Samenwerking in het veiligheidshuis

Vergelijkbare documenten
VEILIGHEIDSHUIS KERKRADE

Wat is een Veiligheidshuis?

Jaarverslag Professionaliseren en versterken van de ketens

Stappenplan VeiligHeidsHuizen. Triage-instrument. voor professionals in het veld

VEILIGHEIDSHUIS IJSSELLAND INFORMATIE VOOR PARTNERS VERBINDT STRAF EN ZORG

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg

Veiligheidshuis Regio Utrecht. Jaarverslag Veiligheidshuis Regio Utrecht

Ketens risicojeugd sluitend verbinden Avans 7 april 2011

Ministerie van Veiligheid en Justitie 14 juni 2017

Regionale samenwerking in een Veiligheidshuis Ommen 5 februari 2009

Kadernota. Regionaal Veiligheidshuis Maas en Leijgraaf

Jaarplan 2015 Veiligheidshuis Twente

Waarom Koers & kansen?

Leergang Procesmanager Veiligheidshuizen. Dag 1: Rol en competenties van procesmanager Complexe casuïstiek

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

multiprobleem gezinnen

Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op , Sociëteit De Witte, te Den Haag

Veiligheidshuis Rivierenland Verbindt en brengt samen. Presentatie Veiligheidshuis Rivierenland Raadsleden

Wilsonbekwaamheid of BOPZ. Jacqueline Koster oktober 2014

Forensische zorg en LVB. Een beter leven in een veilige maatschappij

Politie en Veiligheidsregio Twente

Kadernota en begroting 2018

Een stap verder in forensische en intensieve zorg

Feiten & Achtergronden. Aanpak veelplegers. December 2006/F&A 6806

Districtelijk Veiligheidshuis Heerlen

raadsvoorstel voorstel

Opening Veiligheidshuis Regio Utrecht 21 maart 2013, Vinkenburgstraat 26 te Utrecht

Bijlage 1 bij Privacyconvenant Beschrijving van Overleggen VHH Haaglanden

DE MAATREGEL INRICHTING STELSELMATIGE DADERS (ISD): MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN-BATENANALYSE VAN EEN SAMENVATTING EVENTUELE VERLENGING

Het Imago van TBS in de Nederlandse samenleving. Resultaten van een representatief imago-onderzoek, Symposium 29 oktober 2015

Stappenplan VeiligHeidsHuizen. Triage-instrument. voor professionals in het veld

Van college naar werkagenda. Inspiratie voor het opstellen van uw Werkagenda Samenwerking met Jeugdbescherming en Jeugdstrafrecht

Datum 15 september 2009 Onderwerp Beantwoording kamervragen jeugdige criminelen met ernstige gedragsproblemen

Samenwerking SPV PI Zwolle en ACT

Vier zorgprogramma s ingezet vanuit het veiligheidshuis. [ontwikkeld door Palier]

Ons aanbod. Voor professionals

Presentatie Huiselijk Geweld Spreekuur. Dag Zorg en Veiligheid 17 juni 2019

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Onmogelijke levens, botsende logica s en eigenzinnige professionals. Organisatorische uitdagingen bij de aanpak van veelplegers

Zorg- en Veiligheidshuis Midden - Brabant

Inhoud. deel i de omvang en aard van het probleem 19. Voorwoord 1 1

Samenwerking tussen en in de Veiligheidshuizen

resultaten, knelpunten en condities

Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen

Klantreis Terugval dakloosheid. Disgover

Intensieve begeleiding na meerdere delicten of detentie. Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer

Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht

Aanmeldformulier Meldpunt Zorg en Overlast / Steunpunt Huiselijk Geweld

Raad voor de rechtshandhaving. JAARPLAN en BEGROTING 2015

- Gezamenlijke visie - Algemeen of specifiek - Doelstelling vastgelegd - Doel SMART geformuleerd

Organiseren van samenwerking in het jeugddomein

Pilot aansluiting ZSM en Veiligheidshuizen

veiligheidshuis district Sittard gemeenten Sittard-Geleen, Stein, Beek en Schinnen Samenvatting

Mede dankzij de inzet van veiligheidshuizen is in

Convenant Uitvoeringsoverleg Veiligheid en Zorg Zaaknummer Documentnummer DOC Versie. Leeuwen, M.E. van; Vugs, I.H.C.

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties

Veiligheidshuis Groningen

Zoektocht mogelijkheden & meerwaarde. Korte terugblik Voorbereidingen decentralisatie We zijn er van Uitgangspunten en vraagstukken

Justitieel Complex Zaanstad

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Zorg- en Veiligheidshuis Midden - Brabant

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Korte handleiding Wet Tijdelijk Huisverbod gemeente Den Haag

Informatie Piet Roordakliniek. Tactus

verwijzers Behandeling en begeleiding Forensische zorg voor mensen met een LVB

FACT. Informatie voor verwijzers en professionals

Veiligheidshuis West-Veluwe Vallei

1 Inleiding 9. 2 De fundamenten van het zorgstelsel De structuren in de zorg De aanspraak op zorg De financiering van de zorg 47

Eindexamen maatschappijleer vwo 2008-I

Reclassering en zorg voor een veiliger samenleving: Het Haagse model

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort

Samenwerking met de politie. Door Hans Slijpen, Accountmanager gezondheidszorg, Eenheid Midden Nederland, 20 november 2013.

Mensen met verward gedrag Kan de samenleving dit dragen?

Samenwerkingsovereenkomst kernpartners Veiligheidshuis Haaglanden

Landelijk kader Veiligheidshuizen: Een gedeeld toekomstperspectief

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening

Zicht op actuele veiligheidsproblemen en risico s. Historie; vooruitkijken begint met terugkijken

De Kracht van de Aanpak Extreme Woonoverlast. Positionering Aanpak Extreme Woonoverlast binnen het Utrechtse Model

SAMENVATTING BOUWSTENEN ZELFMANAGEMENT EN PASSENDE ZORG

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

juridisch toekomstbestendig?

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

Jaarverslag Veiligheidshuis Twente 2014

Actieplan Jeugdhulp. Evaluatie van de Jeugdwet op 30 januari In januari 2018 is de nieuwe Jeugdwet voor het eerst geëvalueerd.

LMD brandweer. Kansen voor ontwikkeling en doorgroei

Datum 26 februari 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Zorg over groei geweld door verwarde mensen in Rotterdam'

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

Samen leren en verbeteren met mijnkwaliteitvanleven.nl

Samenwerkingsconvenant tussen ketenpartners over Veiligheidshuis Gouda

netwerkdag 28 november 2013

Triple P en Transitie Jeugdzorg 24 april Yvonne van Westering, Nederlands Jeugdinstituut Margreet de Jongh, SO&T

Juryrapport mr Gonsalvesprijs 2013

nazorg ex-gedetineerden coördinatiepunt voor een soepele terugkeer in de Groninger samenleving

Gedwongen opname en verslaving Dr Anne Van Duyse - De Sleutel en PC Sint Jan Baptist

Centrum Huiselijk Geweld en Kindermishandeling onder één dak 17 juni 2019

Plan van Aanpak. Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding

Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland. informatie voor verwijzers

Inzicht in de opbrengsten en effecten van Veiligheidshuizen

Transcriptie:

Trefwoorden Veiligheidshuis Ketensamenwerking Veelplegers Coördinatievraagstuk Auteurs Joost Vos Esther Jongeneel Overleg in het veiligheidshuis Samenwerking in het veiligheidshuis Omgaan met botsende logica s Het veiligheidshuis is een samenwerkingsverband van justitie, zorgpartijen, reclassering en gemeente. Het zorgt voor een gecoördineerde aanpak van (criminele) jongeren, veelplegers en mensen die betrokken zijn bij huiselijk geweld. Het idee is dat de partners samen meer impact hebben op de problematiek dan ieder apart. Ze vullen elkaar aan. Maar onder linge verschillen maken dat samenwerking niet eenvoudig is. In dit artikel beschrijven de auteurs de botsende logica s van zorg en justitie. Ze laten ook zien hoe het veiligheidshuis omgaat met deze botsing. 26 www.sigmaonline.nl

Het veiligheidshuis in Rotterdam In 2002 treedt in Rotterdam een nieuw college aan. Veiligheid is een belangrijk thema. In dat jaar worden in Rotterdam in totaal acht wijken als onveilig geclassificeerd. Pim Fortuyn zet de toon: Rotterdam moet schoongeveegd worden. Elke agent moet worden uitgerust met een gummiknuppel. Onder aanvoering van Fortuyn vormen Leefbaar Rotterdam, het CDA en de VVD een coalitie. Daarbij wordt de persoonsgebonden aanpak (PGA) ontwikkeld als een belangrijk onderdeel van de veiligheidsaanpak. Het streven van de PGA is de 700 meest overlastgevende Rotterdammers op te sporen en ervoor zorgen dat zij uiterlijk in december 2005 voor minimaal drie maanden in een traject zijn geplaatst. In de krant krijgt deze aanpak een toon van toezicht en handhaving. Het college legt de nadruk op repressie en vermindering van overlast. Achter de schermen zorgt zij voor een snel groeiend aantal voorzieningen voor overlastgevende verslaafden, jongeren en veelplegers. Zonder daaraan veel ruchtbaarheid te geven, maakt het college middelen beschikbaar voor behandeling, begeleiding en preventie. Deze combinatie van repressie en preventie vormt het succes achter de aanpak (Tops, 2007). Voor de uitvoering van de PGA 700 wordt Han de Bruijne verantwoordelijk. Hij krijgt de rol van stadsmarinier, een verbindingsofficier die werkt in directe opdracht van de deelgemeenten en het stadsbestuur. Hij beschikt over extra middelen om problemen aan te pakken en hij heeft het mandaat om onorthodoxe maatregelen toe te passen. In 2007 wordt de PGA ondergebracht in het Samenwerkingsverband Persoonsgerichte Aanpak volwassenen Rotterdam (SPAR). De doelgroep wordt verbreed. Op 1 januari 2009 wordt het SPAR omgevormd naar een veiligheidshuis. Dit past in de doelstelling van de minister van Justitie om een landelijk sluitend netwerk van veiligheidshuizen te ontwikkelen. Het veiligheidshuis heeft kamers voor iedere doelgroep. In deze kamers werken vertegenwoordigers van de verschillende partijen, ieder vanuit hun eigen expertise. Voor de veelplegers is er twee maal per week een casusoverleg. Hier wordt de aanpak van de meest complexe cases besproken (zie kader pag 31). De eindverantwoordelijkheid voor het veiligheidshuis ligt bij het ketenregieteam. Dit team coördineert de samenwerking en vormt het eerste escalatie niveau. De problematiek van het veiligheidshuis is aanzienlijk. Het gaat om grote aantallen veelplegers. De druk is hoog om met resultaten te komen. Partijen verwachten veel van elkaar. Maar de doelgroep is weerbarstig. Eenvoudige oplossingen zijn niet altijd beschikbaar. Het NICIS onderzoek (zie kader pag 32) toont aan dat er sprake is van botsende logica s. De vraag is hoe hiermee om te gaan. In minder dan 50 woorden Veel huidige grote maatschappelijke vraagstukken vragen om domeinoverstijgend samenwerken. Voorbeelden zijn de samenwerking tussen jeugdzorg en sociale werkgelegenheid, en tussen zorg en justitie. In dit artikel worden handvaten gegeven voor hoe je kwaliteit kunt leveren in samenwerkingsverbanden met botsende logica s. Een voorbeeld is het veiligheidshuis in Rotterdam. Samenwerking in botsende velden Veelplegers hebben een combinatie van overlast en ziektelast. Ze hebben een reeks van delicten op hun naam hebben staan en een veelvoudige zorgbehoefte. Zij zijn verslaafd (70%) of hebben een aanzienlijke psychische problematiek en / of problemen met werk, huisvesting en relaties. Vaak hebben ze een schrijnend verleden. Zorg en justitie hebben de wortel en de stok. Het brede veld van de zorg kan vooral effectief zijn als een cliënt vrijwillig meewerkt. Justitie heeft de bevoegdheid om misdrijven en overlast te sanctioneren. Een overzicht van meer dan 1000 effectstudies (Wartna, 2004) laat zien dat juist de combinatie van straf en behandeling zorgt voor vermindering van recidive. Vooral behandelingen die onder drang worden voortgezet na detentie zijn effectief. Drang ontstaat als er druk wordt gezet om mee te doen aan een behandeling in ruil voor strafvermindering. Voor behandeling is motivatie belangrijk. Behandeling werkt niet bij een ongemotiveerde cliënt. Behandeling onder drang heeft een wisselend effect op de motivatie van de deel nemers. In eerste instantie werkt het negatief. Deelnemers reageren boos, machteloos en onverschillig. Gaandeweg groeit de motivatie voor behandeling. Dwang en drang zorgen er dan voor dat de deelnemers lang genoeg blijven om betrokken te raken bij de verschillende activiteiten die gedragsveranderingen bevorderen. Het helpt om te zorgen dat mensen zicht realiseren dat het zo echt niet meer gaat (Menger, 2008) en het is de stok achter de deur om de behandeling af te maken (Ooyen-Houben et al., 2008). Uit dit alles blijkt dat goede samenwerking tussen zorg en justitie hard nodig is. Toch is de praktijk weerbarstig (zie onder meer: Bakker, 2009, Nelissen, 2010). In deze bijdrage ontrafelen we de samenwerkingsproblematiek tot botsende culturen, botsende systemen en slecht aansluitende domeinen. De vraag is hoe zorg en justitie gebruikmakend van onderlinge verschillen een gezamenlijke logica kunnen creëren die een zinvolle aanpak van veelplegers mogelijk maakt. www.sigmaonline.nl 27

Figuur 1. Botsende logica s van zorg en justitie Figuur 2. Een gezamenlijke logica voor zorg en justitie Zorg Justitie Zorg Orientatie op de persoon Marktmechanismen Vrijwillige behandeling Culturen Structuren Domeinen Justitie Orientatie op de maatschappij Burocratische structuren Justitieel ingrijpen Orientatie op de persoon Marktmechanismen Vrijwillinge behandeling Perspectief Persoon en maatschappij Markt en bureaucratie Vrijwilligheid, dwang en drang Orientatie op de maatschappij Burocratische structuren Justitieel ingrijpen Botsende Culturen In januari 2011 spreken we een vertegenwoordiger uit het veiligheidshuis. In het gesprek staan twee cases centraal. De ene persoon is iemand met een verstandelijke beperking en ernstige psychiatrische problemen. Het gesprek houdt een zekere distantie. Hij wordt getypeerd als een echt criminele mijnheer. Hij wordt aangeduid met zijn achternaam. De gesprekspartner stelt dat je hem vanuit de zorg nauwelijks kunt behandelen. Hooguit kan je hem wat dempen met medicatie. Hij typeert deze man als echt iemand voor het strafrecht. De andere casus betreft een oudere man, een eerste generatie harddrugsgebruiker. Iemand die veel overlast geeft, maar die op betere dagen wel aanspreekbaar is. Ook hij heeft het overgrote deel van het afgelopen jaar in de gevangenis doorgebracht. Toch is de toon van het gesprek anders. Als het over deze man gaat, wordt hij genoemd bij zijn voornaam. Daar wordt zelfs een verkleinwoord aan toegevoegd. Het gaat, zeg maar, over Wimpie. Bij zijn beschrijving klinkt door dat er sprake is van een werkrelatie met een overwegend positieve energie. Het bovenstaande gesprek illustreert een verschillende grondtoon van de aanpak van zorg en justitie. De grondtoon van de zorg wordt gekenmerkt door betrokkenheid bij een persoon. Het gaat om het opbouwen van een behandelrelatie. Het gaat om samenwerking, om motivatie van de cliënt en om vertrouwen tussen hem en de hulpverlener. Het gaat om een zodanige attitude dat de zorgvrager ervaart dat de professional optreedt als patient s advocate. Dat het niet iemand is die er alleen maar staat om zijn brood te verdienen of die uiteindelijk misschien zelfs optreedt als de verlengde arm van justitie, maar dat het iemand is waar je werkelijk wat aan hebt. In ons onderzoek zien we tal van voorbeelden van hulpverleners die over de grenzen van hun formele bevoegdheden gaan en die zich inzetten voor mensen, zonder dat vooraf duidelijk is of hun inspanningen vergoed zullen worden. Dat doen zij omdat het welzijn van de cliënt voor hen een belangrijke persoonlijke en professionele drijfveer is (Manyard-Moody & Musheno, 2003). De grondtoon van justitie wordt getypeerd door een oriëntatie op het recht. Het gaat om het belang van de samenleving. Het gaat er om dat het systeem van wetten en regels wordt gehandhaafd, zodat de maatschappij naar behoren kan functioneren. Daarvoor is een persoonsonafhankelijke benadering nodig. Daarbij geldt objectiviteit als een belangrijke waarde. Niet voor niets is vrouwe Justitia geblinddoekt. Om te zorgen voor deze objectiviteit is de rechtsgang discontinue. Er zijn verschillende spelers met nadrukkelijk gescheiden rollen en verantwoordelijkheden. Het rechtssysteem zorgt doelbewust voor afstand tot de persoon en betrokkenheid op de maatschappelijke taak. Botsende structuren Een gesprek met een zorgprofessional die als trajectpsycholoog werkt bij DJI, brengt ons binnen de muren van de gevangenis. Als de nodige formaliteiten zijn afgehandeld en verschillende deuren zij opengegaan en met een zware klik weer in het slot zijn gevallen, wordt letterlijk zichtbaar dat er een weg te gaan is voordat een veelpleger die in de gevangenis terecht komt weer op een goede manier buiten komt te staan. Zorg, aansluitend aan detentie, is een lastig traject. De trajectpsycholoog ervaart een zware bureaucratische last, weinig invloed om te bepalen waar iemand terecht kan komen en veel ergernis over de manier waarop instellingen hun deuren gesloten houden voor sommige cliënten. De betreffende trajectpsycholoog verzucht: Leg maar eens uit aan een gedetineerde dat je wel weet naar welke instelling hij zou moeten, maar dat je hem daar niet mag plaatsen omdat je daar nou eenmaal niet over gaat, dus dat hij rustig geduld moet hebben tot de bureaucratische molen uitgedraaid is Het stelsel van de zorg wordt gekenmerkt door marktwerking. Er zijn veel aanbieders met ieder een (relatief) zelfstandige marktpositie. Het zorgaanbod volgt het geld. Die zorg wordt verleend, waar financiering voor is. Marktsturing leidt er in de praktijk toe dat het veld versnipperd raakt. Partijen proberen het beste aanbod te ontwik- 28 www.sigmaonline.nl

De complexe praktijk van de veelplegeraanpak Mijnheer K. wordt geregeld besproken tijdens het casusoverleg. Hij zwerft, verloedert en is als veelpleger actief. Hij heeft een strafblad met meer dan honderd delicten. Verbaal is hij soms zeer agressief. In de praktijk zijn er (nog) geen delicten geweest met zware agressie. Hij is zwak begaafd en er is sprake van een persoonlijkheidsstoornis. Ook heeft hij een lange historie van drugsgebruik. K. heeft lange tijd in een gesloten psychiatrische kliniek gezeten. Hier werden geregeld maatregelen genomen vanwege incidenten met dreiging en agressie. Na afloop van de behandeling was de situatie een tijd lang stabiel. Inmiddels raakt de heer K. echter weer meer en meer ontregeld. Er loopt een reclasseringstoezicht, maar hij komt niet opdagen bij afspraken. De vraag is nu hoe daarmee om te gaan. Als we zijn gebrek aan medewerking met de reclassering bij de rechter brengen, dan krijgt hij een gevangenisstraf van drie maanden. Daarna is de situatie terug bij af. Eerdere detentie heeft er steeds toe geleid dat K. harder terugviel in onaangepast gedrag. Maar wat is het alternatief? De heer K is niet gemotiveerd voor vrijwillige opname en behandeling. De psychiater van de meest betrokken zorginstelling ziet niets in een nieuwe gedwongen opname in een kliniek. Er is naar zijn oordeel geen sprake is van een behandelbare psychiatrische aandoening. Als alternatieve oplossing wordt begeleid wonen voor mensen met ernstige gedragsproblemen genoemd. Maar zo n woning is op dit moment in Rotterdam niet beschikbaar. Nu wordt de zaak met outreachende zorg beheersbaar gehouden, maar er is sprake van een neerwaartse spiraal. De conclusie van het ketenregieteam is dat er niets anders op zit dan K. in een carrousel te houden van strafrecht, gedwongen opnamen en outreachende zorg. De vraag is nu waar te beginnen? Moet het probleem met de reclassering worden gemeld bij de rechter om zo te zorgen voor snelle detentie? Is de lopende outreachende zorg afdoende om de risico s van dit moment af te dekken? Hoe om te gaan met het oordeel van de psychiater die niet pleit voor een gedwongen opname in een kliniek? Zijn er kansen om extra geld vrij te maken voor intensief begeleid wonen? Het bestuur van de gemeente legt een hoge druk op het veiligheidshuis. Ze zetten in op een veilige stad. Stevig ingrijpen is gewenst. Maar wie is er aan zet? (De casus van de heer K is een fictieve casus, opgebouwd uit elementen van verschillende veelplegers uit het Rotterdamse circuit.) kelen. Daarbij definiëren zij vaak afgebakende behandelmilieus en stellen zij eisen aan de toelating van cliënten. Dit leidt in de praktijk tot situaties waarin een verslaafde niet in aanmerking komt voor een plaats in een begeleid wonen-project omdat hij gebruikt, en dat hij anderzijds niet in aanmerking komt voor een afkickprogramma omdat hij geen stabiele woonsituatie heeft. Het zorgaanbod is een bonte lappendeken, onoverzichtelijk en niet aansluitend (Vos, 2010). De justitiële keten is georganiseerd als een bureaucratie. In een bureaucratisch systeem zijn er besturen die het werk verdelen naar instellingen en zijn er instellingsbesturen die taken verdelen naar eenheden. Bestuurders bepalen daarbij hoe ze de middelen verdelen. Als bureaucratieen woekeren met beperkte capaciteit, ontstaat binnen ieder van de betrokken instellingen een veelal diffuse strijd over prioriteiten (Ouchi, 1980). De justitiële keten heeft hier zichtbaar last van. We zien voorbeelden van afspraken in het veiligheidshuis die in de praktijk niet tot uitvoering zijn gebracht. Het gaat bijvoorbeeld om een bepaalde verdachte die met prioriteit gevolgd zal worden (politie) of een bepaalde zaak die met voorrang behandeld zal worden (OM). In deze voorbeelden strandt de uitvoering omdat de vertegenwoordigers van het veiligheidshuis het in de achterban niet georganiseerd krijgen. Slecht aansluitende domeinen Hierboven schetsten we de casus van een veelpleger die ernstig overlast geeft en dreigend is. De gedachte is al snel dat justitie moet ingrijpen. Toch zijn hun mogelijkheden beperkt. Ook de zorg krijgt nauwelijks grip op deze persoon. En zo dreigen zulke mensen te ontsnappen in het gat tussen zorg en justitie. Besprekingen van dergelijke cases vragen het uiterste van de medewerkers van het veiligheidshuis. Er is een sterk gevoelde noodzaak om de maatschappij te beschermen. Het repertoire aan juridische interventiemogelijkheden schiet echter tekort. De meest voor de hand liggende opties zijn opsluiting in detentie, dwangopname in een kliniek of een ISD-maatregel. Kale detentie zet vaak weinig zoden aan de dijk. De feitelijke delicten zijn klein, de straf is kort en na vrijlating is de situatie niet verbeterd. Een dwangopname wordt door de rechter alleen toegewezen als iemand een gevaar vormt zichzelf of voor anderen. Dat gevaar moet voortkomen uit een geestesstoornis en het moet niet op andere wijze kunnen worden afgewend. De ISD-maatregel is een specifieke vorm van dwangopname voor de behandeling van veelplegers. Wie meermaals in de fout gaat, kan met deze maatregel gedurende twee jaar worden ingesloten. Daarbij vindt behandeling plaats. De praktijk laat zien dat er www.sigmaonline.nl 29

soms sprake is van onmiddellijke recidive na de ISD maatregel. Het probleem is dan dat er vervolgens geen vervolgmaatregel bestaat (Ist, 2008). Een psychiater uit ons onderzoek vat het geheel als volgt samen: Voor mensen die flink over de schreef gaan, hebben we instrumenten. Voor mensen die een behandelbare aandoening hebben, hebben we instrumenten. Maar voor mensen met een fout karakter, die ernstig verstorend en bedreigend kunnen zijn voor de samenleving, staan we met de handen in het haar. Perspectief bieden Een bestuursvoorzitter van een ROC vertelt ons over de aanpak van jongeren die dreigen uit te vallen uit het beroepsonderwijs. Hij zegt daarover: Vroeger dacht ik, je moet van ze houden en je moet ze zorg bieden. Maar nu denk ik. Het gaat om motivatie. Je moet een perspectief bieden. Als ze weten waarheen en waartoe, dan legt dat de basis voor de rest. Deze manier van denken vormt een Leitmotiv voor het oplossen van de botsende logica s. Het gaat niet om liefdevolle bejegening òf om repressie. Het gaat om perspectief. De partners in de veelplegeraanpak hebben ieder een ander deel van dat perspectief in handen. Samen kunnen ze zorgen dat de overlast van veelplegers wordt beperkt en dat zij in behandeling worden gebracht en gehouden. Perspectief ontstaat als er steeds opnieuw samen wordt gewerkt aan een aanpak. Dat vraagt om gerichtheid op de persoon én op de maatschappij, om werkafspraken die rekening houden met de sturingsmechanismen van de markt én van de bureaucratie, om netwerksamenwerking waarin gebruik gemaakt wordt van vrijwilligheid, dwang én drang. Het gaat om een integrale blik. En om merkbare aanwezigheid. De veelpleger moet weten dat hij gezien wordt. Dat fout gedrag wordt bestraft, dat goed gedrag wordt beloond. Het netwerk van professionals vormt een extern geweten met stevige bevoegdheden om in te grijpen, voor personen bij wie het interne geweten niet doet wat er van verwacht zou mogen worden. Oriëntatie op de persoon én de maatschappij Bij een evaluatie van elf meest lastige cases zien we in Rotterdam dat deze gevallen juist zo moeilijk zijn omdat de mogelijkheden van iedere partner beperkt zijn. Het lijkt het meest effectief te zijn om met steeds wisselende interventies te komen. Het gaat niet om het rondpompen van de cliënt, om maar even van hem af te zijn, maar het gaat om het afwisselen van ingrepen, om steeds vanuit een andere invalshoek maximaal impact te hebben op de situatie. Een ervaren professional vertelt ons dat dit zoeken naar oplossingen soms voelt als liefdewerk-oud-papier. Het komt vaak voor dat je een lastige zaak soms pas echt tot een oplossing weet te brengen als je met een klein groepje mensen, buiten alle structuren om, de koppen bij elkaar steekt en een baanbrekend plan maakt. Het gaat er om dat je je zo verbindt met een casus dat je steeds weer een antwoord hebt op de problemen. Daarbij is het steeds weer nodig om jouw eigen rol en invalshoek in te zetten én ondergeschikt te maken aan het geheel van de gezamenlijke rollen. De opgave is om te werken aan het schier onmogelijke. Een psychiater die actief is in Rotterdam zegt over de aanpak van de meest lastige veelplegers: De politiek wil wel graag dat we oplossingen bieden, maar we moeten ons realiseren dat dat niet altijd mogelijk is. Als we een Rotterdamse wethouder confronteren met deze uitspraak vraagt hij enigszins cynisch of deze psychiater dit dan ook wil komen uitleggen aan de ex-partner van een veelpleger die zich dagelijks bedreigd voelt. Een collega wethouder zegt dat er altijd iets gedaan moet worden. Daar moet het veiligheidshuis juist over gaan. Als niemand meer iets kan, dan moet er bestuurlijk opgeschaald worden. Dan regelen we nieuwe modaliteiten voor de opvang, we regelen beveiliging of we zorgen voor bestuurlijke verantwoordelijkheid. En dit betekent dus: doen wat je kunt. En als je niets kunt doen, hulp inschakelen van andere partijen. De clan als grondstructuur Voor de samenwerking is het nodig dat de verschillende partijen zich niet te sterk laten beïnvloeden door de sturingsprincipes van de markt en de hiërarchie. Het hoofddoel is het beheersbaar maken van het probleem. Dat vraagt om Het NICIS veelplegeronderzoek In het kader van het programma Kennis voor krachtige steden doet het NICIS samen met stedelijke partners en met onderzoeksinstellingen onderzoek naar de sociale en economische kracht van steden. Het NICIS veelplegeronderzoek wordt uitgevoerd met gemeente Rotterdam, gemeente Leiden, Universiteit Leiden, TNO Mangement Consultants, Hogeschool Leiden en het LUMC. Doelstelling van het onderzoek is om zicht te krijgen op de opgaven waarvoor het justitieel systeem en het stedelijk zorgstelsel zich gesteld zien in de aanpak van veelplegers. Daarbij wordt vanuit het perspectief van de verschillende betrokkenen gezocht naar succes- en faalfactoren van de aanpak van veelplegers in Rotterdam en Leiden. Centrale thema s in het veelplegeronderzoek zijn: 1. de onmogelijke levens van de veelplegers; 2. botsende logica s van zorg en justitie; 3. de (rol van de) eigenzinnige professional; 4. het coördinatievraagstuk. 30 www.sigmaonline.nl

samenwerking in het netwerk. Voor zo n vorm van sturing introduceert Ouchi (1980) het begrip clan. Hij betoogt dat de markt en de bureaucratie simpelweg te veel verantwoordingsinspanningen vragen om effectief te kunnen sturen in zo n complexe situatie. In de clan ontstaat coördinatie door socialisatie. Leden van de clan verbinden zich aan het gemeenschappelijke doel. Daarbij wordt onderlinge sociale controle belangrijker dan formele verantwoording. Het leidende principe is dat de uitvoerend professionals zich oriënteren op de vragen van de klant en van de straat. Ze bouwen aan een gezamenlijke aanpak, aan overdracht van kennis en aan onderling vertrouwen. Ook leren de leden van de clan elkaar hoe om te gaan met het systeem. Het systeem is niet langer leidend voor het oplossen van de problemen, maar het is een aspect van het werk waarmee je om moet kunnen gaan (Meijboom et al., 2003). Om samenwerking tussen mensen die elkaar kennen en die gefocust zijn op een gezamenlijke opgave. Het gaat er om dat deze teams in staat zijn hun eigen succes te organiseren en dat zij dit op zo n manier zichtbaar maken dat zij bemoedigd worden om voort te gaan op deze lastige weg. Literatuur Bakker, I. (2009) Van goede wil en samenwerking, een onderzoek naar samenwerking in de aanpak van meerderjarige veelplegers, Nicis, Den Haag. ISt (april 2008) Inspectierapport themaonderzoek Inrichtingen voor Stelselmatige daders, Ministerie van Justitie, Inspectie voor sanctietoepassing. Maynard-Moody, S., Musheno, M (2003) Cops, Teachers, Counselors: Stories from the Front Lines of Public Service, The University of Michigan Press Meijboom, B., Haan, J. de, Verheyen, P. (2004) Networks for Integrated Care Provision: An Economic Approach Based on Opportunism and Uit alles blijkt dat samenwerking tussen zorg en justitie hard nodig is, maar de praktijk is weerbarstig. Voor de betrokken bestuurders is het de kunst om deze vorm van sturing te bekrachtigen. Bestuurders vanuit de verschillende partijen moeten inspelen op deze realiteit en moeten de partijen zo veel mogelijk vrijwaren van impulsen die aansporen om het eigen belang van de organisatie zwaarder te wegen dan het gezamenlijke belang. Van het veiligheidshuis mag verwacht worden dat het komt met compacte rapportages die laten zien dat er goed werk gedaan wordt voor de stad én voor de veelpleger. Die rapportage moet voldoende zijn voor iedere partijen om te blijven inzetten op de gezamenlijke aanpak. Zo ontstaat consistente sturing en wordt voorkomen dat goede afspraken uit het gezamenlijk overleg worden gedwarsboomd doordat de eigen sturingslogica in de eigen organisatie de overhand krijgt. Trust, Health Policy, 69: 33-43. Menger, A. (2008) Professioneel werken in gedwongen kader, Justitiële verkenningen, Vol. 3, p. 42-56. Nelissen, P.Ph. (2010) Vastpakken en niet meer loslaten. Een onderzoek naar de werkwijze en effectiviteit van zes Limburgse veiligheidshuizen, Veiligheidshuis Maastricht / Provincie Limburg / Ministerie van Justitie Ooyen-Houben, M., Roeg, D., Kogel, C.H. de, Koeter, M. (2008) Zorg onder dwang en drang, Justitiële verkenningen, Vol. 3, p. 11-41. Ouchi, W.G. (1980) Markets, Bureaucracies and Clans, Administrative Science Quarterly, 25: 129 141 Tops, P.W. (2007) Regimeverandering in Rotterdam, Hoe een stadsbestuur zichzelf opnieuw uitvond, Atlas, Amsterdam/Antwerpen. Vos, J.J. (2010) De Munchhausenbeweging: Beweging voor Ketensamenwerking, Kluwer, Deventer. Wartna, B. (2004) Effectiviteit van strafrechtelijke interventies, WODC, Den Haag WODC (2010) www.wodc.nl/onderwerpen/straffen-en-maatregelen. Groeiende samenwerking In het ketenregieteam van het veiligheidshuis in Rotterdam zien we dat er stappen vooruit worden gezet. De casuïstiek is onverminderd complex. Maar het team is steeds beter in staat om hier mee om te gaan. Het besef groeit dat partijen elkaar nodig hebben, dat ze elkaar helpen, en dat de complexiteit niet voortvloeit uit onwil, maar uit de aard van de problematiek. Er is een groeiend vertrouwen dat de partijen er in slagen om lastige cases beheersbaar te houden. Het besef groeit dat het gaat om samenwerking met een brede blik, een breed handelingsrepertoire en compacte verantwoording. Het gaat om samenwerking in een hecht team van mensen die sturing geven aan de aanpak. Auteurs Joost Vos (1960) is Managing Consultant bij TNO Management Consultants. In zijn adviespraktijk werkt hij aan vraagstukken van ketensamenwerking en van resultaatgericht sturen. Hij is vooral actief in de ketens van maatschappelijke veiligheid en met samenwerkingsvraagstukken op het grensvlak van zorg en justitie. Vos is auteur van De Munchhausenbeweging, Beweging voor ketensamenwerking (Kluwer 2010, proefschrift) en Delegeer resultaat, Ontvankelijk leiderschap voor een resultaatgerichte organisatie (Spectrum 2005). Esther Jongeneel (1969) is sinds 2010 programmamanager van het Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond. Daarvoor heeft ze deze functie uitgevoerd in het Veiligheidshuis Utrecht en diverse andere functies bij de gemeente Utrecht binnen het Veiligheidsdomein. E-mail: e.jongeneel@bsd.rotterdam.nl. www.sigmaonline.nl 31