Beleidsonderzoek en Geo Informatie Elseviers Beste gemeenten / Atlas voor Gemeenten Op zoek naar aanknopingspunten voor beleid Er bestaan inmiddels vele benchmarkonderzoeken, waarin gemeenten met elkaar vergeleken worden. Vrijwel ieder beleidsterrein heeft wel zijn eigen benchmark: van Sociale Zaken tot begraafplaatsenbeheer en van riolering tot WMO. Daarnaast zijn bredere benchmarks, die weergeven welke gemeente het meest aantrekkelijk is om te wonen. De belangrijkste zijn Elseviers Beste gemeenten en Atlas voor Gemeenten. Deze twee krijgen jaarlijks veel aandacht in de media, maar wat zeggen ze ons eigenlijk? En wat kunnen we ermee? Deze memo is geschreven als antwoord op een verzoek van college (16 oktober 12) om de scores in verschillende onderzoeken naast elkaar te zetten, ook als aanknopingspunt om op basis daarvan ambities te formuleren. In deze memo wordt allereerst de positie van in de twee belangrijkste benchmarkonderzoeken bekeken. In het tweede deel (pagina 3, 4 en ) wordt achterhaald welke waarde aan de twee belangrijkste benchmarkonderzoeken gehecht kan worden. Hiervoor is het nodig om vrij diep in te gaan op de manier waarop beide ranglijsten gemaakt worden. Elseviers Beste gemeenten en Atlas voor Gemeenten In de ranglijst De Beste gemeenten 12 van Elsevier stond op de e plaats. Een mooie positie, gezien het feit dat hiermee maar liefst 33 gemeenten achter zich liet. behoort volgens deze benchmark dus tot de beste % gemeenten om te wonen. In de Atlas voor Gemeenten 12 1 kwam de gemeente op de e plaats. Omdat de benchmark Atlas voor Gemeenten alleen de grootste Positie in twee benchmarks gemeenten van Nederland met elkaar vergelijkt, behoorde in deze ranglijst dus bijna tot de slechtste %. De positie van in de Atlas voor Gemeenten is de laatste jaren licht gedaald. In 8 en stond op plek (van de grootste gemeenten). Ook in de ranglijst Elseviers Beste gemeenten was de positie van in 12 () lager dan in 8 (). Het verloop van de se score in Elseviers Beste gemeenten is door de jaren heen vrij grillig. De positie van in Atlas voor gemeenten ligt steeds in dezelfde orde van grootte. Opmerkelijke verschillen dus tussen beide onderzoeken. vergeleken positie in Atlas voor Gemeenten 1 2 3 4 Atlas voor Gemeenten Elseviers beste gemeenten 1 2 3 positie in Elseviers beste gemeente 1 Atlas voor Gemeenten bevat naast de Woonaantrekkelijkheidsindex een sociaal-economische index. Omdat de woonaantrekklijkheidsindex qua karakter het meest aansluit bij Elseviers Beste gemeenten, blijft de sociaaleconomische index hier buiten beschouwing. 1
scoorde in beide benchmarks steeds hoger dan Enschede en Almelo, maar het verschil ten opzichte van de beide steden wisselt per jaar. Een vergelijking met Borne en Oldenzaal kan alleen gemaakt worden voor Elseviers Beste gemeenten. Dit omdat die alle gemeenten met elkaar vergelijkt, en niet alleen de grootste. Terwijl, Enschede en Almelo nogal schommelen qua positie op de ranglijst van Elsevier, zijn Oldenzaal en vooral Borne duidelijke stijgers (zie figuur). vergeleken (Elseviers 'de beste gemeenten') vergeleken (Atlas voor Gemeenten) 1 2 3 Oldenzaal Borne Enschede Almelo Positie op de ranglijst (1 = aantrekkelijkste woongemeente) 1 2 3 4 Enschede Almelo vergelijkt zich soms met gemeenten als Vlaardingen, Oss, Helmond, Roosendaal en Emmen. Deze gemeenten zijn qua inwonertal ongeveer even groot, en liggen in een stedelijk gebied, maar buiten de Randstad (m.u.v. Vlaardingen). In de Elseviers Beste gemeenten laat met plaats deze vijf gemeenten ver achter zich. Vlaardingen komt maar tot plaats 227, gevolgd door Oss (21) en Helmond (29). Roosendaal (33) en vooral Emmen (7) scoorden aanmerkelijk lager dan. In de Atlas voor Gemeenten moest de gemeenten Helmond, Roosendaal en Oss voor laten gaan en scoorde zo ten opzichte van deze vijf gemeenten een middenpositie. Volgens Elsevier is dus de beste van deze zes gemeenten, volgens Atlas voor Gemeenten zit binnen deze groep in de middenmoot. vergeleken (Elseviers 'de beste gemeenten') vergeleken (Atlas voor Gemeente) 1 2 3 Vlaardingen Oss Helmond Roosendaal Emmen Positie op de ranglijst (1 = aantrekkelijkste woongemeente) 1 2 3 4 Oss Roosendaal Helmond Vlaardingen Emmen 4 2
Wat zit er achter de scores? Voorgaande beschouwing van de positie van in de twee benchmarks levert enkele overeenkomsten op, maar vooral verschillen. Dit roept de vraag op hoe de beide benchmarks tot stand komen en wat daarbij de overeenkomsten en de verschillen zijn. Maar vooral hoe gemeenten de uitkomsten kunnen gebruiken om de woonkwaliteit van hun gemeente te verbeteren. Het is allereerst belangrijk om te beseffen dat voor beide benchmarks geldt dat de scores niet weergeven in welke gemeente de bewoners het meest tevreden zijn. Hiervoor zouden namelijk grote aantallen enquêtes in alle gemeenten nodig zijn. Evenmin geven de lijsten aan naar welke gemeente iemand het best zou kunnen verhuizen om een maximaal woongenot te bereiken. Dit hangt namelijk sterk af van de persoonlijke omstandigheden (bijvoorbeeld: inkomen, opleidingsniveau, beroep, hobby s, samenstelling van het huishouden en woonplaats van familie / vrienden). Dit klinkt wellicht vrij theoretisch, maar het komt er gewoon op neer dat het niet voor ieder huishouden de beste keus om te verhuizen naar de winnnaars van Elseviers Beste gemeenten (Haren, Bloemendaal en Rozendaal), of van Atlas voor Gemeenten (Amsterdam, Utrecht, s Hertogenbosch). De benchmarks geven enkel weer in welke mate factoren (bijv. voorzieningen) die de woonkwaliteit bepalen, in een gemeente aanwezig zijn. 2 In december 12 verscheen in BeleidsonderzoekOnline een artikel van Diederik Brouwer, waarin hij deze twee ranglijsten tot in detail met elkaar vergeleek en de bruikbaarheid van de ranglijsten beschouwt. Hieronder worden de belangrijkste punten van dit zeer interessante en goed uitgewerkte artikel behandeld. Kleine veranderingen uitvergroot Brouwer toont allereerst aan dat voor beide ranglijsten geldt dat kleine verbeteringen of verslechteringen enorm worden uitvergroot. Een minimale verandering in woonkwaliteit kan bij een gemiddelde gemeente al gauw tot spectaculaire stijging of daling leiden. Dit omdat er nu eenmaal ook veel andere gemeenten zich in de buurt van het gemiddelde bevinden. De mooie stijging van tussen 11 en 12 (van positie naar ) in Elseviers Beste gemeenten werd bijvoorbeeld veroorzaakt doordat slechts twee van de twintig indicatoren iets verbeterden. Binnen de categorie woonomgeving ging aantrekkelijke buurt van -/+ naar + en binnen de categorie plusvoorzieningen gingen de mogelijkheden voor sport en fitness van + naar ++. Weinig samenhang tussen beide ranglijsten Brouwer concludeert verder op basis van de gegevens van alle gemeenten die in de beide onderzoeken vermeld worden, dat er maar weinig overeenkomst zit tussen beide lijsten. Een goede positie in de ene ranglijst betekent dus nog lang niet dat een gemeente ook in de andere ranglijst goed scoort. was op dit punt dus zeker geen uitzondering. De grote verschillen tussen de beide ranglijsten worden veroorzaakt door de nogal verschillende manier waarop de indicatoren zijn geselecteerd en bewerkt. Elseviers Beste gemeenten is vooral gebaseerd op wat de doorsnee Nederlander belangrijk vindt. Atlas voor Gemeenten heeft voor haar ranglijst die indicatoren geselecteerd, die een aantrekkende werking hebben op een hoogopgeleide en actieve bevolkingsgroep, de creatieve klasse. Atlas voor Gemeenten doet dit bewust omdat het volgens hen juist deze klasse is die steden tot economische bloei brengt. 2 Elseviers Beste gemeenten heeft op basis van een representatief steekproefonderzoek onderzocht welke factoren er toe doen en hoe zwaar deze factoren mee moeten wegen in de eindscore. Bij Atlas voor Gemeenten ligt daar een uitgebreid verklarend model aan de woonaantrekkelijkheidsindex ten grondslag, waarbij de huizenprijzen een belangrijke rol spelen. De gedachte achter dit model is dat huizenprijzen (per m2) bij uitstek goed weergeven waar de woonkwaliteit hoog is. De woonaantrekkelijkheidsindex bestaat, in volgorde van gewicht, uit de bereikbaarheid van banen, het culturele aanbod (podiumkunsten), veiligheid (een gewogen samengestelde index op basis van het aantal geweldsmisdrijven en vernielingen), het aandeel koopwoningen in de woningvoorraad, de nabijheid van natuurgebieden, de kwaliteit van het culinaire aanbod, de aanwezigheid van een universiteit en het historische karakter van de stad (het percentage woningen gebouwd vóór 194). 3
Slechts enkele handvatten voor leren en verbeteren Als belangrijkste functie van een benchmark wordt vaak leren en verbeteren genoemd. Dit kan door naar de eigen sterke en zwakke punten te kijken. Door een actief beleid te voeren om de zwakke punten weg te werken, zou de relatieve positie van een gemeente vervolgens moeten verbeteren. Daarnaast kan wellicht wat geleerd worden van die gemeenten, die een sterke stijging hebben doorgemaakt. Hieronder wordt voor beide benchmarkonderzoeken nagegaan wat de handvatten voor leren en verbeteren zijn. Elseviers Beste gemeenten Als we Elseviers Beste gemeenten als kompas nemen, stellen we het oordeel van de gemiddelde Nederlander centraal. Elseviers Beste gemeenten kent een aantal indicatoren die voor gemeenten nauwelijks beïnvloedbaar zijn, maar hun aandeel in de totaalscore is kleiner dan bij Atlas voor Gemeenten. Voorbeelden hiervan zijn: historisch decor ( - - ), natuur, rust en ruimte ( - ) en (water)recreatie ( - ). Elseviers Beste gemeenten bevat ook indicatoren die beter te beinvloeden zijn, maar hier is het voor vaak moeilijk om qua positie verder te klimmen. Binnen de categorieën overlast en veiligheid ( - ) en sociaal klimaat ( - ) lijken er voor veel mogelijkheden tot verbetering te zijn, maar dit is slechts schijn. moet op deze punten weliswaar veel kleinere plattelands gemeenten voor laten gaan, maar doet het nu al prima ten opzichte van de andere steden in Overijssel en uitstekend in vergelijking met steden als Utrecht ( - - ) en Rotterdam( - - ). Het is wel mogelijk om de positie van in de ranglijst te volgen, maar het blijft onduidelijk wat hiervan de oorzaak is. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de indicatoren door de jaren heen soms aangepast worden. Om dezelfde reden is ook het leren van sterke stijgers bij Elseviers Beste gemeenten niet goed mogelijk. De invloed van wijziging van de indicatoren is lastig exact aan te geven, maar het is zeker mogelijk om daar wat over te zeggen. Het grillige vergeleken (Elseviers 'de beste gemeenten') verloop dat kende in de periode 8 t/m 12 zien we bij veel andere grote gemeenten ook terug. Ter verduidelijking is in onderstaande figuur is naast de se score ook de 1 gemiddelde score van de grootste gemeenten in Elseviers Beste gemeente weergegeven. De gelijkenis van het patroon is heel herkenbaar en is 2 waarschijnlijk terug te voeren op wijzigingen in de indicatorenset. 3 Gemiddelde 4 Atlas voor Gemeenten Als we uitgaan van de Atlas voor Gemeenten, dan betekent dit impliciet dat het bijbehorende analyse-model omarmd wordt. Dit model ging er zoals gezegd vanuit dat steden alleen economisch floreren als ze aantrekkelijk zijn voor een hoogopgeleide en actieve bevolkingsgroep (de creatieve klasse). Brouwer stelt terecht de vraag of dit model voor middelgrote gemeenten wel werkt. Het is goed denkbaar dat voor kleine en middelgrote gemeenten andere factoren van belang zijn om aantrekkelijk te zijn voor andere groepen dan de creatieve klasse (bijvoorbeeld studenten of gepensioneerden). 4
Voor de Atlas voor Gemeente geldt dat vier van de acht indicatoren voor een gemeente niet of nauwelijks te beïnvloeden zijn. Dit zijn: nabijheid natuurgebieden, nabijheid universiteit, percentage vooroorlogse woningen en aantal bereikbare banen (binnen een acceptabele reistijd) 3. Deze laatste indicator is voor individuele gemeenten moeilijk te beïnvloeden, omdat ook de banen in de omgeving meetellen. Deze indicator weegt zwaar mee in de Woonaantrekkelijkheidsindex. Atlas voor Gemeenten biedt drie handvatten voor verbetering van de Woonaantrekkelijkheidsindex: Op drie van de vier (redelijk) beïnvloedbare indicatoren is namelijk voor nog wel verbetering mogelijk: Op de indicator culinair aanbod staat op plaats 34 (van ), qua aandeel koopwoningen op plek 27, en qua cultureel aanbod op plek 26. Op het gebied van veiligheid scoort nog steeds uitstekend (positie 6 van ), daar is dus weinig verbetering mogelijk. Door aan deze drie punten te werken zou de aantrekkelijkheid van voor de creatieve klasse kunnen verbeteren. Een andere manier om te leren is door te kijken naar de gemeente(n) met de sterkste stijging. Arnhem steeg tussen 8/9 en 11/12 maar liefst 11 posities. De sterke stijging is moeilijk te verklaren: Als we kijken naar de 9 onderliggende indicatoren, dan lieten in Arnhem alleen de indicatoren veiligheid en percentage koopwoningen een zeer beperkte verbetering zien (beide 3 posities). Als we kijken naar de 8 gemeenten, die qua score in 8/9 het dichtst bij lagen, dan blijkt de gemeente Hoorn in 11/12 het sterkst gestegen ( posities). Deze gemeente heeft deze stijging te danken aan een stijging op het gebied van het culinair aanbod ( posities), veiligheid (4 posities) en cultureel aanbod (-2). Conclusie De twee belangrijkste algemene benchmarks Atlas voor Gemeenten en Elseviers Beste gemeenten geven op hoofdlijnen een indruk van de woonkwaliteit van alle Nederlandse gemeenten. En daarmee ook van de relatieve positie van de gemeente. Gezien de jaarlijks terugkerende aandacht voor beide ranglijsten in de media is het goed om op de hoogte te blijven van de actuele postitie van. En om te beseffen dat de beide ranglijsten aanmerkelijk van elkaar verschillen, qua opzet en hierdoor ook qua uitkomsten. Maar het is echter niet goed mogelijk om één van beide benchmarkonderzoeken als uitgangspunt te nemen en om daar vervolgens verstrekkende beleidskeuzes op te baseren. Hiervoor zijn verschillende redenen: De indicatoren in Elseviers Beste gemeenten zijn afgeleid van wat de gemiddelde Nederlander belangrijk vindt. Dit past misschien goed bij een gemeente als, maar ook ook voor Elseviers Beste gemeente geldt dat de indicatoren waar relatief laag op scoort, door de gemeente beperkt of in het geheel niet te beïnvloeden. De ranglijst Atlas voor Gemeenten is sterk geënt op de voorkeuren van de creatieve klasse. Dit vanwege het veronderstelde belang van deze groep voor de stedelijke economie. Om hoger te scoren in deze ranglijst moet werken aan: 1) een beter culinair aanbod, 2) een hoger aandeel koopwoningen en 3) een beter cultureel aanbod. Het is echter maar de vraag of deze strategie voor een middelgrote stad buiten de Randstad als wel werkt, laat staan of dit in de toekomst ook zo blijft. Bronnen Elsevier: De Beste gemeenten 8 t/m 12, via www.elsevier.nl G. Marlet en C. van Woerkens: Atlas voor Gemeenten 8 t/m 12. D. Brouwer: (G)een verrassend verschil. Twee gemeentelijke ranglijsten nader bekeken, via www.beleidsonderzoekonline. 3 Hierbij gaat het om het aantal banen dat vanuit een stad te bereiken is (binnen een acceptabele reistijd, rekening houdend met files). Steden buiten de Randstad scoren op deze indicator bijna per definitie slechter dan steden buiten de Randstad. Dit wil echter niet zeggen dat deze indicator onterecht is opgenomen: Als inwoners van gemeente A binnen 4 minuten reisafstand.000 banen kunnen bereiken, in concurrentie met 1.000 anderen, dan is dat ook wezenlijk anders wanneer er vanuit gemeente B.000 banen bereikt kunnen worden, in concurrentie met 3.000 anderen. Inwoners van gemeente B kunnen gemakkelijker van baan veranderen, zonder dat hiervoor een verhuizing nodig is. Dit voordeel vertaalt zich in een hogere waarde van de woningen (per m2) in gemeente B.