18 INTERVIEW
HST CAVENDISH MARK CAVENDISH ZET ALLES OP DE TOUR Tekst: Joost Houtman - Foto s: Kramon.be, Tim De Waele, Belga The Fastest Man on Earth, Manx Express, Little Cowboy, Canonball Cav bijnamen bij de vleet voor de spurtbom van het eiland Man. Mark Cavendish is een van de kleurrijkste en meest besproken figuren uit het peloton. Een kaakcorrectie, een Miss, een huilbui of een middelvinger: het zijn faits divers in een carrière die de overwinningen aan elkaar rijgt. Cyclo Sprint sprak Mark Cavendish en blikte voor- en achteruit. Een sprinter wordt met een helm op geboren. Maar neem nu een Tom Boonen: die zegt dat hij steeds minder zin heeft in de gevaren van de spurt. Jij draait nu al vijf jaar mee als topsprinter. Stijgt met het ouder worden de vrees voor de valpartij? Wel, grappig dat je dat vraagt. In de Scheldeprijs zei ik nog tegen Heinrich Haussler: Ben ik nu oud aan het worden? (lacht) Dat was me nog eens een superzenuwachtige koers. Iedereen knokte er voor zijn plaats, maar ja, dat is ook zo n koers waar heel veel mannen hun kans ruiken. Daarenboven maken de vele smalle wegen het er ook niet makkelijk op. Om terug te komen op je vraag: natuurlijk mag je geen schrik hebben om te vallen als je spurt. Dat werkt contraproductief. Maar vallen doe je echt niet voor je plezier, geloof mij! (lacht) Ik heb nu een goeie relatie met een vrouw die een zoontje heeft. Een relatie brengt verantwoordelijkheden met zich mee. Haar zoontje wordt ook een beetje mijn zoon En wie verantwoordelijkheden draagt, heeft de neiging om voorzichtiger te worden. Maar dat mag juist niet in de spurt! (lacht) Spurten lijkt me de meest gestresseerde job binnen het peloton. Net als de penaltynemer in het voetbal. Alles geconcentreerd in een minieme fractie van een wedstrijd. Frustratie en woede loeren om de hoek. Pretty emotional, indeed! (lacht) Juist zitten zorgt voor stress. En als je het door omstandigheden niet kunt afwerken, krijg je dan weer frustratie. Niet willen vallen is de angstfactor en winnen is het complete 'einde'. Dan heb je wel heel veel emoties in de blender gestopt. Terwijl je eigenlijk net voor en tijdens de spurt alle emoties moet uitsluiten. Als je over vallen begint na te denken, of je opboeit omdat die of die iets doet, ja, dan lukt het niet. Dat verklaart meteen waarom je als spurter voorbij de meet zo emotioneel kan reageren. Vol woede ook, soms. Zelfs bij winst. De druk voel ik de laatste tijd wel meer vóór dan tijdens de koers. Net omdat ik veel ritten win, is de druk groot om dat te blijven doen. "MET MIJN VIJFTIEN TOURRITTEN GA IK ECHT NIET NAAR ANDEREN KIJKEN. LAAT ZE MAAR NAAR MIJ KIJKEN. IK HEB GEEN CONCURRENTEN" Hoe oefen je nu een spurt? Je kan wel een plannetje maken voor een kasseistrook en die dan honderd keer verkennen. Maar de omstandigheden van een spurt, die zijn toch niet in te oefenen? Daar spelen toch veel te veel factoren? Neem nu 2009: toen draaide het fantastisch. Het treintje was perfect op elkaar afgestemd. Iedereen wist wie wat wanneer kon en ook ging doen. Een automatisme dat vertrouwen creëert en omgekeerd. Maar ja, dan gaat er volk weg en komt er nieuw volk bij. Je moet dat vertrouwen weer helemaal opbouwen. Want dat is echt het enige waardoor zo n treintje bolt: vertrouwen. Daar werken we nu hard aan, en ik moet zeggen dat het goed aanvoelt. Zolang iedereen zich 100% geeft, kan je niet anders dan tevreden zijn over je team. Na de rit of de dag erna bespreek ik de spurt trouwens altijd met Mark (Renshaw) en Bernie (Eisel). In een spurt moet je honderd verschillende beslissingen nemen, maar je mag daar niet over nadenken, want dan loopt het fout. Je moet die beslissingen gewoon némen. Hoe kijk je het WK in Kopenhagen tegemoet? Lijkt me een ideaal parcours voor jou. Alleen rij je daar niet als HTC er, maar wel als Brit. Kijk naar Team Sky, toch min of meer het fundament van het Britse landenteam, maar zonder zuivere topsprinter. Met mijn landgenoten daar kom ik bijzonder goed overeen. Reken maar dat ze op het WK rekening moeten houden met het Britse team. We hebben trouwens ook een Britse 'enclave' in Toscane. Sommige gasten van BMC en Sky wonen niet zo ver van mij en we trainen dan ook samen. Dat is bijzonder gezellig. Aan de andere kant, zo vaak zit ik daar nu ook weer niet. Wij renners, wij zijn hotelkinderen. Als ik een maand per jaar in Groot-Brittannië ben, zal het veel zijn. En een kleine anderhalve maand in Pistoia, in Toscane, dat zal het zijn. Op zo n twintig kilometer van Florence heerlijk. Heb je de roadmap voor de Giro bestudeerd? Geen schrik voor de zotte streken van organisator Angelo Zomegnan? Mij lijkt het doenbaar. Ik ga alleszins voor zoveel mogelijk overwinningen. Concreet heb ik voor deze Giro vier ritten in gedachten die me moeten liggen. Ik wil echt zo n renner zijn die zoveel mogelijk ritten heeft gepakt in de drie gro<te rondes. Tegelijkertijd leg ik wel alle eieren in de korf voor de Tour de France. Daar heb ik echt het eerste deel van het jaar volledig op afgesteld. En dan in het tweede deel van het jaar het WK. 19
Het puntensysteem voor de groene trui is veranderd. Eén grote tussenspurt, that s it, en de rest verdien je aan de meet. Dat lijkt me meer iets voor jou dan bijvoorbeeld voor een Hushovd die de groene trui meer op berekening dan puur in de spurt verdient En heeft hij niet gezegd dat hij voor Farrar ging rijden? (lacht) Ze doen maar. Met mijn vijftien Tourritten ga ik echt niet naar anderen kijken. Laat ze maar naar mij kijken. Ik heb geen concurrenten. Zij wel! (lacht) Daarenboven lijkt mij het nieuwe systeem ook bijzonder goed voor ons team. Met Tony Martin hebben we een klassementsman, maar voor de rest lijkt mij het team voor de Tour toch vooral een sprinttrein. Op welke overwinning ben jij het meest trots? (denkt lang na) Dat moet Milaan-San Remo zijn. Net omdat niemand dat van mij verwachtte. Alsof ik geen berg op zou kunnen Het doet echt fantastisch goed om iedereen ongelijk te kunnen geven. En om hem dan te winnen door een enorm gat dicht te rijden en juist op de meet over Haussler te gaan. F*cking great! (lacht) Als kind keek je naar de koers, wat niet veel Britse kinderen je zullen nadoen. Wie waren jouw idolen? Man, ik was volledig weg van Johan Museeuw. Ik keek op naar alle renners, maar hij stak er voor mij toch bovenuit. Als ik iemand nadeed met mijn vrienden, dan was het wel Museeuw. Ik heb ook jaren moeten zagen bij de ploegleiding om de Ronde van Vlaanderen te mogen doen. Ik heb hem nu voor de tweede keer gereden en Parijs-Roubaix voor de eerste keer. Dat zagen ze eerst helemaal niet zitten, maar die kinderdroom wou ik echt waarmaken. Over die wegen bollen, langs al dat volk Niet om te winnen, maar om ook eens iets terug te doen voor mijn ploegmaats voor Matthew Goss en Bernhard Eisel en ondertussen te genieten van al het volk langs de weg. (lacht) Van welke renners heb je het meeste geleerd? Leren is het verkeerde woord. Roger Hammond en Bernard Eisel hebben me vanaf dag één in het peloton geholpen. Je moet weten dat je als neoprof niet echt met open armen wordt ontvangen in het peloton. De plaatsen zijn duur. En je bent op hun job uit! (lacht) Maar Roger en Bernie hebben mij vanaf het begin goed bijgestaan. En al de rest leer je zelf, al koersend. Door het te doen. Of verkeerd te doen. (lacht) Weet je nog, de Scheldeprijs in 2008? Toen ik daar op het podium uitgleed? Man, sindsdien trek ik altijd gewone sportschoenen aan voor de ceremonie. Eén keer volstaat! (lacht) "IK WAS VOLLEDIG WEG VAN JOHAN MUSEEUW. IK KEEK OP NAAR ALLE RENNERS, MAAR HIJ STAK ER VOOR MIJ TOCH BOVENUIT" Je werkte twee jaar in een bank. Om geld te verdienen om het te kunnen proberen als ren- 20
ner. Wat was het leukste aan die job? Hey man, you did your research! (lacht) Groot-Brittannië is inderdaad niet zo koers-minded als ze hier in Vlaanderen zijn. Mijn opstap naar een wielercarrière verliep dus wel wat anders dan die van veel van mijn collega s. Alleszins, het leukste en eigenlijk ook het meest uitdagende aan die job als bankbediende was en nu ga ik iets totaal on-sexy zeggen dat de kassa op het eind van de dag klopte. Lach maar, maar je kunt je niet voorstellen hoe dikwijls dat bij mij en de collega s niet klopte. Kleine bedragen hoor, maar je wordt dan ook vaak afgeleid. Doing everything right, that was the challenge. Als het maar klopt op het eind! "IN DE SPURT MAAK JE GEEN VRIENDEN. MARK HEEFT HET DAAR NIET ALTIJD EVEN GEMAKKELIJK MEE" HTC-PLOEGLEIDER ALLAN PEIPER OVER DOMME VRAGEN EN KOPSTOTEN De vijftigjarige Australiër Peiper is meer dan een halve Vlaming. Jaar en dag al woont hij hier, en tot voor enkele jaren was hij ploegleider bij Lotto. In het bijzonder sappige Nederlands dat we kennen van komiek Nigel Williams begroet hij me. Ghiën doemme vroagen stellen aan Mark, hé!, fluistert hij me tijdens het ontbijt toe. Was je erbij bij de Scheldeprijs? Toen vroeg een journalist na afloop aan Mark of hij de Scheldeprijs reed ter bevestiging van zijn sprintkwaliteiten. Hoe kom je erop? Peiper lacht smakelijk. Ja, ik was erbij. De journalist in kwestie kreeg geen antwoord, maar werd wel een halve minuut doodstil doodgebliksemd door Cavendish. Dat was meteen ook de laatste vraag van de persconferentie. Inderdaad, Cavendish vraagt om een bijzondere handleiding. Alan Peiper is de jovialiteit zelve. En als je de andere tafels wat volgt, merk je dat de sfeer bij HTC trouwens ook bijzonder goed zit. Er wordt heel wat afgelachen tijdens het verorberen van giga-hoeveelheden ontbijt. Cavendish is overduidelijk de leider van de bende. Enkele renners wagen zich aan een paar imitaties. Peiper: Ja, t zit goed." Ik pols de voormalige tijdritspecialist wat hij van het gewriemel in de spurt denkt: Wringen en doen Je moet een gat induiken, maar dan zeggen de andere renners dat je hen hindert. In de spurt maak je geen vrienden. Mark heeft het daar niet altijd even gemakkelijk mee. En als je van je lijn afwijkt, vrees je gediskwalificeerd te worden. Overeind blijven en je plaats behouden vraagt veel behendigheid. Dan moet je je hoofd gebruiken, soms letterlijk. Denk maar even aan Mark Renshaw in de Tour van vorig jaar. Of hou Robbie (McEwen) maar eens in het oog. Dat levert altijd spectaculaire beelden en foto s op, maar eigenlijk is zo n kopstoot nog het veiligst van alles. Als je met je elleboog duwt, breng je iemand uit evenwicht en dan vliegt iedereen tegen de vlakte. Helm tegen helm, zoveel kwaad kan dat niet. (lacht smakelijk) 21
MARK CAVENDISH 21 MEI 1985-175 cm 69 kg Hij won o.a. de Scheldeprijs (2007, 2008, 2011), Milaan-San Remo (2009) en maar liefst zes ritten in de Giro en drie in de Vuelta (waar hij vorig jaar ook het puntenklassement pakte). Helemaal legendarisch zijn de ritzeges in de Tour de France. Op drie jaar tijd komt hij al aan vijftien! Minder bekend is dat hij in 2005 wereldkampioen ploegkoers op de baan werd. In 2008 herhaalde hij dat kunstje samen met Bradley Wiggins. Het eiland Man, amper een goeie 500 km 2 groot, ligt in de Ierse Zee. Met zijn 80.000 inwoners is Man even 'groot' als Mechelen. Net als Mark Cavendish werden de BeeGees er geboren. Top Gear-presentator Jeremy Clarkson heeft er een buitenhuisje. Liefhebbers van de betere Engelse comedy kennen het eiland dan weer van de fantastische serie The Fast Show. En natuurfreaks trekken naar Man voor de katten. Die hebben er namelijk geen staart 22