PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014
Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical friend zijn. Bij de vakken zonder landelijke toetsing zal de peer review-systematiek worden gebruikt om de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van de kennisbases op te maken. Enerzijds gebeurt dit per opleiding / vak als geheel en anderzijds per instelling. 1 10 Voor de Leraar stelt in haar projectplan het Triade-model voor als methodiek voor uitvoering van de Peer Reviews. In deze korte notitie wordt een alternatieve werkwijze voorgesteld die tot uitvoering wordt gebracht door de pabo s die deel uitmaken van de Educatieve Federatie Interactum. Kenmerkend voor de hieronder beschreven opzet is het koppelen van methodiek van peer review aan het beoordelingskader van de NVAO, voor de accreditatie van opleidingen. Wij denken dat deze werkwijze kan rekenen op herkenning (en daardoor betrokkenheid) bij docenten van de opleiding en kan bijdragen aan het eigenlijke doel van het accreditatiestelsel: zorgdragen voor een voortdurende accreditatiewaardigheid van de opleidingen. Korte beschrijving van de Peer Review Methodiek Alle kennisbases voor de pabo worden driejaarlijks besproken tijdens de Interactum Vakdag (bijlage A). De Interactum Vakdag wordt georganiseerd onder verantwoordelijkheid van de managementgroep van Interactum. Per vakgebied neemt minimaal één docent per opleiding deel aan de peer review. De Interactum Vakdag vindt plaats op één van de Interactuminstituten (roulatie, vergelijkbaar met jaarlijkse Interactumdag). De vaksecties delen en bespreken ervaringen, prestaties, vragen, ontwikkelingen, etc. gebruikmakend van een uniform peer review format (bijlage B). Het format wordt vooraf voor de eigen opleiding en het eigen vakgebied ingevuld (Kritische Reflectie). Tijdens de Vakdag bevragen instellingen elkaar op de Kritische Reflecties. Aan het eind van de dag actualiseren de vaksecties hun eigen Kritische Reflecties o.b.v. de ontvangen feedback. De peer review formats (Kritische Reflecties) worden beschikbaar gesteld aan de managementgroep van Interactum. De managementgroep schrijft jaarlijks een review waarin de stand van zaken m.b.t. de implementatie en borging van de kennisbases binnen de Interactum instituten wordt beschreven. Format Peer Review Vaksecties schrijven een Kritische Reflectie (maximaal 4 pagina s A4) waarin wordt beschreven in welke mate: het programma voldoet aan de kennisbasis pabo van het vakgebied (standaard 2 accreditatiekader NVAO); het onderwijsprogramma het voor studenten mogelijk maakt om te voldoen aan de gestelde eisen (standaard 3 accreditatiekader NVAO); het onderwijsaanbod adequaat getoetst wordt en aangetoond wordt dat studenten voldoen aan de eisen van de kennisbasis (standaard 16. accreditatiekader NVAO). In bijlage C worden de betreffende standaarden van het accreditatiekader toegelicht. 1 Fuchs, H. (2014). Peer Review, Projectplan. 10 voor de leraar.
Bijlage A: Driejarige Cyclus Peer Reviews Vakgebied/kennisbasis 2014-2015 2015-2016 2016-2017 Nederlands Rekenen-wiskunde Generieke kennisbasis Geschiedenis Aardrijkskunde Natuur en techniek Geestelijke stromingen Engels Muziek Beeldende vorming Dans / drama Bewegingsonderwijs Handschriftonderwijs Sociale redzaamheid en gezond gedrag Cultuuronderwijs (Concept)Programma Peer Review 09.30 uur: Ontvangst deelnemers 10.00 uur: Review standaard 2 en 3 (inhoud en oriëntatie van het programma) 12.30 uur: Lunch 13.00 uur: Review standaard 16 (toetsing en realisatie eindkwalificaties) 14.00 uur: Formuleren verbeter- en ontwikkelpunten 15.00 uur: Informele afsluiting
Bijlage B: Format Kritische Reflectie Peer Review Instituut Vakgebied Betrokken docenten Oriëntatie van het programma (standaard 2) Inhoud van het programma (standaard 3) Toetsing en realisatie eindkwalificaties (standaard 16) Verbeter- / ontwikkelpunten
Bijlage C: NVAO-standaarden Standaard 2 Criterium NVAO De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk. Toelichting NVAO Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het beroepenveld en het vakgebied. Operationalisering Laat zien hoe de opleiding borgt dat actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline en de actuele beroepspraktijk een plaats in het studieprogramma krijgen. Geef een aantal concrete voorbeelden om aan te tonen dat het programma op dit vlak actueel is. Het programma stelt de studenten in staat zich de relevante kennis en kunde eigen te maken. Deze kennis en kunde sluiten aan op de actuele stand van zaken in het vakgebied en op de eisen van het beroepenveld. Daarbij kan gedacht worden aan: de ontwikkeling van kennis en inzicht: diepgang en actualiteit, kwaliteit van de (vak)literatuur (niveau, representatief voor het beroepsdomein, up-to-date, internationaal gehalte); de ontwikkeling van beroepsvaardigheden (zoals stages, trainingen, practica); relevante onderzoeksvaardigheden, aansluitend bij de eisen van het domein. Standaard 3 Criterium NVAO De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Toelichting NVAO De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Operationalisering De standaard vraagt enerzijds naar de mate waarin de eindkwalificaties in het curriculum worden gerealiseerd. Anderzijds vereist hij dat het curriculum inhoudelijk samenhang vertoont. 3.1 Relatie tussen beoogde eindkwalificaties en inhoud van het programma Specificeer de relatie tussen de beoogde eindkwalificaties voor het betreffende vakgebied 2 en de inhoud van het programma. De leerdoelen van de programmaonderdelen (of gedragsindicatoren, deelcompetenties etcetera) zijn herkenbaar afgeleid van de eindkwalificaties. Ze vormen de link tussen de beoogde eindkwalificaties en de inhoud van de programmaonderdelen. Maak inzichtelijk hoe de leerdoelen garanderen dat het programma studenten in staat stelt de beoogde eindkwalificaties naar inhoud, niveau en (beroeps)oriëntatie te realiseren. Geef in een curriculumoverzicht aan welke eindkwalificaties bij welk onderdeel en in welk studiejaar aan bod komen. 3.2 Samenhang Het gaat hier om de horizontale (binnen een studiejaar) en verticale samenhang (door het hele curriculum heen), om de samenhang tussen het binnen- en buitenschoolsprogramma en om de samenhang tussen theorie en praktijk. De samenhang kan op verschillende manieren tot uitdrukking worden gebracht. Dat hangt af van de inrichting van het onderwijs. Er zijn bijvoorbeeld opleidingen met (flexibele) leerlijnen. De 2 Zoals geformuleerd in: Meijerink, H. (2012). Een goede basis. Advies van de commissie kennisbasis Pabo. Den Haag: HBOraad, vereniging van hogescholen.
samenhang van de onderdelen van de opleiding kan via de leerlijnen inhoudelijk worden beargumenteerd. In een beroepsgerichte opleiding hangen de programmaonderdelen zodanig met elkaar samen dat de betekenis van elk onderdeel voor het beroep duidelijk is voor de student (inhoudelijke samenhang). Daarnaast zijn er onderdelen die voorwaardelijk zijn voor het volgen van andere onderdelen (volgtijdelijke samenhang). Beredeneer de verbanden tussen de verschillende programmaonderdelen. Standaard 16 Criterium NVAO De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. Toelichting NVAO Het gerealiseerde niveau blijkt uit de tussentijdse en afsluitende toetsen, de afstudeerwerken en de wijze waarop afgestudeerden in de praktijk of in een vervolgopleiding functioneren. De toetsen en de beoordeling zijn valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk. Operationalisering De standaard vraagt enerzijds naar de borging van de kwaliteit van de toetsing (adequaat systeem van toetsing). Anderzijds wordt een inhoudelijk oordeel gevraagd over de realisatie van de beoogde eindkwalificaties. 16.1 Systeem van toetsing Toon overtuigend aan dat de toetsen en de beoordeling valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk zijn. Beschrijf het systeem van toetsing en het beleid en de mechanismen, die gericht zijn op de borging van de kwaliteit van de toetsen en de beoordeling. Benoem de resultaten van de borgingsmaatregelen. Betrek bij de beschrijving ten minste de volgende punten: Welke toetsinstrumenten worden gebruikt? Hoe sluiten deze aan bij het gekozen onderwijsconcept? Hoe worden de toetsen en de beoordeling voor studenten inzichtelijk gemaakt? Zijn bijvoorbeeld de leerdoelen en beoordelingscriteria duidelijk, krijgen studenten feedback? Hoe wordt de kwaliteit van de toetsen gewaarborgd: o Hoe wordt geborgd dat de toetsen aansluiten op de leerdoelen en de nagestreefde niveaus? o Hoe worden de validiteit en de betrouwbaarheid gewaarborgd? Toon aan dat de toetsen valide en betrouwbaar zijn. o Wie zijn verantwoordelijk voor de borging van de kwaliteit van de toetsen en van de beoordeling? Wat is de rol en samenstelling van de examencommissie, van de opleidingscommissie, van een eventuele toetscommissie of andere relevante commissies? 16.2 Realisatie van de beoogde eindkwalificaties Toon aan dat alle beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. Benoem waar en hoe de verschillende eindkwalificaties in het onderwijsprogramma worden getoetst. De realisatie van alle eindkwalificaties is voor de individuele student aantoonbaar. Het gerealiseerde niveau kan bijvoorbeeld blijken uit: producten van afgestudeerden, zoals: o tussentijdse en afsluitende toetsen; o stagewerkstukken/-verslagen; o afstudeerwerken; o portfolio s;
de wijze waarop afgestudeerden in de praktijk of in een vervolgopleiding functioneren, bijvoorbeeld blijkend uit: o werkveld- of alumni-onderzoek; o contacten met het omringende beroepenveld.