Rapportage CO 2 -Prestatieladder niveau 5

Vergelijkbare documenten
Rangorde scope 3 emissies CO 2 -Prestatieladder niveau 4

Verheij Integrale groenzorg Rapportage CO2-Prestatieladder 2016

Voortgangsrapportage 5 CO 2 -Prestatieladder

Verheij Integrale groenzorg Voortgangsrapportage 7

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder

Rapportage van de meest materiele scope 3 emissies

Rapportage van de meest materiele scope 3 emissies

Ketenanalyse grasmaaien

CO 2 Prestatieladder. Interne audit. Aspect(en): 1.B.2

CO 2 Voortgangsrapportage Voortgangsrapportage 8

Handboek CO 2 prestatieladder versie Pagina 1 van 6

Voortgangsrapportage 1 CO 2 -Prestatieladder

Handboek CO 2 reductiesysteem. Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.1

Driebergse Weg- en Waterbouw B.V.

ID Aspect/invalshoek eisen

Handboek CO2 reductiesysteem. Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 2.2

CO2 reductieplan 2020 Conform de CO2-prestatieladder 3.0

Scope-3-analyse Robert Bosch B.V.

Emissie inventaris Brouwers Groenaannemers SCOPE 3 ANALYSE

Energie Management Actieplan

REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 1E & 2E KWARTAAL 2016 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V.

REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 3E & 4E KWARTAAL 2016 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V.

REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 3E & 4E KWARTAAL 2015 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V.

REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 1E & 2E KWARTAAL 2017 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V.

Periodieke rapportage 2015 H1 + H2

Inhoudsopgave: 1. Inleiding Reductiedoelstellingen Algemeen 2.2 Per scope

Energie management Actieplan

Scope 3 analyse. Opgesteld in samenwerking met: Will2Sustain, adviesbureau in duurzaam ondernemen

ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP

Energie Management ACTIE Plan

Periodieke rapportage 2016 H1

Periodieke rapportage 2016 H1

CO 2 -Prestatieladder

4.A.1 Onderbouwing Scope 3 Analyse Hakker

Scope III analyse 2015

Periodieke rapportage 2 e helft September 2016

Energie Management Actieplan

Energiemanagement actieplan Klaver Giant Groep B.V. Op basis van de internationale norm ISO , 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, en 4.6.

Scope 3 emissie inventarisatie

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

Energie Management Actieplan

Portfolio Klever Boor en Perstechniek BV 2016, 22 februari 2017

Periodieke rapportage 2015 H2. 20 januari 2016

Periodieke rapportage 2 e helft maart 2015 versie definitief

Periodieke rapportage eerste helft 2018

Periodieke rapportage 2014

Periodieke rapportage 2014

Periodieke rapportage 2017 H1. November 2017

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

[NIEUWSBRIEF NR. 2 JELLE BIJLSMA BV] 1 december 2014

Periodieke rapportage 2 e helft 2016

W & M de Kuiper Holding

1.0 Inleiding 2.0 Verantwoordelijk 3.0 Communicatie 3.1 Website

Energie Management ACTIE Plan

PERIODIEKE RAPPORTAGE 2015

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO

Energie en emissiebeleid

Scope 1 en 2 doelstellingen KZ Aanneming en Groenvoorziening

Review CO 2 reductiedoelstellingen

Periodieke rapportage tweede helft 2017

Periodieke rapportage 2016 H2

Energiemanagement actieplan. 24 september 2015

Energiemanagement actieplan Schilderwerken De Boer Obdam B.V. 2018

Periodieke rapportage 1 e helft 2014

Communicatieplan. Conform 2.C.1, 2.C.2, 2.C.3 en 3.C.2. Keiser Verkeerstechniek B.V. Gedocumenteerd intern en extern communicatieplan van

Energiemanagement actieplan Schilderwerken De Boer Obdam B.V. 2017

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

2.A.2_1 Review CO 2 reductiesysteem. Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 3.0

Auditchecklijst CO2-Prestatieladder v 2.2 L'Ortye Transportbedrijf B.V. Niveau: niv 3 Auditor: René Schmeitz Datum: (fase 1)

Periodieke rapportage 2016 H2

Periodieke rapportage 1 e helft 2016

Memo introductie inventarisatie scope 3

Periodieke rapportage eerste helft 2017

Energie management actieplan 2014

Periodieke rapportage e helft. N.C. Zwart Verhuur BV

KWALITEITSMANAGEMENTPLAN VOOR EMISSIE INVENTARIS

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2017 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

CO 2 Voortgangsrapportage Januari juni 2018

Voortgangsrapportage. Voortgang van CO 2 reductieplan van Genap B.V (tm juni) Copyright 2017 Genap B.V.

Energie Management Actie Plan Swietelsky Rail Benelux B.V.

Scope 1 doelstelling Scope 2 doelstelling Scope 1 en 2 gecombineerd 5% CO 2- reductie. 30% CO 2- reductie in % CO 2 -reductie in 2016 ten

Communicatieplan. Conform 2.C.1, 2.C.2, 2.C.3 en 3.C.2. Gedocumenteerd intern en extern communicatieplan van. Henzen Wegenbouw B.V.

Energiemanagement actieplan

Periodieke rapportage 2017 H1

W & M de Kuiper Holding

Factsheet CO2-Prestatieladder

Energiemanagement actieplan

Interne Audit CO2 reductiesysteem. Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.2

CO₂ Reductieplan. CO₂ Reductieplan. Datum Versie 1.1. Rapportnr 3B.RED-PLAN Opgesteld door. A. van de Wetering & H.

Energie Management Actieplan

Periodieke Rapportage 2 e helft 2016

CO2 Prestatieladder Stuurcyclus en beleidsverklaring

Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1)

KWALITEITSMANAGEMENTPLAN VOOR EMISSIE INVENTARIS

CO 2 -prestatieladder Periodieke rapportage 2013

Periodieke rapportage 2016 H2. Juni 2017

ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP

Periodieke rapportage 2016 H1

Transcriptie:

Inhoudsopgave 1. AFBAKENING... 3 1.1 NIVEAUS VAN DE LADDER... 3 1.2 ZELFEVALUATIE... 3 1.3 ORGANISATORISCHE GRENS... 3 1.3 OMVANG ORGANISATIE... 3 2. INVALSHOEK INZICHT... 4 2.1 EISEN HANDBOEK... 4 2.2 SCOPE INDELING... 4 2.3 WAARDEKETEN... 4 2.4 MEEST MATERIËLE EMISSIES... 7 2.5 EMISSIE-INVENTARIS... 7 2.6 PROJECT MET GUNNINGVOORDEEL... 8 2.7 KWALITEITSMANAGEMENTPLAN... 8 2.8 RELEVANTE PARTIJEN... 9 2.9 BEÏNVLOEDINGSANALYSE SCOPE 3 EMISSIES... 10 3. INVALSHOEK REDUCTIE... 11 3.1 EISEN HANDBOEK... 11 3.2 ENERGIE MANAGEMENT PLAN... 11 3.4 MAATREGELEN VOOR CO 2 -REDUCTIE... 15 3.5 KETENANALYSE... 15 3.6 VOORTGANGSRAPPORTAGE... 15 4. INVALSHOEK TRANSPARANTIE... 16 4.1 EISEN HANDBOEK... 16 4.2 STUURCYCLUS... 16 4.3 COMMUNICATIEPLAN... 17 5. INVALSHOEK PARTICIPATIE... 19 5.1 EISEN HANDBOEK... 19 5.2 COMMUNITY OF PRACTICE CO 2 -PRESTATIELADDER... 19 5.3 SECTORINITIATIEF STUREN OP CO 2... 19 5.4 BESTEDING SECTOR- EN KETENINITIATIEVEN... 20 5.5 BUDGET... 20 2

1. Afbakening 1.1 Niveaus van de ladder De CO₂-Prestatieladder kent vijf niveaus, opklimmend van 1 naar 5. Per niveau zijn eisen gedefinieerd die worden gesteld aan de CO₂-prestatie van het bedrijf en zijn projecten. Deze eisen komen voort uit vier invalshoeken: inzicht, reductie, transparantie en participatie. De plaats van een bedrijf op de CO 2-Prestatieladder wordt bepaald door het hoogste niveau waarop het bedrijf aan alle eisen voldoet. Verheij Integrale groenzorg (Verheij) heeft op 1 mei 2015 het CO 2-Bewust certificaat niveau 4 behaald. De ambitie is om ook het CO 2-Bewust certificaat niveau 5 te behalen. Door middel van deze rapportage geeft Verheij aan te voldoen aan de eisen voor dit niveau van de ladder. 1.2 Zelfevaluatie Zoals opgenomen in het Handboek CO 2-Prestatieladder 3.0 van 10 juni 2015 (Handboek), is een zelfevaluatie uitgevoerd. Dit wordt gedaan om de werking en implementatie van de CO 2-Prestatieladder in het bedrijf, aan de hand van de algemene eisen en de auditchecklijst, in te kunnen schatten op het haalbare niveau op de CO 2-Prestatieladder. Er is gebruik gemaakt van de zelfevaluatietabel. De resultaten van deze evaluatie zijn beschreven in de Rapportage Zelfevaluatie CO 2-Prestatieladder niveau 5. Hieruit blijkt dat aan de score voor ladderniveau 5 wordt voldaan. 1.3 Organisatorische grens De organizational boundary, of de organisatorische grens van een bedrijf, is bepalend voor de ladderbeoordeling. De boundary dient zodanig gekozen te zijn dat er zich geen C-aanbieders onder de A-aanbieders bevinden. Om aan deze eis te voldoen zijn er in principe twee methoden beschikbaar: De GHG Protocol methode en de zogenaamde laterale methode. Verheij heeft gebruik gemaakt van de GHG Protocol methode. Deze methode is volgens het GHG Protocol (A Corporate Accounting and Reporting Standard, Hoofdstuk 3 Setting organizational boundaries ). De methode werkt topdown en is afdoende. Met deze methode kunnen bedrijven zowel de equity share benadering als de control benadering toepassen. De organisatorische begrenzing voor deze CO 2-prestatieladder is bepaald tot de onderneming Verheij Integrale groenzorg. Dit houdt in dat in de CO 2-emissie inventaris uitsluitend de CO 2- uitstoot wordt opgenomen voortkomend uit de bedrijfsactiviteiten welke door Verheij Integrale groenzorg in eigen beheer worden uitgevoerd. 1.3 Omvang organisatie De CO 2-Prestatieladder maakt onderscheid in grootte van bedrijven. De CO 2-Prestatieladder onderscheidt kleine, middelgrote en grote bedrijven op basis van de CO 2-uitstoot. Om tot de groottecategorie klein of middelgroot te behoren, dient een bedrijf onder de definitie Werken/leveringen aan beide voorwaarden te voldoen. Het betreft in alle gevallen de CO 2-uitstoot in scope 1 en 2 emissies binnen de organisatorische grens van het bedrijf. Categorie Diensten Werken/leveringen Klein bedrijf Middelgroot bedrijf Groot bedrijf Totale CO₂-uitstoot bedraagt maximaal ( ) 500 ton per jaar. Totale CO₂-uitstoot bedraagt maximaal ( ) 2.500 ton per jaar. Totale CO₂-uitstoot bedraagt meer dan (>) 2.500 ton per jaar. Totale CO₂-uitstoot van de kantoren en bedrijfsruimten bedraagt maximaal ( ) 500 ton per jaar, en de totale CO₂-uitstoot van alle bouwplaatsen en productielocaties bedraagt maximaal ( ) 2.000 ton per jaar. Totale CO₂-uitstoot van de kantoren en bedrijfsruimten bedraagt maximaal ( ) 2.500 ton per jaar, en de totale CO₂-uitstoot van alle bouwplaatsen en productielocaties bedraagt maximaal ( ) 10.000 ton per jaar. Overig Op basis van de CO 2-uitstoot gegevens van 2014, valt Verheij onder de categorie klein bedrijf. Voor kleine bedrijven gelden de volgende vrijstellingen en regels: Voor kleine bedrijven gelden de eisen 5.A.2-2, 5.A.3, 4.C, 5.C, 4.D en 5.D niet. Kleine bedrijven dienen bij eis 4.A.1 in plaats van twee, slechts één ketenanalyse te maken. Aan deze eisen is dan derhalve (fictief) voldaan. Fictief voldoen aan een eis levert per vrijgestelde eis, 90% van de maximale score op. 3

2. Invalshoek Inzicht Inzicht maakt een bedrijf bewust van de eigen CO₂-prestatie, de risico s en kansen die de eigen CO₂-uitstoot veroorzaakt, biedt het bedrijf informatie die het kan gebruiken bij het formuleren van effectieve doelstellingen en maatregelen om de CO₂-uitstoot te reduceren, en waar de communicatie en samenwerking zich op dient te richten. Invalshoek A stimuleert om de eigen CO₂-uitstoot en die in de keten te kennen. Hierdoor wordt continue verbetering in de diepgang, reikwijdte en efficiëntie van inzicht en de kwaliteit van de emissie-inventaris gerealiseerd. 2.1 Eisen Handboek In het Handboek zijn de volgende eisen voor Invalshoek A: Inzicht opgenomen. Eisen 1A 1.A.1. Identificatie en analyse van energiestromen van het bedrijf en de projecten waarop CO₂-gerelateerd gunningvoordeel verkregen is, zijn gebeurd. 1.A.2. Alle energiestromen van het bedrijf en de projecten waarop CO₂-gerelateerd gunningvoordeel verkregen is, zijn aantoonbaar in kaart gebracht. 1.A.3. Deze lijst wordt regelmatig opgevolgd en actueel gehouden. 2A 2.A.1. Alle energiestromen van het bedrijf en de projecten waarop CO₂-gerelateerd gunningvoordeel verkregen is, zijn kwantitatief in kaart gebracht. 2.A.2. De lijst is volledig en wordt aantoonbaar regelmatig opgevolgd en actueel gehouden. 2.A.3. Het bedrijf beschikt over een actuele energiebeoordeling voor het bedrijf en de projecten waarop CO₂gerelateerd gunningvoordeel verkregen is. 3A 3.A.1. Het bedrijf beschikt over een uitgewerkte actuele emissie-inventaris voor zijn scope 1 & 2 CO₂-emissies conform ISO 14064-1 voor het bedrijf en de projecten waarop CO₂-gerelateerd gunningvoordeel verkregen is. 3.A.2. De emissie-inventaris van 3.A.1 is door een CI geverifieerd met tenminste een beperkte mate van zekerheid. 4A 4.A.1. Het bedrijf heeft aantoonbaar inzicht in de meest materiële emissies uit scope 3, en kan uit deze scope 3 emissies tenminste 1 analyse van GHG-genererende (ketens van) activiteiten voorleggen. 4.A.2. Het bedrijf beschikt over een kwaliteitsmanagement plan voor de inventaris. 4.A.3. Tenminste 1 van de analyses uit 4.A.1 (scope 3) is professioneel ondersteund of becommentarieerd door een ter zake als bekwaam erkend en onafhankelijk kennisinstituut. 5A 5.A.1. Het bedrijf heeft inzicht in de materiële scope 3 emissies van het bedrijf en de meest relevante partijen in de keten die daarbij betrokken zijn. 5.A.2-1. Het bedrijf beschikt over een portefeuillebrede, onderbouwde analyse van mogelijkheden van het bedrijf om de materiële scope 3 emissies te beïnvloeden. 5.A.2-2. Vrijstelling voor klein bedrijf. 5.A.3. Vrijstelling voor klein bedrijf. 2.2 Scope indeling Scope 1 emissies of directe emissies Emissies die worden uitgestoten door installaties die in eigendom zijn van of gecontroleerd worden door de organisatie, zoals emissies door eigen gasgebruik en emissies door het eigen wagenpark. Scope 2 emissies of indirecte emissies Emissies die ontstaan door de opwekking van elektriciteit, warmte en koeling en stoom in installaties die niet tot de eigen onderneming behoren, maar die door de organisatie worden gebruikt. Scope 3 emissies of overige indirecte emissies Emissies die ontstaan als gevolg van de activiteiten van het bedrijf, maar die voortkomen uit bronnen die geen eigendom van het bedrijf zijn noch beheerd worden door het bedrijf. 2.3 Waardeketen Verheij presenteert zich in de markt als dé dienstverlener voor aanleg en onderhoud van buitenruimten, waarbij kennis en vakmanschap garant staan voor een professionele en persoonlijke aanpak. Vanuit de veranderende marktomgeving dienen zich nieuwe waardeketens aan. Het is belangrijk hierop te blijven inspelen. Tegen deze achtergrond wordt de waardeketen beoordeeld en eventueel aangepast. De volgende aspecten spelen hierin een rol: contractvorming, toegevoegde waarde, innovaties en technieken, vakbekwaamheid, uitbesteding werkzaamheden, logistieke planning en ketenparticipatie. 4

UPSTREAM Rapportage De waardeketen van Verheij wordt als volgt geformuleerd: Het bijdragen aan de totstandkoming van (multi)functionele groenvoorzieningen welke esthetisch voldoen, publieksvriendelijk zijn en veiligheid uitstralen. De waardeketen wordt gevormd door twee stromen: de upstream en de downstream. Deze stromen vallen onder scope 3 (overige indirecte emissies). De upstream bevat het geheel aan schakels dat gezamenlijk het realisatieproces van de onderneming uitmaakt. Het gaat hierbij om de indirecte emissies van aangeschafte producten en diensten. In de downstream gaat het om de schakels die gebruik maken van het opgeleverde product. Het gaat hierbij om de indirecte emissies van producten en diensten (of projecten) na de verkoop. Verheij levert geen producten op, maar levert diensten. Hierdoor wordt de indeling van de waardeketen met de up- en downstream afwijkend toegepast. De downstream is niet van toepassing op Verheij. 1. Aangekochte goederen en diensten purchased goods & services 2. Kapitaal goederen capital goods 3. Brandstof en energie gerelateerde activiteiten fuel and energy related activities 4. Upstream transport en distributie transportation and distribution 5. Productie afval waste generated in operations 6. Personenvervoer onder werktijd employee commuting 7. Woon-werkverkeer employee commuting 8. Upstream geleaste activa leased assets Ingekochte goederen en diensten die direct gerelateerd zijn aan de productie van het bedrijf, zijn: bouwmaterialen, plantmaterialen, tuinmaterialen, bestrijdingsmiddelen, personeel en kantoorartikelen. Brandstoffen en elektriciteit worden ook ingekocht, maar deze emissies vallen onder respectievelijk scope 1 en 2 en worden daarom niet meegenomen in deze analyse. Onder kapitaalgoederen wordt verstaan de bedrijfswagens, machines, werktuigen, gereedschappen, apparatuur en kantoorvoorzieningen. Het brandstofverbruik valt grotendeels onder scope 1 en 2. Voor deze stroom geldt het brandstofgebruik door onderaannemers (uitbestede emissies), bij het realiseren van werkzaamheden op projectlocaties. Ingekochte goederen worden door de leveranciers op de bedrijfsvestiging of op de projectlocatie afgeleverd. Transport van ingekochte goederen van de bedrijfsvestiging naar de projectlocaties vindt plaats met inzet van eigen voertuigen (vrachtwagens, BE-combinaties). Het brandstofverbruik is onderdeel van scope 1. Distributie van geproduceerde goederen is niet aan de orde. Aard en omvang van de afvalstromen zijn divers. Ze worden door het bedrijf gescheiden bewaard en afgevoerd naar erkende verwerkers. Groen- en puinafval vormen de aanzienlijkste stromen. Het groenafval wordt grotendeels afgeleverd voor de verwerking van biomassa. De CO 2-Prestatieladder rekent dit onder scope 2. Betreft de verkeersbewegingen van het personeel vanuit huis naar het bedrijf en weer terug. Het bedrijf is niet met openbaar vervoer bereikbaar. Om deze kilometers te verminderen kiezen we, daar waar nodig, om direct van huis naar het project te rijden. Het bedrijf maakt geen gebruik van geleaste activa. Dit onderdeel is daarom niet van toepassing. 5

DOWNSTREAM Rapportage 9. Downstream transport en distributie transportation and distribution 10. Ver- of bewerken van verkochte producten processing of sold products 11. Gebruik van verkochte producten use of sold products 12. End-of-life verwerking van verkochte producten end-of-life treatment of sold products 13. Downstream geleaste activa leased assets 14. Franchisehouders franchises 15. Investeringen investments Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Zoals beschreven in het Handboek is er aanvullend een kwalitatieve rangorde van de meest materiële emissies opgesteld, gebaseerd op de kwantitatieve rangorde in het document Rapportage CO 2-Prestatieladder niveau 4, hoofdstuk 4. De omschrijving van de activiteiten waarbij CO 2 vrijkomt zijn beschreven in bovenstaande tabel en daarom niet meer in onderstaande tabel opgenomen. PMC s sectoren en activiteiten Verheij is werkzaam in diverse sectoren: (semi-)overheden; onderwijs & zorginstellingen; woningcorporaties, vastgoed en VvE; bedrijven, nutssector & industrie. De werkzaamheden per sector zijn niet verschillend. Omschrijving van activiteit waarbij CO 2 vrijkomt Aangekochte goederen en diensten Kapitaal goederen Brandstof en energie gerelateerde activiteiten Upstream transport en distributie Productie afval Personenvervoer onder werktijd Woon-werkverkeer Upstream geleaste activa Relatief belang van CO 2-belasting van de sector en invloed van de activiteiten Sector Activiteiten Potentiële invloed van het bedrijf op CO 2 uitstoot Rangorde 4 3 1 5 2 0 6 0 6

2.4 Meest materiële emissies De analyse van de waardeketen met betrekking tot de onderwerpen en activiteiten die voor Verheij van toepassing zijn, hebben geleid tot het in kaart brengen van een aantal scope 3 emissies. Scope 3 emissies Upstream CO 2-emissie Rangorde op per ton emissiegroep Elektra bij klanten Niet van toepassing 0 6 Zakelijk OV Niet van toepassing 0 6 Afvalverwerking Afvalwater Olieslib Groenafval Overig afval Puin/sloopafval Uitbestede emissie Gladheidbestrijding Loonwerk Groenwerk Kolken zuigen Transport groenafval Gegenereerd afval 577,42 0,12 1,94 312,2 14,8 248,4 Uitbestede emissies 289,57 24,6 66,5 153,8 1,2 43,47 1 2 Overig gebruik Drinkwater Ingekochte goederen en diensten 0,09 5 Papiergebruik Ingekochte goederen 0,66 4 en diensten Transport en distributie Woon-werkverkeer Woon-werkverkeer 64,0 3 Totaal 931,74 2.5 Emissie-inventaris De verbruiksgegevens worden geregistreerd aan de hand van de gegevens van de jaarnota s en facturen van de verschillende energieleveranciers. De emissie inventaris is opgesteld aan de hand van de punten a tot en met q van paragraaf 7.3.1. van de norm ISO 14064-1. In deze norm zijn relevantie, compleetheid, consistentie, nauwkeurigheid en transparantie de kernbegrippen. De emissie-inventaris is gebaseerd op de gegevens van 2014. De CO 2-emissies zijn berekend met behulp van de emissiefactoren van http://co2emissiefactoren.nl/. Energie verbruik CO 2-emissie factoren CO 2-emissie per ton Scope 1 - directe emissies Bedrijfspand verwarming propaan 2.757 m³ 1,725 4,8 I Bedrijfswagens diesel 305.978 ltr 3,230 988,3 II Materieel diesel 67.801 ltr 3,230 219,0 II Apparatuur mix brandstof 31.104 ltr 2,740 85,2 II Apparatuur LPG 18.180 ltr 1,806 32,8 II Scope 2 - indirecte emissie Elektriciteit windkracht 51.527 kwh 0,355 18,3 I Zakelijk verkeer privé auto 7.798 ltr 2,740 21,4 II Scope 3 - overige indirecte emissies Woon-werkverkeer 346583 km divers 69,8 I Uitbestede emissie divers - divers 289,57 II Afvalverwerking 32.060 kg 0,106 3,4 II Drinkwater 343 m³ 0,298 0,10 I Afvalwater 3 VE 39,86 0,12 I Olieslib 6.320 kg 0,94 5,9 I Papier houtvrij 15.750 kg 1,208 19,0 II Totale CO 2-emissie 1.757,69 Invulling 7

Check klein bedrijf Invulling Klein bedrijf ton per jaar Verheij ton per jaar I Kantoren en bedrijfsruimten 500 99,02 II Bouwplaatsen en productielocaties 2.000 1.658,67 Totaal - 1.757,69 CO 2 Footprint 2014 (Milieubarometer) 2.6 Project met gunningvoordeel In 2014 hebben we ingeschreven op een project met gunningvoordeel met betrekking tot de CO 2-Prestatieladder. In 2015 hebben we dit project gegund gekregen, vanaf 1 juli 2015 zijn we met de werkzaamheden gestart. Vanuit het Handboek geldt de eis dat er voor de projecten, verkregen met gunningvoordeel, een separate emissie-inventaris wordt opgesteld. Vanaf de start van het project worden de gegevens van dit project geregistreerd. In dit rapport zijn de gegevens van 2014 verwerkt. De gegevens van het project verkregen met gunningvoordeel zijn daarom niet in deze rapportage opgenomen. Er is wel een voorlopige emissie-inventaris opgesteld van de gegevens die al beschikbaar zijn. deze wordt bijgewerkt en zal in Voortgangsrapportage 4 (juli tot en met december 2015) worden opgenomen. 2.7 Kwaliteitsmanagementplan Het Handboek stelt als normeis dat de organisatie beschikt over een kwaliteitsmanagement plan voor de CO 2 emissieinventaris. Dit plan beoogd om een accurate rapportage van de inventaris te waarborgen. Waarbij gestreefd wordt naar een continue verbetering van de betrouwbaarheid van de emissie-inventaris. De continue verbetering wordt gerealiseerd door het toepassen van de Deming(PDCA)-cirkel. de gegevens opgenomen in de tabel vallen onder PLAN. DO is het uitvoeren en opstellen van de diverse rapportages waarin de gegevens (tabel) worden vastgelegd. De CHECK vindt plaats door middel van de terugkoppeling aan het MT (Managementsrapportage en Directiebeoordeling) en de audit. Als laatste zorgt de ACT voor de eventuele verbeterslag, input vanuit MT, auditor of eigen bevindingen. 8

In het door Verheij opgestelde kwaliteitsmanagement plan wordt aangegeven hoe, wanneer en door wie de voor de emissie-inventaris benodigde gegevens worden aangeleverd. Wat Hoe Product Planning Wie Kwaliteitsmanagement Analyseren van gegevens Rapport 1 e kwartaal KAM-coördinator Energiestromen Aangeleverde gegevens Factuur 1 e kwartaal Administratie Energiestromen Aangeleverde gegevens Meterstanden Maandelijks KAM-coördinator Afvalstromen Aangeleverde gegevens Facturen 1 e kwartaal Administratie Brandstoffen (inkoop) Aangeleverde gegevens Facturen 1 e kwartaal Administratie Brandstofverbruik Analyseren van gegevens Rapport 1 e kwartaal Administratie Woon-werkverkeer Aangeleverde gegevens Overzicht 1 e kwartaal Administratie Uitbestede emissies Analyseren van gegevens Rapport 1 e kwartaal Administratie Papierverbruik Aangeleverde gegevens Factuur 1 e kwartaal Administratie Overig verbruik Aangeleverde gegevens Factuur 1 e kwartaal Administratie Interne audit Controle gehele systeem Verslag Jaarlijks Externe auditor Reductiedoelstellingen Analyseren van gegevens Rapport Halfjaarlijks KAM-coördinator Communicatie Publiceren op website Voortgangsrapport Halfjaarlijks KAM-coördinator Directiebeoordeling Toelichting stand-van-zaken Overzicht PI s Per kwartaal Directie Emissie-inventaris www.skao.nl Rapport September KAM-coördinator Milieubarometer www.stimular.nl Rapport en footprint September KAM-coördinator CO 2-rapportage www.verheijbv.nl Rapport September KAM-coördinator Externe audit Beoordeling Verslag 4 e kwartaal Externe auditor In de nabije toekomst zullen twee onderwerpen worden aangepast. Als eerste het brandstofverbruik, dat wordt voortaan door middel van een brandstofsysteem geregistreerd en niet aan de hand van facturen. Ten tweede wordt in toenemende mate voor projecten specifiek een CO 2-boekhouding bijgehouden. Dit kan zijn naar aanleiding van verkregen gunningvoordeel, maar ook op verzoek van de opdrachtgever. 2.8 Relevante partijen In de emissie-inventaris, paragraaf 3.4, zijn de CO 2-emissies per scope opgenomen. Vanuit de scope 3 emissies zijn er relevante partijen in de keten die daarbij betrokken zijn. De meest relevante partijen zijn onderverdeeld in 9 categorieën en in de volgende tabel beschreven. 9

Meest relevante partijen Toelichting op relevantie 1 Leveranciers van producten voor het bedrijfspand Leveranciers van producten die benodigd zijn t.b.v. het doelmatig uit kunnen oefenen van werkzaamheden door kantoormedewerkers (o.a. kantoorartikelen, meubilair, koffie e.d.). 2 Leveranciers van producten voor projecten Leveranciers van producten die benodigd zijn voor het realiseren van aanleg- of (groen) onderhoudswerkzaamheden (o.a. zand, tegels, boompalen, binddraad e.d.). 3 Leveranciers van materieel Leveranciers van materieel t.b.v. transport of uitvoering van werkzaamheden (o.a. vrachtwagens, bedrijfsauto s, machines, gereedschappen e.d.). 4 Leveranciers van voorzieningen Leveranciers van voorzieningen t.b.v. het functioneren van het bedrijfspand (o.a. gas, water, elektriciteit, internet e.d.). 5 Onderaannemers Partijen die in opdracht van Verheij aanleg- of onderhoudswerkzaamheden uitvoeren voor opdrachtgevers. 6 Afvaltransporteurs Partijen die in opdracht van Verheij vanuit projecten of bedrijfsvoering vrijgekomen materialen afvoeren van de werklocatie naar het bedrijfsterrein of een erkende afvalverwerker. De vrijgekomen materialen kunnen ook door de afvalverwerker zelf worden getransporteerd. 7 Afvalverwerkers Erkende afvalverwerkers die van bij Verheij vrijgekomen materialen zo nuttig mogelijk toepast, gebaseerd op de Ladder van Lansink (hergebruik). 8 Facilitaire dienstverleners Partijen die zorg dragen voor het deugdelijk functioneren van het bedrijfspand (o.a. installateurs, schoonmakers, ICT-dienstverlening e.d.). 9 Opdrachtgevers Partijen waarvan VIG offerte-aanvragen en/of opdrachten ontvangt en waarvoor Verheij aanleg- en/of onderhoudswerkzaamheden verricht. 2.9 Beïnvloedingsanalyse scope 3 emissies Over het hele inkoopvolume (UPSTREAM) is een analyse van mogelijkheden om de materiële scope 3 emissies te beïnvloeden opgesteld. De mogelijkheden richten zich op energiebesparing en CO 2-reductie. UPSTREAM Mogelijkheden voor energiebesparing en CO 2-reductie Aangekochte goederen en diensten Duurzaam inkopen, of maatschappelijk verantwoord inkopen, betekent dat we, naast de prijs van de producten, diensten of werken ook letten op de effecten van de inkoop op milieu en sociale aspecten. Om dit concreet toe te passen is het belangrijk dat we als bedrijf bepalen op welke thema s we het accent willen leggen en welk ambitieniveau we willen bereiken. Kapitaal goederen Een deel van de kapitaal goederen, specifiek de bedrijfswagens en machines, hebben een belangrijke invloed op de CO 2-uitstoot van het bedrijf. Het is daarom van belang voor aanschaf van deze goederen te onderzoeken welke aspecten van belang zijn en hoe deze invloed hebben op de CO 2-uitstoot. Brandstof en energie gerelateerde activiteiten Het gaat hier specifiek om het brandstofverbruik van onderaannemers. Een mogelijkheid is in de selectieprocedure voor onderaannemers de reisafstand mee te laten wegen. Upstream transport en distributie Efficiënt inplannen waar goederen worden bezorgd, om hierdoor de transportkilometers te reduceren. Bij de selectieprocedure voor leveranciers/bezorgers de wijze van transport en de voertuigen laten meewegen. Productie afval Toepassing van Ladder van Lansink. Waar mogelijk het ontstaan van afval voorkomen of beperken. In het geval van vrijkomend afval een zo nuttig mogelijke toepassing (hergebruik) realiseren. Personenvervoer onder werktijd De CO 2-Prestatieladder rekent dit onder scope 2. Woon-werkverkeer Woon-werkverkeer waar mogelijk beperken door directe aanrijdroutes naar de projecten. Bij indeling van medewerkers op projecten rekening houden met de woonplaatsen van medewerkers en de ligging van projecten. Bij de werving van nieuwe medewerkers de woonplaats laten meewegen. Upstream geleaste activa Niet van toepassing Naast de mogelijkheden beschreven in bovenstaande tabel zijn er diverse maatregelen die toegepast kunnen worden op verschillende ambitieniveaus om CO 2-reductie te realiseren. Deze maatregelen zijn beschreven in hoofdstuk 3. 10

3. Invalshoek Reductie Reductie creëert kansen voor het terugdringen van energieverbruik en CO₂-uitstoot, en bevordert samenwerking zodat de meest efficiënte opties voor reductie in de keten worden aangepakt. Het bedrijf realiseert continue verbetering van de efficiëntie van maatregelen, in het vaststellen en behalen van doelen en het aantonen van voortgang op doelstellingen en maatregelen. 3.1 Eisen Handboek In het Handboek zijn de volgende eisen voor Invalshoek B: Reductie opgenomen. Eisen 1B 2B 3B 4B 5B 1.B.1. Het bedrijf onderzoekt aantoonbaar de mogelijkheden het energie verbruik te reduceren van het bedrijf en de projecten waarop CO₂-gerelateerd gunningvoordeel verkregen is. 1.B.2. Het bedrijf beschikt over een actueel verslag van een onafhankelijke interne controle voor het bedrijf en de projecten waarop CO₂-gerelateerd gunningvoordeel verkregen is. 2.B.1. Het bedrijf heeft een kwalitatief omschreven doelstelling om energie te reduceren en heeft maatregelen benoemd voor de projecten. 2.B.2. Het bedrijf heeft een omschreven doelstelling voor gebruik van alternatieve brandstoffen en/of gebruik van groene stroom en heeft maatregelen benoemd voor de projecten. 2.B.3. De energie- en reductiedoelstelling en de bijbehorende maatregelen zijn gedocumenteerd, geïmplementeerd en gecommuniceerd aan alle werknemers. 2.B.4. De reductiedoelstelling is onderschreven door hoger management. 3.B.1. Het bedrijf heeft een kwantitatieve reductiedoelstelling voor scope 1 & 2 emissie van het bedrijf en de projecten opgesteld, uitgedrukt in absolute getallen of percentages ten opzichte van een referentiejaar en binnen een vastgelegde tijdstermijn en heeft een bijbehorend plan van aanpak opgesteld inclusief de te nemen maatregelen in de projecten. 3.B.2. Het bedrijf heeft een energie management actieplan (conform ISO 50001 of gelijkwaardig) opgesteld, onderschreven door hoger management, gecommuniceerd (intern en extern) en geïmplementeerd voor het bedrijf en de projecten waarop CO₂-gerelateerd gunningvoordeel verkregen is. 4.B.1. Het bedrijf heeft voor scope 3, op basis van 2 analyses uit 4.A.1, CO₂-reductiedoelstellingen geformuleerd of bedrijf heeft voor scope 3, op basis van 2 materiële GHG-genererende (ketens van) activiteiten CO₂reductiedoelstellingen geformuleerd. Er is een bijbehorend plan van aanpak opgesteld inclusief de te nemen maatregelen. Doelstellingen zijn uitgedrukt in absolute getallen of percentages ten opzichte van een referentiejaar en binnen een vastgelegde termijn. 4.B.2. Het bedrijf rapporteert ten minste halfjaarlijks (intern én extern) de voortgang ten opzichte van de doelstellingen voor het bedrijf en de projecten waarop CO₂-gerelateerd gunningvoordeel verkregen is. 5.B.1. Het bedrijf heeft voor scope 3, op basis van de analyses uit 5.A.2, een strategie en CO₂reductiedoelstellingen geformuleerd. Er is een bijbehorend plan van aanpak opgesteld inclusief de te nemen maatregelen. Doelstellingen zijn uitgedrukt in absolute getallen of percentages ten opzichte van een referentiejaar en binnen een vastgelegde termijn. 5.B.2. Het bedrijf rapporteert minimaal 2x per jaar zijn emissie-inventaris scope 1, 2 & 3 gerelateerde CO₂-emissies (intern en extern) alsmede de vooruitgang in reductiedoelstellingen, voor het bedrijf en de projecten. 5.B.3. Het bedrijf slaagt erin de reductiedoelstellingen te realiseren. 3.2 Energie Management Plan Vanuit het inzicht in de energiestromen en de verbruiken is gekeken naar mogelijke energie- en CO 2-besparende opties die vertaald kunnen worden in concrete maatregelen die resulteren in CO 2-reductie. Gekoppeld aan deze maatregelen zijn ambitieuze doelstellingen geformuleerd. Scope 1 Brandstofgebruik van bedrijfswagens De CO 2-emissie van brandstof is de omvangrijkste emissie van het bedrijf. Brandstof wordt gebruikt voor de bedrijfswagens en het werken met machines en gereedschappen. Brandstoffen vallen onder scope 1 van de CO 2- Prestatieladder. PDCA - Voortschrijdend inzicht Met betrekking tot het brandstofgebruik van bedrijfswagens heeft Verheij in 2013 een reductiedoelstelling opgesteld (PLAN). Deze reductiedoelstelling is nog niet volledig behaald (voortgangsrapportages). Door beperkte informatie en gebrek aan inzet van doeltreffende maatregelen (DO) is de CO 2-emissie nog niet met 5% gereduceerd ten opzichte van het referentiejaar (CHECK). Vanuit de Check is met de huidige kennis en een analyse van de situatie gebleken dat de werkwijze niet geschikt is om de reductiedoelstelling te behalen. Er is een aanpassing nodig van de werkwijze (ACT). Inzicht - brandstofmanagementsysteem Om deze reductiedoelstelling succesvol te behalen is er gekozen om een nieuw brandstofmanagementsysteem aan te schaffen. Met behulp van dit systeem is het inzicht in het brandstofverbruik optimaal. Hierdoor is het mogelijk tijdig in te spelen op het verbruik en de benodigde maatregelen te treffen om de CO 2-reductie te behalen. Vanuit dit systeem wordt er specifiek gekeken naar soorten voertuigen (bijvoorbeeld personenauto s, bedrijfsbussen, vrachtwagens, BE-trekkers) 11

om op deze wijze zo gericht mogelijk te werken aan het reduceren van brandstofgebruik per soort voertuig. De diverse maatregelen, zoals opgenomen in deze paragraaf, worden zo ook op de juiste wijze ingezet, om deze maximaal te benutten. Vanuit de PDCA-cirkel zien we het nieuwe brandstofmanagementsysteem als de borging voor het succesvol behalen van de reductiedoelstelling. Reductiedoelstelling In de bestaande reductiedoelstelling werd uitgegaan van jaartallen die inmiddels in het verleden liggen, op dit punt is de reductiedoelstelling aangepast. De ambitie van de reductiedoelstelling is echter gelijk gebleven. Reductiedoelstelling Ia Het verminderen van het relatief brandstofverbruik met 5% in 2018 uitgaande van het gemiddeld verbruik van brandstof per km over 2014, gerelateerd aan de totaal aantal gereden kilometers. Naast de reductiedoelstelling Ia die gericht is op het zuiniger rijden, is er gekozen om een tweede reductiedoelstelling op te nemen. Deze reductiedoelstelling is gericht op afname van het totaal aantal liters diesel voor materieel. Maatregelen zoals efficiënte planning van rijroutes en het carpoolen van medewerkers komt in deze doelstelling tot zijn recht. Reductiedoelstelling Ib Het verminderen van het totaal aantal liters brandstof voor voertuigen met 5% in 2018 ten opzichte van het gemiddeld aantal liters brandstof per voertuigen in 2014. Om de reductiedoelstellingen te behalen worden onderstaande maatregelen uitgevoerd. Maatregelen Inkoop materieel Vervanging transportmiddelen zwaar materieel Aanschaf elektrische tractiemiddelen Aanschaf brandstofsysteem Efficiënte planning route Efficiënte indeling ploegen Opleiding en monitoring Inzetten systeem Ecodrive Invulling Bedrijfswagens met minimaal Euro 5 respectievelijk Euro 6 motoren. Personenauto s met energielabel A, dan wel minimaal een groen label. Bij vervanging van transportmiddelen t.b.v. zwaar materieel wordt rekening gehouden met het brandstofverbruik in relatie met het te trekken/beladen gewicht. Aanschaffen elektrische tractiemiddelen op projecten waarbij relatief weinig kilometers per dag gereden worden. Duidelijk inzicht in brandstofgebruik, uitgesplitst in soorten voertuigen, waardoor de mogelijkheid bestaat tijdig (bij) te sturen. Tijdens het opstellen van de werkplanning rekening houden met de meest efficiënte rijroutes. Met de indeling van de ploegen rekening houden met de locaties van projecten en woonplaats van medewerkers (carpoolen). Medewerkers instrueren over zuinig rijden (Het nieuwe rijden) en het rijgedrag monitoren. Inbouwen van Ecodrive systeem (de slimme begrenzer) De mogelijkheden om de reductiedoelstelling te behalen hebben geleid tot een stappenplan. Juist voor deze reductiedoelstelling heeft het voorbeeldgedrag in de hiërarchische lijn binnen het bedrijf grote invloed. Vanuit de voortgang van het brandstofverbruik en de afname van het totaal aantal liters diesel voor materieel, zullen de maatregelen dan ook topdown ingezet worden. In het stappenplan zijn de volgende stappen opgenomen: 1. Brandstofmanagementsysteem Om het brandstofmanagementsysteem als borging toe te passen voor het behalen van de reductiedoelstellingen wordt per kwartaal de voortgang van de reductiedoelstellingen gemonitord. Dit wordt in de prestatie-indicatoren ieder kwartaal door het MT besproken. In de halfjaarlijkse voortgangsrapportages wordt de voortgang beschreven. Op deze wijze is het mogelijk tijdig in te spelen op de inzet van maatregelen. 2. Wagenpark Bij de inkoop en vervanging van materieel (bedrijfswagens, personenauto s, zwaar materieel) wordt rekening gehouden met het brandstofverbruik en de CO 2-footprint van het materieel. 12

3. Opleiding en monitoring Medewerkers worden geïnstrueerd over zuiniger rijden (Het Nieuwe Rijden). De medewerkers zullen voorafgaand aan de instructie worden gemonitord en ook na de instructie. Hierdoor is de CO 2-reductie als effect van deze instructie meetbaar. Het is bekend dat een dergelijke instructie maar een bepaalde houdbaarheid heeft en dat personen vaak weer vervallen in hun oude rijpatroon. Om dit te voorkomen wordt een kwartaal na de instructie nogmaals een bijeenkomst gehouden met de medewerkers om de behaalde reductie en de juiste wijze van rijden te bespreken. Deze voortgang zal halfjaarlijks worden gemonitord en jaarlijks wordt deze maatregel behandeld in een tooboxmeeting. 4. Technische maatregelen Het systeem Ecodrive (slimme begrenzer) wordt, afhankelijk van de resultaten uit het brandstofmanagementsysteem, ingezet op bepaalde soorten voertuigen. Hiervoor geldt dat vanuit het inzicht bepaald wordt op welke voertuigen dit systeem de juiste reductie kan realiseren. De analyse hiervoor wordt halfjaarlijks in de voortgangsrapportages meegenomen. Scope 2 Elektriciteitsverbruik bedrijfspand Vanuit de scope 2 emissies is gekozen CO 2-reductie te realiseren op het elektriciteitsverbruik van het bedrijfspand. Met betrekking tot het elektriciteitsverbruik van het bedrijfspand heeft Verheij een reductiedoelstelling opgesteld: Reductiedoelstelling II Het verminderen van het relatief elektriciteitsgebruik van het bedrijfspand in 2017 met 2% uitgaande van het elektriciteitsgebruik vermeld op de energienota 2014 als referentie. Toelichting reductiedoelstelling elektriciteitsverbruik van het bedrijfspand In 2014 is de vorige reductiedoelstelling behaald van 5% afname uitgaande van de energienota. Dit is behaald door aanpassing van de lichtarmaturen en plaatsen van sensoren. Er is gekozen wederom elektriciteit te besparen. Na de 5% is het, gezien de bedrijfsvoering, niet aannemelijk dat er nog veel CO 2-reductie te behalen is. Uitgaande van de bouw van een nieuw bedrijfspand in de nabije toekomt, is gekozen deze reductiedoelstelling te behalen door middel van bewustwording van gedrag van medewerkers. Om de reductiedoelstelling te behalen worden onderstaande maatregelen uitgevoerd. Maatregelen Invulling en monitoring Aanpak bewustzijn medewerkers Computers en schermen na de werkdag afsluiten en uitzetten. Inzicht in machines die onnodig aanstaan en ervoor zorgen dat deze uitgezet worden of op een tijdschakelaar worden gezet. De mogelijkheden om de reductiedoelstelling te behalen hebben geleid tot een stappenplan. In het stappenplan zijn de volgende stappen opgenomen: 1. Identificeren machines en apparaten (computers en schermen) die na werktijd (onnodig) aanstaan. 2. Aanspreken medewerkers op afsluiten/uitzetten van deze machines en apparaten. 3. Controleren door tweewekelijks aan het einde van de werkdag te controleren of alle machines en apparaten uit staan. 4. Monitoren elektriciteitsverbruik door opname meterstanden. 5. Gegevens verwerken in voortgangsrapportage en beschrijven voortgang CO 2-reductie. Scope 3 Afvalverwerking Ketenanalyse Groenafval De ketenanalyse Groenafval is gericht op het reduceren van de CO 2-emissie, hierbij richten we ons op zowel het transport als de verwerking van het groenafval. Het belangrijkste doel van de ketenanalyse is om meer inzicht te krijgen in de procesketen van het afvoeren en verwerken van het groenafval en op basis daarvan bepalen waar er binnen de keten mogelijkheden voor CO 2-reductie bestaan. Vanuit de ketenanalyse is de volgende reductiedoelstelling geformuleerd. Reductiedoelstelling III Het reduceren van de CO 2-emissie door in 2018 minimaal 98% van het groenafval nuttig toe te passen voor bijvoorbeeld biomassa, uitgaande van het betreffende percentage in 2014. Toelichting reductiedoelstelling ketenanalyse - groenafval De reductiedoelstelling is aangepast, het referentiejaar is verschoven van 2013 naar 2014. Dit is gedaan omdat de conversiefactor waarmee de CO 2-reductie berekend wordt door de verwerker die ons het certificaat verstrekt aangepast is. uitgaande van 2013 met de oude conversiefactor geeft een vertekend beeld. 13

Om de reductiedoelstelling te behalen worden onderstaande maatregelen uitgevoerd. Maatregelen Voorkomen van vrijkomend groenafval Toepassen groenafval op locatie Transport groenafval door derden Transport groenafval door Verheij Nuttige toepassing groenafval Invulling en monitoring Mogelijkheden voorkomen groenafval bespreken met opdrachtgevers, bijvoorbeeld door aanpassen beplanting. Groenafval dat op een locatie vrijkomt op die betreffende locatie bewerken, zodat dit niet afgevoerd hoeft te worden. Inzicht in groenafval door derden, waar mogelijk dit efficiënter invullen (toepassen tijdelijk depot). Transport groenafval door Verheij alleen indien de hoeveelheid het toelaat en dit niet efficiënter uitgevoerd kan worden. Groenafval aanbieden als biomassa (certificaat CO 2-reductie). Ten behoeven van verwarming bedrijfspand het vrijgekomen hout zelf bewerken tot chips (chipper) om in de houtkachel te verstoken. De mogelijkheden om de reductiedoelstelling te behalen hebben geleid tot een stappenplan. In het stappenplan zijn de volgende stappen opgenomen: 1. Mogelijkheden voorkomen groenafval en toepassen groenafval op locatie bespreken met opdrachtgevers. 2. Transport van groenafval op voorhand efficiënt inrichten. 3. Nuttige toepassing van verschillende soorten groenafval maximaal inzetten. 4. Transport groenafval naar verwerkers in de omgeving. 5. Bespreken uitkomsten en nieuwe ideeën in de ketengroep. 6. Gegevens verwerken in voortgangsrapportage en beschrijven voortgang CO 2-reductie. Naast het opstellen van een reductiedoelstelling, richten we ons ook op CO 2-reductie door middel van andere mogelijkheden voor het transport van het groenafval. Er is gekozen deze mogelijkheden te vertalen in doelstellingen, geen reductiedoelstellingen, omdat deze niet direct in CO 2-emissie zijn te vertalen. Indirect leveren ze wel een reductie op. Hiermee willen we wel de intentie aangeven die we hebben om hiermee serieus aan de slag te gaan. Mogelijk kunnen deze doelstellingen in de toekomst, als er meer informatie aanwezig is om dit concreter te maken, omgezet worden in reductiedoelstellingen. Doelstelling I In 2017 wordt 70% van het vrijgekomen groenafval, dat door externe transporteurs wordt getransporteerd, aangeboden voor verwerking bij groenverwerkers binnen een straal van 40 km van de betreffende projectlocatie. Toelichting doelstelling I Het gaat om 70% van de 100% vrijgekomen groenafval dat door externe transporteurs (alle transporteurs niet zijnde Verheij zelf) wordt vervoerd. De betreffende projectlocatie is de locatie waar het groenafval vrijkomt. Doelstelling II Per projectlocatie zal beoordeeld worden of er mogelijkheden zijn om het groenafval op de betreffende projectlocatie toe te passen, zodat transport van dit groenafval niet nodig is. Toelichting doelstelling II Het gaat hier bijvoorbeeld om toepassen van schoffelvuil in bosplantsoen. Verheij beoordeelt of er mogelijkheden zijn op een project om dit te realiseren. Als dit mogelijk is zal dit met de opdrachtgever besproken worden. Kanttekening is dat de opdrachtgever hierin leidend is. In het document Ketenanalyse groenafval is de volledige ketenanalyse beschreven, met maatregelen en plan van aanpak. In de voortgangsrapportages wordt halfjaarlijks de voorgang van de ketenanalyse beschreven. 14

3.4 Maatregelen voor CO 2 -reductie Onderstaande maatregelen vanuit de Maatregellijst van SKAO, die ter invulling beschikbaar is voor bedrijven die zich certificeren voor de CO 2-Prestatieladder, zullen worden uitgevoerd door Verheij. De maatregellijst is een niet uitputtende lijst met CO 2-reductiemaatregelen, onderverdeeld naar veelvoorkomende activiteiten van bedrijven die deelnemen aan de CO 2-Prestatieladder. Maatregel Type A standaard B vooruitstrevend C ambitieus Wagenpark 1 Controle juiste bandenspanning voertuigen 2 Stimuleren zuinig rijden: Monitoring Onderaannemers 3 Selectie onderaannemers op reisafstand Activiteit efficiënter uitvoeren Activiteit beperken Monitoring brandstofgebruik en 3- maandelijkse terugkoppeling naar bestuurders. Reisafstand weegt mee in selectieprocedure voor onderaannemers. Jaarlijkse controle bandenspanning bij meer dan 75% van de voertuigen en de eigen auto's van het personeel. 3.5 Ketenanalyse Een ketenanalyse gaat over de waardeketen van een bedrijf: van de grondstoffen die het bedrijf inkoopt tot en met de verwerking van het afval aan het einde van de levensduur van het geleverde product of de dienst. Naast CO 2-reductie geeft de ketenanalyse ook inspiratie voor duurzame innovaties en handvatten om de keten efficiënter in te richten. 3.6 Voortgangsrapportage Halfjaarlijks wordt een voortgangsrapportage opgesteld en gepubliceerd op de website van Verheij. In deze rapportage is de emissie-inventaris van de CO 2-emissies scope 1, 2 en 3 opgenomen alsmede de vooruitgang in reductiedoelstellingen, voor het bedrijf en de projecten verkregen met gunningvoordeel. 15

4. Invalshoek Transparantie Door Transparantie stimuleert een bedrijf de creatieve betrokkenheid van zijn medewerkers, weten bedrijven van elkaars inzet, en kan een bedrijf door anderen worden aangesproken op de ambities en vorderingen. Het bedrijf realiseert continue verbetering in de diepgang en verspreiding van de communicatie en in het verwerken van inbreng van de interne en externe belanghebbenden. 4.1 Eisen Handboek In het Handboek zijn de volgende eisen voor Invalshoek C: Transparantie opgenomen. Eisen 1C 2C 3C 4C 5C 1.C.1. Het bedrijf communiceert aantoonbaar intern op ad hoc basis over het energiereductie beleid van het bedrijf en de projecten waarop CO₂-gerelateerd gunningvoordeel verkregen is. 1.C.2. Het bedrijf communiceert aantoonbaar extern op ad hoc basis over het energiereductie beleid van het bedrijf en de projecten waarop CO₂-gerelateerd gunningvoordeel verkregen is. 2.C.1. Het bedrijf communiceert structureel intern over het energiebeleid voor het bedrijf en de projecten. De communicatie omvat minimaal het energiebeleid en reductiedoelstellingen van het bedrijf en de maatregelen in projecten waarop CO₂-gerelateerd gunningvoordeel verkregen is. 2.C.2. Het bedrijf heeft inzake CO₂-reductie een effectieve stuurcyclus met toegewezen verantwoordelijkheden voor het bedrijf en de projecten waarop CO₂-gerelateerd gunningvoordeel verkregen is. 2.C.3. Het bedrijf heeft de externe belanghebbenden geïdentificeerd voor het bedrijf en de projecten waarop CO₂gerelateerd gunningvoordeel verkregen is. 3.C.1. Het bedrijf communiceert structureel intern én extern over de CO₂-footprint (scope 1 & 2 emissies) en de kwantitatieve reductiedoelstelling(en) van het bedrijf en de maatregelen in projecten waarop CO₂-gerelateerd gunning voordeel verkregen is. De communicatie omvat minimaal het energiebeleid en de reductiedoelstellingen van het bedrijf en de hierboven genoemde maatregelen, mogelijkheden voor individuele bijdrage, informatie betreffende het huidig energiegebruik en trends binnen het bedrijf en de projecten. 3.C.2. Het bedrijf beschikt over een gedocumenteerd intern én extern communicatieplan met vastgelegde taken, verantwoordelijkheden en wijzen van communicatie voor het bedrijf en de projecten waarop CO₂-gerelateerd gunningvoordeel verkregen is. Vrijstelling voor klein bedrijf. Vrijstelling voor klein bedrijf. 4.2 Stuurcyclus Er is inzake CO 2-reductie een effectieve stuurcyclus opgesteld met toegewezen verantwoordelijkheden voor het bedrijf en de projecten waarop CO 2-gerelateerd gunningvoordeel verkregen is. Onderwerp Verantwoordelijkheden Verantwoordelijk Wanneer Verzamelen gegevens Verzamelen van gegevens die nodig zijn voor het KAM-coördinator Halfjaarlijks berekenen van de CO 2-redcutie, input van afdeling administratie Beheren gegevens Gegevens opslaan in bedrijfsportfolio KAM-coördinator Halfjaarlijks Verwerken gegevens Gegevens verwerken in voortgangsrapportage en KAM-coördinator Halfjaarlijks CO 2-footprint, deze publiceren op website Vaststellen rapporten Vaststellen van energiebeleid, KAM-coördinator (Half)jaarlijks reductiedoelstellingen, maatregelen e.d. (rapporten) door Directie Communicatie intern Informeren interne doelgroep over energiebeleid, KAM-coördinator Halfjaarlijks voortgang reductiedoelstellingen en maatregelen d.m.v. voortgangsrapportage (website), toolboxmeetings, kennisbijeenkomsten, interne nieuwsbrief Communicatie extern Informeren externe doelgroep over energiebeleid, KAM-coördinator Halfjaarlijks voortgang reductiedoelstellingen en maatregelen d.m.v. voortgangsrapportage (website), (bouw)vergaderingen, relatiekrant. In samenwerking met afdeling commercie. Plannen en begeleiden audit Voorbereiden van audit door opstellen KAM-coördinator Jaarlijks documenten en inplannen interviews n.a.v. agenda. Begeleiden audit door leveren input gegevens. Gehele proces Monitoring en evaluatie van gehele proces (PDCA) KAM-coördinator Per kwartaal 16

Project gunningvoordeel Verantwoordelijkheden Verantwoordelijk Wanneer Verzamelen gegevens Verzamelen van projectspecifieke gegevens die Projectleider Wekelijks nodig zijn voor het berekenen van de CO 2- redcutie, input van afdeling administratie Beheren gegevens Gegevens opslaan in projectportfolio KAM-coördinator Continu Verwerken gegevens Gegevens verwerken in voortgangsrapportage en KAM-coördinator Halfjaarlijks CO 2-footprint, deze publiceren op website. Verwerken gegevens Gegevens verwerken in rapportage voor Projectleider Jaarlijks opdrachtgever. Vaststellen rapporten Vaststellen van energiebeleid, Directie (Half)jaarlijks reductiedoelstellingen, maatregelen e.d. (rapporten) door Directie Communicatie intern Informeren interne doelgroep over energiebeleid, KAM-coördinator Halfjaarlijks voortgang reductiedoelstellingen en maatregelen d.m.v. voortgangsrapportage (website), toolboxmeetings, kennisbijeenkomsten, interne nieuwsbrief Communicatie extern Informeren externe doelgroep over energiebeleid, Projectleider Halfjaarlijks voortgang reductiedoelstellingen en maatregelen d.m.v. voortgangsrapportage (website), (bouw)vergaderingen, relatiekrant. In samenwerking met afdeling commercie. Informeren medewerkers Informeren medewerkers die werkzaam zijn op Projectleider Per kwartaal het project over energiebeleid, voortgang reductiedoelstellingen en maatregelen van project Uitvoering volledig project Monitoring en evaluatie van gehele proces Projectleider Per kwartaal (PDCA) 4.3 Communicatieplan In dit communicatieplan wordt inzicht gegeven in de wijze waarop Verheij invulling geeft aan de communicatie met interne en externe doelgroepen over de CO 2-Prestatieladder. De interne doelgroep bestaat uit: directie, managementteam medewerkers ingehuurd personeel De communicatiedoelstellingen met de interne doelgroep richten zich op de volgende acties: Publicatie van de beleidsverklaring op het mededelingenbord en de website Presentatie CO 2-footprint, beleid en reductiedoelstellingen in de toolboxmeetings CO 2-overleg van het managementteam en de projectleiders (MT-overleg, Uitvoeringsoverleg) Directiebeoordelingen m.b.t. de CO 2-prestaties Publicaties in het personeelsblad Het Groene Blaadje Publicaties in de digitale interne Nieuwsbrief Nieuwsberichten via het eigen intranet De jaarlijkse Managementrapportage met betrekking tot evaluatie van energiestromen en CO 2-emissie Kwartaalevaluaties aan de hand van prestatie-indicatoren De externe doelgroep bestaat uit: opdrachtgevers onderaannemers leveranciers brancheorganisaties publieke instellingen private organisaties overheidsorganen De communicatiedoelstellingen met de externe doelgroep worden gerealiseerd door: De beleidsverklaring op de bedrijfswebsite. Specifieke aandacht voor CO 2-emissie (footprint) op de website. Deelnemerschap aan de SKAO Prestatieladder. Publicatie footprint op de website van SKAO. Sectorinitiatief Sturen op CO 2 van Cumela Nederland. Lidmaatschap duurzame bedrijvennetwerk MVO Drechtsteden, Community of Practice. Publicaties in de relatiekrant. 17

Met behulp van de beschikbare communicatiemiddelen zullen beide doelgroepen periodiek worden geïnformeerd. Met als doel een bijdrage leveren aan de bewustwording en bereidheid van betrokkenen om de CO 2-uitstoot te verminderen. Daarnaast moet de communicatie ervoor zorgen dat stakeholders en derden voldoende op de hoogte blijven van de CO 2- prestaties van Verheij. Onderstaande tabel bevat per doelgroep: de boodschap, op welke wijze, door wie en wanneer deze zal worden gecommuniceerd. Communicatieplan Boodschap Intern Extern Wijze Wie Wanneer Vaststellen CO 2-beleid x MT overleg MT, KAM Jaarlijks Voortgang (reductie)doelstellingen x x Toolbox KAM Halfjaarlijks Interne Nieuwsbrief Relatiekrant Voortgangsrapportages Website Maatregelen voor CO 2-reductie x x Toolbox KAM Halfjaarlijks Interne Nieuwsbrief Relatiekrant Voortgangsrapportages Website Publicatie emissie-inventaris x x Website Verheij KAM Halfjaarlijks Publicatie footprint x x Website Verheij KAM Jaarlijks Certificeringstraject CO 2 x Overlegvormen intranet KAM Jaarlijks Opstellen Energiemanagementplan x x Document KAM Jaarlijks (input afdelingen) INFORMEREN Intern algemeen CO 2 x Overlegvormen KAM Halfjaarlijks Toolboxen Nieuwsbrief Extern algemeen CO 2 x Overlegvormen Commercie, KAM Halfjaarlijks Relatiekrant MT x Overleg KAM Per kwartaal Opdrachtgevers x Website Bouwvergaderingen Leveranciersmeetings Uitvoering, Commercie Jaarlijks 18