als het besturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico s. Meer concreet gaat het om financiering van het beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden, het te allen tijde zorgen voor voldoende liquide middelen, waarbij een tijdelijk overschot tegen een zo hoog mogelijk rendement wordt belegd, en het daarbij afdekken van met name rente en kredietrisico s. Treasury onderscheidt zich van de reguliere control door de focus op feitelijke kasstromen in plaats van te redeneren in termen van baten en lasten. Benadrukt wordt dat de doelstelling van de treasuryfunctie van de gemeente Dordrecht is dat deze uitsluitend de publieke taak dient en dat een prudent beleid gevoerd wordt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet fido. Interne ontwikkelingen Met ingang van april 2008 heeft de gemeente de advisering over en de uitvoering van haar financieringsbeleid overgedragen aan het Servicecentrum Drechtsteden. Eén van de treasuryspeerpunten voor 2009 zal bestaan uit het verder verfijnen van de integrale gemeentelijke liquiditeitenplanning. Tevens zal de planningshorizon worden opgerekt van 5 naar 10 jaar. Het realiseren van een meerjarig kasstromenoverzicht is een coproductie van gemeente en Servicecentrum waarbij de broninformatie door de gemeente wordt aangeleverd, welke daarna door het Servicecentrum in een schema wordt verwerkt en actueel gehouden. Op basis van een dergelijke planning kunnen betere financieringsbeslissingen worden genomen. Externe ontwikkelingen Wettelijk kader Van de Wet fido, welke dateert uit 2001, is in 2006 een evaluatie gestart. Deze evaluatie is begin 2008 afgerond. Het zal naar verwachting echter nog tot eind 2008 duren voordat het wetstraject is afgerond. De geactualiseerde Wet fido zal dan ook naar verwachting per 1 januari 2009 van kracht worden. Omdat de Wet fido in grote lijnen goed bleek te functioneren zullen de aanpassingen beperkt zijn. Naast enkele andere wijzigingen springen de volgende zaken het meest in het oog: Een gewijzigde berekening van de renterisiconorm; het renterisico wordt voortaan gerelateerd aan het begrotingstotaal; Het toezicht in het kader van de wet wordt vereenvoudigd en zal worden ingebed in het reguliere begrotingstoezicht. Als onderdeel hiervan zal de plicht tot het per kwartaal inzenden van een rapportage inzake de kasgeldlimiet vervallen; Een gewijzigde definitie van het begrip begrotingstotaal. Economische omgeving De uitoefening van de financieringsfunctie is afhankelijk van de renteontwikkeling. De renteontwikkeling is op zijn beurt een afspiegeling van het economische klimaat en de verwachtingen daarvoor. Op dit moment staan enkele belangrijke economische signalen op oranje. Bijvoorbeeld, de economische groei lijkt, in internationaal perspectief, af te vlakken en er is sprake van hoge inflatie. De oplopende prijsniveaus dragen vervolgens weer bij aan een afnemend consumentenvertrouwen. Daarnaast is de internationale financiële wereld in de ban van de kredietcrisis. Deze crisis heeft een sterk verhogend effect gehad op de korte rente door de hogere risicoopslag die geldverstrekkers hanteren. Mede onder invloed van deze zaken was er ten tijde van de opstelling van deze begroting sprake van een situatie waarbij de korte rente hoger is dan de lange rente (inverse rentestructuur). Het Servicecentrum houdt rentestanden, ontwikkelingen en verwachtingen nauwlettend in de gaten en maakt daarbij gebruik van verschillende informatiekanalen. Voor inzicht in de

actuele markttarieven heeft het Servicecentrum toegang tot BNG Marktinformatie en Reuters (internationaal financieel persbureau). Daarnaast maakt het Servicecentrum via open bronnen gebruik van marktvisies van grootbanken. Aldus wordt voor het komen jaar de volgende ontwikkeling verwacht, waarbij benadrukt moet worden dat dit een momentopname is die dagelijks wijzigt. Tabel 1: Renteverwachting. Actueel ten tijde van opstelling begroting 2009 Gemiddelde verwachting grootbanken van stand Toe/afname Korte rente (3maands Euribor) 4,96% 4,31% 0,65% Lange rente (10jaars IRS) 4,63% 5,00% 0,37% Spread 0,33% 0,69% 1,02% Zoals uit bovenstaande tabel blijkt verwachten grootbanken binnen de termijn van één jaar een herstel naar een normale rentestructuur. De korte rente zal naar verwachting dalen als gevolg van een afnemende risicoopslag. De verwachte aanhoudende hoge inflatie is daarentegen de drijvende kracht achter de voorziene toename van de lange rente. 3.4.2. Financieringspositie Financiering activa De activa van de gemeente Dordrecht zullen per begin 2009 naar verwachting als volgt gefinancierd zijn: Tabel 2: Financieringspositie per 112009. en * 1 miljoe per 112009 Totale boekwaarde investeringen 779,9 Vaste financieringsmiddelen: Reserves 537,8 Voorzieningen 58,0 Langlopende leningen 110,7 706,6 Financieringstekort 73,3 Het berekende financieringstekort zal worden verminderd middels het aantrekken van aanvullende langlopende financiering. Interne rente Voor de interne doorberekening van de netto rentekosten naar de investeringen hanteert de gemeente Dordrecht een omslagpercentage van 4%. De gemeente hanteert hierbij een (egalisatie)reserve. Bij de Kadernota 2009 is het rentebeleid, dat in 2006 was vastgesteld, herijkt. Dit heeft in enkele kleine aanpassingen geresulteerd.

Leningenportefeuille. Opgenomen langlopende leningen Onderstaande tabel geeft inzicht in het verwachte verloop van de leningportefeuille in 2009: Tabel 3: Mutaties leningenportefeuille OG 2009. en * 1.000, Gemiddeld percentage Stand per 1 januari 2009 110.747 4,62% Nieuwe leningen 25.000 4,50% Reguliere aflossingen 2.055 Vervroegde aflossingen Renteaanpassing (oud percentage) 1.191 4,75% Renteaanpassing (nieuw percentage) 1.191 5,38% Stand per 31 december 2009 133.692 4,60% De behoefte om eventueel aanvullende langlopende financiering op te nemen blijkt uit een liquiditeitenplanning. Zie hiervoor verder onder Kasbeheer. Uitzettingen Onder uitzettingen worden verstrekte langlopende geldleningen en beleggingen verstaan. De gemeente Dordrecht heeft de volgende uitzettingen: Tabel 4: Mutaties uitzettingen 2009. en * 1.000, Gemiddeld percentage Verstrekte geldleningen: Stand per 1 januari 2009 39.121 4,63% Nieuwe leningen Reguliere aflossingen 2.746 Vervroegde aflossingen Renteaanpassing (oud percentage) 5.100 4,33% Renteaanpassing (nieuw percentage) 5.100 5,38% Stand per 31 december 2009 36.375 4,76% Beleggingen: Stand per 1 januari 2009 125.530 Afloop/expiratie Afschrijving 39 Herbeleggingen Nieuwe beleggingen Stand per 31 december 2009 125.491 Totaal uitzettingen per 1 januari 2009 164.651 Totaal uitzettingen per 31 december 2009 161.866

3.4.3. Risicobeheersing Zoals eerder benoemd vormt risicobeheersing één van de pijlers van de Wet fido. In de navolgende onderdelen wordt ingegaan op de risicoaspecten die verbonden zijn aan de uitvoering van de gemeentelijke treasuryfunctie. In beginsel kunnen deze worden onderscheiden in renterisico s, kredietrisico s, koersrisico s en valutarisico s. Voor de gemeente Dordrecht zijn de twee laatstgenoemde risico s niet van toepassing. Daarnaast kan een informatierisico worden benoemd, te weten het risico dat relevante informatie niet tijdig of volledig bij de treasuryafdeling onder aandacht wordt gebracht. Renterisico Renterisico s worden binnen de Wet fido onderscheiden in het renterisico van de vlottende schuld en het renterisico van de vaste schuld. Voor beide heeft de Wet een eigen norm ontwikkeld: Kasgeldlimiet Met de kasgeldlimiet is in de Wet fido een norm gesteld voor het maximum bedrag waarop de gemeente haar financiële bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd < 1 jaar) mag financieren. Deze norm bedraagt 8,5 % van het begrotingstotaal aan lasten vóór bestemming, dus met uitzondering van stortingen in reserves. Indien hierbij de kasgeldlimiet bij herhaling wordt overschreden dient er geconsolideerd te worden ofwel moet één en ander worden omgezet in een langlopende lening. Voor 2009 kan de kasgeldlimiet voor de gemeente Dordrecht als volgt worden bepaald: Tabel 5: Berekening kasgeldlimiet 2009. en * 1 miljoen Berekening kasgeldlimiet 2009: Begrotingstotaal 426,8 Relevant percentage 8,5% Kasgeldlimiet 36,3 De gemeente Dordrecht verwacht in 2009 binnen de kasgeldlimiet te opereren. Richtsnoer is om van de beschikbare kasgeldlimiet maximaal 30 miljoen te gebruiken voor de financiering met kortlopende middelen. Renterisiconorm De Wet fido definieert vaste schuld als opgenomen geldleningen met een rentetypische looptijd groter of gelijk aan 1 jaar. Van renterisico is sprake indien er onzekerheid bestaat rond toekomstige renteniveaus. Deze situatie doet zich op de volgende momenten voor: Bij variabel rentende leningen; Indien een toekomstige financieringsbehoefte nog niet afgedekt is; Bij naderende renteaanpassingen van leningen. Het doel van de renterisiconorm is om overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één bepaald jaar te voorkomen, één en ander ter bescherming van de gemeentelijke financiële positie. Met deze norm bevordert de Wet fido een solide financieringswijze bij openbare lichamen. De wet beoogt hiermee een bijdrage te leveren aan de uitstekende kredietwaardigheid van openbare lichamen op de kapitaalmarkt. Op basis van de nog geldende Wet fido bedraagt de renterisiconorm 20% van de verwachte stand van de vaste schuld per 1 januari van het begrotingsjaar. De redenering achter deze norm is als volgt: de Wet fido acht het renterisico aanvaardbaar in de tijd gespreid indien in een bepaald jaar niet meer dan 20% van per 1 januari geldende restschuld van opgenomen leningen aan renteaanpassing onderhevig is. Op grond van de huidige Wet fido kan de volgende beoordeling van de renterisiconorm worden gemaakt:

Tabel 6: Renterisiconorm 2009. en * 1.000, 1a Renteherziening vaste schuld OG 1.191 1b Renteherziening vaste schuld UG 5.100 2 Netto renteherziening vaste schuld (1a 1b) 3.909 3a Nieuw aangetrokken vaste schuld 25.000 3b Nieuw verstrekte lange leningen 4 Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a 3b) 25.000 5 Betaalde aflossingen 2.056 6 Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 2.056 7 Renterisico op vaste schuld (2 + 6) 1.853 Renterisiconorm: 8 Stand vaste schuld per 1 januari 110.747 9 Percentage cf. ministeriële regeling 20% 10 Renterisiconorm (8 * 9): 22.149 Toets renterisiconorm: 10 Renterisiconorm 22.149 7 Renterisico op vaste schuld 1.853 11 Ruimte (+) / Overschrijding (); (10 7) 24.002 Uit voorgaande opstelling blijkt dat de gemeente Dordrecht in 2009 voldoet aan de renterisiconorm. In meerjarenperspectief verwacht de gemeente geen overschrijding van deze norm. De nog vast te stellen geactualiseerde Wet fido relateert het renterisico voortaan aan het begrotingstotaal c.q. budgettaire risico. Voor de gemeente Dordrecht zou deze nieuwe berekening als volgt luiden: Tabel 7: Renterisiconorm 2009 cf. nieuwe berekeningswijze. en * 1.000, Renterisiconorm: Begrotingstotaal 426.762 Percentage regeling 20% Renterisiconorm: 85.352 Toetsing renterisico aan norm: Renteherziening 3.909 Aflossingen 2.056 Renterisico: 1.853 Renterisiconorm: 85.352 Ruimte / Overschrijding () 87.205 Gespiegeld aan de toekomstige berekeningwijze zal gemeente Dordrecht eveneens voldoen aan de renterisiconorm.

3.4.4. Kredietrisico Kredietrisicobeheersing richt zich op de kredietwaardigheid (en dus risicoprofiel) van de tegenpartijen bij financiële transacties. Kredietrisico s kunnen zich op twee manieren manifesteren. Ten eerste is er het risico dat wordt gelopen uit hoofde van door de gemeente verstrekte leningen en uitgezette beleggingen. Daarnaast is een kredietrisico verbonden aan gemeentelijke borgstellingen. Kredietrisico op leningen en beleggingen Het kredietrisico wordt door de Wet fido beperkt door minimale eisen te stellen aan de kredietwaardigheid van tegenpartijen en de verplichte hoofdsomgarantie bij beleggingen. De hiervoor in tabel 4 gespecificeerde uitzettingen kunnen als volgt worden gerubriceerd naar risicocategorie: Tabel 8: Specificatie uitzettingen naar risicocategorie. en * 1.000, Verwachte stand per Specificatie leningen en beleggingen naar risicogroep: 112009 31122009 % per eind 2009 Gemeenten / Provincies 0,0% Overheidsbanken 0,0% Woningcorporaties met garantie WSW 22.914 21.320 13,2% Semioverheidsinstellingen 9.010 9.010 5,6% Financiële instellingen (A en hoger) 116.520 116.481 72,0% Overige toegestane instellingen volgens Treasurystatuut 16.207 15.055 9,3% Treasurystatuut 0,0% Totaal 164.651 161.866 100,0% Kredietrisico ten aanzien van borgstellingen (gemeentegaranties) Borgstellingen kunnen op twee manieren voorkomen: 1. Directe borgstelling 2. Achtervang Bij directe borgstellingen staat de gemeente jegens geldgevers borg voor de betaling van rente en aflossing op langlopende geldleningen die door lokale organisaties, instellingen of verenigingen zijn aangetrokken die veelal activiteiten verzorgen welke in het verlengde liggen van de gemeentelijke publieke taak. Achtervang houdt in dat de gemeente, al dan niet samen met het Rijk, een rol speelt in de zekerheidsstructuur van een waarborgfonds, bijvoorbeeld de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Door deze structuur kunnen instellingen die bij een waarborgfonds zijn aangesloten tegen de laagste rente lenen. Mede vanwege de strenge toelatingscriteria en periodieke toetsing door het fonds loopt de gemeente hierbij een veel lager risico dan bij directe borgstellingen. De verwachting van de ontwikkeling van de borgstellingen van Dordrecht gedurende 2009 luidt als volgt:

Tabel 9: Specificatie borgstellingen per categorie. en * 1.000, Verwachte stand per Specificatie gemeentelijke borgstellingen naar categorie: 112009 31122009 % per eind 2009 Directe borgstellingen Instellingen in zorgsector 12.179 10.847 2,8% Verbonden partijen 70.499 67.776 17,3% Verenigingen 4.997 4.804 1,2% Overigen 6.426 5.000 1,3% Subtotaal 94.101 88.427 22,5% Achtervang WSW (woningcorporaties) 304.400 304.400 77,5% Totaal 398.501 392.827 100,0% 3.4.5. Kasbeheer Met ingang van 1 april 2008 vindt het betalingsverkeer van Dordrecht volledig plaats vanuit het Servicecentrum Drechtsteden. Dit betreft het beheer van het gemeentelijke rekeningstelsel, het coördineren van bevoegdheden en het verrichten van feitelijke betalingen. De gemeente was, is en blijft daarbij overigens eigenaar van de betreffende banken girorekeningen. De Bank Nederlandse Gemeenten is huisbankier van de gemeente Dordrecht. Daarnaast heeft de gemeente betalingsverkeerrelaties met Rabobank en Postbank. Vanuit het centrale beheer verzorgt het Servicecentrum ook de saldoregulatie. Dit betekent dat tekorten of overschotten in rekening courant vanuit het Servicecentrum worden aangevuld respectievelijk uitgezet. Deze saldoregulatie vindt veelal plaats door het opnemen van kasgeldleningen of het uitzetten van deposito s op de geldmarkt. Het netwerk van het Servicecentrum op de geld en kapitaalmarkt waarborgt dat deze transacties tegen de meest gunstige voorwaarden worden aangegaan. Een hulpmiddel bij de saldoregulatie is de liquiditeitenplanning. Vanuit het Servicecentrum zal deze planning, in een meerjarige vorm, worden geactualiseerd. Op grond van het beeld dat daar uit naar voren komt zal worden bezien of aanvullende financiering moet worden opgenomen en voor welke termijn die behoefte zal gelden. 3.4.6. Informatievoorziening Periodiek zal vanuit de gemeente overleg worden gevoerd met het Servicecentrum Drechtsteden over de uitvoering van de treasuryfunctie. Voor zover relevant zullen door het Servicecentrum rapportages worden opgeleverd voor in of extern gebruik.