VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 9 Onderwerp: Wijzigen delegatieregeling Nummer: 580861 In D&H: 16-10-2012 Steller: mr K. Wijma In Cie: BMZ 13-11-2012 Telefoonnummer: (030) 634 5958 SKK Afdeling: Juridische Zaken In AB: 19-12-2012 Portefeuillehouder: Poelmann Geheim: ja nee ONTWERP Voorstel Gelezen het voorstel van college van dijkgraaf en hoogheemraden d.d. 16 oktober 2012; gelet op het bepaalde in artikel 83 Waterschapswet jo. afdeling 10.1.2. Algemene wet bestuursrecht; stelt het college u voor: de Delegatieregeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden te wijzigen conform aangehecht - wijzigingsvoorstel opdat tot wijzigingen in rechtpositieregelingen en tot vaststelling van kleinere projectplannen door het college kan worden besloten. Advies commissie BMZ SKK Reactie college op advies commissie 580861 - - 1
INLEIDING Delegatie van bevoegdheden van het algemeen bestuur naar het college is gebruikelijke om bepaalde operationele zaken sneller te laten verlopen of omdat het algemeen bestuur zich bij voorkeur bezig houdt met de hoofdlijnen van beleid en de meer omvangrijke zaken. Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft in dit verband in zijn vergadering van 21 februari 2001 de Delegatieregeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden vastgesteld, nadien gewijzigd bij besluit van 21 september 2011. De wijziging van de delegatieregeling die nu wordt voorgesteld ziet op twee bevoegdheden: 1. Vaststellen / wijzigen van rechtspositieregelingen voor medewerkers; 2. Vaststellen / wijzigien van projectplannen zoals bedoeld in artikel 5.4 Waterwet. Daarnaast wordt nog een aanpassing meegenomen ter correctie van verwijzingen naar enkele artikelnummers. Rechtspositieregelingen Met enige regelmaat krijgt u ter vaststelling wijzigingen van rechtspositieregelingen voor medewerkers voorgelegd. Dit vloeit voort uit het bepaalde in artikel 82 van de Waterschapswet. Deze wijzigingen zijn in het zogenaamde LAWA (Landelijk Arbeidsvoorwaardenoverleg Waterschappen) uit onderhandeld en tot een akkoord gekomen. De vaststelling vervolgens door de waterschappen is uitsluitend een processuele, formele handeling, aangezien de waterschappen zijn gebonden aan het onderhandelingsakkoord. Voor de individuele waterschappen bestaat geen ruimte om een afwijkende regeling vast te stellen. Deze formele vaststellingshandeling leent zich daarom uitstekend voor delegatie aan het college. Bij uitzondering kan het voorkomen dat een rechtspositieregeling wordt vastgesteld die niet in het LAWAoverleg is vastgesteld. Deze rechtspositieregelingen kunnen alleen worden vastgesteld indien het Georganiseerd Overleg (werknemersvertegenwoordiging) heeft ingestemd met deze regeling. In het voorstel wordt ook deze vaststelling gedelegeerd. Projectplannen Met de komst van de Waterwet is een nieuw instrument ingevoerd voor door het waterschap uit te voeren werken, het projectplan. De gedachte hierachter is ondermeer dat keurvergunningverlening hiervoor door het waterschap aan de eigen dienst ongewenst is. Door de hierop van toepassing zijnde begripshantering in de Waterwet is nu echter de situatie ontstaan dat iedere projectplan-procedure betreffende de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk dan ook de routing van vaststelling door het algemeen bestuur moet volgen. Voor grotere projecten is dat een prima ontwikkeling; watergebiedsplannen of andere grotere projecten die een aanzienlijke impact hebben op de ruimte en ook aanzienlijke kosten met zich brengen dienen door het hoogste orgaan te worden vastgesteld. Voor de kleinere projecten, van verplaatsing van een stuw tot het uitvoeren van een beperkt kadeverbeteringsproject, is het echter wenselijk om het college het projectplan te laten vaststellen. Voorgesteld wordt om de grens te leggen bij een begroot investeringsbedrag van 1 miljoen euro. Dit is hetzelfde bedrag dat als grens wordt gehanteerd t.a.v. de bevoegdheid tot kredietverstrekking van in de begroting opgenomen investeringsprojecten. Het grensbedrag van 1 miljoen euro is overigens ook al eerder gebruikt in de Delegatieregeling, namelijk bij de aan- en verkoop van onroerende goederen (artikel 1 Delegatieregeling). ARGUMENTEN 1.1. Het Algemeen Bestuur mag deze bevoegdheid delegeren. Op grond van artikel 83 jo. 82 Waterschapswet is het Algemeen Bestuur bevoegd om de bevoegdheid tot het vaststellen van rechtspositieregelingen te delegeren. 580861-2 -
1.2. LAWA - regelingen zijn in goed overleg met vakorganisaties tot stand gekomen. In het LAWA zijn zowel werknemers als werkgevers vertegenwoordigd. De verschillende belangen zijn dus goed voor het licht gekomen. De bevoegdheid om tot een onderhandelingsakkoord te komen namens de waterschappen is via de UvW ook belegd bij de werkgeversdelegatie namens de waterschappen. Alleen kan de UvW niet de formele bevoegdheid uitoefenen zoals is vastgelegd in art. 82 van de Waterschapswet; dat is een zaak van de waterschappen zelf. 1.3. Uitzondering: vaststellen eigen regeling, alleen na instemming Georganiseerd Overleg Een enkele keer kan het voorkomen dat het waterschap een eigen regeling vaststelt. Dit zal uitzondering zijn, het landelijke overleg voorziet in veel uitwerkingsregelingen op de vastgestelde CAO en SAW. Vaststelling kan hoe dan ook alleen plaatsvinden nadat met het Georganiseerd Overleg overeenstemming is verkregen. 2.1. Delegatie van deze bevoegdheid onder voorwaarden maakt slagvaardiger handelen mogelijk. Op dit moment moeten projectplannen, waarbij een waterstaatswerk zodanig wordt gewijzigd dat dit een wijziging van de legger inhoud, allemaal door het algemeen bestuur worden vastgesteld. Strikt genomen kan dit dus al om geringe aanpassingen gaan, zoals bijvoorbeeld het verplaatsen van een stuw. Voor de invoering van de Waterwet, werd hiervoor gewoon een keurvergunning verleend en kwam het algemeen bestuur er niet aan te pas. Het projectplan ingevolge de Waterwet is voor dergelijke eenvoudigere aanpassingen een zware procedure. Het aanpassen van de Waterwet ligt uiteraard niet in ons vermogen, maar deze meer procedurele aanpassing door middel van delegatie wel. 2.2. De grens van 1 miljoen euro sluit goed aan bij de huidige kredietverstrekkingsbevoegdheden. Op dit moment mag het college voor in de begroting opgenomen investeringsprojecten tot 1 miljoen euro zelf het krediet beschikbaar stellen. Door nu ook de vaststelling van projectplannen tot 1 miljoen euro bij het college neer te leggen ontstaat een logische en efficiënte bundeling van bevoegdheden. Voor de projecten van een grotere omvang dan 1 miljoen euro moet het college, alvorens tot uitvoering over te kunnen gaan voor de verstrekking van het krediet naar het algemeen bestuur. Logischerwijs kan dit nu in het vervolg tegelijk oplopen met de vaststelling van het projectplan met een grotere omvang dan 1 miljoen euro. RELATIE MET ORGANISATIEMISSIE, COLLEGEPROGRAMMA OF ANDERE BELEIDSDOCUMENTEN Dit besluit sluit goed aan bij een van de kernwaarden van het college om het werk van het waterschap zo efficiënt mogelijk te doen. FINANCIËLE CONSEQUENTIES (niet van toepassing) KANTTEKENINGEN (niet van toepassing) UITVOERING Ingevolge artikel 10:19 Algemene wet bestuursrecht moet een besluit dat op grond van een gedelegeerde bevoegdheid wordt genomen, altijd het delegatiebesluit en vindplaats daarvan vermelden. COMMUNICATIE (niet van toepassing) 580861-3 -
BIJLAGE(N) nee ja, namelijk TER INZAGE nee ja, namelijk Dijkgraaf en hoogheemraden, dijkgraaf, P.J.M. Poelmann secretaris-algemeen directeur, drs. E.Th. Meuleman 580861-4 -
BIJLAGE Ontwerp-wijzigingsbesluit Delegatieregeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden; op voorstel van het college dijkgraaf en hoogheemraden d.d. 16 oktober 2012, dm 583094., gelet op het bepaalde in artikel 83 Waterschapswet en afdeling 10.1.2 Algemene wet bestuursrecht besluit: de Delegatieregeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden te wijzigen als volgt: I. In artikel 2 lid 4 de verwijzing naar artikel 44 Reglement wijzigen in artikel 16 Reglement; II. Na artikel 2 worden twee nieuwe artikelen 2a en 2b ingevoegd, welke als volgt luiden: Artikel 2a Delegatie rechtspositieregelingen De bevoegdheid tot het vaststellen van rechtspositieregelingen, als bedoeld in artikel 82 Waterschapswet, wordt gedelegeerd aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden. Artikel 2b Delegatie projectplan De bevoegdheid tot het vaststellen van een projectplan als bedoeld in artikel 5.4 Waterwet, wordt gedelegeerd aan het college, mits het daarvoor geraamde investeringsbedrag lager is dan 1 miljoen. III. In artikel 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a. In het eerste lid wordt in artikel 1 en 2 vervangen door: in de artikelen 1, 2, 2a en 2b ; b. In het tweede lid wordt (eind)uitspraken in artikel vervangen door: (eind)uitspraken van de in artikel. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur op 19 december 2012 Voorzitter, P.J.M. Poelmann Secretaris, drs. E.Th. Meuleman 580861-5 -
BIJLAGE TOELICHTING Met de verwerking van alle wijzigingen luidt de integrale tekst van de Delegatieregeling als volgt: Artikel 1 Delegatie eigendommen De volgende bevoegdheden met betrekking tot eigendommen zijn gedelegeerd aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden: 1. De bevoegdheid tot het kopen, verkopen en ruilen van onroerende zaken, mits de als gevolg van deze handelingen ontstane verbintenissen een bedrag van 1.000.000,--, niet te boven gaan. 2. Het vestigen van hypotheek of beperkt zakelijk recht op onroerende zaken, mits de als gevolg van deze handeling ontstane verbintenissen een bedrag van 100.000,-- per verbintenis per jaar niet te boven gaan. 3. De bevoegdheid tot het kopen, verkopen, ruilen, het vestigen van hypotheek of van beperkt zakelijk recht op onroerende zaken indien het een uitvoeringshandeling betreft van een reeds door het algemeen bestuur goedgekeurd investeringsvoorstel. 4. Tot het verlenen van persoonlijke gebruiksrechten zoals het verhuren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van onroerende zaken van het waterschap. Artikel 2 Delegatie rechtsgedingen De volgende bevoegdheden met betrekking tot het voeren van rechtsgedingen zijn gedelegeerd aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden: 1. De bevoegdheid te besluiten tot het voeren van een rechtsgeding als bedoeld in artikel 86 eerste lid Waterschapswet. 2. De bevoegdheid tot het procederen in kort geding en tot het voegen in strafzaken als bedoeld in artikel 332 van het Wetboek van Strafvordering als bedoeld in artikel 86 tweede lid Waterschapswet. 3. De bevoegdheid tot het instellen van beroep, het maken van bezwaar alsmede het verzoeken om een voorlopige voorziening of om schorsing van het aangevochten besluit als bedoeld in artikel 86 derde lid Waterschapswet. 4. De bevoegdheid tot het intrekken van het ingestelde beroep of het gemaakte bezwaar als bedoeld in artikel 16 Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Artikel 2a Rechtspositieregelingen De bevoegdheid tot het vaststellen en wijzigen van rechtspositieregelingen voor medewerkers, als bedoeld in artikel 82 van de Waterschapswet, wordt gedelegeerd aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden. Artikel 2b Delegatie projectplan De bevoegdheid tot het vaststellen van een projectplan als bedoeld in artikel 5.4 Waterwet, wordt gedelegeerd aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden ten aanzien van projectplannen waarvan de begrote investering een bedrag van 1.000.000,-- niet te boven gaat. Artikel 3 Informatie 1. De door of namens het college van dijkgraaf en hoogheemraden genomen besluiten als bedoeld in artikelen 1, 2, 2a en 2b worden periodiek, door middel van de besluitenlijsten van het college van dijkgraaf en hoogheemraden, aan het algemeen bestuur meegedeeld. 2. Het college van dijkgraaf en hoogheemraden informeert het algemeen bestuur over de (eind)uitspraken van de in artikel 2 bedoelde rechtsgedingen. Artikel 4 Slotbepaling 1. Deze regeling kan worden aangehaald als Delegatieregeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. 2. Deze regeling treedt in werking acht dagen na bekendmaking. 6
7 BIJLAGE