GPS System 500. GPS Gebruikers Handleiding Versie 4.0 Nederlands

Vergelijkbare documenten
GPS System 500. Starten met statische en kinematische metingen. Versie 2.0 Nederlands

Elbo Technology BV Versie 1.1 Juni Gebruikershandleiding PassanSoft

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

LIVECHESS QUICK SET-UP CAÏSSA

Table of contents 2 / 15

1. Inleiding. 1. Inleiding Installatieprocedure De installatie van LisCAD Licentieprocedure...

Hanwell temperatuur / vocht logger handleiding

CONFIGURATIEHANDLEIDING. SBGuidance Viper 4 TWIN

Snel aan de slag met de Mini Squirrel datalogger

TA72 Configuration Manager

Rodin installatiehandleiding (vanaf versie 2.1.xxx.x)

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: HANDLEIDING

HD-CVI Verkorte handleiding

Handleiding Icespy MR software

Handleiding voor installatie en gebruik van

Examenmode op de HP Prime

NACSPORT TAG&GO HANDLEIDING Eigenschappen knop

SenBox Handleiding. Versie: juli

HANDLEIDING INFOGRAPHIC SOFTWARE Versie 2.3 / jan 2014

Beknopte handleiding SQ Vieuw software

Leica icon Series. Handleiding licentie installeren en activeren. Versie 1.0 Nederlands

Snelstart Gids. Menustructuur. Opstarten en Afsluiten. Formatteren van Disk. 72xxHVI-ST Series DVR

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties

ONSCREENKEYS 5. Windows XP / Windows Vista / Windows 7 / Windows 8

Landelijk Indicatie Protocol (LIP)

HANDLEIDING VAN DATARECORDER SOFTWARE (FOR WS-9010)

1 Inleiding. 3 Handmatig... invoeren zaken basis 4 Verwerken... zaken 5 Afhandelen... van zaken. 7 Uitgebreidere... zaak opties

Installatiehandleiding

RAVEN 600S ANTENNE. Updatehandleiding NL REV. A. (Nederlands) (Origineel) [Date]

HET BESTURINGSSYSTEEM

Handleiding Mplus Touch Screen Kassa. Module T Uurregistratie

Gebruiksaanwijzing WTW PC-software

HTA Software - Klachten Registratie Manager Gebruikershandleiding

w-lantv 50n Beknopte handleiding Een stap voor stap gids over hoe u draadloos TV kunt kijken. Lees dit eerst!

HANDLEIDING INFOBOARD SOFTWARE

Bijlage 8. Testprogramma brandreactiemodulen LBK

Handleiding Biljart scorebord

Voeler ingang van de ilog recorder. Stop de temperatuurvoeler

GEBRUIKERSHANDLEIDING CAÏSSA SYSTEEM

Beknopte handleiding voor de PLEXTALK Linio Pocket online speler

Symbol for Windows BlissEditor

Palmtop - Aqua-Max Servicehandleiding

Gebruikershandleiding MJK Link 2.15 Index

Handleiding Approach S1

Handleiding Biljart scorebord v2

Inrichting Systeem: Locaties & Toegang

INRICHTEN VAN DAXIS CLOUD

Snel op weg met de PepperPlayer.

Opladen Opmerkingen Vragen?... 11

Gebruikersinstructie nieuwe Statenleden Asus T100 en T300

JPTrain. JPTrainBeta versie 25 mei Android client voor GBtrainHost

Handleiding Telewerken met Windows. Inleiding. Systeemvereisten. Inhoudsopgave

Softphone Installatie Handleiding

1 INTRODUCTIE SYSTEEMVEREISTEN Minimum Vereisten Aanbevolen Vereisten...7

Beknopte handleiding voor de PLEXTALK Pocket online speler

H A N D L E I D I N G E L V 1 5

GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS

Morpheus. Gebruikers Handleiding Clifford Electronics Benelux, Lijnden.

Installatiehandleiding voor e.dentifier2 software

Handleiding Lab Safety Monitor Versie 16 juli 2009

Handleiding. Verlinde Website

Handleiding Office 365 en Office 2016

OPTAC Download Tool Gebruikshandleiding

Installatiehandleiding

Duifmelden. nl Gebruikershandleiding Automatische Aanmeld Module met de kloksystemen - Tauris - Unikon - Mega - Bricon - Benzing M1

Voeler ingang van de ilog recorder. Stop de temperatuurvoeler

Handleiding Sens MyAir

AFO 113 Authoritybeheer

HANDS-ON THUISKOOP SYSTEEM

Welkom bij Digicel Online Top Up

Switch. Handleiding

Cijfers 1 t/m 4,8,16 hiermee kunt u van kanaal wisselen. Gebruik deze iconen om naar een split screen terug te gaan.

Programmeerapparaat Tebis TX100

Versie 1.0. Gebruikshandleiding. van de Stereo Controle (art. L4561N) TiStereoControl. Software voor de configuratie 06/08-01 PC

1 van :43

CCV CARD ONLINE. Gebruikershandleiding v3.0. Computer Centrum C. van de Velden B.V.

Auteur: Niels Bons. Handleiding Koepeldatabase Zakelijk toerisme: aanmelden organisatie. 2014, Provincie Fryslân. Uitgegeven in eigen beheer

GPS repeater. Inleiding

Selenium IDE Webdriver. Introductie

15 July Betaalopdrachten web applicatie gebruikers handleiding

Firmware Upgrade. Upgrade Utility (Router Tools)

3.5'' Digitale Fotolijst

HET MODELNUMMER FIESTA2. Mp3 speler met luidspreker. Instructiehandleiding

HardheidsTester HLJ Art. Nr Gebruiksaanwijzing

Handleiding voor VAT810-CO2/SD-B Luchtkwaliteit monitor

CoolDing software. Versie 2.0

PC Docking Station voor gebruik met (RA109, RP109, RS109 / RA107, RP107, RS107) CD-ROM met on-line Help informatie OVER DEZE GEBRUIKSAANWIJZING INHOUD

Handleiding Sonus Communicator voor Rion NL-22 - NL-32

SBGuidance Perceel Manager. SBGuidance Perceel Manager. Versie 2.6. Handleiding. 19 augustus 2010

Installatie shortform Rodin.NET

Ashampoo Rescue Disc

Handleiding ISaGRAF. Wil men het programma bewaren, dan is het verstandig een back-up te maken: C9 Back-up / Restore

De TabDents VisiQuick koppeling

Controlelijst bij het uitpakken

CC400 Gebruikershandleiding

Handleiding. Measure App. Versienummer:1.4

1103/2 Sinthesi lezermodule Proximity

H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R

Transcriptie:

20 30 40 50 GPS System 500 GPS Gebruikers Handleiding Versie 4.0 Nederlands

Systeem GPS500 Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe Leica Geosystems GPS500 Systeem. Deze handleiding bevat belangrijke richtlijnen inzake veiligheid (zie ook hoofdstuk "Veiligheids Voorschriften") en instructies voor de opstelling en gebruik van het product. Voordat U het instrument aanzet, lees eerst de Gebruikers handleiding goed door. Product identificatie Achter op de ontvanger staat het model en serie nummer van het instrument. Schrijf uw model en serie nummer in de handleiding, voor als U contact opneemt met uw leverancier of technisch service centrum. Betekenis van de symbolen De symbolen, die in de handleiding zijn gebruikt, hebben de volgende betekenis: GEVAAR: Direct gevaar bij gebruik, dat beslist leidt tot ernstig lichamelijk letsel of de dood. WAARSCHUWING: Gevaar bij gebruik of onjuist gebruik, dat kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel of de dood. VOORZICHTIG: Gevaar bij gebruik of onjuist gebruik, dat tot gering lichamelijk letsel en/of aanzienlijke materiële-, financiële- of milieuschade kan leiden. Gebruiksinformatie, welke de gebruiker helpt om het instrument technisch juist en efficiënt toe te passen. GPS Ontvanger (SR) Type: Serie Nr.: Veldboek (TR) Type: Serie Nr.: Externe Antenne (AT) Type: Serie Nr.: 2 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

Overzicht van de hoofdstukken Introductie Systeem omschrijving Starten met nieuwe meetapparatuur Starten met de nieuwe MC apparatuur Starten met de nieuwe RS apparatuur Starten met de nieuwe GIS apparatuur Behandeling en Transport Veiligheids Voorschriften Technische Specificaties 6 7 11 25 28 34 43 44 56 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 3 Overzicht van de hoofdstukken

Inhoudsopgave Introductie... 6 Systeem omschrijving... 7 GPS Ontvanger... 7 Ontvanger Hardware... 8 Batterijen laden... 8 Opzetten van de uitrusting... 9 Post-processing software... 10 Starten met nieuwe meetapparatuur... 11 SKI-Pro (SKI-Pro-L1) post-processing software... 11 Ontvanger hardware... 11 Verwerken van de data in SKI-Pro... 23 Starten met de nieuwe RS apparatuur... 28 RS500 - introductie... 28 Ontvanger Hardware... 29 Opzetten van de RS uitrusting... 29 Setting up the RS equipment, continued... 30 Basis gebruiks procedures... 32 Starten met de nieuwe GIS apparatuur... 34 Introductie... 34 Hardware Ontvanger... 35 GS50 / GS50+ Ontvanger... 35 QuickStart - GIS Data verzamelen... 36 Starten met de nieuwe MC apparatuur... 25 MC500 - Introduction... 25 System Configuration... 25 Configureren via de TR500... 26 Configureren door middel van OWI... 27 Inhoudsopgave 4 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

Inhoudsopgave, vervolg Behandeling en Transport... 43 Transport... 43 Opslag... 43 Schoonmaken en drogen... 43 Veiligheids Voorschriften... 44 Goed gebruik van het instrument... 44 Toegestaan gebruik... 44 Ongeoorloofd gebruik... 44 Ongeoorloofd gebruik, vervolg... 45 Grenzen voor gebruik... 45 Verantwoordelijkheden... 45 Gevaar in het gebruik... 46 Belangrijkste gevaren in het gebruik... 46 Elektromagnetische verdraagzaamheid... 51 FCC verklaring (toepasbaar in de V.S.)... 54 Technische Specificaties... 56 SR520, SR530, MC500, RS500, GS50+ Volg-karakteristieken... 56 SR510, GS50 Volg-karakteristieken... 57 GPS Antennes... 57 Instrument gewicht... 58 Stroom... 58 Omgeving Specificaties... 58 Antenne kabels... 59 Precisie van de Basislijn... 59 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 5 Inhoudsopgave

Introductie Het Leica Geosystems 500 Systeem bestaat uit de GPS ontvanger hardware en op de PC gebaseerde software voor GPS metingen en gerelateerde applicaties.. De hoofd onderdelen zijn: GPS Ontvanger: Ontvangt de satelliet signalen. GPS Veldboek: Toetsenbord en Scherm, onderdelen die de ontvanger sturen. Post-processing software: Wordt voor de verwerking van GPS data gebruikt. In de Technical Reference Manual en SKI-Pro Online Help (beschikbaar in Engels en Frans echter niet in het Nederlands), staan meer gedetailleerde omschrijvingen van speciale software/ hardware instellingen en functies. Deze zijn bedoeld voor technische specialistische werkzaamheden. Het Technical Reference Manual is alleen beschikbaar als elektronisch PDF document. Deze handleiding kunt U vinden op de SKI-Pro installatie CD. Meer informatie staat in de \MANUALS\README.TXT file op de SKI-Pro installatie CD. Alle instructies die U nodig heeft om uw GPS systeem op een basis niveau te gebruiken staan in deze handleiding. Introductie 6 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

Systeem omschrijving GPS Ontvanger De GPS ontvanger ontvangt de GPS signalen van de NAVSTAR satellieten en berekent de afstanden naar alle zichtbare satellieten. Er zijn verschillende typen ontvangers, de volgende zijn beschikbaar: SR510-12 L1 kanalen, code en fase SR520-12 L1, 12 L2 kanalen, code en fase SR530-12 L1, 12 L2 kanalen, code en fase, RTK mogelijkheid MC500-12 L1, 12 L2 kanalen Code en fase, RTK mogelijkheid RS500-12 L1, 12 L2 kanalen Code en fase GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl GS50-12 L1 kanalen, CA-code en DGPS mogelijkheden GS50+ - 12 L1, 12 L2 kanalen Code en fase, RTK mogelijkheid 7 Antenne AT501 is bedoeld voor het gebruik met de SR510 ontvanger. De SR520, SR530 en GS50+ ontvangers worden normaliter gebruikt in combinatie met de AT502 antenne, maar kunnen ook gebruikt worden met een AT503 of AT504 antenne. De MC500 gebruikt de AT502 antenne, maar kan ook gebruikt worden met een AT503 of AT504 antennes bij het gebruik als GPSreferentiestation. De RS500 gebruikt de AT503 of de AT504 antenne, maar kan ook worden gebruikt in combinatie met een AT502 antenne. De GS50 kan gebruik maken van zowel de AT501, RTB of RTS antenne. Zie paragraaf 8 voor technische specificaties. De ontvangers SR520, SR530 MC500 en RS500 gebruiken de GPS P-code. Het beleid van de Verenigde Staten is in staat deze af te zetten zonder mededeling. Desondanks zijn de fase metingen op L2 verzekerd, omdat de ontvangers automatisch overschakelen op gepatenteerde meettechnieken. Systeem omschrijving

Ontvanger Hardware In de meeste gevallen zal een Leica dealer een korte introductie geven over het gebruik van de ontvanger. Indien dit niet het geval is, kunt u de volgende paragrafen volgen. Een alternatief is de Technical Reference PDF-handleiding, welke is terug te vinden op de SKI-Pro installatie CD. Batterijen laden Laadt de batterijen met de Leica Geosystems lader. De batterijen GEB121, GEB70 of GEB71 zijn geschikt als voeding van de GPS apparatuur. Het laden van de GEB121 batterijen wordt gedaan door de laders GKL111 of GKL122. Adapter lader GDI121 Lader GKL122 GEB70 of GEB71 1100Z07new WAARSCHUWING: De batterij laders zijn alleen bedoeld voor binnenshuis gebruik. Gebruik de batterij lader alleen in een droge kamer en nooit buiten. Het laden van de batterijen kan alleen gebeuren bij een kamertemperatuur tussen 10 C en 30 C (50 F en 86 F). Wij raden aan om de batterijen te bewaren bij een temperatuur tussen 0 C en +20 C (32 F en 68 F). Gebruik alleen de batterijen, laders en accessoires aangeraden door Leica Geosystems. Het laden van de batterijen GEB70 en GEB71 kan alleen met gebruik van laders GKL122 (laden met de kabels), GKL23 of GKL22. Als U de laders gaat gebruiken, raadpleeg dan de desbetreffende handleidingen. Systeem omschrijving 8 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

Om een maximale capaciteit van de nieuwe GEB121 batterijen te verkrijgen moet U 3 tot 5 maal de laad/ontlaad cyclus herhalen. Opzetten van de uitrusting Succesvolle GPS metingen vereisen een onverstoord ontvangst van het signaal van de satelliet. Dit betekent dat de GPS ontvangers worden opgesteld op locaties waar zich geen obstakels bevinden. De lijn tussen de GPS antenne en de GPS satellieten mag niet geblokkeerd worden door bomen, gebouwen, bergen enz. Dit geldt vooral voor de ontvanger die als referentie dient. Bij statische metingen en Rapid Static is het een vereiste dat de antenne tijdens de gehele meting perfect stil worden gehouden. Dit betekent dat de AT501 en AT502 antenne meestal op een statief wordt geplaatst. Centreer het statief boven het meetpunt. Zet het statief waterpas. Plaats de drager op het stelschroevenblok. Plaats de antenne op de drager. Verbindt de ontvanger met behulp van de antennekabel. Klik twee camcorder batterijen aan de achterkant van de ontvanger vast. Naar eigen keuze kan de ontvanger worden gevoed met behulp van een externe batterij. In dat geval koppel een GEB71 batterij aan de PWR-poort van de ontvanger. Verbind het veldboek aan de ontvanger, direct of met een kabel via de TERMI- NAL-poort. Breng de PC-kaart in de ontvanger. Sluit het klepje na het inbrengen van de kaart goed af, zodat er geen water of stof in de ontvanger kan komen. Het haakje aan de achterkant van de ontvanger kan worden gebruikt om de ontvanger aan het statief te hangen. Een alternatief is om de ontvanger in de koffer te laten liggen. Uw 500 systeem is nu volledig operationeel. GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 9 Systeem omschrijving

Post-processing software Met behulp van de Post-processing software is het mogelijk om de waarnemingen, van de ontvanger te berekenen naar basislijnen en coördinaten. SKI-Pro Statische Kinematische software is de standaard postprocessing software voor dubbelfrequentie ontvangers. SKI-Pro-L1 is voor enkel-frequentie ontvangers. De gebruikers-interface voor SKI-Pro en SKI-Pro-L1 is identiek. Systeem omschrijving 10 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

Starten met nieuwe meetapparatuur SKI-Pro (SKI-Pro-L1) post-processing software Ontvanger hardware Normaal gesproken zal de installatie en een korte introductie worden gegeven door een Leica Geosystems dealer. Is dit niet het geval installeer op de volgende manier: 1. Breng de CD-ROM in de CD drive van Uw PC. 2. Selecteer uit het menu het installeren van SKI-Pro. 3. Volg de instructies die weergegeven worden op het scherm. De software bevat een begrijpelijk online Help Systeem. Dit Help Systeem is bedoeld om de geprinte handleidingen te vervangen. Zonodig kunt U de gehele digitale handleiding uitprinten voor een analoge handleiding. De eerste stap voor de kennismaking met de software is de handleiding Getting started with SKI-Pro lezen. Deze zit in het SKI-Pro software pakket. In de meeste gevallen zal een Leica Geosystems dealer een korte introductie geven over het gebruik van de ontvanger. Als dit niet het geval is lees de volgende paragrafen. Een alternatief is de Technical Reference PDF-handleiding beschikbaar op de SKI-Pro installatie CD. GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 11 Starten met nieuwe meetapparatuur

Meten met de standaard configuratie parameters Stap 1: Aanzetten (power on) Zet de ontvanger aan door op de ON-toets van het toetsenbord te drukken. Een van de volgende twee beelden zal op Uw scherm verschijnen. Stap 2: Bestudeer de Iconen Op dit moment is het belangrijkste het bovenste gedeelte van het scherm, daar bevinden zich verschillende symbolen (iconen) die de huidige status van het systeem aangeven. Status Precisie Positie Mode Aantal Zichtbare Satellieten Aantal gebruikte Satellieten op L1/L2 Radio Status GSM Status Geheugen Status Status Auto Pos Registratie Status Registratie Waarnemingen Lokale Tijd Status Batterij Starten met nieuwe meetapparatuur 12 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

Meten met de standaard configuratie parameters, vervolg Als eerste is het symbool van het Aantal zichtbare satellieten te zien, deze geeft het aantal satellieten aan die in theorie op dat moment zichtbaar zijn op de huidige locatie. Normaal gesproken varieert dit getal tussen de 4 en de 9. Dit hangt af van de geometrie van de satellieten en de elevatiehoek. Daarnaast ziet U het symbool van Aantal satellieten op L1/L2. Dit geeft het aantal satellieten die op dat moment op L1 of L2 worden gevolgd. Nadat u de ontvanger heeft aangezet ziet u in uw display L1: 0, L2:0. Na ongeveer 30 seconden zullen de getallen veranderen totdat het aantal zichtbare satellieten wordt weergeven. Zowel het symbool van het Aantal zichtbare satellieten als het Aantal satellieten op L1/L2 zal van tijd tot tijd veranderen. De veranderingen in deze getallen zijn een gevolg van veranderingen in de satellietgeometrie of door het opkomen en het verdwijnen van satellieten. Op het moment van ontvangst van minimaal 4 satellieten kan de ontvanger beginnen met het berekenen van de positie. Zodra een positie berekend is wordt dit weergeven door een icoon linksboven in de statusbalk. Omdat er bij metingen met postprocessing geen realtime data wordt gebruikt, zal de icoon altijd een navigerende positie aangeven met een precisie van ongeveer 10 meter (wanneer Selective Availability is uitgeschakeld). De meting kan beginnen zodra de positie status icoon zichtbaar is op het veldboek. Als er na twee minuten nog geen positieicoon zichtbaar is dan is de ontvanger nog steeds geen satellieten aan het volgen. Als het Aantal gebruikte satellieten nog steeds op nul staat, controleer of de antennekabel goed is gekoppeld aan ontvanger en antenne. Als het Aantal satellieten op L1/L2 afwijkt van het Aantal zichtbare satellieten, plaats dan de antenne in een open gebied waar zich geen obstakels bevinden, die het zicht naar de satellieten kunnen blokkeren. GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 13 Starten met nieuwe meetapparatuur

Meten met de standaard configuratie parameters, vervolg Aan de rechtse kant van de statusbalk bevindt zich de icoon dat de huidige voedingsbron aangeeft. A en B geven de interne Batterij Status weer, E is de externe voedingsbron. Het symbool geeft ook een indicatie over hoe vol de batterij is in 4 stappen: vol (balk is helemaal zwart), 2/3, 1/3 en bijna leeg (balk is helemaal wit). Het icoon van de Geheugen Status geeft weer of er geheugen voor opslag beschikbaar is of niet De opties zijn: de PC-kaart of het interne geheugen. Als er een PC-kaart beschikbaar en geconfigureerd is, dan geeft een pijltje aan dat het veilig is om de kaart te verwijderen. De kleine balk ernaast geeft het beschikbare geheugen van de PCkaart of het interne geheugen weer. U kunt niet doorgaan als er geen geheugen beschikbaar is. Installeer de PC-kaart anders kunnen GPS-metingen niet worden uitgevoerd. Stap 3 (optioneel): Formatteer uw geheugen kaart Voordat er data wordt opgeslagen kunt U kiezen voor het (her)formatteren van de PC-kaart of het interne geheugen. Deze stap is alleen vereist bij het gebruik van een nieuwe PC-kaart of als alle data verwijderd moet worden! Druk op toets nummer 4 of ga met de pijltjestoetsen naar regel nummer 4, Voorzieningen. Met behulp van ENTER of F1 CONT activeert U Voorzieningen. (Als alleen regel 1 t/m 3 te zien zijn, druk op F4 TOTAL om het gehele menu in het scherm te krijgen). Druk op 2 om toegang te krijgen tot Formatteer geheugen. Ook met de pijltjes toetsen kunt U naar het desbetreffende onderwerp. Druk op ENTER of op F1 CONT. Starten met nieuwe meetapparatuur 14 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

Meten met de standaard configuratie parameters, vervolg U bent nu in het Voorziening\ Formatteer geheugen menu: Als U de PC-kaart wilt formatteren druk op F1 CONT. Wilt U het interne geheugen formatteren druk op ENTER. Een lijst verschijnt waarin U het interne geheugen kunt selecteren. Ga met de pijltjes toetsen naar Intern en druk op ENTER. Druk dan op F1 CONT om het interne geheugen te formatteren. Door het activeren van het formatteer-commando gaat alle data verloren! Kopieer alle belangrijke data naar een back-up bestand voordat de kaart wordt geformatteerd. Als U het interne geheugen opnieuw wilt formatteren, kopieer eerst alle belangrijke data naar de PC. Als U het geheugen niet wilt formatteren, druk dan op ESC in plaats van F1 CONT. Deze toets brengt U een stap terug in het voorgaande scherm zonder het commando te hebben uitgevoerd. Na het formatteren van de kaart verschijnt het HOOFDMENU weer. GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 15 Starten met nieuwe meetapparatuur

Meten met de standaard configuratie parameters, vervolg Stap 4: Beginnen met meten Activeer het Meten onderdeel door 1 in te drukken (of met de pijltjestoetsen naar 1 te gaan) en dan op ENTER of F1 CONT te drukken. Het volgende scherm zal verschijnen: Enkele basis beslissingen moet U in dit menu uitvoeren: Welke configuratie moet er gebruikt worden; in welk project moet de ruwe data worden opgeslagen en welke antenne wordt gekozen. Een configuratie set (Config Set) is een verzameling van ontvanger parameters in de ontvanger die nodig zijn voor bepaalde handelingen zoals opslaan van data, antenne types, codeermethode, enz. Verschillende standaard configuratie sets zijn beschikbaar en elk daarvan beschrijft een standaard meet scenario. Het aanmaken van een nieuwe configuratie set staat uitgelegd in een later hoofdstuk en ook in de Technical Reference Manual. Selecteer voor een statische meting de PP_STAT configuratie set. De selectie kunt U maken met behulp van de linker pijltjes-toets of druk op ENTER. Een lijst met alle beschikbare sets verschijnt. Starten met nieuwe meetapparatuur 16 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

Meten met de standaard configuratie parameters, vervolg Ga met de cursor naar PP_STAT en druk op ENTER of F1 CONT. Een project bestaat uit een oneindig aantal punten met alle relevante informatie (ruwe metingen, codes, punt aantekeningen, enz). Het wordt aangeraden een nieuw project aan te maken voordat u met een nieuwe meetcampagne start. Bij het formatteren van een geheugen instrument (PC-kaart of intern geheugen) wordt automatisch een standaard project aangemaakt. U kunt dit project gebruiken of een eigen project aanmaken door het volgende te doen: Beweeg de cursor naar beneden of naar boven totdat hij op de invoer lijn staat voor projecten. Druk op ENTER en het volgende scherm verschijnt: Druk nu op F2 NIEUW. Het volgende scherm verschijnt: GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 17 Starten met nieuwe meetapparatuur

Meten met de standaard configuratie parameters, vervolg Nu kunt U een naam voor het nieuwe project invoeren; na het invoeren van de nieuwe naam druk op ENTER. Het invoeren van een omschrijving en maker is niet verplicht en kunnen leeg worden gelaten. Als voorbeeld kunnen we een nieuw project aanmaken: Test: Het nieuwe project wordt standaard op de PC-kaart geschreven. Zonodig kan dit worden veranderd door dit in Intern te veranderen. Toets F1 CONT voor het bevestigen van het nieuwe project en zijn locatie. Druk op ESC om het scherm te verlaten zonder een nieuw project aan te maken. Hetzelfde effect heeft het drukken op SHIFT F6 STOP. Met het drukken op F1 CONT verschijnt er een update van de beschikbare projecten en toont nu het nieuwe project Test: Starten met nieuwe meetapparatuur 18 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

Meten met de standaard configuratie parameters, vervolg Het indrukken van F1 CONT geeft een bevestiging van het selecteren van het nieuwe project. Als laatste stap moet U het gewenste antenne type en antenne set-up selecteren. In de meeste gevallen zal dit een AT502 op een statief zijn (bij het gebruik van de SR510 is de antenne een AT501). De selectie vindt plaats op de gebruikelijke manier: ga met de pijltjes toetsen naar de invoer regel. Met behulp van de linker en rechter pijltjes kunt U door de lijst van beschikbare types lopen totdat de juiste antenne verschijnt. Een andere manier is in plaats van de pijltjes toetsen de ENTER toets te gebruiken. Met deze toets wordt de lijst geopend. Uit deze lijst kunt U de juiste antenne selecteren. Voor een statische meting zijn nu alle gewenste instellingen gemaakt. Het Meten\ Begin scherm ziet er als volgt uit: Druk op F1 CONT om de instelling voor de meting af te ronden. Stap 5: Registreren van de ruwe data U staat nu in het hoofd meetmenu. Na de beschreven configuratie setup ziet het hoofd Meet scherm er zo uit: GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 19 Starten met nieuwe meetapparatuur

Meten met de standaard configuratie parameters, vervolg Controleer nu de iconen aan de bovenkant van het scherm. Het icoontje van de Positie Mode moet aanwezig zijn. Het Positie icoontje icoontje geeft weer er mag "bewogen" worden. Het Aantal zichtbare satellieten moet minimaal 4 satellieten bedragen. Het aantal gebruikte satellieten moet overeenkomen met het aantal beschikbare satellieten. Als U minimaal van 4 satellieten een signaal ontvangt dan is het Positie Mode icoontje zichtbaar. Als de antenne correct boven het meetpunt staat, druk op F1 METEN. De ruwe data wordt nu geregistreerd. Het scherm verandert vervolgens naar: De icoon van de Positie Mode is verandert naar statisch, het symbool is nu een statief. Een nieuw icoon verschijnt. Deze geeft aan dat de registratie van de ruwe data is gestart en wordt opgeslagen. De ruwe data (bevat van elke gemeten satelliet de pseudorange en de fase waarnemingen) wordt geregistreerd volgens het van tevoren gedefinieerde interval (meestal is dit elke 10 tot 15 seconden afhankelijk van de instelling van de waarnemings registratie interval in de configuratie set): Voer een Punt Nr in, in de invoer regel. Als U een typefout maakt dan kunt U deze fout verwijderen door op de CE (Clear Entry) toets te drukken. Bevestig de invoer met de ENTER toets. Starten met nieuwe meetapparatuur 20 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

Meten met de standaard configuratie parameters, vervolg Met behulp van de hoogte haak kunt U de hoogte ten opzichte van het meetpunt bepalen. Bevestig de hoogte haak aan de drager en meet de hoogte tussen het witte streepje aan de onderkant van de hoogte haak en het meetpunt. Voer de afgelezen hoogte in bij de Ant Hoogte. Door de selectie van de AT502 Statief (in het geval van een SR510 ontvanger is het een AT501 antenne) wordt automatisch de excentriciteit van de hoogte haak naar het fase centrum toegepast. Dit zijn de enige twee grootheden die U moet invoeren voor een meting van een punt. Het interval van de statische observatie (Stat obs) zal elke 10 seconden oplopen (omdat dit het standaard registratie interval is). De GDOP op het scherm geeft de huidige satelliet geometrie weer; hoe lager hoe beter. Tijdens de registratie mag de antenne niet bewegen, anders vermindert de kwaliteit van de coördinaten na de verwerking! Als U in het menu Meten staat mag de PC-kaart niet worden verwijderd. Bij verwijdering van de PC-kaart kan de data worden verstoord. Het is niet mogelijk om deze verstoorde data succesvol in SKI-Pro te lezen. Het is mogelijk om nu het TR500 veldboek te ontkoppelen, dit heeft geen effect op de meting! De registratie van de data blijft doorgaan. Als U het veldboek weer aan de ontvanger koppelt verschijnt hetzelfde scherm. GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 21 Starten met nieuwe meetapparatuur

Meten met de standaard configuratie parameters, vervolg De registratie van de data moet volgens het meetplan plaatsvinden: een referentie ontvanger moet onafgebroken functioneren totdat alle punten door de rover zijn gemeten. De meettijd voor een ontvanger die werkt als een rover hangt voornamelijk af van de lengte van de basislijn en de gewenste precisie. Voor verdere details zie de Algemene handleiding voor statische en Rapid- Static metingen. Als er genoeg ruwe data van een punt is gemeten dan kan de meting worden afgesloten door op F1 STOP te drukken. Het scherm verandert als volgt: Nu is de OPSLN toets actief. U heeft nog steeds de kans om het ingevoerde punt nr en antenne hoogte te controleren en eventueel te wijzigen. Sluit de meting af door opnieuw F1 OPSLN in te drukken. Na het indrukken van de OPSLN toets wordt alle gerelateerde informatie geregistreerd in het huidige project (punt nr, antenne hoogte, enz). Stap 6: Afsluiten van een meting U kunt nu de meting beëindigen door op SHIFT F6 STOP te drukken. Hierna komt U terug in het hoofd menu. Hint: Door SHIFT F6 in te toetsen bent U in staat om de meting altijd te beëindigen, zelfs tijdens een meting. In dat geval verliest U alle data die sinds het intoetsen van METEN is verzameld. Als U terug bent in het hoofd menu is het veilig om de PC-kaart te verwijderen. De PC-kaart kunt U verwijderen als er een pijl in het icoontje van de status van de PC-kaart staat. U kunt nu de ontvanger uitzetten. Starten met nieuwe meetapparatuur 22 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

Ontkoppel alle kabels na het uitzetten van de ontvanger en stop deze in de koffer. Nu kunt u naar een andere meetplaats gaan en dezelfde procedure uit dit hoofdstuk herhalen. Om een goed resultaat van de basislijn te verkrijgen moet de verzamelde data worden verwerkt in SKI-Pro. Gedurende de meting met het GPS 500 Systeem wordt de PC-kaart warm, dit is normaal. Verwerken van de data in SKI-Pro In het begin krijgt u een korte introductie van de software door een vertegenwoordiger van Leica Geosystems. Volg de aangegeven stappen om de data te importeren en te verwerken. Zet de computer aan, start Windows, start SKI-Pro. Importeer de data Voor elke ontvanger moet u de data in SKI-Pro importeren. Selecteer Import GPS Raw Data uit de menubalk. Volg de instructies die op het scherm verschijnen. Voordat u de data op de PC opslaat kunt u een nieuw project aanmaken. SKI-Pro leest de data en kopieert deze naar de desbetreffende project database. Herhaal voor elke ontvanger die betrokken was bij het project het importeren van de data. GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 23 Starten met nieuwe meetapparatuur

Verwerken van de data in SKI-Pro, vervolg Verwerken van de data Into "Selecteer van het project dat u wilt verwerken het Data-Processing tabblad. De betreffende data verschijnt op het scherm zowel in tekst als grafisch formaat. Activeer de Results na de berekening om informatie van uw project te bekijken, inclusief de logfile. Geef aan in welk punt het Referentie station is en welke punten door de rover zijn gemeten. Klik met de rechter muis toets op de grafische balk van de waarnemingen en selecteer de Referentie of Rover. Als er een Referentie en een Rover opstelling is geselecteerd kan de basislijn tussen de twee punten worden berekend. Klik op de "Compute" toets van de toolbar voor berekening van de basislijn. Starten met nieuwe meetapparatuur 24 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

Starten met de nieuwe MC apparatuur MC500 - Introduction De MC500 is een verstevigde versie van systeem 500 (SR530) welke speciaal is ontworpen voor hevig vibrerende en schokkende werkomgevingen. Speciale onderdelen van de MC500 zijn: Stevige behuizing Standaard schok-isolatoren Hogere vibratie en schok specificaties dan de systeem 500 meetapparatuur. Stevige lemo-kabel connectoren Externe voedingsbron Omdat de MC500 helemaal compatible is een Systeem 500 GPS-ontvanger, heeft het dezelfde functionaliteiten als de SR530 dubbel-frequentie RTKontvanger. De MC500 kan bijvoorbeeld worden geconfigureerd met behulp van de TR500 terminal, alle kabels zijn uitwisselbaar en data kan worden opgeslagen en worden verwerkt binnen SKI-Pro. Dankzij zijn stevige ontwerp is de MC500 ideaal om te gebruiken met Machine Guidance applicaties. De MC500 is een belangrijk onderdeel van het Leica Dozer 2000 Machine Guidance Systeem van Leica Geosystems. System Configuration De MC500 kan worden geconfigureerd en bestuurd op twee verschillende manieren. Via de TR500 veldboek Via het "Outside World Interface" (OWI) protocool. De twee bovenstaande manieren worden in de volgende paragrafen beschreven. Figuur MG.01 MC500 GPS Ontvanger GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 25 Starten met met de nieuwe meetapparatuur MC

Configureren via de TR500 Met behulp van de TR500 kan men de MC500 configureren. Ook kan men hiermee de status van waarnemingen, satellieten etc. controleren op de zelfde manier als dat men dit gewend is bij de systeem 500 meetapparatuur. Om de MC500 via de TR500 te configureren, moet men de MC500 voeden door een externe voedingsbron. De TR500 moet op de terminal-poort worden aangesloten met behulp van een standaard Leica Geosystems datakabel. Een blokdiagram van deze configuratie ziet u weergegeven in figuur MG.02. Bekijkt u a.u.b. het deel Systeem 500 Gebruikers Handeleiding voor instructies hoe u met de TR500 de MC500 Ontvanger kunt configureren. Figuur MG.02 MC500 GPS ontvanger geconfigureerd via TR500 Starten met de nieuwe meetapparatuur MC 26 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

Configureren door middel van OWI De MC500 kan worden gecombineerd als OEM produkt met andere plaatsbepalings systemen van derden. De MC500 kan bijvoorbeeld worden gebruikt in combinatie met Haven begeleidings systemen, Hydrografische meetsystemen en algemene machinebesturingssystemen voor constructiewerken, mijnbouw en landbouw. Leica Geosystems beschouwt de MC500 als één van de belangrijkste onderdelen van het Dozer2000 Machine-besturingssysteem. De MC500 kan geconfigureerd worden door gebruik te maken van een interface protocol, ontwikkeld door Leica Geosystems, genaamd Outside World Interface (OWI). Documentatie betreffende het OWI formaat kan op verzoek worden toegestuurd. Figuur MG.03 geeft een typische configuratie weer voor het configureren van de MC500 via OWI. Figuur MG.03 MC500 GPS ontvanger geconfigureerd via OWI GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 27 Starten met met de nieuwe meetapparatuur MC

Starten met de nieuwe RS apparatuur RS500 - introductie De RS500 is speciaal ontworpen voor het gebruik als referentiestation. De RS500 zit in dezelfde behuizing en heeft dezelfde technische specificaties als een SRxx ontvanger. Details hierover vindt u terug in de paragraaf "Technische Specificaties" in deze handleiding. Hiermee is het mogelijk om naast de ruwe GPS-data, die intern wordt ingewonnen, ook data van externe apparatuur, die de goedkeuring hebben van Leica Geosystems, binnen te halen. Zowel de ruwe GPS-data, als de externe data kan direct worden geëxporteerd naar een extern "Remote Control" softwarepakket. Wanneer men gebruik maakt van een radiomodem, is het mogelijk om data te verzenden voor RTK metingen, via het eigen formaat of via een standaard RTCM of CMR formaat. De RS500 kan zelf geen RTK-data ontvangen, en kan daardoor ook niet als RTK roverontvanger worden ingezet. Data opslag De RS500 ondersteund alle standaard Leica Geosystems PCMCIA-kaart typen. Daarnaast kan ook het interne geheugen worden geïnstalleerd, dit maakt het mogelijk om intern data op te slaan voor post-processing toepassingen. Outside World Interface (OWI) Externe besturing van de RS500 op afstand is mogelijk gemaakt door middel van een Outside World Interface (OWI) programmeertaal. Zowel het type ASCII/ NMEA als het Leica Binary 2 formaat kan hierbij gebruikt worden. Hulp bij integratie en OWI-documentatie is op verzoek verkrijgbaar bij Leica Geosystems. De RS500 werkt eigenlijk precies op dezelfde manier als de SR530, maar is ontworpen om te kunnen werken met specifieke referentiestation applicaties met behulp van "Remote Control Software" zoals Leica Geosystems ControlStation Software. Standaard Kenmerken De RS500 bevat de volgende standaard kenmerken die niet standaard aanwezig zijn in de SR5xx ontvangers: Eén PPS Output poort Twee Event Invoer poorten Ring Buffer logging Ondersteuning voor externe apparatuur (Meteo/Tilt). Starten met nieuwe de nieuwe meetapparatuur RS 28 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

Ontvanger Hardware Voeding van de RS500 Bij tijdelijke opstellingen kan de RS500 worden gevoed met behulp van de Leica Geosystems standaard interne camcorder batterijen, of de Leica standaard externe batterijen. Voor meer permanente opstellingen kan gebruik worden gemaakt van een universele 100V-240VAC 50-60Hz naar 12VDC netadapter. Alternatieve 12VDC voedingsbronnen kunnen gebruikt worden met behulp van een 12VDC voedingskabel en beschikt over een interne zekering. Het aan- en uitzetten van de RS500 De RS500 kan aan en uit worden gezet door middel van de TR500, de Aan/Uitknop op de ontvanger of door een remote control commando (OWI). Bij gebruik van de Aan/Uitknop op de ontvanger, zal de RS500 gereset worden. Alle geprogrammeerde outputs, data logging parameters en interface configuraties die door middel van OWI commando's zijn gemaakt, zullen verloren gaan. Stroomstoringen De RS500 zal weer vanzelf opstarten en terugkeren in de laatst gebruikte meetprocedure na een tijdelijke stroomstoring zonder tussenkomst van de gebruiker. Kabels verbindingen/opties De kabelverbindingen zijn identiek aan die van de andere Systeem 500 ontvangers. Opzetten van de RS uitrusting De RS500 is speciaal ontworpen voor langdurige opstellingen als referentiestation. De AT502, AT503 of AT504 antenne moet geplaatst worden op een stabiele constructie met een vrije horizon. SKI-Pro kan gebruikt worden voor het maken van een overzicht van de satellietontvangst op deze locatie door gebruik te maken van een up to date almanak. Iedere potentiële obstructie voor satellietsignalen moet worden opgemeten met behulp van een clinometer en een kompas en worden vergeleken met het verkregen overzicht van SKI-Pro. Op deze manier moet worden gekeken bij welke elevatiehoek deze locatie nut heeft om als referentiestation gebruikt te worden. Bij het plaatsen van de antenne moet men rekening houden met de directe omgeving, zoals beweging van de constructie of de ondergrond, verandering rondom de locatie en bijvoorbeeld de groei van bomen. Deze zaken kunnen van invloed zijn op de toekomstige situatie van het GPS referentiestation. GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 29 Starten met de nieuwe meetapparatuur RS

Opzetten van de RS uitrusting, verfolg Het bevestigingspunt voor de antenne moet beschikken over een 5/8 schroefdraad en een eenduidig referentiepunt waarboven de antenne precies kan worden geplaatst, zowel in horizontale als in verticale zin. Men kan het station het beste installeren in een beveiligde omgeving voorzien van een betrouwbare voedingsbron. Een ononderbroken voedingsbron met voldoende backup capaciteiten wordt hiervoor aangeraden. De apparatuur moet beschermt zijn tegen bliksem en statische elektrische ontlading zoals staat beschreven in de veiligheidsvoorschriften in deze handleiding. Verbind de antenne met de ontvanger met behulp van de hiervoor geschikte antennekabel. Knikken, breuken en beschadigingen aan de antennekabel kunnen ervoor zorgen dat de satellietsignalen in sterkte afnemen. Het wordt daarom aangeraden om de kabels te beschermen tegen schade op lange termijn. Sluit een 12VDC voedingsbron aan via de PWR poort van de RS500, of maak gebruik van interne camcorder batterijen voor minder langdurige metingen. Voor algemene instellingen kan systeemdata van of naar de PC-kaart gekopieerd worden met behulp van het TR500 veldboek, hetzij direct gekoppeld aan de ontvanger, hetzij via een verbinding met behulp van een verbindingskabel welke in de TERMINAL poort wordt aangesloten. Bij toepassingen voor het loggen van data en het verzenden van real time data is het mogelijk de ontvanger te koppelen aan een PC, met behulp van een datakabel (Art. No. 560254). De PC moet dan wel beschikken over geschikte applicatieprogramma's, zoals Leica Geosystems ControlStation. Plaats een PC-kaart in de ontvanger, wanneer er geen intern geheugen is geïnstalleerd. Sluit het klepje zorgvuldig af na het plaatsen van het PC kaartje om te voorkomen dat water en/of stof kan binnendringen. Gebruik het haakje dat aan de ontvanger zit om deze aan één van de poten van het statief te hangen. De draagbeugel (Art. No. 722105) kan gebruikt worden om de RS500 aan een werkbank, tafel of muur te bevestigen. Uw RS500 is nu klaar voor gebruik. Zie fig. RS.01 voor een schema van de basis installatie. Starten met nieuwe de nieuwe meetapparatuur RS 30 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

FiguurRS.01 Schema Basis installatie GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 31 Starten met de nieuwe meetapparatuur RS

Basis gebruiks procedures De RS500 kan worden bedient via zowel een TR500 veldboek als via een afstandbediening. Hoe dan ook, de TR500 kan niet worden gebruikt voor meten, uitzetten of andere applicaties van systeem500. In combinatie met een RS500 wordt de terminal alleen gebruikt voor het instellen van parameters, het maken van poort configuraties en alle transfer handelingen, inclusief het uploaden van nieuwe firmware. Via de STATUS-toets is alle status-informatie beschikbaar. Voor de meeste applicaties moet de RS500 gebruikt worden in combinatie met een Leica Geosystems ControlStation of andere geschikte referentiesysteem control software. Gebruik RS500 in combinatie met TR500 Stap 1: Aanzetten Zet de ontvanger aan door op de ONknop te drukken van de terminal. Het volgende scherm zal op de display verschijnen: De RS500 heeft hetzelfde hoofdmenu als de SR5xx ontvangers, alleen de eerste 3 items zijn verwijderd. Het is bovendien niet mogelijk om real time configuraties aan te spreken op een RS500. Dit kan enkel door gebruik te maken van remote control software. Alle data-management, projectbeheer en alle status handelingen zijn bij een RS500 mogelijk via de bovenstaande menuopties. De RS500 CONFIG en STATUS menu's laten alleen de opties zien die relevant zijn voor een RS500. Volledige details van unieke RS500 gebruiksprocedures zijn weergegeven in de Technische Referentie Handleiding (PDF-document), welke is terug te vinden op de SKI-Pro of ControlStation CD- ROM. Stap 2: Het bekijken van de iconen Voor een gedetailleerde beschrijving van stap 2 wordt u verwezen naar het hoofdstuk Starten met nieuwe apparatuur pag. 11-13. Starten met nieuwe de nieuwe meetapparatuur RS 32 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

Basis gebruiks procedures, vervolg Stap 3 (optioneel): Formatteren van de geheugenkaart Voor een gedetailleerde beschrijving van stap 3 wordt u verwezen naar het hoofdstuk Starten met nieuwe apparatuur pag. 13-14. Stap 4: Verbinden van ontvanger aan PC Bij normaal gebruik zal de ontvanger via een RS232 data download kabel (560254) met een PC worden verbonden. Verbind de kabel met de remote poort van de ontvanger (standaard de Terminal poort) en een beschikbare Compoort van de PC. Het configureren van de remote poort van de ontvanger wordt beschreven in het Technical Reference Manual welke is terug te vinden op de SKI-Pro CD-ROM. Het bedienen van de RS500 vanaf een PC vraagt om reference station software. Deze programma's zijn voorzien van gebruiks-instructies. Stap 5 (optioneel): Verbinden van ontvanger aan radio De RS500 heeft de mogelijkheid om real-time GPS data uit te zenden via poort 1 en poort 3 via een radio-interface kabel (721961) naar een Leica Geosystems ondersteunde radio unit. Radio installatie en verbinding instructies worden tezamen met de radio units door Leica Geosystems verstrekt. Niet-geautoriseerde radio's moet men niet verbinden met de RS500 ontvanger. GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 33 Starten met de nieuwe meetapparatuur RS

Starten met de nieuwe GIS apparatuur Introductie "Starten met de nieuwe GIS apparatuur" is geschreven om de beginnende gebruiker te helpen met opstarten en meten met zijn/haar nieuwe Leica Geosystems GS50 u GS50+. Voor meer informatie betreffende setup en verder gebruik van de GS50 wordt u verwezen naar de "Starten met de GS50 / GS50+ ontvanger" handleiding. Het Leica Geosystems GIS DataPRO systeem bestaat uit zowel hardware en sofware componenten. De hardware bestaat uit de GS50 ontvanger, TR500 terminal en antenne. Deze worden in het veld gebruikt om positie en attribuut informatie te verzamelen. Leica GIS Oplossning Hardware GS50 / GS50+ TR500 Antenne Software GIS DataPRO De GIS DataPRo office software is voorzien van een GPS post-processing systeem en een data editor, welke werkt in het oorspronkelijke ESRI shapefile formaat. GIS DataPRO Post-processing software GIS DataPRO wordt gebruikt bij de voorbereiding van metingen en bij data post-processing. Voor meer details wordt u verwezen naar de gebruikershandleiding "Starten met GIS DataPRO Office Software". Voor het installeren van de GIS DataPRO software: 1.Plaats de CD-ROM in uw PC. 2. Klik tweemaal op het "Setup" icoon. 3. Volg de instructies die worden weergegeven. Zowel een hardware als een software gebruikershandleiding is terug te vinden op CD in PDF-formaat. De software zelf beschikt over een uitvoerige online Help functie. Nadat de data in het veld is verzameld, is het mogelijk om de data te importeren, te editen en te exporteren naar uw GIS. De software kan tevens worden gebruikt om codelijsten naar eigen wens te ontwerpen. Wanneer u meer wilt weten over de GIS DataPRO Office software kunt u de gebruikershandleiding "Starten met de GIS DataPRO software" raadplegen. Starten met de nieuwe nieuwe meetapparatuur GIS 34 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

Hardware Ontvanger GS50 / GS50+ Ontvanger De GS50 / GS50+ ontvanger bestaat uit zowel uit het handzame veldboek (TR500) als de GPS-ontvanger zelf. De GPS-ontvanger ontvangt de GPSsignalen van de NAVSTAR satellieten en berekend een afstand naar de zichtbare satellieten. De GS50 is een 12 kanaals L1 code- en fase GPS-ontvanger. Een standaard GS50 slaat geen fase-waarnemingen op voor post-processings toepassingen. Fase-metingen worden intern gebruikt voor het verbeteren van pseudo-afstands metingen voor nauwkeurigere code positie bepaling. Het opslaan van fasewaarnemingen voor post-processing is wel als optie verkrijgbaar. Er zijn drie antennes beschikbaar voor de GS50: AT501 - volgt enkel L1 (GS50) RTB gecombineerde antenne - volgt L1 en RTCM differentiële signalen van publieke en private radiobakens. RTS gecombineerde antenne - volgt L1 en differentiële signalen van Racal DGPS satelliet systemen. De GS50+ is een 12 kanaals L1, 12- kanaals L2 code en fase GPS-ontvanger. Een standaard GS50+ slaat zowel code als fase-waarnemingen op voor post processing en/of gebruikt DGPS voor real-time code plaatsbepaling. RTK is optioneel beschikbaar. Er zijn drie antennes beschikbaar voor de GS50+: AT502 volgt L1 en L2. Hoofdzakelijk gebruikt bij rovers en referentiestations AT503 Choke Ring Antenne volgt L1 en L2. Hoofdzakelijk gebruikt bij referentiestation. AT504 JPL Design Choke Ring Antenne volgt L1 en L2. Hoofdzakelijk gebruikt bij referentiestations. GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 35 Starten met met de nieuwe meetapparatuur GIS

QuickStart - GIS Data verzamelen Deze QuickStart zal u begeleiden langs een typische toepassing voor het verzamelen van GIS-data. Iedere stap geeft aan welk display te zien zou moeten zijn door middel van de menutitel die tussen haakjes staat aangegeven. (bv. HOOFMENU\ voor het display van het hoofdmenu) Stap 1: Start GIS Data verzamelen (Hoofdmenu\) Zet de ontvanger aan door op de ONtoets te drukken. Het volgende display zal zichtbaar worden. Dit is het hoofd data verzamelen display. Door ESC in te drukken komt u in het hoofdmenu: Toets vanuit dit menu op '1' via het toetsenbord, of selecteer GIS Data Verzamelen met behulp van de cursor toetsen en druk vervolgens op ENTER of F1 CONT om in het hoofd data verzamelen menu te komen. Wanneer de ontvanger aanstaat ziet u het "Aantal zichtbare satellieten" icoon, welke aangeeft hoeveel satellieten er theoretisch gezien zichtbaar zouden moeten zijn op betreffende locatie en tijdstip. Normaal gesproken zal dit nummer variëren tussen 4 en 9, afhankelijk van de satelliet geometrie. Dit nummer is gebaseerd op de GPS almanak, welke is opgeslagen in de ontvanger en de laatst berekende positie. Dit nummer geeft geen enkele indicatie van het aantal satellieten dat daadwerkelijk wordt gevolgd. Direct naast dit symbool vindt u het "Aantal satellieten gebruikt op L1" icoon, welke het aantal satellieten weergeeft dat wordt gevolgd op L1. Direct na het opstarten zal dit getal even op 0 staan, aangezien de ontvanger na ongeveer 30 seconden satellieten begint te volgen. Zowel het "aantal zichtbare satellieten" icoon als het "aantal gebruikte satellieten" icoon zal van tijd tot tijd veranderen. Dit komt door veranderingen in de satelliet geometrie door het stijgen en dalen van de satellieten. Starten met de nieuwe nieuwe meetapparatuur GIS 36 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

QuickStart - GIS Data verzamelen, vervolg Positie indicatie De ontvanger bepaald een 2D-positie, zodra er 3 satellieten worden gevolgd. Een 3D-positie zal berekend worden. Als het nauwkeurigheids icoon niet zichtbaar wordt, zelfs na één of twee minuten, dan volgt de ontvanger nog geen satellieten. Een reden voor dit gedrag kan zijn dat de ontvanger signalen ontvangt op de huidige locatie die meer dan 500km ver weg is vanaf de start positie. Als dit het geval is, dan zal de ontvanger een nieuwe almanak downloaden. Dit zal ongeveer 15 minuten in beslag nemen. Een andere reden oorzaak kan zijn dat de ontvanger en de antenne niet goed zitten bevestigd. Controleer of de antenne kabel juist is bevestigd aan zowel de ontvanger als aan de antenne kant. Als de gebruiker in een open omgeving zonder obstructies is, dan dient het "aantal gebruikte satellieten" te corresponderen met het "aantal zichtbare satellieten". Echter, in een omgeving met obstructies, zoals stedelijk gebied, is het onwaarschijnlijk dat de ontvanger in staat is alle satellieten boven de horizon te volgen. Dit is geen probleem, maar zal de nauwkeurigheid van de metingen een klein beetje nadelig beinvloeden. De gebruiker dient consequent het nauwkeurigheids icoon in de gaten te houden Zodra het Status Precisie icoon verschijnt, kan de data registratie beginnen. Stap 2: Keuze van Configuratie Set (DATA REC \ Begin) Een Configuratie Set (Config Set) is een verzameling van parameters in de ontvanger, die nodig zijn om verschillende methode van data registratie uit te voeren. Enkele parameters zijn: data registratie tijd, data formaat, antenne type, codelijst methode, enz. Verschillende configuratie sets zitten standaard op het veldboek geprogrammeerd, die de belangrijkste data registratie methoden beslaan. Voor meer informatie over hoe de gebruiker zelf een configuratie set kan genereren, refereren we naar de hardware referentie handleiding op de GIS DataPRO software CD. Indien geen real time differentie correcties worden gebruikt (b.v. indien de gebruiker geen RTCM differentie radio modem heeft aangesloten aan de ontvanger), dan dient de gebruiker de PP_GIS (PP = Post Processing) configuratie set te selecteren. GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 37 Starten met met de nieuwe meetapparatuur GIS

QuickStart - GIS Data verzamelen, vervolg De gebruiker kan deze selectie activeren door, of gebruik te maken van de pijltjes "cursor links" toets om door alle beschikbare configuratie sets te manouvreren totdat PP_GIS verschijnt, of de gebruiker kan het invoer veld activereren en op ENTER drukken. Dan komt er een lijst te voorschijn, die alle beschikbare configuratie sets toont: Gebruik nu de toets met het pijltje naar beneden of de toets met het pijltje omhoog op het veldboek om de PP_GIS lijn te activeren. Druk dan op ENTER of op F1 CONT. De gebruiker kan nu een naam ingeven voor een nieuw project; druk ENTER totdat de invoer van de naam kompleet is. Invoervelden voor omschrijving en maker zijn optioneel en kunnen leeg gelaten worden. Als voorbeeld wordt een nieuw project "Test" aangemaakt: Stap 3: Keuze van codelijst (DATA COLL\Begin) Een codelijst is simpel gezegd een lijst van codes met karakteristieken. Codes zijn de bouwstenen van de codelijst en zijn misschien bedacht met karakteristieken. Codelijsten worden als volgt geselecteerd: Als eerste moet men het invoerveld activeren met behulp van de pijltjes toetsen. Gebruik dan de linker cursor pijltjes toets om te midden met de verschillende opties te manoeuvreren tot de correcte optie verschijnt. Alternatief, de gebruiker kan de ENTER toets indrukken om een lijst te krijgen waaruit een keuze kan worden bepaald, of een nieuwe codelijst kan worden gecreëerd. Denk eraan dat een codelijst moet worden geselecteerd voordat data kan worden geregistreerd. Starten met de nieuwe nieuwe meetapparatuur GIS 38 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl

QuickStart - GIS Data verzamelen, vervolg Een nieuwe codelijst creëren Vanuit de codelijst menu beeldscherm, druk F2 NIEUW om een nieuwe codelijst te creëren. Het volgende beeldscherm zal verschijnen. Als voorbeeld, zal een codelijst 'Electriciteit' aangemaakt worden. Voer het woord Electriciteit in het Naam invoer veld en druk ENTER. Druk F1 CONT om terug te keren naar het codelijst menu beeldscherm. De codelijst Electriciteit verschijnt nu in de menu box.zorg ervoor dat de codelijst Electriciteit is geactiveerd en druk op ENTER. Stap 4: Keuze van antenne type (DATA COLL\ Begin) Tenslotte dient de gebruiker het antenne type te selecteren dat wordt gebruikt. Voor L1 postprocessing zal dat gewoonlijk de AT501 antenne zijn. Voor real time differential GPS zal het gewoonlijk de gecombineerde RTB antenne zijn en voor L1 + L2 postprocessing zal het de AT502 zijn. In dit voorbeeld is het de RT gecombineerde antenne. Deze selectie wordt op de normale wijze uitgevoerd: gebruik ten eerste de pijltjes toetsen om dit invoer veld te activeren. Gebruik dan de pijltjes toetsen op en neer, totdat de juiste optie wordt geactiveerd. Alternatief, druk op de ENTER toets om een lijst te activeren, waarin de juiste keuze kan worden gemaakt. Nu zijn alle noodzakelijke instellingen voor een normale data registratie sessie gemaakt. Het Data REC\ Begin beeldscherm ziet er als volgt uit: GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl 39 Starten met met de nieuwe meetapparatuur GIS

QuickStart - GIS Data verzamelen, vervolg Drukken op F1 CONT sluit deze start-up sessie af. Stap 5: Selecteer of creëer codes voor data registratie (KENMERKEN) De gebruiker is nu in het KENMERKEN\ beeldscherm. Dit beeldscherm biedt de mogelijkheid om codes voor data registratie te selecteren of te creëren. Codelijsten kunnen ook gecreëerd worden door middel van de Codelijst Manager module binnen de GIS DataPRO software. Als de gebruiker in de vorige stap een bestaande codelijst heeft geselecteerd, zal een aantal codes in de codelijst verschijnen. Wanneeer men een nieuwe codelijst heeft aangemaakt zal deze lijst leeg zijn. Creëren codes Indien de codelijst geen codes bevat, ziet het codelijst menu beeldscherm er als volgt uit: Om een nieuwe code aan te maken, drukt men op F2 C-LST. Gebruik de linker of rechter cursortoets om een codelijst te selecteren. Druk op F3 CODES en daarna op F2 NIEUW. Gebruik de rechter of linker pijltjes om het code type te kiezen (punt, lijn, of polygoon). Voer de naam van de code in met eventuele aanvullende informatie over de code (optie), in de juiste informatievelden. Als voorbeeld zal een punt met de code naam Paal worden gecreëerd. De volgende aanvullende informatie in het informatieveld "Offset vanuit weg" zal worden ingegeven. Het informatieveld kan gebruikt worden om een beschrijving te geven over de manier waarop data voor een specifieke code is geregistreerd. In dit voorbeeld wordt de Paal gemeten ten opzichte van de weg. Druk F1 CONT om verder te gaan. Starten met nieuwe de nieuwe meetapparatuur GIS 40 GPS Gebruikers Handleiding-4.0.0nl