Gewijzigd na erratum Gewijzigd na amendement 2004.

Vergelijkbare documenten
Referendumverordening gemeente Winterswijk 2008

D66 INITIATIEFVOORSTEL HAAGSE REFERENDUMVERORDENING

CVDR. Nr. CVDR118833_1. Referendumverordening Ouder-Amstel 2011

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2012 NR.: 19

(CONCEPT) REFERENDUMVERORDENING gemeente Krimpen aan den IJssel

Referendumverordening provincie Limburg 2018

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

CVDR. Nr. CVDR375601_1. Referendumverordening Rotterdam 2007

Referendumverordening gemeente Hoogezand-Sappemeer 2015

26. Artikelen Wet raadgevend referendum

Voorstel raad en raadsbesluit

Gemeente Wassenaar - Referendumverordening Wassenaar 2014

Referendumverordening Noordwijk 2014

Referendumverordening voor de gemeente Brunssum

Reglement inzake de behandeling van bezwaarschriften

gelezen het initiatiefvoorstel van de fractie Groen Links/D 66 van 1 december 2004, nummer 2004/149;

Verordening correctief raadgevend referendum gemeente Deventer. Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.10 mei 2016, nummer

REFERENDUMVERORDENING VOOR DE GEMEENTE ARNHEM 2015

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Drimmelen, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

GEMEENTEBLAD 2003 nr.126

Wijziging Algemene plaatselijke verordening (APV) door opnemen bepaling gebieden verboden voor honden

Referendumverordening voor de gemeente Arnhem 2005

Aanbiedingsformulier BESLUITEN. Korte overwegingen BOWO. A.Dijkhof

Gemeente Albrandswaard

Verordening behandeling bezwaarschriften 2006

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Doetinchem, gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

t,ne Gemeente Delft Gevraagde beslissing: 1. De Referendumverordening Delft 2009 intrekken en de Referendumverordening Delft 2018 vaststellen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum ondertekening Bron bekendmaking

De raad, het college en de burgemeester van de gemeenten Voerendaal, Onderbanken, Nuth, Simpelveld en Schinnen ;

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Leiden. Dienst : SOZA SOZA SWMG

2003. Nr. : Dnst. : BOWO. Benoeming leden Monumentencommissie. Leiden, 18 november 2003.

Verordening op het raadplegend en het raadgevend referendum Weert 2005

verordening bezwaarschriftencommissie Gouda

Reglement Territoriaal Adviescommissie Wageningse Eng (TAWE)

BESLUIT. Algemene bepalingen

20 december 2016 Motie Commissie bezwaarschriften Pagina 1 van 5. gelezen het advies van de commissie Werken en Besturen van 30 november 2016,

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

Verordening behandeling bezwaarschriften Sociale regelingen Orionis Walcheren

Verordening Adviescommissie Bezwaarschriften Baanbrekers

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

W.J.G. Delissen- van Tongerlo Bedrijfsvoering M.L.A. Vermaaten

Verordening behandeling bezwaarschriften Schieland en de Krimpenerwaard

Verordening op de Raad voor Toezicht

Planschade Chinees Indisch Restaurant Azië Leiden B.V.

Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Papendrecht

Instelling bestuurscommissies Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland (SHR); Toestemming ('Verklaring van geen bezwaar'). BESLUITEN

VERORDENING bezwaarschriften 2011

VERORDENING COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN GOOISE MEREN b e s l u i t : a. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en wethouders;

Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Haarlemmermeer 2012.

Format verordening raad

In april 2004 heeft het College ingestemd met de voorgenomen concentratie van de ICTfunctie.

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

gelet op het bepaalde in artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 23 van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland;

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb) en de Gemeentewet;

Aankoop Stille Rijn 7b te Leiden BESLUITEN

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Bestuurszaken en Veiligheid. telefoon (0184)

Portefeuillehouder : Volgnummer : Onderwerp Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Westerwolde.

Beoogd effect en/of resultaat Bundeling en stroomlijning van de processen op het terrein van de behandeling van bezwaarschriften.

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gelet op de wenselijkheid over te gaan tot instelling van een Adviescommissie Bezwaar en Beroep;

Onderwerp : Verordening commissie bezwaarschriften 2012

Verordening Adviescommissie Bezwaarschriften Baanbrekers

Verordening behandeling bezwaarschriften Orionis Walcheren WWB/Participatiewet

N. van der Vlist BESLUITEN

Ondernemingsraad gemeente Nissewaard - REGLEMENT VAN DE ONDERNEMINGSRAAD GEMEENTE NISSEWAARD

Verordening behandeling bezwaarschriften Orionis Walcheren Ambtenaren

*ZE9DBFBE563* Raadsvergadering d.d. 19 februari 2015

Raadsvoorstel no. R Agendapunt no. 9

Verordening commissie bezwaarschriften Veiligheidsregio Midden- en West- Brabant 2010

AAN DE RAAD Rijen, 12 juli ONDERWERP: initiatiefvoorstel Referendumverordening Gilze en Rijen 2016

Verkiezingsreglement Verantwoordingsorgaan van Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V. 16 augustus 2016

VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE OPENBAAR BASISONDERWIJS WEERT

gelezen het raadsvoorstel nummer RV van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder van 24 april 2018;

Verordening commissie bezwaarschriften Utrechtse Heuvelrug 2017

in te stellen een Stedelijk Adviesorgaan Interculturalisatie onder de navolgende bepalingen:

Voorgesteld raadsbesluit: Vast te stellen de Verordening op de vertrouwenscommissie gemeente Dinkelland 2015

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

Klachtenregeling Stichting Katholieke Onderwijs Centrale

GEMEENTE SLUIS KLACHTENREGELING GEMEENTE SLUIS. gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE GEMEENTE HARDENBERG

Verordening commissie bezwaarschriften

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Brielle van 11 mei 2010 volgnummer 22;

Gemeente Delft. Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Presidium Datum mei 2012 Indiener Presidium Steller. griffier tel.nr.

Verordening behandeling bezwaarschriften VKB

2004. Nr. : Dnst. : BOWO. Afhandeling planschadeverzoek van de bewoners van de Aloëlaan 43 inzake de Oranjerie. Leiden, 21 december 2004.

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 januari 2016;

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Zevenaar.

Verordening commissie bezwaarschriften

Definitief reglement ondernemingsraad HMC (zie: WOR, artikel 8)

Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid

Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 18 december 2007 (De zeekant van 22 december 2007)

Vergaderreglement adviesraad sociaal domein Gemeente Schinnen

Commissie Bezwaarschriften

Regeling Bezwarencommissie Orionis Walcheren Ambtenaren

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

Transcriptie:

Gewijzigd na erratum Gewijzigd na amendement 2004. Nr. : 04.0193. Dnst. : ID Wijziging referendumverordening. Leiden, 21 december 2004. Op 1 januari 2002 is de Tijdelijke Referendumwet (Trw) inwerking getreden. De Trw beperkt zich tot zogenoemde raadgevende correctieve referenda d.w.z. referenda over reeds genomen raadsbesluiten (correctief) op initiatief van de burgers (raadgevend). In het concept-raadsvoorstel zoals dat voor de inspraak was vastgesteld waren een aantal wijzigingen opgenomen die noodzakelijk waren als gevolg van die inwerkingtreding. Inmiddels is duidelijk geworden dat de Trw per 1 januari 2005 van rechtswege zal vervallen en voorts dat er geen andere wettelijke regeling inzake referenda aan de Staten Generaal zal worden aangeboden. Het thans voorliggende voorstel is daarom aangepast. Gelet op de ervaringen tijdens het referendumverzoek over het Aalmarktproject en de Rijn Gouwe lijn, wordt voorgesteld de verordening op onderdelen te wijzigen. Bij deze voorstellen zijn de opmerkingen van de Werkgroep Burgerparticipatie, de voorstellen van de Referendumkamer, alsmede de uitkomsten van de discussie in de Commissie Bestuur en Veiligheid verwerkt. Tijdens de behandeling in de Commissie Bestuur en Veiligheid is voorts toegezegd dat op het gebied van de toedeling en omvang van budgetten voor voorlichting en de campagne nog een nadere toelichting zal worden gegeven. Thans wordt jaarlijks circa 22.000 euro gereserveerd ten behoeve van het houden van een referendum. De uitgaven ten behoeve van de voorgestelde budgetten zullen ten laste komen van dit fonds. De omvang van de budgetten is van verschillende factoren afhankelijk. Zou een referendum niet gelijktijdig kunnen worden gehouden met een reguliere verkiezing dan zullen de organisatorische kosten van het organiseren van een verkiezing (volgens de meerjarenraming 2005-2007 een bedrag van 78.000 euro) uit de reservering voor het houden van een referendum moeten worden gedekt. Ook indien sprake is van meerdere referenda kort na elkaar zal dat gevolgen hebben voor de omvang van de voorgestelde budgetten. Het restant zal dan kunnen worden aangewend voor voorlichting over het instrument referendum zelf en de voorlichting in het kader van de campagne. Deze laatste zal op basis van gelijkwaardigheid dienen plaats te vinden. De voorgestelde van de verordening wijzigingen betreffen de navolgende onderdelen:

2 - in algemene zin is de verordening ingedeeld in 4 paragrafen: een paragraaf met algemene bepalingen, een paragraaf over lokale referenda, een paragraaf over de lokale referendumprocedure, een paragraaf met een strafbepaling en een slotparagraaf; - in artikel 1 van de verordening zijn de begrippen raadgevend referendum, raadplegend referendum, gedefinieerd. De eerdere omschrijving van het begrip referendum kan daardoor vervallen; - artikel 5, tweede lid, is aangepast in verband met de inwerkingtreding van de nieuwe Gemeentewet als gevolg van de voorstellen van de commissie Elzinga. Aangezien wethouders geen lid meer mogen zijn van de gemeenteraad is in de tekst van dit artikellid opgenomen dat leden van het college van burgemeester en wethouders geen lid van de referendumkamer mogen zijn. - in artikel 7 wordt, overeenkomstig het advies van de toenmalige Commissie Biesheuvel en de VNG, voorgesteld om referenda over gemeentelijke belastingverordeningen uit te sluiten van referenda (artikel 7, tweede lid onder f.); - aan artikel 7, tweede lid, onder h. is toegevoegd de perspectiefnota; - in artikel 7, tweede lid is voorts opgenomen dat geen referendum mogelijk is over plannen als bedoeld in de Wet op de ruimtelijke ordening; - in artikel 10, eerste en vierde lid, is de termijn van 1 week vervangen door vijf werkdagen om buiten wijfel te stellen dat zaterdagen en zon- en feestdagen niet worden meegerekend; - in artikel 10, zesde lid is duidelijker geformuleerd dat de raad ook om een andere dringende reden kan besluiten om een inleidend verzoek af te wijzen. Hiermee wordt deze bevoegdheid van de Raad buiten twijfel gesteld en kunnen discussies zoals die over het inleidend verzoek om een referendum voor de Rijn Gouwe lijn in de toekomst worden voorkomen; - in artikel 10, achtste lid, is de mogelijkheid opgenomen dat burgemeester en wethouders en de indieners van een referendumverzoek een andere periode overeenkomen waarbinnen de referendumkamer een advies over de vraagstelling uitbrengt; - in artikel 11, derde lid, wordt voorgesteld om de handtekeninglijsten voor het definitieve verzoek maximaal zes weken beschikbaar te laten zijn. Dat biedt de mogelijkheid om de referendumprocedure eerder te starten indien het verzoek binnen de termijn van zes weken door 4000 kiesgerechtigden wordt ondersteund; - in artikel 11, achtste lid, is toegevoegd dat alleen wanneer zich na de inhoudelijke beoordeling van het inleidende verzoek nieuwe feiten of omstandigheden hebben voorgedaan de raad het definitieve verzoek om inhoudelijke redenen kan afwijzen. In alle andere gevallen is het aantal handtekeningen bepalend; - in verband met de wijziging in het derde lid wordt in artikel 11, zevende lid, voorgesteld dat de burgemeester wekelijks bekend maakt hoeveel ondersteunende handtekeningen zijn geplaatst;

3 - in artikel 11, tiende lid, wordt voorgesteld dat de gemeenteraad een budget ter beschikking stelt voor de voorlichting en de organisatie van het referendum, alsmede voor de initiatiefnemers en dat burgemeester en wethouders nadere regels kunnen vaststellen voor de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de kosten van voorlichting en organisatie. Voorts wij u nog op het volgende. Naar aanleiding van het inleidend referendumverzoek inzake het voorkeurstracé voor de Rijn-Gouwelijn is de vraag gerezen of referenda ook mogelijk moeten zijn over concept-besluiten naar aanleiding van verzoeken waarin de Raad om een advies wordt gevraagd over aangelegenheden van boven-gemeentelijke aard. Dergelijke concept-besluiten vormen niet het eindpunt van een besluitvormingstraject, maar zijn een onderdeel van een besluitvormingsproces en behoren daarom geen onderwerp te zijn van een plaatselijk referendum. Wij stellen u daarom voor aan artikel 7, tweede lid, onderdeel i toe te voegen luidende het uitoefenen van een adviesbevoegdheid met betrekking tot besluiten die door een nietgemeentelijk bestuursorgaan worden besloten. Onder verwijzing naar het advies van de Referendumkamer stellen wij u voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen. Leiden, LENFERINK. Burgemeester en Wethouders van de Secretaris, de Burgemeester, P.I.M. v.d. WIJNGAART. H.J.J. De Raad der gemeente Leiden; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (raadsvoorstel nr. 04.0193 van 2004); Gelet op de Gemeentewet; B E S L U I T: vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Referendumverordening 1997 zodat deze als volgt komt te luiden:

4 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. raadplegend referendum: een volksstemming op initiatief van de Gemeenteraad; b. raadgevend referendum: een volksstemming op initiatief van de kiezers; c. kiezer: de ingezetene van de gemeente Leiden, die voldoet aan de vereisten voor actief kiesrecht voor deelname aan de verkiezing van leden van de gemeenteraad; d. raad: de gemeenteraad van Leiden; e. reglement van orde: het reglement van orde voor de vergaderin gen van de raad van de gemeente Leiden; f. referendumkamer: de commissie van advies als bedoeld in arti kel 4 van deze verorde ning; g. concept-raadsbesluit: het raadsvoorstel zoals dat luidt na de gebrui kelijke behandeling in raadscommissies en raad en nà verwerking van eventuele amendementen, doch vóór de eindstemming; h. werkdag: een dag in de week met uitzondering van de zaterdag of een zon- of feestdag. Artikel 2 Deze verordening geeft regels voor het houden van raadplegende en raadgevende referenda. Artikel 3 Een referendum wordt gehouden onder de kiezers van het gehele grondgebied van de gemeente. Referendumkamer Artikel 4 1. Er is een referendumkamer. De referendumkamer heeft tot taak: a. de raad te adviseren over de toelaatbaar heid van een onderwerp waarvoor een referen-dumverzoek is ingediend; b. de vraagstelling te ontwerpen voor de handtekeninglijsten ten behoeve van het defini tieve referendumverzoek;

5 c. de voorlichting over het referendum, alsmede de pro-ja/pro-nee campagne te begeleiden; d. toezicht te houden op de uitvoering van de verordening en de stemprocedure; e. te adviseren bij geschillen tussen de gemeente en de initia tiefnemers; f. te adviseren over de evaluatie van de gehouden referenda. 2. De referendumkamer adviseert voorts gevraagd en ongevraagd over aanpassingen van deze verordening, over de bij referenda en referendumaanvragen te volgen procedure en over overige zaken het referendum betreffende. 3. De adviezen van de referendumkamer zijn openbaar. Artikel 5 1. De referendumkamer bestaat uit drie leden en drie plaatsvervangende leden. 2. De benoeming geschiedt op een door burgemeester en wethouders in te dienen aanbeveling. Voor deze aanbeveling komen niet in aanmerking leden van de gemeenteraad, leden van het college van burgemeester en wethouders en ambtenaren in dienst van de gemeente Leiden, met uitzondering van onderwijzend personeel. 3. De leden worden door de raad benoemd op voordracht van burgemeester en wethouders. De raad wijst één van de leden als voorzitter aan. 4. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Aftredende leden kunnen terstond worden herbenoemd. 5. Zij kunnen te allen tijde ontslag nemen en dienen dit schriftelijk in bij de raad. Zij die aftreden dan wel zij die ontslag hebben genomen blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien. 6. Tussentijds benoemde leden treden af op het tijdstip dat voor het aftreden van hun voorgangers was bepaald. 7. De referendumkamer kan zich laten bijstaan door externe adviseurs. Artikel 6 Burgemeester en wethouders dragen aan een ambtenaar van de gemeente het secretariaat van de referendumkamer op. Paragraaf 2 Raadgevende en raadplegende referenda Onderwerp Artikel 7

6 1. Alleen concept-raadsbesluiten kunnen onderwerp zijn van een referendum. Een voor een referendum in aanmerking komend concept-raadsvoorstel moet - indien van toepassing - reeds zijn onderworpen aan in spraak. 2. De volgende concept-besluiten kunnen geen onderwerp zijn van een referendum: a. besluiten over voorstellen, gedaan aan de raad als beroepsinstantie voor besluiten van burgemeester en wethouders; b. besluiten over voorstellen, gericht op het voor kennisgeving aannemen van nota's, rapporten en dergelijke; c. besluiten over voorstellen inzake individuele kwesties, zoals benoemingen, ontslagen, schorsingen en verlening van kwijt schelding; d. besluiten in het kader van deze verordening; e. besluiten tot het voeren van rechtsgedingen; f. besluiten inzake belastingverordeningen; g. de concept-gemeentebegroting en de perspectiefnota; h. besluiten welke dienen ter uitvoering van besluiten waarover al eerder een referendum ingevolge deze verordening heeft plaatsgevonden of met betrekking waartoe de mogelijk heid heeft bestaan tot het indienen van een daartoe strekkend verzoek zonder dat daarvan gebruik is gemaakt; i. het uitoefenen van een adviesbevoegdheid met betrekking tot besluiten die door een nietgemeentelijk bestuursorgaan worden besloten; j. besluiten tot het aangaan, opheffen of wijzigen van Gemeenschappelijke regelingen; k. bestemmingsplan- en structuurplanwijzigingen voor zover die uitsluitend betrekking hebben op de verplichte doorwerking van planologische kernbeslissingen, aanwijzigingen ex artikel 37 WRO en Tracébesluiten. Beslissing en initiatief Artikel 8 1. Een referendum kan alleen worden gehouden indien de raad daartoe heeft besloten. 2. Een verzoek aan de raad om te besluiten tot het houden van een referendum kan worden gedaan vanuit de raad of vanwege de kiezers. Artikel 9

7 1. Een verzoek vanuit de raad om een referendum te houden geschiedt door middel van een voorstel van orde als bedoeld in en overeenkomstig arti kel 35 van het reglement van orde, met dien verstande dat het voorstel slechts schriftelijk kan worden gedaan. 2. Tenzij de vereiste spoed zich daartegen verzet, wordt tevoren aan de referendumkamer advies gevraagd over de toelaatbaarheid van het onderwerp. 3. Indien de raad heeft besloten tot het houden van een referendum, wordt het desbetreffende raadsvoorstel op de gangbare wijze behandeld, met dien verstande dat het concept-besluit, zoals dat luidt na verwerking van de door de raad aanvaarde amendementen, niet in stemming wordt gebracht maar wordt aangehouden. Inleidend verzoek Artikel 10 1. Een verzoek van kiesgerechtigden een referendum te houden dient uiter lijk vijf werkdagen - en voorzien van de handtekeningen van 750 kiezers - vóór de plenaire behandeling van het concept-raadsbesluit bij de raad te worden ingediend. 2. Indien het verzoek namens meerdere initiatiefnemers wordt gedaan, wordt in het verzoek aangegeven welke groep van ten minste twee en ten hoogste tien van de ondertekenaars geacht kan worden voor het vervolg van de procedure te fungeren als gesprekspartners namens de indieners. 3. Voorafgaand aan de plenaire behandeling als bedoeld in het eerste lid adviseert de referendumkamer de raad over de toelaatbaarheid van het onderwerp. Indien burgemeester en wethouders dan wel de raad van mening zijn dat er redenen zijn het verzoek niet in te willigen, stellen zij de referendumkamer hiervan tijdig in kennis. Voorafgaand aan het uitbrengen van het advies stelt de referendumkamer burgemeester en wethouders dan wel de raad in de gelegenheid hun opvattingen hierover nadere toe te lichten. 4. Burgemeester en wethouders onderzoeken uiterlijk binnen vijf werkdagen na binnenkomst van een verzoek als bedoeld in het eerste lid of het verzoek door een voldoende aantal kiezers is gedaan. 5. Indien het verzoek niet voldoende wordt ondersteund of niet binnen de gestelde termijn is ingediend, stellen burgemeester en wethouders de raad voor het verzoek niet- ontvankelijk te verklaren.

8 6. Indien het verzoek betrekking heeft op een onderwerp zoals bedoeld in artikel 10, tweede lid, dan wel wanneer het verzoek om een andere dringende reden niet voor inwilliging in aanmerking komt, wijst de raad het verzoek af. 7. Als de raad heeft besloten de kiesgerechtigden in de gelegenheid te stellen een definitief verzoek in te dienen, wordt het desbetreffende raadsvoorstel op de gangbare wijze behandeld, met dien verstande dat het concept-besluit, zoals dat luidt na verwerking van de door de raad aanvaarde amendementen, niet in stemming wordt gebracht maar wordt aangehouden. 8. Zo spoedig mogelijk na het besluit van de raad om de kiesgerechtigden in de gelegenheid te stellen een definitief verzoek in te dienen, treedt de referendumkamer in overleg met vertegenwoordigers van burgemeester en wethouders en van de indieners over de vraagstelling. Tenzij burgemeester en wethouders en de indieners een andere periode zijn overeengekomen, brengt de referendumkamer binnen 10 werkdagen na het genoemde besluit advies uit over de vraagstelling. 9. De raad is bevoegd om gelijktijdig met het besluit, bedoeld in het zevende lid, burgemeester en wethouders de bevoegdheid te delegeren om de vraagstelling overeenkomstig het advies van de referendumkamer vast te stellen. 10. Tenzij de raad van zijn bevoegdheid, bedoeld in het negende lid, gebruik heeft gemaakt, stelt de raad, met inachtneming van het advies van de referendumkamer, in de eerstvolgende vergadering de vraagstelling vast. Definitief verzoek Artikel 11 1. Een definitief verzoek tot het houden van een referendum wordt gevormd door het totale aantal geldige verklaringen ter ondersteuning van het inleidend verzoek. 2. Het definitieve verzoek kan worden ondersteund door het plaatsen van een handtekening op door burgemeester en wethouders vastgestelde lijsten of formulieren die zijn voorzien van de vastgestelde vraagstelling. 3. De handtekeninglijsten of formulieren zijn gedurende zes weken - of zoveel eerder als het benodigde aantal geldige verklaringen is verkregen - beschikbaar in het Stadhuis en op tenminste vier andere door burgemeester en wethouders aangewezen locaties. Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat op een wekelijkse koopavond en op zaterdag ten minste een van deze locaties geopend is. 4. De in het derde lid genoemde termijn van zes weken vangt aan op de dag na de vaststelling van de vraagstelling als bedoeld in artikel 10, lid 10 waarop burgemeester

9 en wethouders bekend hebben gemaakt op welke locaties en gedurende welke tijdstippen de handtekeninglijsten beschikbaar zijn. 5 Het verzoek moet worden ondersteund door de handtekeningen van tenminste 4000 kiesgerechtigden. 6. Bij het plaatsen van een handtekening op een lijst of een formulier dient de kiesgerechtigde zich te legitimeren met een geldig identiteitsbewijs. 7. Wekelijks maakt de burgemeester bekend hoeveel ondersteunende handtekeningen door de kiesgerechtigden zijn geplaatst. 8. Als het definitieve verzoek voldoende wordt ondersteund, neemt de raad zo spoedig mogelijk een beslissing op het verzoek. Indien de raad van oordeel is dat, na de beoordeling van het inleidend verzoek, sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden van substantiële aard, kan hij het verzoek, gehoord de referendumkamer, afwijzen. Een afwij zende beslissing wordt deugdelijk gemotiveerd en openbaar bekend gemaakt. 9. Indien het verzoek niet voldoende wordt ondersteund, stellen burgemeester en wethouders de raad voor het verzoeke niet-ontvakelijk te verklaren. 10. Indien de raad besluit tot het houden van een referendum, stelt hij tevens een budget vast voor de voorlichting en de organisatie van het referendum, alsmede een budget voor de initiatiefnemers. 11. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels vaststellen voor de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming ten laste van het in het vorige lid genoemde budget. Paragraaf 3 Procedurebepalingen Vraagstelling Artikel 12 Aan de kiezers wordt de vraag voorgelegd of zij voor dan wel tegen het in het raadsvoorstel vervatte concept-besluit zijn. Uitwerking Artikel 13

10 Zo spoedig mogelijk nadat de raad heeft besloten een referendum te houden, bepalen burgemeester en wethouders de datum van het referendum. Begeleidingscommissie Artikel 14 Burgemeester en wethouders kunnen een begeleidingscommissie instellen. De samenstelling en taak van deze commissie worden geregeld na overleg met de betrokken raadscommissie. Kennisgeving Artikel 15 1. De burgemeester doet openbare kennisgeving van een besluit tot het houden van een referendum. 2. De op het raadsvoorstel, waarover het referendum wordt gehouden, betrek king hebbende stukken liggen voor een ieder ter inzage bij de gemeentelijke informatiebalies en op een aantal andere door burgemeester en wethouders aan te wijzen plaatsen. In de openbare kennisgeving wordt daarvan mededeling gedaan. De procedure rond de stemming Artikel 16 1. Ten behoeve van het referendum wordt een afzonderlijk kiezersregister bijgehouden, waarin de kiesgerechtigden voor het referendum worden opgenomen. 2. Een kiesgerechtigde voor het referendum ontvangt een afzonderlijke oproepingskaart. Artikel 17 Indien het referendum gelijktijdig plaatsvindt met een verkiezing van de leden van een vertegenwoordigend lichaam wordt een tweeledig kiezersregister bijgehouden. In het ene deel worden de kiesgerechtigden voor de verkiezing van de leden van het vertegenwoordigend lichaam opgenomen, in het andere deel zij die alleen aan het referendum kunnen deelnemen. Het kiezersregister is zodanig ingericht dat bij iedere kiezer aantekening kan worden gemaakt van het uit reiken van een stembiljet en/of van deelname aan het referendum. Artikel 18

11 1. Het referendum vindt plaats in de stemlokalen die worden gebruikt voor de stemming van de verkiezingen van vertegenwoordigende lichamen. 2. Het uitbrengen van een stem geschiedt met gebruikmaking van goedgekeurde elektronische stemmachines en overeenkomstig het bepaalde in de Kieswet en het Kiesbesluit. Artikel 19 1. Het stembureau stelt na de sluiting van het stemlokaal het aantal voor- en tegenstemmen vast. 2. De uitslag wordt openbaar bekend gemaakt. Geldigheid en inhoud van de uitslag Artikel 20 1. Het referendum wordt als geldig beschouwd, indien het totaal aantal uitgebrachte geldige stemmen meer dan 30% bedraagt van het aantal kiesgerechtigden. 2. De aan de deelnemers aan het referendum voorgelegde vraag wordt geacht ontkennend te zijn beantwoord als de meerderheid van het totaal aantal uitgebrachte geldige stemmen het oordeel "tegen" inhoudt. Raadsbesluit Artikel 21 Zo mogelijk in de eerste vergadering na het plaatsvin den van het referendum doch niet later dan twee maanden nadien besluit de raad over het aangehouden concept-besluit dat aan het referendum werd onderworpen. In die vergadering wordt over het in het raadsvoorstel vervatte concept-besluit een beslissing genomen bij gewone meerderheid van stemmen. In deze vergadering kunnen met betrekking tot het raadsvoorstel geen amendementen meer worden ingediend. Strafbepaling Artikel 22 Met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de eerste categorie wordt gestraft hij die bij de stemming:

12 a. oproepingskaarten of volmachtbewijzen namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te laten gebrui ken; b. oproepingskaarten of volmachtbewijzen die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebrui - ken in voorraad heeft; c. oproepingskaarten of volmachtbewijzen voorhanden heeft met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken; d. als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden. Paragraaf 4 Slotbepalingen Artikel 23 Voorzover in deze verordening in de procedure ten aanzien van de stemming niet is voorzien, zijn de bepalingen van de Kieswet zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. Artikel 24 Deze verordening treedt in werking op een nader door burgemeester en wethouders te bepalen datum. Artikel 25 Deze verordening kan worden aangehaald als Referendumverordening 2005. Met deze verordening is de Referendumverordening 1997 ingetrokken. Gedaan ter openbare vergadering van 22 februari 2005 de Griffier, de Voorzitter, BW041492

13 Dit raadsvoorstel is gewijzigd vastgesteld op 22 februari 2005

14 Aanbiedingsformulier Onderwerp Wijziging referendumverordening In te vullen door Ontwerper Bestuurssecretariaat Parafanten Directeuren Portefeuilleh. B&W Nr: 04.1492 Dienst : ID ID EGTV. Agenda Sector : Juridische Zaken en Communicatie Openbaar: ja Naam : Pluyter R.V nr: Tst.nr : 5047 Datum B&W-vergadering: Datum : 23-12-2004 24-12-2004 BESLUITEN Behoudens advies van de commissie EGTV 1. bijgaand raadsvoorstel tot wijziging van de referendumverordening vast te stellen, behoudens advies van de referendumkamer; 2. de wethouder EGTV te machtigen de brief met adviesaanvraag aan de referendumkamer vast te stellen; 3. dit besluit over de wijziging van de referendumverordening voor te leggen aan de commissie Bestuur en Veiligheid. Korte overwegingen Op 15 oktober heeft uw College een raadsvoorstel voor inspraak vastgesteld waarin werd voorgesteld de referendumverordening op onderdelen te wijzen vanwege de inwerkingtreding van de Tijdelijke referendumwet en de ervaringen met de referendumverzoeken inzake het Aalmarktproject en de Rijn Gouwelijn. Tijdens de inspraakperiode zijn er geen inspraakreacties binnen gekomen. Wel bleek tijdens de inspraakperiode dat in de Tweede Kamer geen meerderheid gevonden kon worden voor een voorstel van Groen Links en de PvdA om de Tijdelijke Referendumwet (Trw) nog met één jaar te verlengen. Daarmee is vast komen te staan dat de Trw definitief per 1 januari 2005 van rechtswege zal vervallen. In het raadsvoorstel zoals dat thans luidt zijn de wijzigingen die noodzakelijk waren vanwege de inwerkingtreding van de Trw geschrapt, omdat deze geen betekenis meer hebben. Voorgesteld wordt wel om aan de lijst van uitgezonderde onderwerpen toe te voegen dat geen referendum mogelijk is over plannen als bedoeld in de Wet op de ruimtelijke ordening. In verband hiermee wordt tevens voorgesteld om over deze aanvulling een separaat advies van de referendumkamer te vragen. Verwacht mag worden dat de referendumkamer voor uiterlijk 7 januari 2005 haar advies kan uitbrengen. Voor het overige is het raadsvoorstel, behoudens vernummering, ongewijzigd gebleven. Formatieve consequenties geen

15 Begrotingsconsequenties geen Communicatie Openbaar: B&W-besluitenlijst Samenvatting De referendumverordening wordt gewijzigd. Naast een aantal technische wijzigingen komen er wijzigingen in de lijst van uitgezonderde onderwerpen. Zo zijn belastingverordeningen en de perspectiefnota uitgezonderd van de mogelijkheid van een referendum. Bovendien zal, nadat duidelijk is geworden dat een referendum zal worden gehouden, een budget worden vaststelt voor de voorlichting en de organisatie van het referendum, alsmede een budget voor de initiatiefnemers. Burgemeester en Wethouders kunnen nadere regels vaststellen voor de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming. Tot slot wordt in de verordening is ook duidelijker geformuleerd dat de Raad ook om een andere dringende reden kan besluiten om een inleidend verzoek af te wijzen. Aanpak verdere communicatie Via de gebruikelijke bekendmakingsprocedures zullen belanghebbenden nader worden geinformeerd.