Competentie-invullingsmatrix masterprf Master of Science in de wiskunde Academiejaar 2016-2017 Legende: W=didactische werkvormen E=evaluatievormen Competentie in één of meerdere wetenschappen Wetenschappelijke competentie Intellectuele competentie Competentie in samenwerken en communiceren CMWISK1.1 Geavanceerde kennis van theorieën, modellen, grenzen, methoden, technieken, processen en toepassingen binnen de wiskunde aanwenden om nieuwe of complexe theoretische of toegepaste probleemstellingen te analyseren en op te lossen. CMWISK1.2 Gespecialiseerde kennis verbonden met de major W 1 (zuivere wiskunde, wiskundige natuurkunde, toegepaste wiskunde) E 1 beheersen en innovatief en creatief benutten. CMWISK1.3 Bij de wiskunde aansluitende technologische W 1 hulpmiddelen (zoals domeinspecieke softwarepakketten) bij E 1 geavanceerde problemen en onderzoek zelfstandig en constructief gebruiken. CMWISK1.4 Samenhang met andere relevante wetenschapsdomeinen en deelgebieden begrijpen en deze kunnen betrekken in meer geavanceerde ideeëen of toepassingen. CMWISK1.5 Grondig inzicht demonstreren in de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen van ten minste een van de deelaspecten van de majoren uit de opleiding wiskunde. CMWISK1.6 Complexe en gespecialiseerde wiskundige vraagstellingen zelfstandig analyseren en met exacte bewijzen onderbouwen. CMWISK1.7(ZW) Major zuivere wiskunde: Gespecialiseerde logische, combinatorische, algebraïsche, meetkundige en analytische methoden beheersen en innovatief gebruiken. CMWISK1.8(ZW) Major zuivere wiskunde: De samenhang van de verschillende domeinen van de wiskunde aantonen. CMWISK1.9(WN) Major wiskundige natuurkunde: Gespecialiseerde wiskundige principes van theoretische fysica beheersen en innovatief gebruiken. CMWISK1.10(WN) Major wiskundige natuurkunde: Hedendaagse specialisatiedomeinen van wiskunde toepassen op vraagstukken uit theoretische fysica. CMWISK1.11(TW) Major toegepaste wiskunde: Gespecialiseerde methoden uit statistiek, stochastiek, numerieke wiskunde en softcomputing beheersen en innovatief toepassen in diverse gebieden zoals biologie, economie en informatica. CMWISK1.12(TW) Major toegepaste wiskunde: Vanuit een wiskundige achtergrond de gepaste praktische methoden en modellen hanteren voor realistische en beroepsrelevante problemen. CMWISK2.1 Innovatief en autonoom oplossingsstrategieën ontwerpen en probleemgestuurd onderzoek uitvoeren, en een oordeel vormen over de kwaliteit van de twee fases. CMWISK2.2 Kritisch beschouwen van en reflecteren op bestaande en nieuwe theorieën, modellen of interpretaties binnen de major. CMWISK2.3 Creatief hypothesen formuleren, nieuwe verbanden ontdekken en een oordeel vormen op basis van gegevens en informatie van mogelijk beperkte, onvolledige of tegenstrijdige aard. CMWISK2.4 Doelgericht experimenten en simulaties ontwerpen, uitvoeren en de verzamelde gegevens kritisch evalueren binnen een onderzoeksgebonden of probleemoplossende context. CMWISK2.5 Informatie uit internationaal gepubliceerde (anderstalige) wetenschappelijke literatuur en complexe informatiebronnen verwerken, analyseren, kritisch evalueren en synthetiseren. CMWISK2.6 Voor een gevorderd wiskundig probleem de gepaste methode kiezen en benutten. CMWISK3.1 Systematisch en kritisch reflecteren over het eigen denken en handelen en dit vertalen naar doordachte conclusies en meer adequate oplossingen. CMWISK3.2 Getuigen van openheid voor nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen en hun toepassingen in een brede wetenschappelijke, economische of maatschappelijke context. CMWISK3.3 Een actieve houding aannemen tegenover permanente kennisontwikkeling, levenslang leren en zelfstandig het eigen leerproces sturen. CMWISK3.4 Zelfstandig logische en analytische redeneringen opbouwen, complexe redeneringen doorgronden en kritisch evalueren. CMWISK3.5 Probleemvoorkomend en probleemoplossend denken en handelen in een verscheidenheid aan situaties of in een nietvertrouwde context. CMWISK3.6 Probleemstellingen veralgemenen en op het gepaste abstractieniveau benaderen. CMWISK4.1 Eigen onderzoek, gedachten, ideeëen, meningen of voorstellen binnen professionele activiteiten schriftelijk en mondeling presenteren (ook in een tweede taal). W 1 E 1 W 1 E 1 W 1 E 1 W 1 E 1 W 1 E 1 C002308 MASTERPROEF W E W E W E W E W E W E W E
Competentie-invullingsmatrix Master of Science in de wiskunde Academiejaar 2016-2017 Legende: W=didactische werkvormen E=evaluatievormen Competentie in samenwerken en communiceren Maatschappelijke competentie Beroepsspecifieke competentie CMWISK4.2 Mondeling en schriftelijk communiceren over nieuwe W 1 ontwikkelingen, onderliggende grondgedachten en E 1 oordeelsvorming binnen het vakgebied en de randwetenschappen met deskundigen en niet-deskundigen. CMWISK4.3 Projectmatig werken in een wiskundige context: doelstellingen formuleren, gericht rapporteren, einddoelen en ontwikkeltraject in het oog houden. CMWISK4.4 Afhankelijk van de situatie gepast ondersteunend, inspirerend of gezaghebbend handelen en samenwerken. CMWISK5.1 De betekenis van de wiskunde binnen de historische evolutie van het wetenschappelijk denken duiden en aantonen hoe ze een basisvereiste voor volwaardige wetenschap is. CMWISK5.2 Ethisch, professioneel en maatschappelijk verantwoord handelen in een academische context. CMWISK6.1 Professioneel gedrag vertonen, gekenmerkt door gedrevenheid, betrouwbaarheid, betrokkenheid, doorzettingsvermogen, nauwkeurigheid en zelfstandigheid. CMWISK6.2(RES) Minor onderzoek: Grondig inzicht demonstreren in de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen van ten minste een van de deelaspecten van de disciplines aanwezig in de major en waar mogelijk verbanden leggen met andere deelaspecten. CMWISK6.3(RES) Minor onderzoek: Over de nodige theoretische inzichten en methodologische vaardigheden beschikken om een aansluitende doctoraats- of master-na-masteropleiding aan te vatten aan binnenlandse en buitenlandse universiteiten. CMWISK6.4(RES) Minor onderzoek: Via seminarie, literatuurstudie en/of stage met grote zelfstandigheid verdiepend kennis hebben gemaakt met onderzoek in een theoretische of toegepaste context. CMWISK6.5(EDU) Minor onderwijs: Kennis van algemene begrippen, concepten, theorieën en principes van didactiek toepassen om wiskunde en verwante wetenschappen te onderwijzen op verschillende niveaus. CMWISK6.6(EDU) Minor onderwijs: Enthousiasme opwekken voor de schoonheid en de noodzakelijkheid van de wiskunde. CMWISK6.7(ECO) Minor economie en verzekeringen: De beginselen beheersen van algemene en bedrijfseconomische wetenschappen en van risico en financiële processen in de verzekerings- en banksector. CMWISK6.8(ECO) Minor economie en verzekeringen: Relevantie en implicaties van wetenschappelijke ontwikkelingen of toepassingen inschatten in een economische en beleidsmatige context. CMWISK6.9(ECO) Minor economie en verzekeringen: Over de nodige theoretische inzichten en methodologische vaardigheden beschikken om een aansluitende beroepsgerelateerde master-namasteropleiding (bijv. in de actuariële wetenschappen) aan te vatten aan binnenlandse en buitenlandse universiteiten. W 1 E 1 C002308 MASTERPROEF W E W E W 9 E 9
<< CMWISK1.1 Geavanceerde kennis van theorieën, modellen, grenzen, methoden, technieken, processen en toepassingen binnen de wiskunde aanwenden om nieuwe of complexe theoretische of toegepaste probleemstellingen te analyseren en op te lossen. Competentie in één of meerdere wetenschappen 3 / 41
<< CMWISK1.2 Gespecialiseerde kennis verbonden met de major (zuivere wiskunde, wiskundige natuurkunde, toegepaste wiskunde) beheersen en innovatief en creatief benutten. Competentie in één of meerdere wetenschappen C002308 MASTERPROEF masterproef mondeling examen werkstuk participatie Een onderwerp kunnen bestuderen, in context plaatsen, synthetiseren. Argumenten kunnen aanvullen, zelf vinden, vergelijken. Literatuurstudie met internationale bronnen kritisch kunnen uitvoeren, een wetenschappelijk rapport kunnen schrijven over een onderzoeksvraag (met eventuele eigen originele inbreng), er mondeling over rapporteren. Blijk geven van zelfstandigheid, gedrevenheid en zin voor nauwkeurig werken. 4 / 41
<< CMWISK1.3 Bij de wiskunde aansluitende technologische hulpmiddelen (zoals domeinspecieke softwarepakketten) bij geavanceerde problemen en onderzoek zelfstandig en constructief gebruiken. Competentie in één of meerdere wetenschappen C002308 MASTERPROEF masterproef mondeling examen werkstuk participatie Een onderwerp kunnen bestuderen, in context plaatsen, synthetiseren. Argumenten kunnen aanvullen, zelf vinden, vergelijken. Literatuurstudie met internationale bronnen kritisch kunnen uitvoeren, een wetenschappelijk rapport kunnen schrijven over een onderzoeksvraag (met eventuele eigen originele inbreng), er mondeling over rapporteren. Blijk geven van zelfstandigheid, gedrevenheid en zin voor nauwkeurig werken. 5 / 41
<< CMWISK1.4 Samenhang met andere relevante wetenschapsdomeinen en deelgebieden begrijpen en deze kunnen betrekken in meer geavanceerde ideeëen of toepassingen. Competentie in één of meerdere wetenschappen C002308 MASTERPROEF masterproef mondeling examen werkstuk participatie Een onderwerp kunnen bestuderen, in context plaatsen, synthetiseren. Argumenten kunnen aanvullen, zelf vinden, vergelijken. Literatuurstudie met internationale bronnen kritisch kunnen uitvoeren, een wetenschappelijk rapport kunnen schrijven over een onderzoeksvraag (met eventuele eigen originele inbreng), er mondeling over rapporteren. Blijk geven van zelfstandigheid, gedrevenheid en zin voor nauwkeurig werken. 6 / 41
<< CMWISK1.5 Grondig inzicht demonstreren in de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen van ten minste een van de deelaspecten van de majoren uit de opleiding wiskunde. Competentie in één of meerdere wetenschappen C002308 MASTERPROEF masterproef mondeling examen werkstuk participatie Een onderwerp kunnen bestuderen, in context plaatsen, synthetiseren. Argumenten kunnen aanvullen, zelf vinden, vergelijken. Literatuurstudie met internationale bronnen kritisch kunnen uitvoeren, een wetenschappelijk rapport kunnen schrijven over een onderzoeksvraag (met eventuele eigen originele inbreng), er mondeling over rapporteren. Blijk geven van zelfstandigheid, gedrevenheid en zin voor nauwkeurig werken. 7 / 41
<< CMWISK1.6 Complexe en gespecialiseerde wiskundige vraagstellingen zelfstandig analyseren en met exacte bewijzen onderbouwen. Competentie in één of meerdere wetenschappen C002308 MASTERPROEF masterproef mondeling examen werkstuk participatie Een onderwerp kunnen bestuderen, in context plaatsen, synthetiseren. Argumenten kunnen aanvullen, zelf vinden, vergelijken. Literatuurstudie met internationale bronnen kritisch kunnen uitvoeren, een wetenschappelijk rapport kunnen schrijven over een onderzoeksvraag (met eventuele eigen originele inbreng), er mondeling over rapporteren. Blijk geven van zelfstandigheid, gedrevenheid en zin voor nauwkeurig werken. 8 / 41
<< CMWISK1.7(ZW) Major zuivere wiskunde: Gespecialiseerde logische, combinatorische, algebraïsche, meetkundige en analytische methoden beheersen en innovatief gebruiken. Competentie in één of meerdere wetenschappen 9 / 41
<< CMWISK1.8(ZW) Major zuivere wiskunde: De samenhang van de verschillende domeinen van de wiskunde aantonen. Competentie in één of meerdere wetenschappen 10 / 41
<< CMWISK1.9(WN) Major wiskundige natuurkunde: Gespecialiseerde wiskundige principes van theoretische fysica beheersen en innovatief gebruiken. Competentie in één of meerdere wetenschappen 11 / 41
<< CMWISK1.10(WN) Major wiskundige natuurkunde: Hedendaagse specialisatiedomeinen van wiskunde toepassen op vraagstukken uit theoretische fysica. Competentie in één of meerdere wetenschappen 12 / 41
<< CMWISK1.11(TW) Major toegepaste wiskunde: Gespecialiseerde methoden uit statistiek, stochastiek, numerieke wiskunde en soft-computing beheersen en innovatief toepassen in diverse gebieden zoals biologie, economie en informatica. Competentie in één of meerdere wetenschappen 13 / 41
<< CMWISK1.12(TW) Major toegepaste wiskunde: Vanuit een wiskundige achtergrond de gepaste praktische methoden en modellen hanteren voor realistische en beroepsrelevante problemen. Competentie in één of meerdere wetenschappen 14 / 41
<< CMWISK2.1 Innovatief en autonoom oplossingsstrategieën ontwerpen en probleemgestuurd onderzoek uitvoeren, en een oordeel vormen over de kwaliteit van de twee fases. Wetenschappelijke competentie 15 / 41
<< CMWISK2.2 Kritisch beschouwen van en reflecteren op bestaande en nieuwe theorieën, modellen of interpretaties binnen de major. Wetenschappelijke competentie 16 / 41
<< CMWISK2.3 Creatief hypothesen formuleren, nieuwe verbanden ontdekken en een oordeel vormen op basis van gegevens en informatie van mogelijk beperkte, onvolledige of tegenstrijdige aard. Wetenschappelijke competentie 17 / 41
<< CMWISK2.4 Doelgericht experimenten en simulaties ontwerpen, uitvoeren en de verzamelde gegevens kritisch evalueren binnen een onderzoeksgebonden of probleemoplossende context. Wetenschappelijke competentie 18 / 41
<< CMWISK2.5 Informatie uit internationaal gepubliceerde (anderstalige) wetenschappelijke literatuur en complexe informatiebronnen verwerken, analyseren, kritisch evalueren en synthetiseren. Wetenschappelijke competentie C002308 MASTERPROEF masterproef mondeling examen werkstuk participatie Een onderwerp kunnen bestuderen, in context plaatsen, synthetiseren. Argumenten kunnen aanvullen, zelf vinden, vergelijken. Literatuurstudie met internationale bronnen kritisch kunnen uitvoeren, een wetenschappelijk rapport kunnen schrijven over een onderzoeksvraag (met eventuele eigen originele inbreng), er mondeling over rapporteren. Blijk geven van zelfstandigheid, gedrevenheid en zin voor nauwkeurig werken. 19 / 41
<< CMWISK2.6 Voor een gevorderd wiskundig probleem de gepaste methode kiezen en benutten. Wetenschappelijke competentie 20 / 41
<< CMWISK3.1 Systematisch en kritisch reflecteren over het eigen denken en handelen en dit vertalen naar doordachte conclusies en meer adequate oplossingen. Intellectuele competentie 21 / 41
<< CMWISK3.2 Getuigen van openheid voor nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen en hun toepassingen in een brede wetenschappelijke, economische of maatschappelijke context. Intellectuele competentie 22 / 41
<< CMWISK3.3 Een actieve houding aannemen tegenover permanente kennisontwikkeling, levenslang leren en zelfstandig het eigen leerproces sturen. Intellectuele competentie C002308 MASTERPROEF masterproef mondeling examen werkstuk participatie Een onderwerp kunnen bestuderen, in context plaatsen, synthetiseren. Argumenten kunnen aanvullen, zelf vinden, vergelijken. Literatuurstudie met internationale bronnen kritisch kunnen uitvoeren, een wetenschappelijk rapport kunnen schrijven over een onderzoeksvraag (met eventuele eigen originele inbreng), er mondeling over rapporteren. Blijk geven van zelfstandigheid, gedrevenheid en zin voor nauwkeurig werken. 23 / 41
<< CMWISK3.4 Zelfstandig logische en analytische redeneringen opbouwen, complexe redeneringen doorgronden en kritisch evalueren. Intellectuele competentie 24 / 41
<< CMWISK3.5 Probleemvoorkomend en probleemoplossend denken en handelen in een verscheidenheid aan situaties of in een niet-vertrouwde context. Intellectuele competentie 25 / 41
<< CMWISK3.6 Probleemstellingen veralgemenen en op het gepaste abstractieniveau benaderen. Intellectuele competentie 26 / 41
<< CMWISK4.1 Eigen onderzoek, gedachten, ideeëen, meningen of voorstellen binnen professionele activiteiten schriftelijk en mondeling presenteren (ook in een tweede taal). Competentie in samenwerken en communiceren 27 / 41
<< CMWISK4.2 Mondeling en schriftelijk communiceren over nieuwe ontwikkelingen, onderliggende grondgedachten en oordeelsvorming binnen het vakgebied en de randwetenschappen met deskundigen en niet-deskundigen. Competentie in samenwerken en communiceren C002308 MASTERPROEF masterproef mondeling examen werkstuk participatie Een onderwerp kunnen bestuderen, in context plaatsen, synthetiseren. Argumenten kunnen aanvullen, zelf vinden, vergelijken. Literatuurstudie met internationale bronnen kritisch kunnen uitvoeren, een wetenschappelijk rapport kunnen schrijven over een onderzoeksvraag (met eventuele eigen originele inbreng), er mondeling over rapporteren. Blijk geven van zelfstandigheid, gedrevenheid en zin voor nauwkeurig werken. 28 / 41
<< CMWISK4.3 Projectmatig werken in een wiskundige context: doelstellingen formuleren, gericht rapporteren, einddoelen en ontwikkeltraject in het oog houden. Competentie in samenwerken en communiceren 29 / 41
<< CMWISK4.4 Afhankelijk van de situatie gepast ondersteunend, inspirerend of gezaghebbend handelen en samenwerken. Competentie in samenwerken en communiceren 30 / 41
<< CMWISK5.1 De betekenis van de wiskunde binnen de historische evolutie van het wetenschappelijk denken duiden en aantonen hoe ze een basisvereiste voor volwaardige wetenschap is. Maatschappelijke competentie 31 / 41
<< CMWISK5.2 Ethisch, professioneel en maatschappelijk verantwoord handelen in een academische context. Maatschappelijke competentie 32 / 41
<< CMWISK6.1 Professioneel gedrag vertonen, gekenmerkt door gedrevenheid, betrouwbaarheid, betrokkenheid, doorzettingsvermogen, nauwkeurigheid en zelfstandigheid. Beroepsspecifieke competentie C002308 MASTERPROEF masterproef mondeling examen werkstuk participatie Een onderwerp kunnen bestuderen, in context plaatsen, synthetiseren. Argumenten kunnen aanvullen, zelf vinden, vergelijken. Literatuurstudie met internationale bronnen kritisch kunnen uitvoeren, een wetenschappelijk rapport kunnen schrijven over een onderzoeksvraag (met eventuele eigen originele inbreng), er mondeling over rapporteren. Blijk geven van zelfstandigheid, gedrevenheid en zin voor nauwkeurig werken. 33 / 41
<< CMWISK6.2(RES) Minor onderzoek: Grondig inzicht demonstreren in de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen van ten minste een van de deelaspecten van de disciplines aanwezig in de major en waar mogelijk verbanden leggen met andere deelaspecten. Beroepsspecifieke competentie 34 / 41
<< CMWISK6.3(RES) Minor onderzoek: Over de nodige theoretische inzichten en methodologische vaardigheden beschikken om een aansluitende doctoraats- of master-na-masteropleiding aan te vatten aan binnenlandse en buitenlandse universiteiten. Beroepsspecifieke competentie 35 / 41
<< CMWISK6.4(RES) Minor onderzoek: Via seminarie, literatuurstudie en/of stage met grote zelfstandigheid verdiepend kennis hebben gemaakt met onderzoek in een theoretische of toegepaste context. Beroepsspecifieke competentie 36 / 41
<< CMWISK6.5(EDU) Minor onderwijs: Kennis van algemene begrippen, concepten, theorieën en principes van didactiek toepassen om wiskunde en verwante wetenschappen te onderwijzen op verschillende niveaus. Beroepsspecifieke competentie 37 / 41
<< CMWISK6.6(EDU) Minor onderwijs: Enthousiasme opwekken voor de schoonheid en de noodzakelijkheid van de wiskunde. Beroepsspecifieke competentie 38 / 41
<< CMWISK6.7(ECO) Minor economie en verzekeringen: De beginselen beheersen van algemene en bedrijfseconomische wetenschappen en van risico en financiële processen in de verzekerings- en banksector. Beroepsspecifieke competentie 39 / 41
<< CMWISK6.8(ECO) Minor economie en verzekeringen: Relevantie en implicaties van wetenschappelijke ontwikkelingen of toepassingen inschatten in een economische en beleidsmatige context. Beroepsspecifieke competentie 40 / 41
<< CMWISK6.9(ECO) Minor economie en verzekeringen: Over de nodige theoretische inzichten en methodologische vaardigheden beschikken om een aansluitende beroepsgerelateerde master-na-masteropleiding (bijv. in de actuariële wetenschappen) aan te vatten aan binnenlandse en buitenlandse universiteiten. Beroepsspecifieke competentie 41 / 41