Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Vergelijkbare documenten
Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Vraag Antwoord Scores

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

UIT groei en conjunctuur

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Examen HAVO. economie. tijdvak 1 maandag 11 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Arbeid = arbeiders = mensen

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

Keuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Correctievoorschrift HAVO 2015

Examen HAVO. Economie 1

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

Bijlage HAVO. economie. tijdvak 1. Bronnenboekje. HA-1022-a-15-1-b

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

Eindexamen economie havo I

Transcriptie:

Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag van het vak Economie havo, eerste tijdvak (2015). In dit examenverslag proberen we zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende vraag: In hoeverre was het examen te maken met behulp van de op de cursus behandelde kennis & vaardigheden? Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën. I. Algemene (niet vakgerelateerde) kennis & vaardigheden II. Alleen-kennis/aanpak-uit-de-cursus-vraag III. Een-stapje-extra-vraag. IV. Niet voorgekomen in de cursus De eerste categorie doet een beroep op algemene basisvaardigheden, welke we bekend veronderstellen. Categorie II en III zijn vragen die op te lossen zijn met de kennis en vaardigheden die je op de cursus geleerd hebt. De laatste categorie vragen is op de cursus niet aan bod gekomen. In bijlage 1, Het is belangrijk om te beseffen dat deze categorieën niets zeggen over de moeilijkheidsgraad van een vraag. Een vraag die rechtstreeks op te lossen valt met kennis en vaardigheden uit de cursus (categorie II) kan best een pittigere opgave zijn dan een vraag die niet is voorgekomen tijdens de cursus (categorie IV). Mocht je vragen of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit examenverslag, dan horen we dit uiteraard heel graag! Je mag ons hier altijd over mailen op info@sslleiden.nl. Met vriendelijke groet, Hans Huibregtse 1 van 5

vraag aantal punten categorie vraag toelichting categorie keuze: 1 1 2 II Welke stof kon je gebruiken? Je kon herkennen dat deze opgave over het blok Marktwerking gaat doordat er gevraagd werd naar de productie van afval. In dat blok hebben we gekeken naar oorzaken van verschuivingen van aanbodlijnen. Hier is ook besproken wat er gebeurt met het aanbod als de kosten stijgen. 2 2 II Welke stof kon je gebruiken? Hier moest je kijken naar het verschil en verklaren welke beter werkte. De aanpak bij een verklaringsvraag hebben we behandeld bij het stappenplan examensom. Verder kon je dezelfde kennis uit het blok Marktwerking gebruiken als de voorgaande opgave. 3 2 II Welke stof kon je gebruiken? Het blok Rekentechnieken en het stappenplan examensom en de kennis van elasticiteiten had je hierbij nodig. Wanneer je de bron goed las, kon je zien dat je de ene procentuele verandering door de andere moest delen. Dit kon je doen door (n-o/o)*100% te gebruiken. Het oude en nieuwe aantal kilo's kon je uitrekenen door middel van +,-,x, en /. Hierna moest je de procentuele verandering uitrekenen door de breuk om te schrijven, vergelijkbaar met opgave 28b. Vervolgens moest je 15 cent vermenigvuldigen met de groeifactor om het nieuwe bedrag uit te rekenen. 4 2 II Welke stof kon je gebruiken? Bij deze vraag had je de definitie van negatieve externe effecten nodig. Deze staat op de begrippenlijst achterin je schrift. In de vaak opgegeven opgave 89b had je hiermee kunnen oefenen. 2 5 2 II Welke stof kon je gebruiken? Bij deze vraag heb je kennis nodig van Handel met het Buitenland, specifiek van het blokje redeneren met wisselkoers. Hierin vind je de definitie van het tekort op de Lopende Rekening. Om deze uit te rekenen, heb je het rekenschema uit het blokje Rekentechnieken nodig. Met een kruistabel kon je als laatste terugrekenen naar 100% van de waarde aan het begin van januari. 6 2 II Welke stof kon je gebruiken? Net als de vraag hierboven had je de aantekening Handel met het Buitenland nodig om deze vraag te beantwoorden, met name het stukje over een tekort op de Lopende Rekening. De redenering uit redeneren met wisselkoers kon je precies toepassen op deze opgave. Ook kon je vanuit de economische kringloop redeneren dat een recessie in het buitenland tot minder export leidt. 7 2 II Welke stof kon je gebruiken? De vergelijking van Fischer is behandeld in het blok Conjunctuur onder Inflatie. Ook is opgave 59b uit je opgavenbundel vergelijkbaar met deze vraag. 8 2 IV Niet voorgekomen op de cursus: In de cursus hebben we niet stilgestaan bij het effect van deflatie op de consumentenbestedingen en het gevolg daarvan. Dit is grote bakstof. 9 2 III Welke stappen moest je zetten? Bij deze vraag moest je een extra stap zetten om de vraag helemaal op te lossen. Bij het blok Conjunctuur hebben we gezien dat inflatie bestaat uit 2 soorten/oorzaken, kosten- en bestedingsinflatie. Vervolgens moest je dit omdraaien voor deflatie en vergelijken welke mogelijkheid (overheidsuitgaven/inkomstenbelasting verlagen) meer effect heeft op de bestedingen/kosten. Om dit te doen, kon je de economische kringloop gebruiken. Hierin kon je zien dat er bij overheidsuitgaven een direct effect is op de bestedingen. Tegelijk kon je zien dat een consument 2 dingen kan doen met het extra geld, namelijk besteden (consumeren) of sparen. Hieruit had je kunnen concluderen dat er een kans is dat consumenten gaan sparen en de bestedingen daardoor minder hard stijgen dan bij extra overheidsuitgaven. 10 2 III Welke stappen moest je zetten? Om deze vraag volledig te beantwoorden, had je kennis nodig van de Economische Kringloop, Kenmerken Conjunctuur, en Handel met het Buitenland. Dit had je kunnen herkennen doordat er gesproken werd over de wisselkoers, import, export, bestedingen, en laag- en hoogconjunctuur. Je had namelijk nodig dat het aanbod van Yens stijgt en de vraag naar dollars ook. Hieruit moest je volgens het redeneerschema bij Redeneren met Wisselkoers concluderen wat er gebeurde met de wisselkoers en vervolgens export en import. Daarnaast had je uit Kenmerken Conjunctuur nodig dat bestedingen moeten stijgen voordat laagconjunctuur naar hoogconjunctuur gaat. Ook kon je uit de kringloop halen dat als import afneemt de gezinnen meer binnenlands besteden. 3 11 3 II Welke stof kon je gebruiken? Om de vraag te beantwoorden, had je kennis nodig van begrippen die behandeld zijn bij Financiële Instellingen en opgave 41. Ook kon je het Stappenplan Uitkomst Bepalen gebruiken om het gevangenendilemma uit te werken. Daarbij staat negatieve externe effecten op je begrippenlijstje en heb je hiermee kunnen oefenen bij opgave 89b. Uit de context kon je halen dat het hier juist om een positief effect gaat. 12 2 II Welke stof kon je gebruiken? Met kennis uit het blok Kenmerken Conjunctuur kon je bepalen dat werkgelegenheid afhankelijk is van de productie. De term open economie signaleerde iets in de richting van export en import, Handel met het Buitenland. Bij opgave 65 uit je opgavenbundel heb je geoefend met het redeneren van loonkosten. Deze redenering kon je omdraaien en verder uitwerken richting export, via het redeneerschema bij Redeneren met Wisselkoers. 13 2 II Welke stof kon je gebruiken? Het begrip nivelleren hebben we behandeldonder de aantekening Inkomen. Dit moest je in de vraag toepassen en laten zien door een berekening met inkomensverhouding. Het woord verhouding kon je vinden in het woordenboek en is de onderlinge relatie tussen personen/getallen. Met deze kennis had je kunnen concluderen dat de verhouding tussen rijke en arme mensen verkleind is. 14 3 II Welke stof kon je gebruiken? In je aantekening over Inkomen staat het begrip nivelleren. Het herkennen van een nivellerend of denivellerend effect aan de hand van percentages over een groep personen had je kunnen oefenen bij opgave 74bc. Ook bij opgave 83 heb je verschillende voorstellen moeten beoordelen op gelijkere/ongelijkere inkomensverdeling. 2 van 5

4 15 2 II Welke stof kon je gebruiken? In de bron bij deze opgave worden indexcijfers gebruikt, hierdoor kon je herkennen dat je het blok Rekentechnieken kon gebruiken. In dat blok hebben we gekeken naar de werking van indexcijfers. Aan de woorden 'koopkracht' en 'algemene prijsstijging' kon je herkennen dat je ook het blok Conjunctuur en specifieker het blokje Inflatie kon gebruiken. In dit blok hebben we gekeken naar het uitrekenen van de reële waarde. Deze kennis kon je gebruiken bij het eerste deel van de opgave om de koopkracht uit te rekenen. Dit had je ook kunnen oefenen bij de vaak opgegeven opgave 53. Het tweede deel van de opgave kon je beantwoorden met algemene kennis over wegingsfactoren. Door het vergelijken van de wegingsfactor van onderhoud van de woning met die van hotels, cafés en restaurants kon je het antwoord beredeneren. Door de indexcijfers van communicatie te vergelijken en de bron goed te lezen (Grote Stappenplan Examensom) kon je concluderen dat de prijzen gelijk zijn gebleven en kon je het laatste deel van de opgave beantwoorden Het was wel een instinker doordat ze 2005 t.o.v. het basisjaar vragen en niet t.o.v. 2011. 16 2 II Welke stof kon je gebruiken? Bij rekentechnieken hebben we gekeken naar indexcijfers. Met deze kennis en algemene kennis had je kunnen concluderen dat het toevoegen van categorie 02 (niet gezond) geen verandering zou veroorzaken omdat de indexcijfers gelijk zijn. 17 2 II Welke stof kon je gebruiken? Het schema rekenen bij het blokje Rekentechnieken bood je de handvatten om deze vraag op te lossen. Je kon herkennen dat je dit schema kon gebruiken doordat de vraag begon met 'Bereken'. Om de vraag te beantwoorden, moest je de getallen eerst omzetten in indexcijfers en vervolgens met een kruistabel terugrekenen naar het basisjaar. 18 2 I Benodige algemene kennis & vaardigheden: Om deze vraag te beantwoorden moest je de opgave/bron nauwkeurig lezen. Daarin stond alle informatie zonder dat je extra kennis nodig had om de vraag te beantwoorden. 19 2 II Welke stof kon je gebruiken? In de uitleg over de economische kringloop werd veel nadruk gelegd op werkloosheid en op het feit dat bestedingen verhogen de werkloosheid tegengaat. Bij de aantekening over inflatie hebben we gekeken naar het effect van prijsstijgingen op koopkracht van mensen. Je had kunnen herkennen dat je deze blokken kon gebruiken door de woorden 'economische crisis' en 'prijsontwikkelingen'. Bij opgave 53e heb je ook specifiek gekeken naar het effect van een prijsstijging op de koopkracht. Je had deze informatie kunnen combineren en kunnen redeneren naar werkloosheid. 5 20 2 II Welke stof kon je gebruiken? In je aantekeningen van het blok Financiële Instellingen staat onder het kopje Toepassing Begrippen de definitie van averechtse selectie. In opgave 41 had je kunnen oefenen met het toepassen van het begrip. 21 2 II Welke stof kon je gebruiken? In je aantekening over Financiële Instellingen komen de begrippen (risico-aversie, asymmetrische informatie, en moreel wangedrag) uit deze vraag terug. Ook had je bij opgave 41a kunnen oefenen met het maken van een soortgelijke risicoafweging. 22 3 III Welke stappen moest je zetten? Het uitrekenen van een verzekeringspremie kon je doen door gebruik te maken van het schema Rekentechnieken. Ook had je bij vraag 40d een vergelijkbare berekening kunnen oefenen. Dit moest je een tweede keer doen gecombineerd met informatie uit de bron over de werking van een bonus-malusregeling. 23 2 II Welke stof kon je gebruiken? Hierbij had je de vaardigheden rekenen en kennis over de werking van aftrekposten nodig, die behandeld zijn bij het blokje Inkomen. Bij de vaak opgageven som opgave 75 had je ook met aftrekposten kunnen oefenen. 24 1 II Welke stof kon je gebruiken? In je aantekening over Financiële Instellingen specifiek bij het blokje Toepassing Begrippen staat de definitie van moreel wangedrag. 6 25 2 III Welke stappen moest je zetten? Het begrip 'conjunctuur' is behandeld bij het blok Kenmerken Conjunctuur. Door de definitie te koppelen aan de situatie had je kunnen concluderen dat het hier niet om een conjuncturele oorzaak ging. Ook staat bij het woord structuur in het woordenboek de definitie van structurele werkloosheid. Deze had je kunnen gebruiken om te concluderen dat er structurele werkloosheid is. 26 2 II Welke stof kon je gebruiken? In het blok Marktwerking is gekeken naar vraag en aanbod van arbeid. In opgave 18 uit je opgavebundel had je kunnen oefenen met het het onderscheid tussen vragers en aanbieders van arbeid. Uit zowel de opgave als de aantekening kon je opmaken dat aanbieders = werknemers + werklozen en vragers = werkgevers. Als je de wet van vraag en aanbod uit het blok Marktwerking toepaste, had je deze vraag kunnen beantwoorden. 27 2 II Welke stof kon je gebruiken? Tijdens het blok Marktwerking onderdeel Wat is het? is er veel nadruk gelegd op de marktvorm volkomen concurrentie en de kenmerken hiervan. Tegelijk heb je bij de vaak opgegeven opgave 18 precies dezelfde vraag gemaakt. 28 2 II Welke stof kon je gebruiken? Hierbij had je kennis nodig van het blok Marktwerking over wie aanbieders en vragers zijn op een arbeidsmarkt en verschuivingen van de lijn. Dit kon je herkennen doordat we bij dat blok dezelfde grafieken hebben behandeld. Tegelijk had je kennis nodig van het blokje Conjunctuur, waar een recessie leidde tot werkloosheid door minder productie. Je had kunnen herkennen dat je dit blokje kon gebruiken door de woorden 'economische crisis', hieruit kon je opmaken dat het om laagconjunctuur ging. Met de kennis van beide blokken had je kunnen concluderen dat de vraag naar arbeid afneemt. 58 3 van 5

verdeling per categorie: categorie aantal punten percentage I 2 3% II 45 78% III 9 16% IV 2 3% 58 100% In hoeverre was het examen te maken met behulp van de op de cursus opgedane kennis & vaardigheden? Dit gold voor: 97% van de vragen (namelijk categorie I, II en III). 4 van 5

Bijlage 1: Toelichting categorieën Categorie I: Algemene (niet vakgerelateerde) kennis & vaardigheden Dit betreft de volgende vragen: vragen waarbij een beroep wordt gedaan op algemene kennis & vaardigheden. Dit zijn kennis & vaardigheden die niet zijn opgenomen in de eindtermen in de syllabus en niet in Samengevat staan (zo ja: dan behoren de vragen tot één van de drie andere categorieën). Categorie II: alleen-kennis/aanpak-uit-de-cursus-vraag Dit betreft de volgende vragen: Vragen die letterlijk voorkomen in de uitleg (in de uitleg of in een klassikaal voorbeeld); Vragen die letterlijk met een stappenplan op te lossen zijn; Vragen die vergelijkbaar zijn met opgaven uit de opgavenbundel die vrijwel altijd worden opgegeven door de hoofddocent; Theorievragen die niet worden behandeld op de cursus, maar die we je van tevoren via de vakkenpagina geadviseerd hebben te leren (uit bijv. Samengevat); Vragen die vergelijkbaar zijn met vragen uit de voorbereidende opgaven. Categorie III: een-stapje-extra-vraag Dit betreffen vragen waarbij je, de naam zegt het al, een stapje extra moet zetten. Oftewel: je moest je kennis en vaardigheden behandeld tijdens de cursus combineren met een stukje inzicht. Bijvoorbeeld: Je moet net even buiten het stappenplan om denken; Je moet informatie uit de tekst halen om een bepaalde variabele voor een formule of berekening uit te rekenen. Categorie IV: niet voorgekomen op de cursus Dit betreft de volgende vragen: Vragen over begrippen die niet voorkomen in de uitleg, de standaard opgegeven opgaven door de hoofddocent, en waarbij het woordenboek ook geen soelaas biedt; Vragen over grote-bak-stof die niet voorkomen in standaard opgegeven opgaven door de hoofddocent, de voorbereidende opgaven of opgegeven stof op de vakkenpagina. Vragen waarvan je redelijkerwijs niet kon vaststellen dat het om een (op de cursus behandeld) concept in een andere context gaat. 5 van 5