VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD



Vergelijkbare documenten
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Commissievergadering nr. C13 OND1 ( ) 8 oktober 2009

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.7 - April

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

2. Kan de minister voor de afgelopen drie schooljaren en referteperiodes de volgende gegevens verschaffen?

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de vervangingen van korte afwezigheden DE VLAAMSE REGERING,

ACTIES DIE BETREKKING HEBBEN OP DE PROGRAMMAONTWIKKELING

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, HUISVESTING EN STEDELIJK BELEID

studiebeurs Voorwaarden voor het secundair onderwijs

L' école wordt nieuwe Vlaamse methodeschool in hartje Brussel

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Voorstel van resolutie. betreffende de organisatie, de kwaliteit, de financiering en de omkadering van internaten

Vlaanise Regering [V

Vlaamse Regering!j Kïf ^"

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.10 - Juli

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Toespraak Freya Saeys, actualiteitsdebat VP

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BRUSSEL EN DE VLAAMSE RAND

Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE PARLEMENT VOOR 17-PLUSSERS INTEGRAAL VERSLAG. Vergadering van donderdag 27 september 2012.

Op Stapel mei Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

vergadering C99 zittingsjaar Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand

VLAAMS PARLEMENT ZITTING APRIL 1996 ONTWERP VAN DECREET

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN

vergadering 21 zittingsjaar Handelingen Plenaire Vergadering van 14 januari 2015

COMMISSIE ZORGVULDIG BESTUUR. BETREFT: Misleidende informatie op website over het onderwijsaanbod

61 HOOFDROLSPELERS 30 JAAR VGC

61 HOOFDROLSPELERS 30 JAAR VGC

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

inschrijving gratis onderwijs Onderwijs problemen kleuterschool schoolplicht schoolagenda buitenschoolse activiteiten ouderverenigingen

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November

Verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2012

Voorlopig verslag plenaire vergadering Vlaams Parlement dd. 9 mei 2012

Ontwerp van verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2013

Bij de voorstelling van het Jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat

Provincieraadsbesluit

b) Welke projecten werden in het verleden door de VGC ingediend? Welke werden goedgekeurd? Voor welk bedrag?

Opnemen van een coördinerende functie voor het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Algemeen verslag denkdag 15 juni 2015 de Kriekelaar Schaarbeek

BIJLAGE. Motivering van het voorliggende convenant

Provincieraadsbesluit

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VERORDENING 02/11 HOUDENDE ERKENNING VAN DE GEMEENSCHAPSRADEN EN VAN DE VZW S GEMEENSCHAPSCENTRUM IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Ontwerp van verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2011

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

DE VLAAMSE REGERING,

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Ouderbetrokkenheid: interviewschema

2 Evaluatie door de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden

Voorwaarden voor het secundair onderwijs

betreffende een nieuw ondersteuningsmodel in het leerplichtonderwijs

VLAAMSERAA D VOORSTEL VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT. COMMISSIEVERGADERING HANDELINGEN Nr. 133 Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen 13 maart 2014 Uittreksel

3. Kan de minister meedelen welk aandeel van de asielzoekers daadwerkelijk een taalcursus start?

40 jaar Vlaams parlement

Dit moet gemotiveerd worden in het projectvoorstel en wordt mee beoordeeld bij de evaluatie.

DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN

nr. 558 van WILLY SEGERS datum: 15 juni 2017 aan HILDE CREVITS Onderwijs Brussel - Samenwerking met de Franse Gemeenschap

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Verantwoordelijke uitgever : Philippe Pivin, Belgische Onafhankelijkheidslaan Koekelberg. «Historisch Koekelberg»

DECREET. houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur

Advies over de modulaire opleiding NT2 alfa R1, traject 1.2 voor de basiseducatie

B A S I S O N D E R W I J S

UITBREIDING VOORSCHOOLSE KINDEROPVANG 2008 ADVIES LOKAAL BESTUUR VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Versie 23 april 2008

MODELCONVENANT TUSSEN HET COLLEGE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE VZW GEMEENSCHAPSCENTRUM

Vlaamse Regering ~~. =

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Reglement met betrekking tot het subsidiëren van projecten ter bevordering van een goede studiekeuze in het secundair onderwijs

ontwerp decreet geadviseerd door de Raad voor Volksontwikkeling en Cultuurspreiding, voor te leggen aan de Vlaamse Regering

afkortingen VGO Gesubsidieerd Vrij Onderwijs

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

Sectoraal comité van het Rijksregister

Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN

Vraag nr. 403 van 8 maart 2013 van MARIJKE DILLEN

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD Commissievergaderingen Agenda. Commissie voor Onderwijs en Vorming. Woensdag 23 januari 2019 om 14.

Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende personeelsleden in het secundair onderwijs die op bedrijfsstage gaan DE VLAAMSE REGERING,

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Verhoogde instroom van kinderen van vluchtelingen in het onderwijs

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE JONGERENPARLEMENT INTEGRAAL VERSLAG

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

vergadering C90 LAN5 zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid

Brief aan de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bepaling van de prioriteiten voor het Federaal Impulsfonds voor Migranten 2008

Leidraad voor het indienen van een aanvraag voor structurele subsidiëring of erkenning als landelijk georganiseerde jeugdvereniging

nr. 421 van JOS DE MEYER datum: 5 mei 2015 aan HILDE CREVITS

Inclusief onderwijs Maak het vanzelfsprekend!

2. Zal de Vlaamse Gemeenschap hiervoor door de federale overheid gecompenseerd worden?

Provincieraadsbesluit

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Transcriptie:

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2004-2005 Nr. 15 INTEGRAAL VERSLAG VERGADERING VAN VRIJDAG 13 MEI 2005 NAMIDDAGVERGADERING INHOUD BERICHT VAN VERHINDERING................................................... 461 SPOEDBEHANDELING Stemming.......................................................................... 461 SAMENGEVOEGDE INTERPELLATIES (R.v.O. art. 59)............................... 462 van mevrouw Brigitte De Pauw tot de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Onderwijs, Beroepsopleiding en Begroting, over de gevolgen van de onderwijsbesparingen op de inburgering en van de heer Jos Van Assche tot de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Onderwijs, Beroepsopleiding en Begroting, over de grotere klassen, de verhoogde werkdruk en de mindere dienstverlening bij de CLB in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel in gevolge de aangekondigde onderwijsbesparingen Sprekers : mevrouw Brigitte De Pauw, de heer Jos Van Assche, mevrouw Els Ampe, mevrouw Marie-Paule Quix en de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter VRAGEN (R.v.O. art. 57)............................................................. 466 van de heer Frederic Erens tot de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Onderwijs, Beroepsopleiding en Begroting, betreffende de aanwezigheid van GSM- en UMTS-masten in of op gebouwen van het Nederlandstalig onderwijs ;

van mevrouw Els Ampe tot de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur en Patrimonium, over het gemeenschapscentrum De Vaartkapoen ; van mevrouw Carla Dejonghe tot de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur en Patrimonium, betreffende de aanvraagprocedure en gebruiksvoorwaarden van de cultuurwaardebons voor scholen ; van de heer Jan Béghin tot de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur en Patrimonium, over de ondersteuning van de vzw Brussels by Water. TREFWOORDENREGISTER....................................................... 472

15e vergadering Vrijdag 15 mei 2005 Vergadering van vrijdag 13 mei 2005 NAMIDDAGVERGADERING De vergadering wordt om 14u10 geopend. Voorzitter : de heer Jean-Luc Vanraes BERICHT VAN VERHINDERING De voorzitter. De heer Dominiek Lootens-Stael heeft zich verontschuldigd om gezondheidsredenen. werd met zware symptomen van rabies afgemaakt. Vanochtend konden we horen dat de groenen zich daar samen met de Franstaligen over verheugen, maar voor ons is de Grondwet geen vodje papier. De Vlaamse meerderheidspartijen kunnen de splitsing terug op de agenda brengen door de Vlaamse minister-president te steunen. Wij vragen de heer Yves Leterme om een duidelijk signaal te geven vanuit Vlaams-Brussel, en wij rekenen op CD&V in dit halfrond om hun voorman bij te staan. Mevrouw Marie-Paule Quix. Ik vind dat dit onderwerp niet in deze Raad moet worden behandeld. Deze vergadering wordt telkens weer misbruikt om Vlaamse en federale toestanden aan te kaarten. Ik vraag om geen spoedbehandeling te verbinden aan dit voorstel van resolutie. SPOEDBEHANDELING De heer Johan Demol. Ingevolge artikel 31 van het Reglement, meer bepaald de punten b en h van het 1 ste lid, verzoek ik de spoedbehandeling van een voorstel van resolutie van onze fractie betreffende het niet splitsen van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. Gezien op woensdag 11 mei 2005 de Vlaamse partijen op federaal vlak zwichtten onder druk van de eerste minister en het koningshuis, werd het plan om het kiesarrondissement onverwijld te splitsen bevroren. Het witte konijn van de heer Stevaert Stemming Met een meerderheid van 7 stemmen tegen 5 wordt het voorstel tot spoedbehandeling niet aangenomen. Hebben ja gestemd : Johan Demol, Frederic Erens, Erland Pison, Valérie Seyns, Jos Van Assche Hebben neen gestemd : Fouad Ahidar, Els Ampe, René Coppens, Carla Dejonghe, Brigitte De Pauw, Marie-Paule Quix, Jean-Luc Vanraes 13 mei 2005 461

SAMENGEVOEGDE INTERPELLATIES (R.v.O., art. 59) VAN MEVROUW BRIGITTE DE PAUW TOT DE HEER GUY VANHEN- GEL, COLLEGEVOORZITTER BEVOEGD VOOR ONDERWIJS, BEROEPSOPLEIDING EN BEGROTING over de gevolgen van de onderwijsbesparingen op de inburgering en VAN DE HEER JOS VAN ASSCHE TOT DE HEER GUY VANHENGEL, COLLEGEVOOR- ZITTER BEVOEGD VOOR ONDERWIJS, BE- ROEPSOPLEIDING EN BEGROTING over de grotere klassen, de verhoogde werkdruk en de mindere dienstverlening bij de CLB in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel in gevolge de aangekondigde onderwijsbesparingen Mevrouw Brigitte De Pauw. Vlaams minister van onderwijs Frank Vandenbroucke wil stevig besparen in het onderwijsbudget. In het volwassenenonderwijs laat hij het aantal docenten niet mee stijgen met het aantal leerlingen. En hier blijft het niet bij, want er moet ook nog 3,5 procent worden ingeleverd. Voor grote, snel groeiende instellingen is dit een probleem. Zo heeft bijvoorbeeld Lethas zeven vestigingen in Brussel. Het succes van het CVO is voornamelijk te danken aan de professionalisering van de lessen Nederlands tweede taal (NT2). Er zijn dit jaar ook extra inspanningen geleverd voor laaggeschoolden en werkzoekenden door verlengde of aangepaste modules aan te bieden in NT2 of Frans. De verruiming, zowel wat de doelgroep als het aantal cursisten betreft, bewijst dat de centra voor volwassenenonderwijs met een vraaggestuurde aanbodstrategie de juiste beleidsbeslissingen hebben genomen en deze ook kunnen waarmaken. Lethas telt momenteel ongeveer 3000 cursisten voor de lessen NT2, wat een groei betekent van 30 tot 40 procent over enkele jaren. Men verwacht dat die stijgende trend zich in de volgende schooljaren zal doorzetten. Door de besparingen van minister Frank Vandenbroucke zal de stijgende vraag niet kunnen worden opgevangen. Voor Lethas zou dit betekenen dat 24 docenten moeten afvloeien. Voor Brussel is dit een grote stap achteruit, want er zullen opnieuw wachtlijsten voor taallessen ontstaan op een moment waarop de meeste lijsten werden weggewerkt. In het regeerakkoord staat ook vermeld dat er extra stimulansen zullen worden gegeven om het Nederlands aan te leren aan talloze mensen in het Brusselse Gewest. De beslissing van Vlaamse minister Frank Vandenbroucke is onbegrijpelijk en in tegenspraak met beweringen van Vlaams minister van Inburgering Marino Keulen. In een interview met De Standaard op 25 april 2005 zei minister Marino Keulen : Als de overheid iets wil doen aan de discriminatie van allochtonen op de werkvloer, moet ze beginnen met een betere opleiding en vorming. De CVO s hebben hard hun best gedaan om mee in te stappen in de inburgeringspolitiek en hebben daarvoor met andere partners, onder andere het Brussels Onthaalbureau voor Nieuwkomers, de lokale PWA s, het Huis van het Nederlands, de BGDA en de VDAB, een belangrijk samenwerkingsproject uitgetekend om dit aanbod zo dicht mogelijk bij de mensen te brengen. Gezien de enorme vraag naar de cursussen Nederlands tweede taal (NT2) en de stimulans van de overheid naar anderstaligen om deze cursussen te volgen, gezien de tegenstrijdige beleidsvisies van de ministers Marino Keulen en Frank Vandenbroucke en de daaruit volgende onrust bij de CVO s en gezien het nieuwe schooljaar al voor de deur staat en de planning daarvan, met het vastleggen van contracten met de docenten, niet langer op zich kan laten wachten, moeten er dringend maatregelen worden genomen. Heeft de collegevoorzitter bij zijn Vlaamse collega Frank Vandenbroucke gepleit of is hij dit van plan voor het behoud van de budgetten van de CVO s om te voorkomen dat er in Brussel opnieuw wachtlijsten komen voor de cursussen NT2 en er een stap terug wordt gezet inzake inburgering? De heer Jos Van Assche. Uiteraard staat het Vlaams Belang achter een doorgedreven inspanning voor inburgering. Vanzelfsprekend vinden wij het aanbod aan Nederlandse taallessen zeer belangrijk, zeker in de Brusselse context. We vragen ons echter af hoe dit budgettair allemaal moet worden ingepast. Er zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest enorme noden voor ons onderwijs. De Nederlandstaligheid van ons onderwijs komt zwaar onder druk en dat zal de komende jaren waarschijnlijk niet veranderen. Bij het financieren van taalonderwijs voor anderstaligen moet men daarom uitkijken dat men effi- 462 13 mei 2005

Van Assche ciënt financiert. Ik wil hiermee geen steen werpen naar het CVO, maar ik had in het licht van de nakende besparingsronde graag gezien dat men de financiering van dit soort taalcursussen voor inburgering globaal bekijkt en ernstig onder de loep neemt. Het zou interessant zijn hierover een open en vrijmoedig politiek debat te houden. Zo zijn we voorstander van een belangrijke persoonlijke financiële bijdrage van de betrokken cursisten in de cursuskost. Dit werkt, indien goed onderbouwd en toegepast, niet drempelverhogend maar wel motiveringsversterkend. De middelen voor onderwijs moeten garanderen dat in de eerste plaats onze hoofddoelgroep van een kwalitatief aanbod wordt voorzien en voor ons blijft deze hoofddoelgroep de Nederlandstalige leerling in het Nederlandstalig onderwijs. Nu wil Vlaams onderwijsminister Frank Vandenbroucke 23 miljoen euro besparen door 350 banen in het onderwijs te schrappen en het aantal leerkrachten niet mee te laten toenemen met het groeiende aantal leerlingen. Hierdoor zouden 950 verwachte extra banen in het secundaire en volwassenenonderwijs er niet komen. Niet alleen zouden er zo volgend schooljaar 1.300 jobs verloren gaan, maar ook de vervangingspoel zou worden afgeschaft en in totaal zouden er voor zowat 15.000 leerlingen en cursisten geen middelen meer voorhanden zijn! De onderwijsvakbonden vrezen dat dit soort maatregelen onvermijdelijk tot grotere klassen, meer werkdruk voor de leraren en minder dienstverlening bij de Centra voor Leerlingenbegeleiding zal leiden. Minister Frank Vandenbroucke zou ondanks vakbondsprotest weigeren te raken aan de geplande besparingen van 23 miljoen euro omdat volgens zijn woordvoerder die besparingen noodzakelijk zijn om nadien een beleid te kunnen voeren! Wel stelt hij dat er geen 1.300 banen verloren gaan, omdat er volgend schooljaar al 700 zouden bijkomen in hoofdzakelijk het basisonderwijs. Ook zouden de besparingen op de schoolgebouwen van dit jaar volgend jaar niet worden herhaald. Tevens argumenteert de Vlaamse onderwijsminister dat de doorgevoerde besparingen geld moeten vrijmaken voor de komende CAO-onderhandelingen met de onderwijssector, die inderdaad veel onderwijsgeld dreigen op te slorpen. Ook zou het hoger onderwijs op bijkomend geld mogen rekenen en zou er in meer middelen worden voorzien voor het woon-werkverkeer. Het lijdt weinig twijfel dat deze besparingsronde ook enige impact zal hebben op het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voor welke posten zal eventueel in minder middelen worden voorzien? Mevrouw Els Ampe. De koers van Vlaams minister Frank Vandenbroucke is merkwaardig. Op het moment dat het integratiedebat volop woedt, op het moment dat iedereen het erover eens is dat het voor werklozen in Brussel belangrijk is een job te hebben, op een moment dat vele werkloze allochtonen moeite doen en zoeken naar lessen Nederlands, op dat moment gaat de minister de budgetten terugschroeven. Er zijn heel wat inspanningen geleverd. In Brussel is er veel aandacht voor het leren van Nederlands voor anderstaligen. De vroegere wachtlijsten zijn weggewerkt. De kans bestaat dat met het terugschroeven van de budgetten deze wachtlijsten opnieuw ontstaan. Er zijn momenteel veel nieuwkomers die vragen naar lessen Nederlands. Het CVO doet hard zijn best. Ik wil daarom vragen aan de collegevoorzitter om minister Frank Vandenbroucke op andere ideeën te brengen en hem te overtuigen van de behoefte in Brussel aan meer opleidingen. Mevrouw Marie-Paule Quix. Mevrouw Brigitte De Pauw had het vooral over Lethas, maar ik wil erop wijzen dat er nog andere CVO s actief zijn. Het is duidelijk dat er geen nieuwe wachtlijsten mogen ontstaan voor de lessen Nederlands. Het gaat hier echter nog maar om een voorstel van de minister. De vakbonden zouden niet tegen de principes van het nieuwe volwassenenonderwijs zijn. In het voorstel staat dat de CVO s regionaal gegroepeerd zouden worden. Blijkbaar bestaat er nogal wat koudwatervrees over een netoverschrijdende samenwerking. Overigens zou het Onderwijssecretariaat van steden en gemeenten de uitgangspunten van minister Frank Vandenbroucke wel een goede aanzet vinden. 13 mei 2005 463

Quix Iedereen weet dat de broeksriem moet worden aangehaald. Ik zou daarom graag vernemen van collegevoorzitter Vanhengel of het wat de CVO s betreft, wel degelijk gaat over netoverschrijdende samenwerking, wat alleen maar tot meer efficiëntie kan leiden. De heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter. Vooraf wens ik te stellen dat wat de vraag van raadslid Van Assche aangaat dit geen bevoegdheid is van de VGC. Het antwoord dat ik hier dus geef is gebaseerd op gegevens die via contacten en communicaties met het kabinet Vandenbroucke zijn verzameld en is dus louter ter informatie aan de Raad van de VGC. Ik kan mededelen dat er zich op twee terreinen besparingen voordoen binnen het onderwijs die ook een impact hebben voor het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. De hieronder geformuleerde besparingen zijn eveneens medegedeeld aan de inrichtende machten. Voor het secundair onderwijs bevriest minister Vandenbroucke voor het schooljaar 2005-2006 het lestijdenpakket op het niveau 2004-2005. Die bevriezing geldt voor het niveau Vlaanderen. Dit wil zeggen dat de toename en de afname van individuele schoolpopulaties in rekening wordt gebracht. Iedere school bespaart ongeveer 1,47% op het lestijdenpakket. Een school die b.v. in leerlingenaantal 3% vooruit gaat, zal dus netto nog wat stijgen in lestijdenpakket. Een school die minder leerlingen telt, zal die daling aangerekend krijgen, en daarbovenop de besparing van 1,47%. Bij de besparingen wordt ernaar gestreefd de verhoudingen (aandeel in totaal urenpakket) onder de netten zo te houden, als ze waren geëvolueerd bij ongewijzigd beleid. Iedereen bespaart met andere woorden 1,47%. Om deze besparing te realiseren, brengt minister Vandenbroucke behalve voor DBSO en BUSO het aanwendingspercentage terug van 98% naar 96,57%. Er is ondertussen wel beslist dat er geen besparing zal zijn op de uren godsdienst zedenleer die m.a.w. berekend blijven aan 98%. Er werd ook beslist dat er voor de minimumpakketten in principe ook een besparing moet gebeuren met aanwendingspercentage 98,57 %, maar dat ze toch aan 100% gegeven worden, als de meerkost daarvan (voor het schooljaar 2005-2006 gaat het om 353 uren-leraar) weggewerkt wordt via een rationalisatie van het onderwijsaanbod met onmiddellijk besparingseffect op 1 september 2005. Voor het ondersteunend personeel (waarvan het aantal voor een deel gebaseerd is op het lestijdenpakket) wordt op deze manier al een bepaald percentage bespaard. De totale besparing voor het ondersteunend personeel dient echter 5% te bedragen. Dit leidt voor het schooljaar 2005-2006 tot ongeveer 21.184 punten in totaal die minder aan de scholengemeenschappen zullen worden toegekend. De komende jaren worden de besparingen 2005-2006 vastgehouden. Dit wil zeggen dat als het globale leerlingenaantal in 2004-2005 (telling op 01.02.2004) gelijk is aan 100 en in 2005-2006 (telling op 01.02.05) gelijk is aan 102, dan wordt het pakket op 100 bevroren. Stijgt het leerlingenaantal het jaar erop naar 104, dan krijgen die scholen voor dat jaar (afgerond) 102. Deze bevriezingstechniek, uitgelegd voor het lestijdenpakket, is ook voor de besparing op het ondersteunend personeel van toepassing. Bij de besparingen in het volwassenenonderwijs is gekozen voor het vastleggen van een nieuw historisch referentiecijfer op basis van een gewogen gemiddelde van het aantal gefinancierde of gesubsidieerde uren-leraar van de schooljaren 2002-2003, 2003-2004 en 2004-2005. Bij dit gewogen gemiddelde telt het schooljaar 2002-2003 voor 0,3 mee, het schooljaar 2003-2004 voor 0,7 en het schooljaar 2004-2005 voor 2. Voor centra die hierdoor uren-leraar verliezen, zal minister Vandenbroucke binnenkort een besluit agenderen op de Vlaamse Regering waarbij dit verlies beperkt wordt tot een maximum percentage van 3,5%. Op 1 september 2006 moet het nieuwe decreet op het volwassenenonderwijs operationeel zijn. Daarin zal er een nieuw financieringssysteem opgeno- 464 13 mei 2005

Vanhengel men zijn, dat een beheerste groei van de middelen zal mogelijk maken. Er zal bij dat nieuwe financieringssysteem vertrokken worden van het lestijdenpakket dat in 2005-2006 toegekend werd aan de centra. Enkel indien het nieuwe decreet nog niet operationeel zou zijn in september 2006, zal onderzocht worden in welke mate toch een zekere groei kan voorzien worden. Daarbij zal het vroegere lineaire groeisysteem echter niet meer gehanteerd worden. Het volume bestuurs- en administratief personeel blijft voor het schooljaar 2005-2006 gelijk aan dit van het schooljaar 2004-2005. De besparingen in het volwassenenonderwijs gelden voor alle Centra voor Volwassenenonderwijs in Vlaanderen en Brussel. Er is dus wel degelijk een impact voor de Brusselse CVO s. Hoe groot deze impact is voor Brussel kan moeilijk bepaald worden. Heel wat CVO s zijn gevestigd buiten Brussel, maar hebben er wel vestigingsplaatsen. Of omgekeerd zijn er een aantal Brusselse CVO s die vestigingsplaatsen buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben. Het Departement onderwijs beschikt enkel over het aantal urenleraar en lesurencursist op niveau van het centrum, niet op niveau van de vestigingsplaats. Via briefwisseling aan minister Vandenbroucke heb ik mijn bezorgdheid omtrent de besparingen en de gevolgen voor het Nederlandstalig onderwijs in Brussel reeds laten blijken. Ik heb naar aanleiding van deze besparingen reeds eerder contact gehad met de Vlaamse Minister van Onderwijs en dit vooral in functie van de problemen die zich kunnen voordoen met het aanbod NT2 en met de opleidingen die behoren tot knelpuntberoepen. Wat de interpellatie van mevrouw De Pauw betreft over de gevolgen van de onderwijsbesparingen op de inburgering kan ik het volgende zeggen. Het is correct dat deze berekeningswijze in de eerste plaats die centra voor volwassenenonderwijs treft die op dat vlak een forse groei kenden de laatste jaren. In Brussel zijn dat het CVO Lethas en het CVO Brussel. Deze besparing van 3,5% brengt inderdaad haar problemen mee, zowel in Brussel als in Vlaanderen. Wel moet worden opgemerkt dat de besparing geldt voor de totale activiteit van het CVO en niet per richting die er wordt aangeboden. Dat impliceert dat elk CVO intern kan reorganiseren en rationaliseren, en autonoom prioriteiten kan stellen waar het dat nodig acht. Ook op het vlak van NT2. Mijn inziens is er zeker nog ruimte voor een beperkte rendementsverhoging, vooral wanneer men het NT2-aanbod meer op regionaal niveau zou bekijken en minder op het niveau van ieder CVO apart. Van het departement onderwijs vernemen wij bijvoorbeeld dat de Brusselse CVO's 9.438 van de toegekende lestijdenpakketten Nederlands voor anderstaligen niet als lesuren inrichten, maar als coördinatie-uren ter ondersteuning van het NT2- aanbod. Dit komt overeen met de inzet van 11,5 voltijdse leerkrachten. Bovendien vormt de druk, die de besparingen teweegbrengt op inburgering, maar een fractie van de druk op het globale NT2- aanbod (namelijk in een verhouding van ongeveer 400 inburgeraars op 7000 NT2-cursisten). Inperking kan dus een bedreiging vormen voor de integratie en inburgering van autochtoon en allochtoon! In ieder geval wil ik de pleitbezorger zijn en blijven voor behoud- en uitbreidingsmogelijkheden voor alle opleidingen tot knelpuntberoepen. De cursussen NT2 zijn hiervan een substantieel bestanddeel. Maar, zoals het de VGC past, zal ik pleiten voor alle betrokken opleidingen, scholen en CVO's, en niet voor één ervan. Mevrouw Brigitte De Pauw. Ik dank de collegevoorzitter voor zijn antwoord. De heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter. U moet me wel excuseren voor de cijfers en de cijferdans, maar die zijn na te lezen in het integraal verslag. Het is een technisch ingewikkelde berekeningsmethodologie, en ofwel ben ik volledig en geef ik alle cijfers, ofwel blijf ik vaag en geef ik ze niet. Mevrouw Brigitte De Pauw. Ik kan alleszins zeggen dat ik de mening van de collegevoorzitter bijtreed dat we hier in Brussel in elk geval de klemtoon moeten blijven leggen op het aanbod van Nederlands als tweede taal, inzonderheid als dit ook te maken heeft met toekomstperspectieven op de arbeidsmarkt. Ik denk dat dit het belangrijkste uitgangspunt is en dat we daar dus zeker oog voor 13 mei 2005 465

De Pauw moeten blijven hebben. Ik heb er ook akte van genomen dat we de CVO s meer moeten ondersteunen en dat ze rekening moeten houden met het rendementsprobleem dat de collegevoorzitter heeft aangehaald, gelet op het aantal coördinatoren dat men inzet. De collegevoorzitter had het over de netoverschrijdende aanpak en mevrouw Quix heeft dat ook al aangehaald, maar ik weet niet of dat nu werkelijk het grootste probleem is in Brussel. Veel van onze taallessen komen uit het vrijwilligersaanbod. Ze hebben al een keer een fusie meegemaakt toen ze zich ingeschakeld hebben in het onderwijs. Ik denk dat ze nu wat verspreid zitten. Het is niet zozeer de inrichtende macht die die dingen beklemtoont. Ik denk dat het er vooral om gaat dat we een zo ruim mogelijk aanbod hebben op zo veel mogelijk plaatsen hier in Brussel om zo veel mogelijk mensen te bereiken die het Nederlands willen aanleren. De heer Jos Van Assche. Tot mijn voldoening constateer ik dat de collegevoorzitter erover zal waken dat het essentiële bewaard wordt. De bijzaken komen op de tweede plaats. Van de cursisten mag, indien ze het aankunnen, misschien ook een kleine materiële inspanning gevraagd worden. Op dat vlak houden de collegevoorzitter en ik er dezelfde denkbeelden op na. Ik ben ervan overtuigd dat een dergelijke bijdrage enkel motiverend kan werken. Als men zelf, weze het maar een bescheiden bedrag moet betalen, zal men veel sneller tot het besef komen dat de inburgering de gemeenschap veel geld kost. Bovendien zal de inspanning van een cursist die zelf een deel van de kosten moet dragen, groter en ernstiger zijn. De incidenten zijn gesloten. VRAGEN (R.v.O., art 57) Aanwezigheid van GSM- en UMTS-masten in of op gebouwen van het Nederlandstalig onderwijs De heer Frédéric Erens. Onze leefwereld krijgt meer en meer te maken met elektrische en elektromagnetische velden allerhande. We denken hierbij niet alleen aan radarinstallaties, microgolfovens, televisies en hoogspanningslijnen, maar ook aan GSM-toestellen, GSM-antennes en aan de nieuwe generatie UMTS-antennes. De elektrische en magnetische processen in het menselijke lichaam hebben zich gedurende miljoenen jaren in een heel natuurlijke omgeving kunnen ontwikkelen. Het is daarom nog maar de vraag hoe het menselijke lichaam reageert op deze vloedgolf van elektromagnetische impulsen die we de laatste decennia te verduren krijgen. Zeer concreet moet worden nagegaan of het plaatsen van GSM- en UMTS-antennes op daken van huizen, scholen en kantoren wel verantwoord is. Er zijn inderdaad studies die aantonen dat GSM-straling onschadelijk zou zijn. Er bestaan echter evenveel studies die aantonen dat GSM-straling en zeker UMTS-straling wel degelijk schadelijk is. Jongeren en vooral kinderen zijn, zoals bij zovele zaken, vatbaarder voor de schadelijke invloeden dan volwassenen. Zweeds onderzoek aan de Lunduniversiteit toonde aan dat een straling van 0.024 Watt per m 2 al schadelijk is voor de hersenen. Deze stralingsintensiteit verwijdt de haarvaten. Hierdoor raken de in het bloed aanwezige toxische stoffen in de hersencellen. De heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter. De heer Erens woont toch niet in de nabijheid van een GSM-mast, hoop ik? (Gelach) De heer Frédéric Erens. Datzelfde onderzoek van professor Leif Salford aan de Lund-universiteit te Mallmö wees uit dat hersenen die gedurende twee uur werden blootgesteld aan GSM-straling, na 50 466 13 mei 2005

Erens dagen buitengewoon veel dode hersencellen bevatten. De heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter. Lange tijd heeft men ook beweerd dat het drinken van alcohol het afsterven van hersencellen met zich meebracht. Een recente studie toonde echter aan dat alcohol ook voor de aanmaak van nieuwe hersencellen zorgt. Ik wil niemand op rare gedachten brengen, maar studies kunnen elkaar echter op heel korte termijn volledig tegenspreken. De heer Frédéric Erens. Dat poneerde ik ook al in mijn vraagstelling. Er zijn inderdaad studies die beweren dat GSM- en UMTS-straling helemaal niet schadelijk is. Andere beweren dan weer dat dergelijke straling wel degelijk schadelijk is. De heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter. We zijn wel geen van beiden artsen. De heer Frédéric Erens. Neen, maar we zijn echter wel politici die bekommerd moeten zijn om het welzijn van de volksgemeenschap. Collegelid Pascal Smet zal het woord volksgemeenschap straks uiteraard weer verderfelijk vinden. Als politici moeten we nagaan wat er goed en slecht is voor de gemeenschap. UMTS-straling zou ook de ziekte van Alzheimer versnellen bij gevoelige zenuwcellen. Madeleine Bastide van de universiteit van Montpellier toonde aan dat kippenembryo s die blootgesteld werden aan een GSM-straling van 0.01 Watt per m 2, afstierven in plaats van tot ontwikkeling te komen. Dit is dan het tegengestelde van wat collegevoorzitter daarnet beweerde in verband met alcohol. Ter vergelijking wil ik stellen dat de Belgische norm bepaald is op 1.125 Watt per m 2. Zolang er dus geen volledige zekerheid bestaat dat de straling van GSM en UMTS onschadelijk is, is waakzaamheid geboden. Dit is onze taak. Ik vind het dus niet leuk als collegevoorzitter Vanhengel hier een aantal zaken in het belachelijke trekt. Zeker ook wanneer het hierbij om onze meest kwetsbaren, namelijk om onze kinderen, gaat. Daarom wil ik weten wat de houding van het College is tegenover het plaatsen van GSM- of UMTSantennes in of op schoolgebouwen. Zijn er in Brussel scholen met dergelijke antennes? Zo ja, over hoeveel en over welke scholen gaat het? Bestaan hier vanuit het College richtlijnen over? Wat gebeurt er met de veel gevaarlijkere UMTS? Men is immers momenteel volop bezig met de uitbouw van een UMTS-netwerk in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest. Indien er nog geen richtlijnen zouden bestaan, overweegt de collegevoorzitter dan om dergelijke richtlijnen op te stellen? Wat zal de teneur van deze richtlijnen zijn? Zal men rekening houden met de diverse onderzoeken die aantonen dat er schade kan optreden door UMTS-straling? De heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter. Wat was de vraag ook alweer? Ik heb de laatste tijd immers nogal vaak gebruik gemaakt van mijn GSMtoestel. (Gelach) De heer Frédéric Erens. Nogmaals : de collegevoorzitter mag deze materie hier niet in het belachelijke trekken. Het gaat trouwens niet alleen over de GSM- maar over de UMTS-masten. Mijn vraag komt niet zo maar uit het luchtledige gevallen. De heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter. Zoals de vraagsteller terecht meedeelt, zijn de studies in verband met GSM- en dergelijke stralingen strijdig met elkaar. De resultaten ervan gaan van schadelijk tot onschadelijk, met alle nuances die ertussen liggen. Het plaatsen en laten plaatsen van antennes is een autonome verantwoordelijkheid van de installateur en de eigenaar van de infrastructuur waarop de antennes geplaatst worden. Dat geldt ook voor schoolgebouwen. Het College noch de administratie van de VGC hebben enig zicht op het aantal scholen waarop dergelijke antennes zouden geplaatst zijn. Omdat de VGC niet bevoegd is om richtlijnen te geven over het al dan niet plaatsen van antennes op andermans schoolgebouwen, zal de VGC terzake ook geen richtlijnen uitvaardigen. Op de schoolinfrastructuur, eigendom van de VGC, werden noch worden dergelijke antennes geplaatst. De heer Frédéric Erens. Kan men dan niet nagaan bij welke Nederlandstalige scholen in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest dergelijke anten- 13 mei 2005 467

Erens nes werden geplaatst? Het zou nuttig zijn indien men hier een beeld zou over hebben. De heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter. De grootste krant van het land, Het Laatste Nieuws, laat vandaag weten dat er een medicijn gevonden is tegen Alzheimer. In heel dit debat moet misschien ook rekening gehouden worden met dit bericht. Gemeenschapscentrum De Vaartkapoen Mevrouw Els Ampe. Enkele weken terug berichtte Brussel Deze Week dat het in oud-molenbeek gelegen gemeenschapscentrum De Vaartkapoen op zoek is naar meer inwoners van nieuw-molenbeek als bezoekers. Molenbeek bestaat eigenlijk uit twee delen : in oud-molenbeek wonen vooral nieuwe Brusselaars en minder Nederlandstaligen. Vele Nederlandstaligen uit Molenbeek gaan hun gading niet zozeer in De Vaartkapoen maar wel veeleer in het De Kroon in St.-Agatha-Berchem, De Rinck in Anderlecht en Nekkersdal in Laken zoeken. In het verleden werd vaak beweerd dat dit te wijten zou zijn aan het gebrek aan parkeerplaatsen rond De Vaartkapoen. Ook de moeilijke bereikbaarheid zou een rol spelen. Ik denk evenwel dat, aangezien ook de andere gemeenschapscentra te kampen hebben met een minder gunstige bereikbaarheid en een gebrek aan parkeerplaatsen, dit niet de enige reden kan zijn. Men moet dus ook eens andere oorzaken durven overwegen. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan de programmatie. Nederlandstaligen zoeken een bepaalde programmatie. Als klanten niet komen, is dit vaak te wijten aan het aanbod. De Vaartkapoen heeft zeer grote verdiensten op het vlak van het bereiken van de buurtbewoners. Jammer genoeg heeft dit er toe geleid dat er in De Vaartkapoen voornamelijk Frans wordt gesproken. Het zou dan ook een uitdaging kunnen zijn om de buurtbewoners een Nederlandstalig aanbod aan te bieden. Men zou ze bijvoorbeeld Nederlandstalige lessen en activiteiten kunnen aanbieden. Men heeft er alsnog de kans gemist om buurtbewoners Nederlands te doen spreken. Een Vlaams gemeenschapscentrum heeft eigenlijk de taak om de identiteit van de Vlaamse gemeenschap en de kwaliteit van de Nederlandse cultuur in Brussel te bevorderen en te versterken. Dit lukt niet als men het Frans hanteert als voertaal. In het verleden werden al herhaaldelijk vragen gesteld over de activiteiten en het gebruik van de Franse taal in De Vaartkapoen. Ik weet dat collegelid Pascal Smet bezig is met een behoefteonderzoek. Bij een vorige aangelegenheid antwoordde collegelid Smet dat hij de zaak aan het onderzoeken was, dat hij nog niet ter plaatse was geweest en dat hij het gemeenschapscentrum nog onvoldoende kende. Ik vraag me dan ook af wat er gebeurd is met het convenant dat tussen De Vaartkapoen en de gesloten werd. Wat zijn de gevolgen indien dit convenant niet nageleefd wordt? Wat zal collegelid Smet doen om het Nederlands meer ingang te doen vinden in De Vaartkapoen? In plaats van lessen Arabisch zou men er, zowel aan mannen als aan vrouwen, bijvoorbeeld lessen Nederlands kunnen geven. Op welke manier kan, volgens collegelid Pascal Smet, het Nederlandstalig verenigingsleven in oud- énen nieuw- Molenbeek weer bij de werking van De Vaartkapoen betrokken worden? De heer Pascal Smet, collegelid. Het gemeenschapscentrum De Vaartkapoen voldoet wel degelijk aan de bepalingen van het convenant. Op het vlak van communicatie, informatie en dienstverlening biedt men er een Nederlandstalig maandblad, een verzorgde webstek, doelgerichte promotie en dienstverlening naar specifieke doelgroepen aan. Op het vlak van cultuurspreiding bestaat er een landelijk gekende concertprogrammatie. Verder heeft men, via een lokaal verankerde en sterk uitgebouwde schoolprogrammatie voor Nederlandstalige basisscholen, veel aandacht voor toeleiding. Er werd sinds een vijftal jaren ook een organisatie van sociaal-artistieke projecten voor specifieke doelgroepen uitgebouwd. Tevens wordt er, via theater, dans, muziek, video en beeldende kunsten, aandacht besteed aan sociaal-artistieke projecten voor kinderen. Dit alles gebeurde trouwens in samenwerking met de Nederlandstalige basisscholen en hun schoolopbouwwerkpartners. 468 13 mei 2005

Smet Op het vlak van taalstimulering is het gemeenschapscentrum een partner in het project De taalspeler. Binnen hun educatieve en culturele werking besteedt de De Vaartkapoen bijzonder veel aandacht aan een geïntegreerde werking, de zogenaamde overcross van hun publiek. Het gemeenschapscentrum is een volwaardige speler in het lokale sociale en culturele netwerk bij de realisatie van het gemeentelijke cultuurbeleidsplan en in het gemeentelijk overleg over de samenwerking met de plaatselijke openbare bibliotheek. Ik denk bijvoorbeeld aan de Jeugdboekenweek en andere sensibiliseringsacties rond leescultuur. Het is dat ook aanwezig in verscheidene lokale overlegorganen, onder meer in de Groep sociale planning, de huidige wijkcontracten, Partners in Molenbeek, Thuisgezondheidszorg, LOGO gezondheidsproject, Straathoekwerk, participatieraden van scholen. Er wordt dus nog Nederlands gesproken in het gemeenschapscentrum De Vaartkapoen. Het klopt het verenigingsleven in Nieuw-Molenbeek moeilijk te bereiken is. Dat erkent het gemeenschapscentrum zelf ook. De ligging en de bereikbaarheid zijn voor sommige doelgroepen even belangrijk als de keuze van het centrum. Het is goed dat er een behoefteonderzoek wordt opgestart. Dat maakt meteen duidelijk welke mensen er naar het centrum komen en welke niet. Uw vraag is echter voorbarig. Ik heb beslist om niet alleen een audit over de werking van de gemeenschapscentra te organiseren, maar ook om een publieksonderzoek te doen. Dat is interessant om de richting te bepalen waar we met de gemeenschapscentra de volgende jaren naartoe moeten werken. Deze initiatieven zijn niet tegen de centra gericht, ze moeten ze versterken. Het zal ons toelaten om de juiste informatie betreffende de verwachtingen van de Nederlandstaligen over de gemeenschapscentra in te zamelen. Ik geef u rendez-vous in februari 2006. Dan hebben we zicht op de resultaten van de studie. We moeten afstappen van sommige gemeentelijke reflexen. Als men dichter bij een gemeenschapscentrum van een andere gemeente woont dan bij het eigen gemeenschapscentrum, is het geen doodzonde om naar het dichtst bij zijnde centrum te gaan. Mevrouw Els Ampe. Er is wel een probleem. Als mensen rond de Vaartkapoen wonen en naar een andere gemeente gaan, wil dat zeggen dat het aanbod van het centrum niet voldoet. De heer Pascal Smet, collegelid. Mensen die dichter bij een ander gemeenschapscentrum wonen, kunnen daar rustig naartoe gaan. Iedere inwoner van een gemeente moet niet noodzakelijk naar zijn gemeenschapscentrum gaan. Dat is een gevaarlijke reflex die is ontstaan sinds de introductie van het lokale cultuurbeleid. In Brussel spreekt men over 19 baronieën, maar het lijkt soms dat er ook 19 Vlaamse baronieën bestaan. Mevrouw Els Ampe. Daarover gaat het niet. Het is evident dat iedereen vrij is om te gaan en te staan waar hij wil. Er zijn echter mensen die niet tevreden zijn met het Nederlandstalige aanbod. U hebt initiatieven geciteerd. Er worden wel veel activiteiten georganiseerd, maar het gaat om het resultaat. Ik ben blij dat u een onderzoek uitvoert en wacht met spanning op de resultaten ervan. De heer Pascal Smet,collegelid. Ik ken uw informant. Mijn opmerking slaat op uw informant. Mevrouw Els Ampe. Dan weet u meer dan ikzelf. Cultuurwaardebons voor scholen Mevrouw Carla Dejonghe. Ik herinner het collegelid aan de commissie voor Cultuur, Jeugd en Sport van 8 december 2004, waar de toekomst van de cultuurwaardebon werd besproken. De beleid inzake de cultuurwaardebon werd recent veranderd. Voortaan komen alleen inwoners van Brussel en de randgemeenten in aanmerking voor een cultuurwaardebon. Tijdens deze commissievergadering vroeg ik het collegelid om de aanvraagprocedure voor scholen te vereenvoudigen. De aanvraagprocedure voor verenigingen is vrij eenvoudig. Verenigingen moeten alleen de naam van de vereniging, de contactpersoon, de naam van het evenement en het aantal deelnemers opgeven. Scholen moeten via het internet de gegevens per leerling meedelen. Dat brengt 13 mei 2005 469

Dejonghe een enorme administratieve rompslomp met zich mee. Als er dan nog leerlingen zijn die al een individuele aanvraag deden, rijst nog een ander probleem omdat zij al cultuurwaardebons hebben gekregen en geen recht hebben op meerdere. We hebben ook een opmerking over de gebruiksvoorwaarden van de cultuurwaardebon. Wij begrijpen zeer goed dat de cultuurwaardebon niet gebruikt wordt voor schoolvoorstellingen. Meestal is de prijs daarvan toch al redelijk laag. We begrijpen echter niet waarom de cultuurwaardebon niet gebruikt kan worden voor evenementen tijdens de schooluren. Wanneer wordt de aanvraagprocedure voor scholen vereenvoudigd, eventueel naar het voorbeeld van de aanvraagprocedure voor verenigingen die zeer eenvoudig is en weinig tijd in beslag neemt? Waarom kan de cultuurwaardebon niet worden gebruikt voor evenementen tijdens de schooluren? De heer Pascal Smet, collegelid. Per cultuurseizoen kunnen de onderwijsinstellingen voor hun leerlingen driemaal een cultuurwaardebon aanvragen om in groep een evenement bij te wonen. De cultuurwaardebons voor leerlingen worden verstrekt op naam van de onderwijsinstelling en niet op individuele basis. Daardoor kunnen de leerlingen ook individueel cultuurwaardebons aanvragen. Ze kunnen dus zes activiteiten per cultuurseizoen genieten. Bij de aanvraag van cultuurwaardebons voor scholen worden de persoonlijke gegevens van de leerlingen gevraagd om te vermijden dat de leerkrachten voor dezelfde leerlingen meer dan drie cultuurwaardebons aanvragen. We moeten de regels die we afspreken, ook naleven omdat de middelen beperkt zijn. Wij beseffen dat de aanvraagprocedure wat omslachtig is. Een stuurgroep onderzoekt op dit moment hoe vanaf het seizoen 2005-2006 de aanvraagprocedure van cultuurwaardebons voor scholen vereenvoudigd kan worden. Ik ben het eens met de opmerking, maar het mechanisme moet worden herbekeken. De leerlingen hebben recht op zes bons per jaar : drie via de school en drie op individuele basis. Wat het gebruik van de cultuurwaardebon voor evenementen tijdens de schooluren betreft, keurde het collegebesluit nr. 05/93 van 23 februari 2005 een nieuw reglement voor de organisatie en de uitgave van cultuurwaardebons goed. De cultuurwaardebons kunnen vanaf nu ook gebruikt worden voor evenementen die plaats hebben tijdens de schooluren. De cultuurwaardebon blijft niet geldig voor specifieke schoolvoorstellingen en kan niet gebruikt worden voor evenementen met een toegangsprijs lager dan 3,70 euro. Mevrouw Carla Dejonghe. Ik kan begrijpen dat leerlingen maar recht hebben op drie cultuurwaardebons. Daar gaat het niet om. Het gaat om de aanvraagprocedure. Een leerkracht kan om het even welke leerling opgeven. Het zal nooit helemaal kloppen. Het is toch niet zo erg dat sommige leerlingen vier of vijf maal een waardebon gebruiken. Hoe meer ze gaan, hoe beter het is. Voor verenigingen is het nu zeer gemakkelijk om de bons aan te vragen. Ik maak deel uit van drie verenigingen. Ik zou dus in principe recht hebben op twaalf cultuurwaardebons. Het plaatje klopt niet helemaal. De heer Pascal Smet, collegelid. Om die reden hebben we de stuurgroep geïnstalleerd. Alles moet grondig worden bekeken. Zo is het niet de bedoeling dat het kind van een prinses ook een cultuurwaardebon gebruikt. Het is niet zo eenvoudig. De stuurgroep moet dit onderzoeken waarna de commissie zich moet uitspreken. Ik ben het eens met de opmerking van mevrouw Carla Dejonghe. Ondersteuning van de vzw Brussels by Water De heer Jan Béghin. Momenteel is het vaarseizoen volop bezig : het vaarseizoen loopt van mei tot eind september. Brussels by Water is de vzw die in ons gewest boottochten organiseert. De vzw is prominent aanwezig tijdens evenementen als Zot van de Zenne of Brussel-Bad. De werking van de vzw is echter breder dan alleen maar toeristische boottochten. In de werking van Brussels by Water zijn er ook raakvlakken met milieu-educatie daarvoor werkt de vzw samen met de vzw Grenzeloze Schelde of met educatie tout court, bijvoorbeeld om de werking van de haven van Brussel te leren kennen. Uiteraard beperken de boottochten zich niet tot ons gewest. Er zijn ook vaararrange- 470 13 mei 2005

Béghin menten naar het Scheldeland en naar de scheepsliften in Wallonië. Het succes van de activiteiten van Brussels by Water mag evenwel niet verhullen dat de vzw het financieel zeer moeilijk heeft. Voor zijn cultureeltoeristische werking geniet Brussels by Water ondersteuning vanuit de VGC, uit het artikel Verenigingen voor cultureel toerisme. Het budget voor dit artikel is 50.000 euro, waaruit subsidies worden gegeven aan Brukselbinnenstebuiten, Brussels by Water, Christelijk Dienstbetoon in Toerisme Brussel, Korei en enkele andere projecten. Brussel by Water ontvangt jaarlijks ongeveer 10.000 euro. Deze subsidie wordt niet geïndexeerd en in die zin is het bedrag eigenlijk enkel toereikend voor de huishuur. Studies, communicatie, gidsenwerking en het personeelslid moeten met projectsubsidies bekostigd worden. Enkele projecten waarvoor de vzw projectsubsidies krijgt, zijn onder meer een onderwijsproject om de haven te ontsluiten en projectsubsidies in het kader van de startdag van het toeristische vaartseizoen. Toch blijft het moeilijk om daarmee rond te komen. Ook al doet de vzw veel op projectmatige basis en krijgt het daarvoor ook subsidie, toch is dat niet voldoende om ook een personeelslid te betalen. De projectsubsidies zijn maar net voldoende om de kostprijs van de projecten te dekken. Brussels by Water ontvangt dus alleen structuursubsidies van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De vzw Brussels by Water weet dat ze ook aan Franstalige zijde ondersteuning moet kunnen krijgen. Logisch, want Brussels by Water bedient ook een Franstalig publiek. De vzw heeft ondertussen projecten aan Franstalige zijde ingediend. Zo heeft minister Evelyne Huytebroeck, die bevoegd is voor cultuur, in het kader van de milieu-educatie een subsidie toegezegd. De Franstalige Gemeenschap heeft nog geen structurele subsidies toegekend. Brussels by Water bereidt nu de subsidieaanvraag voor en zal die indienen bij mevrouw Evelyne Huytebroeck, die als collegelid bevoegd is voor toerisme. is intussen dan ook ontslagen. Het zou jammer zijn die know-how nu verloren te laten gaan. Brussels by Water heeft bij de VGC een dossier ingediend voor een bijkomende structurele subsidie als organisatie actief in cultureel toerisme. Kan het collegelid bijkomende structurele middelen vrijmaken voor de vzw? De heer Pascal Smet, collegelid. De vzw Brussels by Water ontvangt al sinds 1998 een toelage van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Het gaat om 10.000 euro. Dat is een vijfde van het budget voor cultuurtoerisme. Het is niet mogelijk om dit budget te vergroten. De situatie van de VGC is bekend : ze moet besparen. De voorbije jaren hebben we inderdaad met pijn in het hart 3 procent bespaard. Brussels by Water kan dan ook geen bijkomende middelen krijgen. De VGC is overigens de enige die een structurele toelage geeft. De Cocof heeft in 2004 slechts 5.000 euro gegeven. Kortom, het antwoord is negatief. De heer Jan Béghin. Dat is spijtig. Alle grote steden met een waterpartij proberen daar zoveel mogelijk van te maken, maar Brussel tot nader order niet. Ik heb er al vaak voor gepleit om op gewestelijk niveau een globale strategie voor het toerisme te ontwikkelen. Ik neem mij voor om hierover een vraag te stellen aan staatssecretaris Brigitte Grouwels, in het kader van haar bevoegdheid voor de Haven. De heer Pascal Smet, collegelid. De heer Jan Béghin slaat de nagel op de kop. Het gaat om een bevoegdheid van het Brussels Gewest. De VGC is er niet om de leemtes in het gewestelijk beleid in te vullen. Ze kan dat uitzonderlijk wel eens doen voor zeer cultuurgebonden zaken, maar als ze meer geld besteedt aan het toerismebeleid, treedt ze in de plaats van het Brussels Gewest. Dat moeten we niet doen. Ik verkies om prioriteit te geven aan Brusselse verenigingen. De vergadering wordt om 15u.20 gesloten. De Raad gaat tot nadere bijeenroeping uiteen. De structurele subsidie van de VGC volstaat niet om een personeelslid te betalen. Het personeelslid 13 mei 2005 471

Trefwoordenregister Bericht van verhindering, blz. 461 Brussels by Water Ondersteuning, blz. 470 Cultuurwaardebon Aanvraagprocedure en gebruiksvoorwaarden scholen, blz. 469 Gemeenschapscentrum De Vaartkapoen Activiteiten en taalgebruik, blz. 468 Infrastructuur Nederlandstalig onderwijs Aanwezigheid GSM en UMST-masten, blz. 466 Interpellaties Zie Onderwijsbesparingen Onderwijsbesparing Gevolgen in Brussel, blz. 462 Spoedbehandeling resolutie niet-splitsing BHV Bespreking, blz. 461 Hoofdelijke stemming, blz. 462 Vragen Zie Brussels by Water cultuurwaardebon Gemeenschapscentrum De Vaartkapoen Infrastructuur Nederlandstalig onderwijs 472 13 mei 2005