Ontwerp voor een alternatieve Europese Grondwet

Vergelijkbare documenten
Wat is een constitutie?

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Wat is een constitutie?

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

Samenvatting. Grondwet voor Europa. van het Verdrag tot. vaststelling van een

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

EUROPESE SOCIAAL-DEMOCRATEN: VOORSTANDER VAN DE EUROPESE GRONDWET

GECONSOLIDEERDE VERSIE

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980

DE ESSENTIE VAN DE EUROPESE GRONDWET. Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) en Europese Democraten in het Europees Parlement

VERKLARING VAN ROME V. GISCARD

HOOFDSTUK XII DE PRESIDENT EERSTE AFDELING ALGEMEEN

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

Wie bestuurt de Europese Unie?

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld.

Grondwet van de Tweede Republiek der Nederlanden Neerlandiæ

Wie bestuurt de Europese Unie?

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0176/9. Amendement. Morten Messerschmidt namens de EFD-Fractie

EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT. Brussel, 23 april 2003 (24.04) (OR. fr) CONV 691/03. NOTA het praesidium de Conventie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

DE VERDRAGEN VAN MAASTRICHT EN VAN AMSTERDAM

Democratiequiz met achtergrondinformatie over democratie en rechtstaat

INLEIDING. De Europese Alliantie voor de Vrijheid verdedigt de volgende belangrijke veranderingen:

Wie bestuurt de Europese Unie?

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

De Europese Grondwet

Nederland is helemaal geen representatieve democratie

UNIVERSELE VERKLARING van de RECHTEN van de MENS: De 30 artikelen:

HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE

GRONDWET EN GELIJKHEID

Europees Handvest inzake lokale autonomie

KORTE INHOUD VAN DE EUROPESE GRONDWET. (instelling van een Europese Unie met internationale rechtspersoonlijkheid)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Handvest van de grondrechten van de EU

Maatschappijleer par. 1!

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING. Artikel 1 1

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

TRACTATENBLAD VAN HET

STATUTEN VAN DE UNIE VAN BAPTISTENGEMEENTEN IN NEDERLAND

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

Wat is een rechtsstaat?

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Politiek

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

INHOUDSOPGAVE DE GRONDWET VOOR EUROPA: SCHIJN OF WERKELIJKHEID? PROF. DR. KOEN LENAERTS... 1

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid

Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal vragen om de kennis te toetsen. Het betreft steeds drie multiplechoicevragen en drie open vragen.

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2013-I

Handboek Politiek 2. Derde Kamer der Staten-Generaal

Het Verdrag van Lissabon, wat heb ik eraan?

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

1Nederland als democratie

Verklaring omtrent de sociale rechten en de industriële betrekkingen bij LEONI

Vier voorzitters - 1

EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN DE UNIE

VERENIGING VOOR DE VERENIGDE NATIES BRUSSEL Identificatienummer 7401/77

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE /6-24 AMENDEMENTEN 6-24

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO

Bijlage 4. Formulier voor een verklaring van bewilliging van de kandidaten voorgedragen door aftredende gemeenteraadsleden.

STATUTEN OUDERRAAD VAN BASISSCHOOL ST. ANTONIUS ASTEN HEUSDEN.

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992

Doe mee en test je kennis. Stuur je antwoorden naar mij en ik informeer je over de scoren.

WERKGROEP REGLEMENT VAN ORDE VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING

Derde Kamer Handboek Politiek 2

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK

Bijlage 4. Formulier voor een verklaring van bewilliging van de kandidaten voorgedragen door aftredende gemeenteraadsleden.

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT

S T A T U U T. aangenomen op het 6de EUCDW-congres 15 maart 1993 KÖNIGSWINTER - D. aangepast op het 7de EUCDW-congres 6 september 1997 ROME - I

Oostenrijk. Staten en kiesstelsels

Samenvatting Europees Recht

WIJZIGINGEN VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE EN VAN HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

RECTIFICATIES. a) Bladzijde 19, artikel 1, punt 17, ad artikel 9 C, lid 6, tweede alinea, tweede zin

VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE

b. het voeren van politieke, maatschappelijke en culturele actie;

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

WET van 3 maart 2004, houdende instelling van de Sociaal Economische Raad (Wet Sociaal Economische Raad) (S.B no. 41).

Huishoudelijk reglement MKB Hapert

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

Directiestatuut CSG. Artikel 1. Taakverdeling en structuur

Het Verdrag van Lissabon en het Hof van Justitie van de Europese Unie

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Statuten projectvereniging Berg en Nete

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 8 OKTOBER 2006

Het Verdrag van Amsterdam in werking. Prof. mr. R. Barents

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4

A. Inleiding en wegwijs in het Europese recht

Transcriptie:

Ontwerp voor een alternatieve Europese Grondwet Een initiatief van Merien en Oscar ten Houten, geschreven in samenwerking met John Morijn Eindhoven/Dordrecht/Florence, juli augustus 2003 EUROPESE GRONDWET...0 PREAMBULE...1 HOOFDSTUK 1: DE UNIE EN HAAR BURGERS...2 Artikel 1: Fundamentele Rechten...2 Artikel 2: Doelstellingen van de Unie...2 Artikel 3: Europees burgerschap en burgerrechten...3 HOOFDSTUK 2: DE INSTELLINGEN VAN DE UNIE...4 Artikel 4: De wetgevende macht...4 Artikel 5: De uitvoerende macht...5 Artikel 6: De rechterlijke macht...5 Artikel 7: De Europese Centrale Bank...6 Artikel 8: De Europese Rekenkamer...6 HOOFDSTUK 3: DE BEVOEGDHEDEN VAN DE UNIE...7 Artikel 9: Soevereiniteit...7 Artikel 10: Exclusieve bevoegdheden van de Unie...7 Artikel 11: Coördinerende bevoegdheden van de Unie...8 Artikel 12: Overige bevoegdheden...8 Artikel 13: Nadere bepalingen met betrekking tot het Europese buitenlands- en veiligheidsbeleid...8 HOOFDSTUK 4: DE WERKWIJZE VAN DE UNIE...9 Artikel 14: De werkwijze van de Europese Regering...9 Artikel 15: De werkwijze van het Europees Parlement...9 Artikel 16: De werkwijze van de Europese Senaat...10 Artikel 17: De publicatie van wetten...10 HOOFDSTUK 5: DE FINANCIËN VAN DE UNIE...11 Artikel 18: De financiële middelen van de Unie...11 Artikel 19: De begroting...11 HOOFDSTUK 6: HET LIDMAATSCHAP VAN DE UNIE...12 Artikel 20: Aanvraag van het lidmaatschap van de Unie...12 Artikel 21: Schorsing van een lidstaat...12 Artikel 22: Vrijwillige uittreding uit de Unie...12 SLOTBEPALING...13

Preambule DE EUROPESE NATIES zijn ontstegen aan hun oude vetes en hebben een Unie gevormd waarbinnen zij in vrede en vriendschap de toekomst tegemoet zullen treden. Deze Unie wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan volkeren en culturen, die niettemin verenigd zijn in de erkenning van bepaalde fundamentele waarden: de onaantastbaarheid van de menselijke waardigheid, de gelijkheid onder mensen en de soevereiniteit van het volk. Binnen de Unie wordt de volkssoevereiniteit uitgeoefend door vertegenwoordigers die het volk afvaardigt om uit zijn naam en in zijn belang te regeren. Zij verplichten zich dit te doen volgens de wil van de meerderheid, maar met respect voor elke minderheid, binnen de grenzen die hen door deze Grondwet worden gesteld. Het is de trots van Europa de geboortegrond te zijn van de democratie en de democratische grondbeginselen. Deze beginselen zijn in de loop der eeuwen regelmatig ontkend, hetgeen onbeschrijfelijk menselijk leed tot gevolg heeft gehad. Toch hebben de edelmoedigen altijd gevochten voor democratie en voor rechtvaardigheid, waarmee zij de basis gelegd hebben voor het Europa van vandaag en van de toekomst. Het verlangen naar een rechtsstaat en de opofferingsgezindheid van de dapperen om deze rechtsstaat te verwezenlijken zijn sterker gebleken dan de krachten die het volk zijn rechten wilden ontnemen. Maar de burgers van Europa zullen hun democratische verworvenheden nooit voor vanzelfsprekend mogen aannemen. Nu, als altijd, is het hun taak om waakzaam te blijven en zich ervan te verzekeren dat hun leiders uitsluitend als doel hebben om een beter Europa te creëren voor al haar inwoners en hun bijdrage te leveren aan een veilige en vreedzame wereld voor iedereen. De Europese Unie is een middel om dit doel na te streven; zij is geen doel op zich. De burgers van Europa zijn geroepen om hierop toe te zien; zij hebben niet alleen het recht om hun vertegenwoordigers te kiezen, maar ook de plicht om ze te actief te controleren, ze te blijven wijzen op hun verantwoordelijkheden en zich in het meest extreme geval van hen te bevrijden. 1

Hoofdstuk 1: De Unie en haar burgers Artikel 1: Fundamentele Rechten 1. De mens wordt in vrijheid geboren als een volwaardig lid van de maatschappij. Hij heeft recht op een menswaardig bestaan, op levensonderhoud, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs, alsmede het recht om vrij te denken, zich te uiten, zich te verenigen en te protesteren tegen alles dat indruist tegen zijn persoonlijk rechtsgevoel, zolang hij maar de waardigheid en de rechten en vrijheden van zijn medemensen respecteert. De Europese Unie heeft als belangrijkste doel om hierop toe te zien en de voorwaarden te creëren voor de persoonlijke en collectieve ontplooiing van al haar burgers. 2. Iedereen is gelijk voor de wet. Alle burgers van de Unie en allen die zich op haar grondgebied bevinden dienen alleen beoordeeld te worden op grond van hun daden. Elke vorm van discriminatie is verboden. 3. De rechtsgang binnen de Unie is onaantastbaar. Wetten die door de Unie of door de lidstaten worden uitgevaardigd kunnen niet op lopende of afgesloten zaken worden toegepast. 4. Barbaarse en ongebruikelijke straffen waaronder lijfstraffen en de doodstraf mogen niet worden opgelegd of uitgevoerd. Artikel 2: Doelstellingen van de Unie 1. De Unie is er om haar burgers te dienen en hun rechten en vrijheden te beschermen. Hiertoe bevordert zij de samenwerking tussen haar lidstaten op gebieden van het Europees algemeen belang. 2. Ter vergroting van de algehele welvaart stelt de Europese Unie regels op voor een goede werking van de vrije markt economie. Deze regels moeten zowel sociale bescherming bieden als eerlijke concurrentie tussen marktpartijen garanderen. 3. De rijke verscheidenheid aan talen en culturen binnen de grenzen van de Unie is de bakermat van Europa. De Unie koestert deze erfenis en garandeert haar burgers het behoud van eigen taal en culturele identiteit. 4. Het persoonlijk welzijn en de mogelijkheid tot culturele vorming van het individu zijn de voorwaarden voor het welzijn en de ontplooiing van allen. Om deze ontplooiing te verwezenlijken verplichten de lidstaten zich hun burgers publieke gezondheidszorg en seculier onderwijs te garanderen. 5. Buiten haar grenzen verdedigt de Unie voor zolang en zover dat kan met vreedzame middelen haar belangen. Zij staat een multilaterale wereld voor en zet zich in voor een duurzame internationale rechtsorde gebaseerd op vrede en solidariteit tussen de volkeren, respect voor de rechten van de mens, bestrijding van de armoede en bescherming van het milieu. 2

Artikel 3: Europees burgerschap en burgerrechten 1. Iedereen die burger is van één van de lidstaten is burger van de Unie. Dit burgerschap is aanvullend en niet vervangend. 2. Alle burgers van achttien jaar en ouder hebben actief kiesrecht. Passief kiesrecht is voorbehouden aan alle burgers van achttien jaar en ouder zonder strafblad. Indien er tijdens een ambtstermijn twijfels rijzen over de integriteit van een democratisch gekozen persoon, is deze verplicht dit ambt neer te leggen totdat uit rechterlijk onderzoek is gebleken dat er geen gronden bestaan voor dergelijke twijfels. 3. Alle burgers van de Unie hebben het recht om zich vrij over het grondgebied van alle lidstaten te bewegen en zich er vrij te vestigen. 4. Binnen de Unie heerst vrij verkeer van goederen, diensten en kapitaal. 5. Elke burger van Europa heeft in het buitenland recht op volledige, onvoorwaardelijke assistentie van iedere ambassade van de Unie. 6. Alle burgers hebben het recht om verzoekschriften in te dienen bij de Europese overheid en in hun erkende unietaal te worden beantwoord. 7. Elke nationaal erkende taal is een taal van de Unie. 3

Hoofdstuk 2: De instellingen van de Unie Artikel 4: De wetgevende macht 1. De wetgevende macht van de Unie is in handen van het Europees Parlement en de Europese Senaat. 2. Het Europees Parlement vertegenwoordigt de burgers van Europa. Zijn leden worden gekozen voor een termijn van vijf jaar op basis van directe, proportionele en geheime verkiezingen, waarvan de regels in iedere lidstaat identiek dienen te zijn. De burgers kunnen stemmen op een kandidaat uit elke lidstaat en vaardigen gezamenlijk 500 parlementariërs af. Iedere lidstaat levert minimaal vier parlementariërs, zijnde die kandidaten van de nationaliteit van de lidstaat die de meeste stemmen hebben gekregen. De overige zetels worden vergeven aan de kandidaten, van welke Europese nationaliteit dan ook, die na de eerste nationale toewijzingen de meeste stemmen hebben getrokken. De parlementsleden kiezen uit hun midden de voorzitter van het Europees Parlement. 3. De Europese Senaat vertegenwoordigt de staten van Europa. Iedere lidstaat levert twee senatoren, voorgedragen door hun respectievelijke regeringen en met goedkeuring van de nationale volksvertegenwoordiging afgevaardigd voor een periode van vijf jaar. De senatoren kiezen uit hun midden de voorzitter van de Europese Senaat. 4. Grondwetswijzigingen dienen met tweederde meerderheid van het totaal aantal afgevaardigden in het Parlement en in de Senaat te worden goedgekeurd. Hierna wordt het Parlement ontbonden en volgen er verkiezingen. Het nieuwe Parlement en de Senaat dienen vervolgens de wijziging in tweede lezing wederom met tweederde meerderheid van het totaal aantal afgevaardigden goed te keuren. 4

Artikel 5: De uitvoerende macht 1. De uitvoerende macht van de Unie is in handen van de Europese Regering. 2. De Europese Regering bestaat uit de Europese President, de Europese secretarissen en de staatshoofden of regeringsleiders van alle lidstaten. 3. De Europese President is de voorzitter van de Europese Regering. Hij wordt rechtstreeks door middel van vrije, proportionele en geheime verkiezingen gekozen door de burgers voor een ambtstermijn van vijf jaar. De President dient met absolute meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen te worden gekozen. 4. De Europese secretarissen worden met goedkeuring van het Parlement aangesteld door de Europese President en zijn verantwoordelijk voor de beleidsterreinen die vallen onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie. Zij mogen, evenals de President, geen nationaal mandaat vervullen. 5. De President benoemt één van zijn secretarissen tot Vice-President. 6. De President en de Vice-President dienen uit verschillende lidstaten afkomstig te zijn. Artikel 6: De rechterlijke macht 1. Het hoogste rechtsorgaan van de Unie is de Europese Hoge Raad. 2. De Europese Hoge Raad is hoeder van de Grondwet. Tevens heeft de Hoge Raad tot taak om op verzoek van lidstaten, nationale gerechten of natuurlijke- en rechtspersonen de wet- en regelgeving van de Europese Unie te interpreteren en garant te staan voor de naleving van de fundamentele rechten en vrijheden als vastgelegd in nationale, Europese en internationale wetten, conventies en verdragen. 3. De Europese Hoge Raad verklaart nationale wetten en gerechtelijke uitspraken nietig als deze in strijd zijn met het Europees recht. 4. De Raad bestaat uit één rechter voor iedere lidstaat. De rechters worden gekozen door het Europees Parlement en de Europese Senaat uit een lijst van drie kandidaten, gepresenteerd door de nationale regering. De ambtstermijn van een rechter is zes jaar. Hij kan uit zijn ambt ontzet worden als de overige rechters bij tweederde meerderheid oordelen dat hij niet meer geschikt is om zijn ambt uit te oefenen. 5

Artikel 7: De Europese Centrale Bank 1. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft het alleenrecht op uitgifte van de munt van de Unie, de euro. 2. De ECB is onafhankelijk en bepaalt in alle lidstaten die de Europese munteenheid geadopteerd hebben het monetair beleid, gericht op handhaving van de waarde van de euro. Artikel 8: De Europese Rekenkamer 1. De Europese Rekenkamer controleert de financiën van de Unie. 2. De Europese Rekenkamer is onafhankelijk en heeft het recht om op grond van haar bevindingen de Europese Regering te voorzien van advies. 6

Hoofdstuk 3: De bevoegdheden van de Unie Artikel 9: Soevereiniteit 1. De Unie erkent de grondwettelijke structuur van haar lidstaten en respecteert de bevoegdheden van de nationale regeringen en volksvertegenwoordigers. 2. De lidstaten erkennen de bevoegdheden van de Unie en verplichten zich om haar wetten en kaderwetten te implementeren en om te zetten in nationale wetgeving. Artikel 10: Exclusieve bevoegdheden van de Unie 1. Al wat te maken heeft met de interne markt, het vrije verkeer van personen, diensten, goederen en kapitaal en de relatie van de Unie met landen die er geen lid van zijn valt onder de exclusieve bevoegdheden van de Unie. De lidstaten delegeren daarom unaniem de exclusieve besluitvormingsbevoegdheid over de volgende beleidsterreinen aan haar wetgevende organen: - Economisch beleid en marktregulering in ruime zin; het gaat in het bijzonder om: - Transnationale mededinging - Bescherming van intellectuele eigendomsrechten - Steunmaatregelen van staten - Samenwerking op het gebied van privaatrecht - Gemeenschappelijke handelspolitiek - Vervoer - Landbouw en visserij - Immigratie- en asielbeleid - Buitenlands- en veiligheidsbeleid 2. Op voornoemde beleidsterreinen vaardigt de Unie wetten uit. Deze zijn bindend en direct van toepassing in alle lidstaten. 7

Artikel 11: Coördinerende bevoegdheden van de Unie 1. De Unie heeft coördinerende bevoegdheden voor het beschermen van de welvaart, de gezondheid en de ontwikkeling van haar burgers. De lidstaten delegeren daarom unaniem de bevoegdheid om de volgende beleidsterreinen te coördineren aan de wetgevende organen van de Unie: - Milieubeheer - Gezondheidsbescherming - Consumentenbescherming - Sociaal- en werkgelegenheidsbeleid - Transnationale netwerken - Onderzoek en technologische ontwikkeling - Justitie- en politiesamenwerking 2. Op voornoemde beleidsterreinen vaardigt de Unie kaderwetten uit. Lidstaten zijn verplicht deze binnen de overeengekomen termijn in nationale wetgeving om te zetten. Artikel 12: Overige bevoegdheden Elke bevoegdheid die niet expliciet is toebedeeld aan de Unie is een bevoegdheid van de lidstaten. Artikel 13: Nadere bepalingen met betrekking tot het Europese buitenlands- en veiligheidsbeleid 1. De lidstaten dienen onvoorwaardelijk het gemeenschappelijke buitenlands- en veiligheidsbeleid van de Unie te steunen. Zij onthouden zich van het sluiten van aanvullende verdragen en van iedere unilaterale diplomatieke of militaire actie, die de eenheid en de doeltreffendheid ervan in gevaar kan brengen. 2. Het garanderen van de veiligheid en de verdediging van het grondgebied van de Unie is een taak van alle lidstaten. Zij kwijten zich van deze taak in een geest van solidariteit en streven uiteindelijk naar de vorming van een collectieve en autonome verdedigingsmacht van de Unie. 8

Hoofdstuk 4: De werkwijze van de Unie Artikel 14: De werkwijze van de Europese Regering 1. De Europese Regering zet richtlijnen uit die vervolgens door de Europese President en zijn secretarissen worden vertaald in beleid. De Regering houdt eens per kwartaal een vergadering of zoveel vaker als een meerderheid van haar leden noodzakelijk acht. 2. De President en zijn secretarissen hebben de dagelijkse leiding over de Unie. De wetsvoorstellen en beleidsplannen die zij opstellen worden besproken met alle regeringsleiders en vervolgens ingediend bij het Europees Parlement. Artikel 15: De werkwijze van het Europees Parlement 1. Het Europees Parlement heeft een parallel recht van initiatief en behandelt de wetsvoorstellen van de Europese Regering, alsmede haar eigen initiatieven, in openbare vergadering. 2. Het Europees Parlement heeft recht van amendement. 3. Een wetsvoorstel wordt aangenomen met gewone meerderheid van stemmen, mits ook een meerderheid van het totaal aantal parlementariërs zijn stem heeft uitgebracht. 4. Het Europees Parlement heeft recht van enquête 5. Het Europees Parlement heeft het recht om een motie van wantrouwen in te dienen tegen één of meerdere Europese secretarissen, alsmede tegen de Europese President. Een dergelijke motie dient met een tweederde meerderheid van stemmen te worden aangenomen door zowel het Parlement als de Senaat, mits in beide gevallen tenminste tweederde van het totaal aantal afgevaardigden zijn stem heeft uitgebracht. Wanneer de President uit zijn functie wordt ontheven, wordt ook het Parlement ontbonden en volgen nieuwe verkiezingen. 6. Wetten en kaderwetten die door het Europees Parlement worden aangenomen dienen vervolgens ter toetsing te worden voorgelegd aan de Europese Senaat. 9

Artikel 16: De werkwijze van de Europese Senaat 1. De Europese Senaat buigt zich in openbare vergadering over de wetsvoorstellen die haar worden toegespeeld door het Europees Parlement. 2. De Senaat heeft een controlerende functie. Zij kan wetsvoorstellen alleen integraal verwerpen of goedkeuren met gewone meerderheid van stemmen. 3. Wanneer een wetsvoorstel door de Europese Senaat is aangenomen wordt hij ondertekend door de Europese President en heeft vanaf dat moment kracht van wet. Artikel 17: De publicatie van wetten Wetten en kaderwetten worden openbaar gemaakt in het Publicatietijdschrift van de Europese Unie en zijn via populaire communicatiemiddelen ten allen tijden beschikbaar voor de burgers. 10

Hoofdstuk 5: De financiën van de Unie Artikel 18: De financiële middelen van de Unie 1. De Unie betrekt haar financiële middelen uit de contributie van haar lidstaten. De hoogte van de contributie wordt per lidstaat door de Europese Regering bepaald op grond van belastinginkomsten en bruto nationaal product. De raming dient door het nationale parlement van de lidstaat in kwestie te worden goedgekeurd. 2. De Europese Regering legt eenmaal per jaar verantwoording af aan het Europees Parlement over de besteding van de financiële middelen. Artikel 19: De begroting Jaarlijks legt de Europese Regering aan het Parlement een begroting voor die door het Parlement en de Senaat met meerderheid van stemmen dient te worden goedgekeurd. 11

Hoofdstuk 6: Het lidmaatschap van de Unie Artikel 20: Aanvraag van het lidmaatschap van de Unie 1. De Europese Unie staat open voor alle staten die haar grondbeginselen respecteren en zich op culturele of geografische gronden tot haar lidmaatschap voelen aangetrokken. 2. De intentie van een nationale regering en volksvertegenwoordiging om het lidmaatschap van de Unie aan te vragen moet door het volk middels een referendum worden bevestigd. 3. Een gekwalificeerde aanvraag wordt behandeld door de Europese Regering, die het land toetst op inachtneming van de grondbeginselen van de Unie. 4. Een positief beoordeelde aanvraag wordt door de Regering voorgelegd aan het Europees Parlement en de Europese Senaat, die haar met tweederde meerderheid van stemmen dienen goed te keuren. 5. Na goedkeuring door Parlement en Senaat treedt het lidmaatschap in werking op de tussen Unie en kandidaat-lidstaat overeengekomen datum. Artikel 21: Schorsing van een lidstaat 1. Een lidstaat kan geschorst worden als zij willens en wetens handelt in strijd met de Europese Grondwet, als zij de fundamentele rechten en vrijheden van haar burgers schendt, als zij wetten van de Unie weigert te implementeren of als zij weigert om Europese kaderwetten binnen de daarvoor gestelde termijn in nationale wetgeving om te zetten. 2. Het voorstel tot schorsing van een lidstaat dient met tweederde meerderheid van stemmen te worden aangenomen door het Europees Parlement en de Europese Senaat. De schorsing is per direct van kracht. Artikel 22: Vrijwillige uittreding uit de Unie Het staat iedere lidstaat vrij om de Unie te verlaten als deze wens kenbaar gemaakt is door de nationale regering en volksvertegenwoordiging en per referendum door het volk is bevestigd. 12

Slotbepaling Deze Grondwet heeft tot doel een helder, toegankelijk en solide fundament van de Europese Unie te zijn. Maar voor een solide Europa is meer nodig dan een Grondwet: betrokkenheid van de burgers, plichtsbesef van de ambtenaren en integriteit van de politici. In de Europese Unie dient er altijd ruimte te zijn voor gefundeerde kritiek vanuit de maatschappij; transparantie van het bestuur en pluralisme van informatie zijn hierbij fundamenteel. De volksvertegenwoordigers en bestuurders moeten er doorlopend aan herinnerd worden dat zij in dienst zijn van het volk en dus aan het volk verantwoording schuldig zijn. Door de acceptatie van een rol als publiek bestuurder verplichten zij zich om deze Grondwet in ere te houden en niet met willekeur of voor eigen gewin hun ambt te vervullen. Deze Grondwet is de vernieuwde en hoogste rechtsbasis van de Unie. Zijn volledige inhoud moet worden begrepen en uitgelegd in het licht van het van kracht zijnde secundair Europees recht en het Handvest voor de Grondrechten van de Europese Unie. *** 2003 www.pceu.org, Oscar ten Houten, Merien ten Houten, John Morijn cs. Vermenigvuldiging, publicatie en distributie van dit artikel zijn toegestaan mits in elke openbaarmaking van dit artikel, ongeacht de vorm of het medium, deze copyright bepaling en een verwijzing naar www.pceu.org is opgenomen. 13