Bijlagen. Behorende bij het Bomenbeleidsplan

Vergelijkbare documenten
Bijlagen. Behorende bij het Bomenbeleidsplan

Gemeente Heerlen - Bomenverordening gemeente Heerlen college van burgemeester en wethouders.

Bomenverordening Sliedrecht 2009

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

GEMEENTEBLAD. Nr Bomenverordening 2016 Groene Kaart Model

Bomenverordening Giessenlanden 2014

BOMENVERORDENING GEMEENTE HEERLEN Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder:

Wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Venray 2012

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Rode beuk. Paardekastanje

Bomenverordening gemeente Emmen 2011

Concept. Bomenverordening 2011

Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de Gemeente Haaren

Ontwerp Bomenverordening 2019

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 februari 2016, nr. 190;

Bomenverordening Delft 2013

artikel 2.2 eerste lid onder g van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

gestreefd wordt naar vermindering en vereenvoudiging van regelgeving;

dat voor het kappen/vellen van zieke en dode bomen vrijwel altijd vergunning wordt verleend;

Bomenverordening stadsdeel Oost/Watergraafsmeer Artikel 1 Begripsomschrijving

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september, 2015.

Raadsvoorstel 97 (RIS _15-SEPT-2010)

Raadsbesluit. BOMENVERORDENING Bussum De raad van de gemeente Bussum;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 september 2016;

Gezien het voorstel van het college van de gemeente Albrandswaard met kenmerk , 29 november 2011;

Verordening op het bewaren van houtopstand in de gemeente

Bomenverordening Verordening vastgesteld: In werking getreden:

Verweerschrift naar aanleiding van de bezwaarschriften tegen de kapvergunning voor 21 beuken met kenmerk

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; besluit:

Wijzigingsverordening Algemene Plaatselijke Verordening Tynaarlo 2010 (Kapverordening 2014) B E S L U I T:

Verordening op het bewaren van houtopstanden

Bomenverordening gemeente Mill en Sint Hubert 2015

dat besloten is tot het verminderen van administratieve lasten van burgers; dat middels het instellen van een bomenlijst dit doel bereikt kan worden;

CVDR. Nr. CVDR37753_1. Bomenverordening Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 augustus 2010;

Bomenverordening 2014 voor heel Amsterdam?

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 mei 2004, nr.100/04; b e s l u i t : BOMENVERORDENING OEGSTGEEST 2004

P.86 BOMENVERORDENING Vastgesteld bij raadsbesluit van 9 juli 1996, nr Bekend gemaakt op 12 juli 1996.

medegedeeld aan Arrondissementsparket d.d. 19 oktober 2010

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 augustus 2010, nr. 85/10; b e s l u i t : BOMENVERORDENING OEGSTGEEST 2010

: Groeiplaatsonderzoek en advies platanen voor nieuwbouw. : Situatietekening met meetpunten, 10 geboden bomen en bouwen

BOMENVERORDENING 2012 BEUNINGEN

ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen In deze afdeling wordt verstaan onder:

BOMENVERORDENING GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK

MELDINGSFORMULIER HOOFDSTUK V LANDSCHAPSVERORDENING PROVINCIE UTRECHT 2011 (LSV), VELLEN VAN BOMEN

Overzicht wijzigingen ten opzichte van de Bomenverordening Vlaardingen 2005

GEMEENTEBLAD. Nr Bomenverordening Stichtse Vecht besluit vast te stellen de BOMENVERORDENING STICHTSE VECHT 2015

Inhoudsopgave BOMENVERORDENING GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK

Zundertse Regelgeving

Gemeente Raalte Wijziging Algemene plaatselijke verordening

gemeente 2 3 JULI 2012 HEEMSTEDE

Officiële naam regeling Bomenverordening Tilburg 2007 Citeertitel Bomenverordening Tilburg 2007

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 4 juli 2017;

Bomenverordening Gemeente Papendrecht 2017

a. Voorziening Herplantplicht Bomen: een voorziening voor de uitbreiding en handhaving van in de gemeente bestaande houtopstanden;

Gemeente Zeist Bomenverordening Zeist gelezen het voorstel van het college van Burgemeester & Wethouders;

Bomenverordening Stadsdeel Zuid 2012

Bomenverordening gemeente Landerd De raad van de gemeente Landerd;

Bijlage 3 Boombeleid Artikel 1 Begripsomschrijvingen

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

Erfgoedverordening gemeente Houten

Concept Bomenverordening Stadsdeel Zuid 2012

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Bomenverordening Amsterdam Oud Zuid 2001

MELDINGSFORMULIER HOOFDSTUK 5.5 VERORDENING NATUUR EN LANDSCHAP PROVINCIE UTRECHT 2017 (VNL), VELLEN VAN BOMEN

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein. Informerende Commissie. Bespreken.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bergen 2013

Gemeente Baarn - Bomenverordening Gemeente Baarn 2016

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

Bescherming waardevolle houtopstanden gemeente Nieuwkoop betere bescherming met minder regels

De raad van de gemeente Grave

Voorstel tot wijziging Algemene Plaatselijke Verordening De Ronde Venen 2012

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Onderwerp Omgevingsverordening bijzondere bomen en -groene structuren Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

BOMENVERORDENING 2002 EN BOMENBELEID

Erfgoedverordening Roosendaal 2017

Hoofdstuk 1. Algemeen

GEMEENTEBLAD. Nr Boomverordening Onderbanken

1M1.1 Zoetermeer OMGEVINGSVERGUNNING

Gemeente J Eergen op Zoom

Bomenverordening Haarlem

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 juli 2017;

gemeente %a" Zoetermeer : gemeente Zoetermeer de heer A. M. Kroon : Stadhuisplein 1, 2711EC Zoetermeer; : het kappen van 3 bomen;

Bomenverordening Haarlem

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 januari 2015;

gemeente Eindhoven Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Verordening bomen draagt bij aan de uitvoering van het Bomenbeleidsplan

: Peter van der Laan Gezien : Telefoonnummer : Faxnummer : : :

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

Uitvoeringsregels behorende bij: Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

Artikel 2. Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.

Overwegende dat het wenselijk is regels vast te stellen voor de bescherming van de bomen en houtopstanden.

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

Transcriptie:

Bijlagen Behorende bij het Bomenbeleidsplan

Bijlage behorende bij hoofdstuk 3 3.8 Bestemmingplannen Voorbeelden van bestemmingsplankaart met legenda (bron: Bomen Effect Analyse, bomenstichting) Voorbeeld 1: een gangbare legenda voor te handhaven houtopstanden (Let op: de standaardcirkels komen niet overeen met de werkelijke afmetingen van de bomen.): Voorbeeld 2: een moderne aanduiding van te handhaven houtopstanden naar de werkelijke maximale omvang: Naamgeving aan bestemming

In het bovenstaande voorbeeld is gekozen voor een naamgeving met: beschermwaardige houtopstand. Andere naamgeving voor bestemde bomen kan onder meer zijn: monumentale bomen waardevolle houtwal groeiplaats houtopstand beschermwaardig groen bijzondere boom. te handhaven boom Soms wordt er ook een nader onderscheid gemaakt tussen bijvoorbeeld: bijzondere bomen van de eerste categorie en bijzondere bomen van de tweede categorie. De laatste categorie heeft dan een minder beschermde beleidsstatus. Correcte aanduiding op de bestemmingsplankaart Geen stip of cirkel, maar een cirkel met als diametermaat de ingemeten, maximale, toekomstige kroonprojectie of een cirkel of gebied ruimer daar om heen (bijv. 5 meter uit de kroonprojectie).

Voorbeeldteksten van bestemmingsplanvoorschriften 1. Eerste voorbeeld bestemmingsplanvoorschriften 1. Bouwverbod: Het is verboden te bouwen ter plaatse van de bestemming beschermwaardige boom of binnen een afstand van tien meter tot het hart van de stam van een beschermwaardige boom. 2. Alternatief bouwverbod: Het is verboden te bouwen binnen een afstand van twee meter van de maximale kroonprojectie van bomen waarvoor bij het vellen een kapvergunning moet worden aangevraagd op grond van de A.P.V. Dit verbod geldt niet indien een kapvergunning voor velling onherroepelijk rechtskracht heeft verkregen. 3. Gebruiksverboden: Het is verboden op of in gronden ter plaatse waarop de bestemming beschermwaardige boom rust, om binnen een afstand van twee meter buiten de kroonprojectie van beschermwaardige boom de navolgende werkzaamheden uit te voeren: i. verbod tot wijziging maaiveldhoogte: een verbod tot afgraven of ophogen, egaliseren, ploegen of andere bodembewerking en vervanging of uitwisseling van grond ii. verbod tot aanleg verhardingen of verdichting van de bodem iii. verbod tot wijziging grondwaterstand of andere manier wijzigen van de waterhuishouding iv. verbod tot aanleg van kabels en leidingen v. verbod tot het opslaan van of aanbrengen van stoffen of materialen vi. verbod op het plaatsen van schaftketen, toiletten, betonmolens, voertuigen, machines of tijdelijke bouwwerken vii. verbod op het uitvoeren van heiwerken binnen een straal van 150 meter van de kroonprojectie viii. verbod tot het slopen van gebouwen of andere bouwwerken met machines in de nabijheid van onderhavige boom ix. verbod op het bevestigen van voorwerpen aan of in de boom x. verbod tot het snoeien van takken en afhakken van wortels van de boom xi. enzovoort 4. Vrijstelling onder voorwaarde Bomen Effect Analyse: Vrijstelling van de bestemming beschermwaardige boom is slechts mogelijk, nadat een BEA is opgesteld ten aanzien van de voorgenomen werken, waaruit blijkt dat deze werken geen ernstige gevolgen hebben voor de levensvatbaarheid, de ruimtelijke, ecologische en monumentale betekenis van de houtopstand. Kortom wanneer sprake is van een duurzame instandhouding. 5. Alternatieve vrijstelling onder voorwaarde Bomen Effect Analyse: Ten behoeve van de vrijstelling kunnen burgemeester en wethouders een BEA verlangen, waaruit blijkt dat de werken of werkzaamheden geen onevenredig ernstige gevolgen hebben voor de levensvatbaarheid en de ruimtelijke, ecologische of monumentale betekenis van de houtopstand. Kortom wanneer sprake is van een duurzame instandhouding. 6. Algemene uitzondering onder voorwaarde BEA: Nadrukkelijk wordt erop gewezen dat geen uitzonderingen op het gestelde bouwverbod nabij beschermwaardige boom mogelijk moeten zijn, behalve voornoemde vrijstelling na BEA. Eventueel zouden algemene uitzonderingen onder voorwaarde van het opstellen van een Bomen Effect Analyse kunnen plaatsvinden. Voorbeeld algemene uitzondering op het bouwverbod onder voorwaarde van een BEA: Alle hiervoor genoemde algemene vrijstellingen van het bouwverbod of de gebruiksverboden zijn slechts van toepassing op werken of werkzaamheden nabij een beschermwaardige boom, indien uit een Bomen Effect Analyse is gebleken of deze werken of werkzaamheden op enigerlei wijze kunnen worden uitgevoerd met duurzame instandhouding van die beschermwaardige boom. 7. Toelaatbaarheidcriterium onder voorwaarde BEA

Nadrukkelijk moet erop gewezen worden dat er geen zogenaamd toelaatbaarheidscriterium ten opzichte van het bouwverbod of de gebruiksverboden nabij een beschermwaardige boom van toepassing zou moeten zijn. De praktijk leert dat de afweging over wat wel en niet kan bij bomen vaak slecht gemaakt wordt door niet-boomdeskundige bouwers. De voorwaarde van een Bomen Effect Analyse zou wel in een toelaatbaarheidscriterium kunnen worden verwerkt. Een voorbeeld van een toelaatbaarheidscriterium onder voorwaarde van een BEA is: Werken en werkzaamheden als bedoeld onder voornoemd bouwverbod/gebruiksverboden zijn niet toelaatbaar, indien uit een opgestelde Bomen Effect Analyse blijkt dat door die werken of werkzaamheden, dan wel door de direct of indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van bomen, welke het plan beoogt te beschermen onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden of functies onevenredig worden of kunnen worden verkleind. 2. Tweede voorbeeld bestemmingsplanvoorschriften 1. Bouwverbod: Waar op de plankaart de aanduiding waardevolle boom voorkomt, dient de afstand van de bebouwing tot het hart van de aangewezen boom ten minste 10 meter te bedragen. 2.Vrijstelling: Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen voor het verkleinen van de hiervoor onder 1. genoemde afstand tot minimaal 5 meter uit het hart van de boom, mits uit een Bomen Effect Analyse blijkt dat de voorgenomen werken geen wezenlijk negatieve gevolgen hebben voor de duurzame instandhouding van de boom. Opmerking: Sommige gemeenten kiezen ervoor om te spreken van een bomeneffectrapportage (BER) in plaats van een Bomen Effect Analyse (BEA). Het gaat om hetzelfde instrument met een andere naam. 3. Derde voorbeeld bestemmingsplanvoorschriften 1. Bouwverbod en aanlegvergunningsplicht: Het is verboden zonder vergunning (aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders de als beschermwaardige boom bestemde bomen te snoeien, vellen, rooien of beschadigen. 2. Uitzondering Het verbod onder 1. is niet van toepassing op werkzaamheden die betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer. 3. Voorwaarde van BEA: De vergunning onder 1. kan alleen worden afgegeven respectievelijk uitgevoerd, indien: a. uit een Bomen Effect Analyse blijkt dat de bomen, eventueel na het treffen van maatregelen, duurzaam gehandhaafd kunnen blijven. b. indien uit een verklaring van een beëdigd en/of geregistreerd boomtaxateur blijkt dat sprake is van ernstige ziekte van de bomen en/of afsterven op korte termijn te voorzien is.

Bijlage behorende bij hoofdstuk 4 4.3 Ontwerprichtlijnen Het programma van eisen openbare ruimte Hoofdstuk groen Deze bijlage is als losse bijlage toegevoegd.

Bijlage behorende bij hoofdstuk 4 4.4 Bescherming van bomen bij bouwwerkzaamheden TIEN GEBODEN VOOR BOUW OF AANLEG BIJ BOMEN 1. Bescherm de stam en de wortels Plaats voor de aanvang van de werkzaamheden vaste bouwhekken rond de boom, tenminste ter grootte van de kroonprojectie. Bescherm bij beperkte werkruimte in ieder geval de boomspiegel. Doe dit altijd in overleg met de boombeheerder en/of een vakkundig boomverzorger. 2. Plaats geen bouwmaterialen en geen bouwkeet onder de boom Voertuigen of bouwketen mogen nooit (tijdelijk) op het wortelpakket geplaatst worden. De opslag van bouwmaterialen is in deze zone eveneens verboden. Dit leidt namelijk tot beschadiging van de wortels en het verdicht de bodem dat het afsterven van wortels tot gevolg heeft. 3. Houd bouwverkeer buiten de kroonprojectie Blijf met bouwmachines uit de buurt van de bomen om bodemverdichting te voorkomen. Wanneer het onvermijdelijk is dat over de boomwortels gereden moet worden: plaats rijplaten. 4. Verstoor de bovengrond niet Handhaaf de bestaande maaiveldhoogte. Binnen de kroonprojectie niets ontgraven. Ophoging alleen onder de strikte voorwaarde van voldoende beluchting van de wortels. 5. Voorkom beschadiging van de wortels Graaf nooit machinaal binnen de kroonprojectie, maar werk zoveel mogelijk handmatig. Hak nooit wortels door van meer dan vijf centimeter dik.

6. Leg kabels en leidingen zorgvuldig aan Leg kabels en leidingen niet dichter dan twee meter langs bomen. Pas zo mogelijk sleufloze technieken toe, dat wil zeggen: gestuurd boren onder het wortelpakket door in plaats van een sleuf graven. Maak gebruik van kabelgoten en mantelbuizen. 7. Houd de grondwaterstand bij de boom gelijk Verhoging van de grondwaterstand leidt tot wortelsterfte vanwege een zuurstoftekort. Zorg bij stijging van het grondwaterniveau voor een damwand buiten de kroonprojectie of pomp het water weg. Let bij grondwaterverlaging op uitdroging. Bij noodzakelijke bronbemaling altijd damwanden plaatsen. 8. Houd schadelijke stoffen uit de buurt van bomen Gooi nooit olie, cementwater, chemische stoffen, zout, zuren of kalk bij bomen. 9. Laat noodzakelijk snoeiwerk door vakkundige boomverzorgers uitvoeren Zaag nooit zelf zomaar takken of wortels af. Alleen een deskundige kan beoordelen op welke wijze snoei verantwoord is. 10. Plaats geen dichte verharding over de wortels Onder beton en asfalt ontstaat een tekort aan water en zuurstof, waardoor wortels afsterven. Overleg altijd met een boombeheerder en/of een vakkundig boomverzorger, indien er knelpunten zijn bij het uitvoeren hiervan!

Bijlage behorende bij hoofdstuk 5 De Bomenverordening 2007 ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. boom: een houtachtig, opgaand gewas, zowel vitaal als afgestorven, met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 15 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld in publiek eigendom. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam. In afwijking van het hiervoor gestelde kan de dwarsdoorsnede kleiner zijn dan 15 cm op 1,3 meter boven het maaiveld, indien sprake is van: een monumentale boom of bijzondere beschermwaardige houtopstand als bedoeld in artikel 5; een houtopstand onderdeel uitmakend van de hoofdbomenstructuur; een houtopstand in het kader van een herplant- of instandhoudingsplicht als bedoeld in de artikelen 9 en 10. b. houtopstand: één of meer bomen of boomvormers, of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen, een struweel of een heg, met de onder sub a genoemde minimale dwarsdoorsnede. c. monumentale boom: bijzondere beschermwaardige houtopstand met een relatief hoge leeftijd en met een bijzondere schoonheid- of zeldzaamheidswaarde, of een bijzondere functie voor de omgeving. d. vellen: rooien; kappen; verplanten; het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben. e. rooien: het geheel verwijderen van het boven- en ondergrondse deel van de houtopstand. f. kappen: het geheel of grotendeels verwijderen van het bovengrondse deel van de houtopstand. g. kandelaberen: het terugsnoeien van de kroon tot een hoofdstam met takstompen. h. bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld overeenkomstig artikel 1 lid 5 van de Boswet. i. boomwaarde de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen. j. bomen effect analyse: een standaard beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouw of aanleg voor houtopstand, op basis van landelijke richtlijnen.

ARTIKEL 2: Kapverbod 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een houtopstand in publiek eigendom, een monumentale boom of een houtopstand onderdeel uitmakend van de hoofdbomenstructuur te doen vellen. 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor houtopstand die aantoonbaar op bedrijfseconomische wijze worden geëxploiteerd als bedoeld in artikel 15 van de Boswet. 3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt verder niet voor: a. houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aanschrijving van burgemeester en wethouders, zulks onverminderd het bepaalde in de artikelen 9 en 10 van deze verordening; b. het periodiek vellen van hakhout ter uitvoering van het reguliere onderhoud; c. het periodiek knotten of kandelaberen als noodzakelijke beheermaatregel bij knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen ter uitvoering van het reguliere onderhoud; d. het vellen van naaldbomen en coniferen mits deze niet aangewezen zijn als monumentale boom of bijzondere houtopstand. ARTIKEL 3: Aanvraag vergunning 1. De vergunning moet schriftelijk en gemotiveerd, onder bijvoeging van een situatieschets, worden aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken. 2. Wanneer door of namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan burgemeester en wethouders een afschrift is toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de Boswet, beschouwen burgemeester en wethouders dit afschrift mede als een vergunningsaanvraag. ARTIKEL 4: Criteria 1. In beginsel wordt geen vergunning verleend voor houtopstanden die onderdeel uitmaken van de hoofdbomenstructuur (bijlage 1). 2. In beginsel wordt geen vergunning verleend voor houtopstanden voorkomend op de vastgestelde lijst van monumentale bomen (bijlage 2), als bedoeld in artikel 5. 3. In beginsel wordt geen vergunning verleend indien velling in strijd is met het vigerende bestemmingsplan, de Flora en faunawet, de Habitatrichtlijn, of andere regelgeving inzake natuurbescherming. 4. Een kapvergunning wordt slechts verleend indien het verwijderingsbelang groter is dan het boombelang. Het verwijderingsbelang is groter wanneer de boom/houtopstand niet meer aan zijn doelstelling/functie voldoet. Het niet meer voldoen aan zijn doelstelling/functies geldt bij: gevaarlijke bomen/houtopstanden; gevallen van zeer ernstige overlast; bomen/houtopstanden zonder toekomst; ernstige bedreiging van de openbare veiligheid noodtoestand of andere uitzonderlijke situaties. 5. De beslissing op een aanvraag van een vergunning tot vellen kan worden opgeschort als de aanvraag is ingediend in samenhang met de realisatie van een ander vergunningplichtig werk, zolang op die andere vergunningaanvraag niet is beslist.

6. Een vergunning tot vellen kan worden opgeschort of geweigerd, nadat een bouw- of aanlegvergunning is verleend, indien de rechthebbende aanvrager van de vergunning tot vellen niet, of niet tijdig, of niet volledig de aanwezigheid van een beeldbepalende of anderszins waardevolle houtopstand heeft aangemeld aan burgemeester en wethouders. 7. Burgemeester en wethouders verwijzen ter motivering van de in lid 1, 2, 3, 4, 5 en 6 van dit artikel genoemde criteria naar de hieraan ten grondslag liggende Bomenbeleidsplan. 8. De burgemeester kan toestemming geven tot direct vellen, indien sprake is van acuut gevaar of vergelijkbaar spoedeisend belang. ARTIKEL 5: Monumentale bomen en bijzondere houtopstand 1. De gemeente bezit een lijst (bijlage 2) met monumentale bomen en bijzondere houtopstand, waarvoor in beginsel geen kapvergunning wordt afgegeven, tenzij de boom/houtopstand valt onder artikel 4 lid 4. 2. De in het eerste lid genoemde lijst bevat in ieder geval de bomen voorkomende in het landelijk Register van Monumentale Bomen van de landelijke Bomenstichting, eventueel aangevuld met lokale en toekomstige monumentale bomen en andere bijzondere houtopstand. 3. De regelmatig bijgewerkte lijst met monumentale bomen omvat in ieder geval een voor een ieder goed herkenbare omschrijving, de standplaats, het kadastrale perceelsnummer, de eigenaar en/of zakelijk gerechtigde en de reden van registratie van iedere houtopstand. 4. De eigenaar van een houtopstand die vermeld staat op de lijst van monumentale bomen is verplicht burgemeester en wethouders onmiddellijk mededeling te doen van: eigendomsoverdracht van de houtopstand; het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van de houtopstand; de dreiging dat de houtopstand geheel of gedeeltelijk teniet kan gaan. ARTIKEL 6: Procedure 1. Van een aanvraag van een vergunning wordt overeenkomstig afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht onverwijld na ontvangst kennis gegeven in een lokaal huis-aan-huisblad en deze aanvraag wordt ter inzage gelegd. 2. Een ieder kan gedurende twee weken na de in lid 1 bedoelde bekendmaking zijn zienswijze geven. 3. Van het besluit tot verlening of weigering van een vergunning wordt onverwijld kennis gegeven in een huis-aan-huisblad onder gelijktijdige verzending aan aanvrager. Bij deze kennisgeving wordt de concrete datum van verzending aan de aanvrager genoemd als begin van de bezwaartermijn van zes weken voor belanghebbenden. ARTIKEL 7: Standaardvoorwaarde van niet-gebruik Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het standaardvoorschrift dat niet tot vellen mag worden overgegaan en de vergunning pas van kracht wordt met ingang van de dag na de dag waarop de bezwaartermijn afloopt. Indien gedurende de bezwaartermijn een bezwaar of een voorlopige voorziening is ingediend, wordt de vergunning pas van kracht één week nadat op dat bezwaar of die voorlopige voorziening is beslist. ARTIKEL 8: Vervaltermijn vergunning 1. De vergunning tot vellen als bedoeld in deze verordening vervalt indien daarvan niet binnen maximaal één jaar na het onherroepelijk zijn van de vergunning gebruik is gemaakt;

2. In het geval het een vergunning voor het vellen van meer dan één boom betreft, is de vergunning voor alle bomen slechts één jaar geldig, ook als in fasen geveld wordt of één boom of enkele bomen al geveld zijn. ARTIKEL 9: BIJZONDERE VERGUNNINGSVOORSCHRIFTEN 1. Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen moet worden herplant. 2. Indien niet ter plaatse kan worden herplant, kan tot de aan een vergunning tot vellen te verbinden voorschriften behoren het voorschrift dat een geldelijke bijdrage gestort dient te worden in het gemeentelijk herplantfonds. 3. De verplichtingen en voorschriften van dit artikel 9 kunnen gelden voor bomen kleiner dan de in artikel 1 genoemde minimum maat. 4. In het voorschrift als bedoeld in het eerste lid wordt telkens bepaald binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen. 5. Tot aan de vergunning tot vellen te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van houtopstand op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan indien andere vergunningen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn of de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is. 6. Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften behoren aanwijzingen ter bescherming van nabijgelegen houtopstand en voorschriften ter bescherming van in en rond de houtopstand voorkomende flora en fauna. 7. Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren tot het opstellen en overleggen van een Bomen Effect Analyse in geval van bouw of aanleg van werken nabij te behouden bomen. 8. Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen. ARTIKEL 10: Herplant-/instandhoudingsplicht 1. Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder vergunning van burgemeester en wethouders is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kunnen burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn. 2. De verplichtingen en voorschriften van dit artikel 10 kunnen gelden voor bomen kleiner dan de in artikel 1 van deze verordening genoemde minimummaat. 3. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herplant en op welke wijze niet-geslaagde beplanting moet worden vervangen. 4. Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is in het voortbestaan ernstig worden bedreigd, kunnen burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om: overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen; een Bomen Effect Analyse op te stellen en aan te bieden.

5. Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen. ARTIKEL 11: Schadevergoeding Burgemeester en wethouders beslissen op een verzoek om schadevergoeding bij weigering van een vergunning tot vellen op grond van artikel 16, juncto artikel 13 vierde lid, van de Boswet. ARTIKEL 12: Bescherming publieke houtopstand 1. Het is verboden om houtopstanden, die publiek eigendom zijn: te beschadigen, te bekladden of te beplakken; daaraan snoeiwerk te verrichten, behoudens door de gemeente opgedragen boomverzorgende taken. 2. Het is verboden om één of meer voorwerpen in of aan een publieke houtopstand aan te brengen of anderszins te bevestigen, behoudens vergunning van burgemeester en wethouders. ARTIKEL 13: STRAFBEPALING 1. Degene aan wie een voorschrift als bedoeld in artikel 4, vijfde en zesde lid, artikel 5 vierde lid, artikel 7, artikel 8 eerste en tweede lid, artikel 9, artikel 10 eerste, tweede, derde en vijfde lid, artikel 12 tweede, derde en vierde lid en artikel 13 eerste en tweede lid is gegeven, onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in artikel 10 derde lid is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is gehouden dienovereenkomstig te handelen. 2. Hij die handelt in strijd met artikel 2, eerste lid, dan wel een voorschrift onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in het vorige lid niet na komt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke beoordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de boomwaarde. ARTIKEL 14: OPSPORING Met de opsporing van de in deze afdeling strafbaar gestelde feiten zijn behalve de ambtenaren, genoemd in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering, belast de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen personen. ARTIKEL 15: OVERGANGSBEPALING De kapvergunningsaanvragen, die zijn ingediend voor de in artikel 16 genoemde datum van inwerkingtreding, vallen onder de verordening die van kracht was voorafgaande aan deze verordening. ARTIKEL 16: SLOTBEPALING 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Bomenverordening 2007. 2. Zij treedt in werking met ingang van 1 januari 2007. Op datzelfde tijdstip vervalt Bomenverordening 2006.

Bijlage behorende bij hoofdstuk 6 van het landelijk register monumentale bomen (beheerd door de Bomenstichting) Lat_Naam Ned_Naam Standplaats Tilia europaea Hollandse linde De Kleine Haar 5, Scherpenzeel Quercus robur Zomereik De Haar, zgn Half uur boompje, Scherpenzeel Fagus sylv.'purpurea' Bruine beuk Kerkhof, Scherpenzeel Diverse soorten Park Huize Scherpenzeel Fagus sylvatica Beuk Naast het gemeentehuis huize Scherpenzeel Morus nigra Zwarte moerbei Tegen koetshuis park Scherpenzeel, Taxus bac.'fastigiata' Ierse taxus Tuinperceel Dorpsstraat 186, Quercus phellos Wilgbladige eik Westkant park Scherpenzeel Tilia europ.'pallida' Hollandse linde Parklaan 36 Populus canadensis Canadese populier Oever Luntersebeek t.h.v het koepeltje Tilia tomentosa Zilverlinde Rotonde weg Scherpenzeel- Woudenberg, bij Voskuilen