Anesthesie/Pijnconsulent Postoperatieve epidurale pijnbehandeling
2
Inleiding Na een operatie is het behandelen van pijn een belangrijk aandachtspunt tijdens uw verblijf in ons ziekenhuis. Een goede pijnbehandeling helpt mee aan een voorspoedig herstel. Om de pijn zo goed mogelijk te bestrijden zijn er een aantal methoden. De epidurale methode is, in overleg met de anesthesioloog, een mogelijke keuze voor u. Antistolling en overige medicatie Het gebruik van antistollingsmedicijnen moet vooraf gemeld worden. Antistollingsmedicijnen, zoals acenocoumarol (Sintrom), fenprocoumon (Marcoumar) en Ascal moeten drie tot tien dagen van tevoren gestopt zijn. Uw andere medicijnen kunt u blijven gebruiken, tenzij anders is afgesproken. Tijdens uw opname, krijgt u elke avond kleine prikjes in uw buik of bovenbenen ter voorkoming van trombose. Wat is een epiduraal katheter Dit is een dun flexibel kunststof slangetje dat de anesthesioloog in de rug tussen de wervels inbrengt tot in de zogenaamde epidurale ruimte. 1= ruggenmerg 2= spinale ruimte 3= epidurale ruimte 4= ruggenwervel 5= huid (rug) 6= holle naald 7= spinale katheter 8= epidurale katheter 3
Het inbrengen van de katheter vindt plaats onder plaatselijke verdoving op de verkoeverkamer, vlak voordat u geopereerd wordt. U gaat op de rand van het bed zitten en maakt uw rug zo rond mogelijk. De anesthesioloog desinfecteert uw rug met roze chloorhexidine (deze roze kleur kan nog een aantal dagen zichtbaar blijven). U krijgt een verdovingsprik in de huid op de plek waar de katheter wordt ingebracht. Als de verdoving werkt, wordt de katheter op deze plaats met behulp van een epidurale naald ingebracht. Tijdens het inbrengen moet u proberen zo stil mogelijk te blijven zitten. Mocht u pijn voelen bij het inbrengen van de naald of u voelt zich angstig of oncomfortabel, geeft u dat aan bij de verpleegkundige of anesthesioloog. Als de katheter op de goede plaats zit wordt de naald verwijderd en de katheter vastgeplakt op uw rug met doorzichtige pleisters. Hierna kunt u weer gewoon op uw rug liggen. Na de operatie Na de operatie heeft u een urinekatheter, zodat de urineproductie gemeten kan worden. Door de medicijnen die u via epidurale katheter krijgt is de blaas verdoofd, waardoor u niet of nauwelijks voelt dat u moet plassen. Op de verkoeverkamer wordt gekeken of de pijnbehandeling voldoende is voor u. Zo nodig zal de medicatie voor u worden bijgesteld. Mobiliteit Zolang u de epidurale katheter heeft, kunt u beter niet zonder hulp gaan staan. U heeft namelijk minder kracht in uw benen. U bent wel in staat om te zitten. Pijncontroles De verpleegkundige van de afdeling vraagt u een paar keer per dag naar de pijn (zie folder pijnmeting) en of deze acceptabel is. Het is van belang dat u daarbij kunt bewegen, ophoesten en doorademen. Het is belangrijk dat u aangeeft hoe het met de pijn gaat. Ook de pijnconsulent van het ziekenhuis komt dagelijks bij u langs zolang u de epiduraal katheter 4
heeft. Hij of zij bespreekt samen met u of de pijnbehandeling naar wens is. Voordelen Met deze vorm van pijnbehandeling wordt een groot gebied verdoofd. Dit lukt niet bij behandeling met tabletten of injecties. Hierdoor zult u minder pijn ervaren waardoor u beter kan bewegen, ophoesten en doorademen. U kunt sneller mobiliseren zodat de kans op trombose en doorliggen vermindert. Verwijderen De epidurale katheter kan 24 tot 72 uur blijven zitten. Dit is afhankelijk van uw operatie en de mate van pijn. Het verwijderen gebeurt op de afdeling door de anesthesioloog of de pijnconsulent. Het verwijderen is niet pijnlijk. De urinekatheter en het infuus zullen daarna worden verwijderd. Na het verwijderen wordt andere pijnstilling voorgeschreven. Mogelijke bijwerkingen Lage bloeddruk. Hierdoor kunt u zich wat misselijk en draaierig voelen. Het is belangrijk dat u dit aangeeft. Dit is het gevolg van verwijding van de bloedvaten. Door het geven van infuusvloeistoffen en eventueel medicatie kan dit worden verholpen. Hoofdpijn. Dit treedt soms op als tijdens het prikken de naald te diep komt en daarbij het vlies om het ruggenmergvocht beschadigt. Dit komt zeer zelden voor. De hoofdpijn manifesteert zich vaak de volgende dag. Het betreft een vervelende, maar verder onschuldige bijwerking die goed behandelbaar is. Rugpijn. De epidurale pijnbestrijding kan soms een tijdelijk beurs gevoel geven op de plaats van de prik. Mocht u thuis plotseling pijn in uw rug krijgen neem dan contact op met ziekenhuis. 5
Jeuk. Afhankelijk van de gebruikte verdovingsvloeistoffen treedt soms in meer of mindere mate jeuk op. Als dit voor u vervelend is, moet u dit aan de verpleegkundige melden. Rillen. Het kan voorkomen dat u na het prikken van de epidurale katheter gaat rillen zonder een gevoel van kou te ervaren. Dit is onschuldig en meestal van korte duur. Decubitus. Door de epidurale pijnbehandeling heeft u een verminderd gevoel in de buik, billen en benen. Hierdoor heeft u een grotere kans op doorliggen. Het is daarom belangrijk dat u regelmatig van houding verandert. Vragen Mocht u vragen of opmerkingen hebben na het lezen van deze folder, kunt u terecht bij de verpleegkundigen op de afdeling. Zij werken nauw samen met de pijnconsulenten binnen ons ziekenhuis. 6
7
foldernr.000 versie oktober 2012 8