Uitwerkingsplan Verzetplein. Gemeente Beemster

Vergelijkbare documenten
Wijzigingsplan Locatie Kwekerij Slot. Gemeente Beemster

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

Planregels. Wijzigingsplan Nieuw-Vennep 1e wijziging 2 e fase

Waterfront-Zuid Watersportboulevard. Vastgesteld uitwerkingsplan

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

uitwerkingsplan Mortiere fase 7

Uitwerkingsplan. Nassaulaan. Definitief. Gemeente Baarle-Nassau Postbus AC Baarle-Nassau. Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 28 juli 2012

Planregels. wijzigingsplan 'Hoofddorp Noord 2e wijziging' ontwerp juni 2015

WIJZIGINGSPLAN MORTIERE FASE 5A. GEMEENTE MIDDELBURG vastgesteld 6 december ruimte voor ideeën

BIJLAGE 2. Van toepassing zijnde regels na wijziging in de bestemming

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

4 4 vr v ije j ka k ve v ls l s De Sche h ife f la l ar r 15, Veghe h l Vig i ere r nde d be b st s emming n 1

REGELS Inhoudsopgave

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. educatieve instellingen met inbegrip van kinderopvang;

Artikel 4: Woondoeleinden 2

Regels, behorende bij "1 e herziening Uitwerkingsplan Mortiere fase 4 van het bestemmingsplan Mortiere van de gemeente Middelburg

Bestemming vrijstaande woningen W-A2 De Opslach Ryptsjerk

BESTEMMINGSBEPALINGEN

GEMEENTE HEERENVEEN UITWERKING 3 e FASE SKOATTERWÂLD (WONINGBOUW TEN OOSTEN VAN DE BOSVELDEN, DEEL 1) INHOUDSOPGAVE

Bijlage 2: Bestemming Wonen - 1

Artikel 6: Woondoeleinden 4

Bestemming Verblijfsrecreatieve

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDENDE EN ALGEMENE BEPALINGEN. Begripsomschrijvingen 2. BESTEMMINGSBEPALINGEN

Bestemming 2 ^1 kapwoningen W-B2 De Opslach Ryptsjerk

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 2. Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels 6. Kenmerk: R02

Hoevensestraat 14 Vught. Regels. Wijzigingsplan. Opdrachtgever: Datum vrijgave. Opstellers: Rapportnummer: Dhr. en mevr. H.J.G. Hendriks.

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

Artikel 16 Woongebied

Planregels uitwerking Schoenmakershoek Oost fase 3 (20 oktober 2015)

Inhoud van de regels. Hoofdstuk 1 Inleidende regels blz. 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5. Artikel 1 Begrippen 3

Wonen. 1.2 Bouwregels

Pelgrimsche Hoeve. Kavelgegevens prijs: 325 / m² ex. btw. Fase 3 kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. PRIJS: k.k. ex. btw.

B i j l a g e 2 : B e s t e m m i n g G e m e n g d

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Piet Mondriaanstraat - Wolvega

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen;

Artikel 2 Woondoeleinden IV (W IV) 5 Artikel 3 Erven III (E III) 7 Artikel 4 Tuinen II (T II) 9

A r t i k e l 1 T u i n

P l a n r e g e l s vrs

BIJLAGE 2 tekst herziene voorschriften van Westenholte

Reparatieplan Hierden Dorp Vastgesteld bestemmingsplan

BIJLAGE 2 - VOORSCHRIFTEN - PLANKAART

Bestemmingsplan Notarisappelstraat

waarbij, ter plaatse van de aanduiding karakteristiek, de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd;

HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE BEPALINGEN...

Uitwerkingsplan. Assenrade, fase 2. Gemeente Hattem. Datum: 4 juni 2013 Projectnummer:

uitwerkingsplan uitwerking Luchen fase 2

Artikel 1 begrippen 2 Artikel 2 relatie met geldend bestemmingsplan 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 4

Voorschriften. Kenmerk: V02

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp. Gemeente Goeree-Overflakkee. Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016

GEMEENTE VLAARDINGEN BESTEMMINGSPLAN. BABBERSPOLDER OOST, 1 e herziening (Deelplannen 7+8)

Bijlage 1 Aanpassing verbeelding voor de locatie Zwarteweg 28

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' zijn de gronden tevens bestemd voor langzaam verkeersdoeleinden.

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Toelichting, behorende bij het "Uitwerkingsplan 2 Vossepolder van het bestemmingsplan Vossepolder van de gemeente Hillegom

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Wijzigingsplan Opperstraat 1 e wijziging. Gemeente Halderberge Ontwerp

Regels bestemmingsplan '7e herziening Dubbeldam, gebied Haaswijkweg - Oudendijk'

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

Middenweg 97a wijzigingsplan ex artikel 3.1 Wro. Status: vastgesteld. Gemeente Beemster. ID-code: NL.IMRO Middenweg97a-VA01

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

Bestemmingsplan Benonistraat Regels

Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

Inhoudsopgave. Regels. Vaststellingsbesluit 16

Planregels. wijzigingsplan Buitengebied Midden 1 ste wijziging. Oktober 2016

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo)

Purmerweg 35/35a

b. beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, met dien verstande dat:

Artikel 22 Wonen Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

Uitwerkingsplan deelgebied 1 W arande

Mortiere Fase 6B Herziening

wijzigingsplan Zijldijk 32a

9.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

Hoofdstraat 120 Stadskanaal

Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden

GEMEENTE BERGEN OP ZOOM. Bestemmingsplan. Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP

Artikel 22: Wonen Bestemmingsomschrijving

Prins Hendrikstraat 88 a Belfeld Koopsom: kosten koper

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 5B. vastgesteld 23 augustus ruimte voor ideeën

BIJLAGE 1 tekst herziene voorschriften van Wipstrik

Advies Bestemmingsplan Het Nieuwe Water 2

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 9B. ontwerp juni ruimte voor ideeën

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK ONTWIKKELING LOCATIE AALVANGER EN UITBREIDING GEMEENTEHUIS TE HASSELT GEMEENTE ZWARTEWATERLAND. Auteurs : mro b.v.

Planregels. Wijzigingsplan Buitengebied Noord 1e wijziging. augustus 2016

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

Regels. Kenmerk: R05

Regels 5e herziening Dubbeldam, locatie Noordendijk 430

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

Nieuw-Amsterdam, bedrijfswoning Verlengde Herendijk

Nog niet gecontroleerde informatie!

Transcriptie:

Uitwerkingsplan Verzetplein Gemeente Beemster

Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 4 1.1 Aanleiding en doelstelling 4 1.2 Ligging plangebied 4 1.3 Vigerend bestemmingsplan 5 1.4 Leeswijzer 5 Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 6 2.1 Oorsprong van het plan 6 2.2 Invulling plangebied 6 2.3 Parkeren en verkeer 6 Hoofdstuk 3 Milieu- en omgevingsaspecten 7 3.1 Algemeen 7 3.2 Water 7 3.3 Natuur 7 3.4 Bodem 7 3.5 Archeologie en cultuurhistorie 7 3.6 Externe veiligheid 8 3.7 Geluid 8 3.8 Luchtkwaliteit 8 3.9 Bedrijven en milieuzonering 8 3.10 Conclusie milieu- en omgevingsaspecten 9 Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving 10 4.1 Algemeen 10 4.2 Planregels 10 4.3 Handhaafbaarheid 11 Hoofdstuk 5 Financiële uitvoerbaarheid 12 5.1 Algemeen 12 5.2 Financiële uitvoerbaarheid 12 Hoofdstuk 6 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 13 6.1 Procedure 13 Regels 14 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 15 Artikel 1 Begrippen 15 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 16 Artikel 2 Tuin 16 Artikel 3 Wonen 17 Hoofdstuk 3 Algemene regels 19 Artikel 4 Van toepassing zijnde bepalingen bestemmingsplan Zuidoostbeemster I 19 Hoofdstuk 4 Slotregels 20 Artikel 5 Titel van het plan 20 Pagina 2 van 21

Toelichting Pagina 3 van 21

Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doelstelling In Zuidoostbeemster, aan het Verzetplein, stond het buurthuis "Zuidoost". Dit buurthuis is inmiddels verplaatst naar een locatie aan het Middenpad, waardoor de locatie aan het Verzetplein vrij is gekomen. Deze locatie heeft in het bestemmingsplan een uit te werken gemengde bestemming. Dit betekent dat een uitwerkingsplan dient te worden vastgesteld voordat ontwikkeling plaats kan vinden. Met het voorliggende uitwerkingsplan wordt het gebied verder uitgewerkt. 1.2 Ligging plangebied Het plangebied ligt in Zuidoostbeemster. Het gebied wordt begrensd door het Verzetplein aan de noordzijde en de Pieter Kramerstraat aan de westkant. Aan de zuidzijde grenst het gebied aan het bedrijf 'Bax Chemicals', waarop in paragraaf 3.9 nader in wordt gegaan, en aan de oostzijde aan tuinen van woningen aan de Wouter Sluislaan. In figuur 1.1 is de begrenzing van het plangebied weergegeven. Figuur 1.1 Locatie plangebied Pagina 4 van 21

1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het bestemmingsplan Zuidoostbeemster I, vastgesteld door de gemeenteraad op 2 juni 2008 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 18 december 2008. De gronden zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Gemengd - Uit te werken. Binnen dit bestemmingsplan is vastgelegd dat het plangebied bestemd is voor wonen, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, tuinen en erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water, groen en speelvoorzieningen, paden en open terreinen. Daarbij mag, na uitwerking, worden gebouwd volgens de randvoorwaarden van het bestemmingsplan Zuidoostbeemster I. 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving van het plan gegeven, waarbij in wordt gegaan op de nieuwe indeling van het plangebied. In hoofdstuk 3 komen de relevante milieu- en omgevingsaspecten aan bod, waarna in hoofdstuk 4 het juridische deel (verbeelding en regels) van het uitwerkingsplan wordt toegelicht. In hoofdstuk 5 wordt een toelichting gegeven op de uitvoerbaarheid van het plan en tot slot wordt in hoofdstuk 6 de procedure die het plan volgt beschreven. Pagina 5 van 21

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 2.1 Oorsprong van het plan Het voormalige buurthuis in het plangebied is verplaatst naar een locatie aan het Middenpad, waardoor een nieuwe invulling aan het gebied kan worden gegeven. Gezien de ligging van de locatie in een woongebied, is er voor gekozen om de locatie in te richten met een woonfunctie. Het plangebied is in 2008 in het bestemmingsplan Zuidoostbeemster I opgenomen als uit te werken gemengd gebied. Op dat moment was het nog niet duidelijk welke invulling het plangebied precies zou krijgen en is dus gekozen voor een nader uit te werken bestemming. Inmiddels is de toekomstige invulling van het plangebied bekend en wordt de locatie met het voorliggende plan uitgewerkt. 2.2 Invulling plangebied Het plangebied wordt ingericht voor een woonfunctie, in de vorm van 3 grondgebonden, vrijstaande woningen. De goot- en nokhoogte sluiten aan op de hoogten van bestaande, omliggende woningen. Ook wat betreft schaal, kapvorm en materialisatie zal worden aangesloten bij de omliggende bebouwing. De woningen zullen worden ontsloten door het Verzetplein. Parkeren zal op eigen terrein plaatsvinden. Hier wordt hieronder nader op ingegaan. 2.3 Parkeren en verkeer Het parkeren voor de woningen vindt op eigen terrein plaats, waardoor de parkeerdruk niet toeneemt. De ontwikkeling van de nieuwe woningen heeft een verkeersaantrekkende werking als gevolg. Uitgaande van het kengetal van 6 verkeersbewegingen per woning per dag, zoals de C.R.O.W. hanteert, zullen de 3 woningen gemiddeld 18 verkeersbewegingen per dag genereren. Vanwege deze beperkte toename zal dit niet leiden tot knelpunten op de bestaande wegenstructuur. Pagina 6 van 21

Hoofdstuk 3 Milieu- en omgevingsaspecten 3.1 Algemeen De milieukwaliteit vormt een belangrijke afweging bij de ontwikkeling van ruimtelijke functies. In dat verband dient bij de afweging van het al dan niet toelaten van bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen te worden onderzocht welke milieu- en omgevingsaspecten daarbij een rol (kunnen) spelen. In deze paragraaf wordt per milieu- en omgevingsaspect beschreven wat de mogelijke effecten zijn. 3.2 Water Een van de milieu- en omgevingsaspecten is water en het watersysteem. Hieronder wordt dit toegelicht. In de toekomstige situatie zal het plangebied aansluiten op het huidige watersysteem en de bestaande waterpeilen. Wat betreft de waterkwantiteit is het van belang dat, indien extra verharding mogelijk wordt gemaakt, er nieuw water wordt aangelegd. Dit, om de versnelde afstroming van water vanaf het verhard oppervlak op te vangen. In het onderhavige geval is het plangebied geheel verhard. In de toekomstige situatie wordt het plangebied ook grotendeels verhard. Een versnelde afstroming van water is daarom niet aan de orde. Het afvalwater wordt in de toekomstige situatie conform de huidige situatie op het gemengde stelsel geloosd. 3.3 Natuur Het plangebied bestaat momenteel uit braakliggend gebied. De directe omgeving bestaat uit bebouwd gebied. Doordat het gebied intensief voor bewoning wordt gebruikt en volledig is verhard zijn geen natuurwaarden in het plangebied te verwachten. Tevens maakt het plangebied geen onderdeel uit van een natuurbeschermingsgebied of ecologische hoofdstructuur. Natura 2000-gebieden liggen op meer dan 2 kilometer afstand van het plangebied. Mogelijk negatieve gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen voor deze gebieden zijn dan ook niet aan de orde. 3.4 Bodem Voor het plangebied is een verkennend bodemonderzoek 1 uitgevoerd om de bodemkwaliteit ter plaatse vast te stellen. Geconcludeerd wordt dat de onderzoeksresultaten milieuhygiënisch gezien geen belemmeringen vormen voor de beoogde woonbestemming. 3.5 Archeologie en cultuurhistorie In de beleidsnota archeologie van de gemeente Beemster geldt als regime voor het gebied 'Zuidoostbeemster' dat onderzoek dient te worden verricht in de volgende gevallen: op terreinen van lijst in bijlage: groter dan 50 m 2 en dieper dan 35 cm overig deel van het gebied: geen onderzoek nodig (besloten bij wijziging van 27 mei 2008). Het plangebied van onderhavig uitwerkingsplan is niet opgenomen in de bijlage. Hier geldt dus dat dit 'overig gebied' is en dat geen onderzoek nodig is. Daarnaast is het plangebied in de huidige situatie bebouwd en wordt de grond in de toekomstige situatie niet dieper geroerd. Pagina 7 van 21

3.6 Externe veiligheid Wat betreft het aspect externe veiligheid wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan Zuidoostbeemster I. Hierin is toegelicht dat in de Zuidoostbeemster geen sprake is van overschrijding van het plaatsgebonden en groepsrisico vanwege transport van gevaarlijke stoffen over de rijksweg A7. 3.7 Geluid Op grond van de Wet geluidhinder dient de geluidbelasting afkomstig van geluidgezoneerde wegen op de nieuwe woningen te worden getoetst aan de in de wet opgenomen grenswaarden. De enige geluidgezoneerde weg in de omgeving van het plangebied betreft de A7. Overige wegen in de nabijheid van het plangebied hebben een snelheidsregime van 30 km/h. Wegen met een 30 km/h regime kennen in de Wet geluidhinder geen geluidzone en hoeven niet te worden getoetst. Uit uitgevoerd akoestisch onderzoek 2 is gebleken dat de voorkeursgrenswaarde van 48 db in het plangebied op de drie bouwvlakken wordt overschreden. De maximale ontheffingswaarde wordt echter niet overschreden. De hoogst berekende waarde bedraagt 51 db. Voor de woningen in het voorliggende uitwerkingsplan wordt ontheffing verleend van de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder. Het ontheffingsbesluit ligt tegelijk met het voorliggende ontwerp uitwerkingsplan ter inzage. 3.8 Luchtkwaliteit Op basis van wetgeving die bekend staat onder de naam 'Wet luchtkwaliteit' kunnen ruimtelijk-economische initiatieven worden uitgevoerd als aan één of meer voorwaarden wordt voldaan: 1. grenswaarden niet worden overschreden; 2. de luchtkwaliteit per saldo verbetert of tenminste gelijk blijft; 3. het initiatief niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit; 4. het initiatief is opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De Wet Luchtkwaliteit maakt onderscheid tussen kleine en grote ruimtelijke projecten. Onder kleine projecten worden projecten verstaan die de luchtkwaliteit 'niet in betekende mate' verslechteren. Deze projecten worden niet meer beoordeeld op luchtkwaliteit. Ze zijn namelijk zo klein dat ze geen wezenlijke invloed hebben op de luchtkwaliteit. Draagt een klein project niet of nauwelijks bij aan luchtverontreiniging, dan is er geen belemmering voor. Het ministerie VROM heeft de definitie van 'in betekenende mate' vastgelegd in het Besluit NIBM. Projecten die de concentratie CO 2 of fijn stof met meer dan 3% van de grenswaarde verhogen, dragen in betekenende mate bij aan de luchtvervuiling. Deze 3%-grens is voor een aantal categorieën projecten in de regeling NIBM omgezet in getalsmatige grenzen, bijvoorbeeld: woningbouw: 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitingsweg, 3.000 woningen bij 2 ontsluitingswegen; kantoorlocaties: 100.000 m 2 bruto vloeroppervlak bij 1 ontsluitingsweg, 200.000 m 2 bruto vloeroppervlak bij 2 ontsluitingswegen. Op basis van deze gegevens kan worden geconcludeerd dat het uitwerkingsplan niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit en onderzoek naar luchtkwaliteit voor de ontwikkelingen die met het voorliggende uitwerkingsplan mogelijk worden gemaakt niet nodig is. 3.9 Bedrijven en milieuzonering De omgeving van het plangebied is in hoofdzaak een woongebied. Er zijn in de buurt van de beoogde woningen geen bedrijven in de buurt die hinder kunnen veroorzaken. Ten zuiden van het plangebied is het hoofdkantoor van Bax chemicals gevestigd. Het gaat hier enkel om een kantoorfunctie, aangezien de opslag- en distributie behorende bij dit bedrijf elders plaatsvindt. Dit kantoor heeft geen invloed op het woon- en leefklimaat van de nieuwe woningen en wordt door de reeds aanwezige woningen niet in zijn bedrijfsvoering beperkt. Pagina 8 van 21

3.10 Conclusie milieu- en omgevingsaspecten Op basis van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat er geen belemmeringen bestaan voor de ontwikkelingen die met het voorliggende uitwerkingsplan mogelijk worden gemaakt. Pagina 9 van 21

Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving 4.1 Algemeen In het kader van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is in het bestemmingsplan Zuidoostbeemster I bepaald dat delen van het plangebied nader uitgewerkt dienen te worden middels een uitwerkingsplan. Het onderhavige plangebied, met de bestemming 'Gemengd - Uit te werken' is zo'n gebied. In het bestemmingsplan zijn kaderstellende regels gegeven waarbinnen die delen van het plangebied moet worden uitgewerkt. Met het voorliggende uitwerkingsplan wordt invulling gegeven aan de uitwerkingsplicht, binnen de gestelde regels in het bestemmingsplan Zuidoostbeemster I. Het juridisch bindende deel van het uitwerkingsplan bestaat uit de verbeelding en de planregels. De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van deze gronden, regels omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van op te richten bouwwerken. De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende deel van het uitwerkingsplan. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de onderbouwing van het plan en voor de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels. In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de wijze waarop de gewenste ruimtelijke en functionele ontwikkeling van het plangebied juridisch is vertaald. 4.2 Planregels De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, regels omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van op te richten bouwwerken. De regels zijn opgesteld op basis van de uitwerkingsregels in het moederplan bestemmingsplan Zuidoostbeemster I. De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. Per hoofdstuk worden hieronder de diverse regels artikelsgewijs besproken. In dit uitwerkingsplan zijn de volgende bestemmingen opgenomen: Tuin; Wonen. Hoofdstuk 1 Inleidende regels In dit hoofdstuk is het artikel 1 'begripsbepalingen' opgenomen. De definities van plan en uitwerkingsplan zijn hierin beschreven. Voor overige in het uitwerkingsplan gehanteerde begrippen wordt verwezen naar het moederplan bestemmingsplan Zuidoostbeemster I. Dit wordt onder hoofdstuk 3 Algemene regels nader toegelicht. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels In dit hoofdstuk zijn de regels per bestemming opgenomen. De bestemmingen Tuin en Wonen vormen respectievelijk de artikelen 2 en 3 en corresponderen met de bestemmingen op de verbeelding. Per bestemming is aangegeven voor welk gebruik de gronden zijn bedoeld en welke bouwmogelijkheden er bestaan. Voor de voorgevel van de gebouwen is de bestemming Tuin opgenomen, om deze vrij te laten van bebouwing. Achter de voorgevels is de bestemming Wonen opgenomen. Hier mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd tot een bepaalde omvang. Hoofdstuk 3 Algemene regels In dit hoofdstuk is artikel 4 opgenomen waarin staat welke artikelen uit het moederplan bestemmingsplan Zuidoostbeemster I van toepassing zijn en blijven op dit uitwerkingsplan. Dit zijn onder andere de begripsbepalingen, de wijze van meten en de overgangsregels. Hoofdstuk 4 Slotregel In dit hoofdstuk is het laatste artikel, de slotregel, opgenomen. Hierin wordt de naam van het uitwerkingsplan en de datum van vaststelling gegeven. Pagina 10 van 21

4.3 Handhaafbaarheid Met handhaving wil de gemeente bereiken dat: het bestemmingsplan wordt nageleefd; overtredingen snel worden gesignaleerd; tegen overtredingen van bestemmingsplanvoorschriften met succes kan worden opgetreden. Een belangrijke voorwaarde voor adequaat handhavingsbeleid is dat de bedoeling van de regelgeving duidelijk uit het uitwerkingsplan blijkt. Dit vraagt om heldere, leesbare en eenduidig te interpreteren planregels. Ook moet het plan actueel zijn en gebaseerd op een goed gedocumenteerde uitgangssituatie. Alleen dan kunnen eventuele strijdige bebouwings- en gebruiksvormen worden geconstateerd en effectief worden bestreden. Naast de eisen die handhaving stelt aan de juridische opzet van het bestemmingsplan, zullen maatregelen van financiële, organisatorische en communicatieve aard ertoe bijdragen dat handhaving van regelgeving een wezenlijke uitvoeringstaak van de gemeente is. Pagina 11 van 21

Hoofdstuk 5 Financiële uitvoerbaarheid 5.1 Algemeen Ingevolge artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient er in het kader van het uitwerkingsplan een onderzoek te worden gedaan naar de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiële haalbaarheid van het plan. De maatschappelijke aspecten worden in hoofdstuk 6 toegelicht. 5.2 Financiële uitvoerbaarheid Voorliggend uitwerkingsplan betreft een uitwerking op basis van het moederplan, bestemmingsplan Zuidoostbeemster I. Om de economische uitvoerbaarheid van het plan te beoordelen is bij het opstellen van het moederplan een globale exploitatieopzet gemaakt, waaruit is gebleken dat de gewenste ontwikkelingen economisch uitvoerbaar zijn. Pagina 12 van 21

Hoofdstuk 6 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 6.1 Procedure Conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (de uniforme openbare voorbereidingsprocedure) heeft het ontwerp uitwerkingsplan van 26 augustus tot en met 7 oktober 2013 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode konden belanghebbenden zienswijzen indienen. In deze periode zijn geen zienswijzen ingediend. Het uitwerkingsplan wordt daarom ongewijzigd vastgesteld door het college van B&W. Na een beroepstermijn van zes weken treedt het uitwerkingsplan in werking, tenzij conform artikel 8.4 Wro een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. Pagina 13 van 21

Regels Pagina 14 van 21

Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 plan: het Uitwerkingsplan Verzetplein van de gemeente Beemster. 1.2 uitwerkingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0370.2013Verzetplein-VA01. 1.3 aanbouw: een bouwwerk met een primaire woonfunctie, dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 1.4 bijgebouw: een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 1.5 erf: al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden. 1.6 overkapping een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder, dan wel met ten hoogste één wand. 1.7 uitbouw: een bouwwerk met een primaire woonfunctie, dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Pagina 15 van 21

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 2 Tuin 2.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. tuinen; b. opritten; c. parkeren. 2.2 Bouwregels 2.2.1 Algemeen Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. erkers en entreepartijen; b. bouwwerken geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde. 2.2.2 Erkers en entreepartijen Voor het bouwen van erkers en entreepartijen gelden de volgende regels: a. de horizontale diepte bedraagt niet meer dan 1 meter; b. voor zover de erker of entreepartij tegen de voorgevel van het hoofdgebouw wordt gebouwd, bedraagt de totale breedte van de erker of entreepartij maximaal 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw; c. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan wordt gebouwd. 2.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. carports en overkappingen zijn niet toegestaan; b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en op een naar openbaar gebied gekeerde zijdelingse perceelsgrens bedraagt maximaal 1 meter; c. de bouwhoogte van erf- en perceelsafscheidingen achter de voorgevel en op een niet naar openbaar gebied gekeerde zijdelingse perceelsgrens bedraagt maximaal 2 meter; d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 1 meter. Pagina 16 van 21

Artikel 3 Wonen 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen; b. aan huis verbonden beroep en bedrijf; c. tuinen en erven; d. parkeren; e. straten en paden; f. groen; g. water. 3.2 Bouwregels 3.2.1 Algemeen In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. hoofdgebouwen; b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen; c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde. 3.2.2 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen worden gebouwd in de vorm van vrijstaande woningen; b. een hoofdgebouw dient in een bouwvlak te worden gebouwd; c. per bouwvlak is maximaal één woning toegestaan; d. de goothoogte van een hoofdgebouw bedraagt maximaal 6 meter; e. de bouwhoogte van een hoofdgebouw bedraagt maximaal 11 meter; 3.2.3 Bijgebouwen en overkappingen Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. bijgebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd binnen bestemmingsvlakken; b. de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 3,5 meter; c. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen en overkappingen per hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 48 m 2. 3.2.4 Aan- en uitbouwen Voor het bouwen van aan- en uitbouwen gelden de volgende regels: a. aan- en uitbouwen mogen worden gebouwd binnen bestemmingsvlakken; b. aan- en uitbouwen mogen aan de achterzijde van de woning worden gebouwd binnen de breedte van de achtergevel van de woning; c. aan- en uitbouwen mogen aan de zijgevel van de woning worden gebouwd binnen de breedte van de zijgevel van de woning en niet meer dan de maximale uitbouw achter de achtergevel van de woning; d. aan de zijgevel van de woning gebouwde aan- en uitbouwen mogen tot maximaal 3 meter achter het verlengde van de achtergevel van de woning worden gebouwd; e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag niet meer bedragen dan 3,5 meter; f. de diepte van aan- of uitbouwen mag niet meer bedragen dan 3 meter loodrecht gemeten vanuit de gevel waaraan wordt aangebouwd. 3.2.5 Oppervlaktenorm aan- en uitbouwen en bijgebouwen De gezamenlijke oppervlakte van aan- uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 50% van het erf aan de zij- en achterkant van de woning, waarbij voor de bijgebouwen en overkappingen een maximum geldt van 48 m². 3.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels: Pagina 17 van 21

a. de bouwhoogte van erf- en perceelsafscheidingen voor de voorgevel en op een naar openbaar gebied gekeerde zijdelingse perceelsgrens bedraagt maximaal 1 meter; b. de bouwhoogte van erf- en perceelsafscheidingen achter de voorgevel en op een niet naar openbaar gebied gekeerde zijdelingse perceelsgrens bedraagt maximaal 2 meter; c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 meter. 3.3 Afwijken van de bouwregels Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.2 sub b, voor een uitbreiding van het hoofdgebouw buiten het bouwvlak, tot maximaal 3 meter diep aan de achterzijde van de woning; na realisering van de uitbreiding is het bepaalde in 3.2.4 van toepassing op die nieuwe achtergevel. 3.4 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmeting van de bebouwing, ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeleid; b. een goede woonsituatie; c. de sociale veiligheid; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 3.5 Specifieke gebruiksregels 3.5.1 Aan huis verbonden beroep en bedrijf Een woning en de daarbij behorende aan-, uitbouwen en bijgebouwen op gronden als bedoeld in lid 3.1 mogen worden gebruikt voor beroeps- en bedrijfsuitoefening aan huis, mits: a. de gezamenlijke vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van het bruto vloeroppervlakte van de betreffende woning en de bijbehorende aan-, uitbouwen en bijgebouwen; b. het beroeps- en/of bedrijfsuitoefening aan huis betreft die niet vergunningplichtig is op grond van de Wet milieubeheer; c. het geen detailhandel of horeca betreft; d. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van het aan huis gebonden beroep en bedrijf; e. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeersen parkeerdruk optreedt. 3.5.2 Gebruik van bijgebouwen voor bewoning Het is verboden bijgebouwen bij een woning te gebruiken of te laten gebruiken als zelfstandige woningen en als afhankelijke woonruimte. 3.5.3 Gebruik van aanbouw voor zelfstandige woonruimte Het is verboden een aanbouw bij een woning te gebruiken of te laten gebruiken als zelfstandige woonruimte. 3.5.4 Gebruik van gronden en bouwwerken als seksinrichting Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken ten behoeve van een seksinrichting. 3.6 Procedure bij nadere eisen Bij het stellen van nadere eisen wordt de procedure gevolgd zoals opgenomen in artikel 19 van de regels van bestemmingsplan Zuidoostbeemster I. Pagina 18 van 21

Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 4 Van toepassing zijnde bepalingen bestemmingsplan Zuidoostbeemster I Het bepaalde in de volgende hoofdstukken en artikelen van het bestemmingsplan Zuidoostbeemster I van de gemeente Beemster is onverkort van toepassing op het Uitwerkingsplan Verzetplein. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Alle artikelen, met uitzondering van: Artikel 1 Begripsbepalingen: 1a. het plan; 1b. de plankaart; 1c. aanbouw; 1k. bijgebouw; 1jj. uitbouw. Hoofdstuk 3 Algemene bepalingen Alle artikelen Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepaling Artikel 25 Overgangsbepaling. Pagina 19 van 21

Hoofdstuk 4 Slotregels Artikel 5 Titel van het plan Deze regels en de hierbij behorende verbeelding, kunnen worden aangehaald onder de naam 'Uitwerkingsplan Verzetplein' van het bestemmingsplan Zuidoostbeemster I van de gemeente Beemster. Pagina 20 van 21

Eindnoten 1. Grondslag, projectnr.: 20011, 27 november 2012 2. Gevelbelasting bestemmingsplan, ontwikkeling woningbouw Zuidoost-Beemster, Witteveen + Bos, 23 april 2013 Pagina 21 van 21