Ziekenhuisfinanciering & Pay-for-Quality / Pay-for-Performance. Een concreet projectvoorstel aan de Minister.

Vergelijkbare documenten
Centrale website zorgkwaliteit.be toont patiënten de resultaten van kwaliteitsmetingen in ziekenhuizen

Complementariteit tussen federaal platform ziekenhuishygiëne en VIP2: samen voor een betere (hand)hygiëne Dr Michiel Costers BAPCOC

P4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q.

Vlaamse Kwaliteitsindicatoren. Moeder en Kind Dirk De Wachter TTP & Agentschap Zorg en Gezondheid

VISIE VAN DE VLAAMSE OVERHEID OP KWALITEITSMETINGEN IN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

NETWERK ORGANISATIEBEHEERSING: FOCUSSEN OP KLANTEN Case study: Zorg en Gezondheid kiest voor kwaliteit samen met de ziekenhuizen

Kwaliteitsindicatoren voor de opvolging van borstkanker ( ).

Openbaarheid van bestuur en VIP²

Evidence-based werken in het ziekenhuis, kan dat?

VAN DE ONTWIKKELING VAN KWALITEITSINDICATOREN TOT VERBETERING VAN ZORGKWALITEIT: EEN OVERZICHT

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( )

P4P-indicatorenset Pay for Performance programma voor algemene ziekenhuizen

INSTANTIES EN WETGEVING

Kennis en expertise Centrum klinische wondzorg. Prevalentie van wonden in Europa en België

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT

Vlaams Indicatoren Project VIP²: Vlaamse Patiënten Peiling

Kwaliteitsindicatoren Patientveiligheid. Dr Chris Bervoets

VIP²: EEN STAND VAN ZAKEN ANNO Dirk Ramaekers Voorzitter VIP2-forum

Toelichting bij de resultaten van het Vlaams Indicatoren Project (VIP²)

Programma

De stem van de patiënt in de ambulante chirurgie

Transparantie van kwaliteitsgegevens: voor iedereen! 30 november 2012 Ilse Weeghmans

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( )

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

18 november Plateforme fédérale d hygiène hospitalière. Federaal Platform Ziekenhuishygiëne. Baudouin BYL Annette Schuermans Anne Simon

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER VERGELIJKING met

ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE

Bevraging AZ begroting 2014 Resultaten

Afspraken ketenzorgindicatoren in S3

Kwaliteitszorg verzilverd?

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN ONDERVOEDING

VISIE DOCUMENT COLLEGE VAN CARDIOLOGIE

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker

VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN

Toelichting sterscores op Vergelijk en Kies. November 2014

25 APRIL Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen

Voor Prof. J. Janssens, Voorzitter, De Secretaris, C. Decoster BRUSSEL, 12/10/2006. Afdelingen Programmatie & Erkenning en Financiering ---

Nationale Campagne Safe Surgery Checklist Eerste resultaten en doelstellingen van de federale overheid

Situering Vlaams Patiëntenplatform vzw (VPP) - onafhankelijk platform - Bijna 100 patiëntenverenigingen - Ervaringsdeskundigen

Analyse ziekenhuiswebsites

Aanwezigheid van extern personeel in het operatiekwartier

Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg. Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X

Vlaams Indicatoren Project VIP²: Handhygiëne

Geïntegreerde zorg voor

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Factsheets indicatoren Verwisseling van en bij patiënten

SURVEILLANCE VAN MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

HANDLEIDING VOOR KWALITEITSMETING PALLIATIEVE ZORG

De zorgverzekeraar als innovator

KWALITEITSINDICATOREN BINNEN DE ALGEMENE ZIEKENHUIZEN

VR DOC.0653/1BIS

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD Versie mei 2016

Implementatie en gebruik van de checklist in het operatiekwartier Rapport 2013

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid

Hoe zorgverzekeraars de kwaliteit van de zorg in beeld willen krijgen

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2

Aanwezigheid van extern personeel in het operatiekwartier

Klinische netwerken: uitdagingen, verantwoordelijkheden en middelen van een ziekenhuismutatie

FAQ. (1) Vragen over de vragenlijst

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Bevraging over de interne organisatie van het kwaliteits- en patiëntveiligheidsbeleid in Vlaamse ziekenhuizen

Vitaal bedreigde patiënt: de structuur van het spoed interventie systeem

R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

VR DOC.0357/1BIS

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Strategische visie Werkgroep Ziekenhuisgeneeskunde Dr. K. Magerman voorzitter werkgroep ZHgeneeskunde BAPCOC

Vlaams Indicatoren Project VIP²: Handhygiëne

INTRODUCTIE: VLAAMS INDICATOREN PROJECT GGZ

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 mei 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen

STUDIE INZAKE DE ONTWIKKELING VAN EEN REGISTRATIE-INSTRUMENT VOOR PALLIATIEVE ZORG

Factsheets indicatoren Vroege herkenning en behandeling van pijn. Structuurindicatoren

Advance Care Planning in België

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Evaluatie van Open Bedrijvendag

az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP²

Contract kwaliteit en patiëntveiligheid 2016 Sp-ziekenhuizen

HANDLEIDING VOOR KWALITEITSMETING PALLIATIEVE ZORG

Lijst van kwaliteitsindicatoren voor de ziekenhuishygiëne in acute ziekenhuizen

Antibioticaprofylaxe bij hysterectomie. % verblijven voor een hysterectomie waarbij antibioticaprofylaxe gebeurde volgens de antibioticarichtlijnen

Indicatoren nieuwe CBO richtlijn bloedtransfusie: een eerste evaluatie

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Vlaams Indicatoren Project VIP²

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning

Het Terminologiebeleid in België Het actieplan e-gezondheid

Kwaliteitsstandaard Organisatie van Intensive Care. De kwaliteitsstandaard voor de organisatie van de intensive care in het landelijk Register

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 28 juni

Goede scores voor het OLV Ziekenhuis

PREVENTIE VAN VAP. De gebundelde aanpak. Sonia Labeau. VLAAMSE VERENIGING INTENSIEVE ZORGEN VERPLEEGKUNDIGEN (vzw)

PERFORMANTIE INDICATOREN EN ZIEKENHUISMAANGEMENT. Hugo Casteleyn AZ St-Blasius DENDERMONDE

Antibioticaprofylaxe bij het plaatsen van een totale heupprothese

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

Evidence based oncology

Petra van Pol Voorzitter Connect Cardioloog, Alrijne Ziekenhuis

Transcriptie:

Ziekenhuisfinanciering & Pay-for-Quality / Pay-for-Performance. Een concreet projectvoorstel aan de Minister. Dirk Ramaekers, oktober 2015, interne nota overleggroep Inleiding In de hervormingsplannen van Maggie De Block, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, is er een specifiek luik voorzien dat zorgkwaliteit wil belonen. Voor het opzetten van een P4Q/P4P project dient voorafgaand verwezen naar de bestaande evidence over P4Q/P4P wat werkt er en wat werkt er niet? en naar bestaande implementatie-modellen (bvb. het MIMIQ model, Van Herck P et al.). Meerdere studies en KCE-rapporten leveren ruimschoots voldoende achtergrondinformatie. Het warm water dient niet terug uitgevonden te worden. De huidige evidence toont weliswaar een vrij somber beeld over de eigenlijke effecten op zorgkwaliteit van diverse P4Q/P4P systemen in overwegend de Angelsaksische landen. Op basis van de beschikbare evidence kan er op dit ogenblik niet besloten worden welk P4Q/P4P financieringsmechanisme in België zou werken. Er is niet zoiets als een one size fits all. Dit voorstel vertrekt van de hypothese dat in het Belgisch systeem - met een erg specifieke gemengde financiering (DRG-based financing in combinatie met fee-for-service) - een HQID-gebaseerd model mogelijks kan werken. In een sterk nomenclatuur gedreven systeem, waar zich de voorbije jaren ook een ontluikende quality drive binnen een deel van de ziekenhuissector aan toevoegt, zou een HQIDlike systeem mogelijks beide incentives weten te combineren. De uitvoering van een P4Q/P4P-project moet uiteraard gepaard gaan met een professionele evaluatie en bijsturing. In de evaluatie van het project dient ook gespeurd naar mogelijke perverse effecten zoals cherry picking en risicoselectie. Dit zijn klassiek ook de argumenten van belangengroepen om belonen van zorgkwaliteit tegen te houden. Zijn de randvoorwaarden om P4Q/P4P toe te passen vervuld in België? Op het eerste zicht lijkt het antwoord hierop volmondig neen te zijn. België is immers een land waar men, in tegenstelling tot vele andere Westerse landen, in de laatste 20 jaar er niet in geslaagd om een uniform en in alle Belgische ziekenhuizen toegepast systeem van kwaliteitsindicatoren in te voeren. P4Q/P4P staat of valt uiteraard met de beschikbaarheid van voldoende valide kwaliteitsmetingen. Toch beschikken we over heel wat registers en databanken in België. Bijkomend is er sinds enkele jaren in Vlaanderen het VIP 2 -project, een initiatief vanuit de ziekenhuiskoepels, de hoofdartsen en de Vlaamse overheid, waaraan alle Vlaamse ziekenhuizen deelnemen. Stap voor stap worden een toenemend aantal valide ziekenhuisbrede en pathologie-gebonden kwaliteitsindicatoren publiek transparant bekend gemaakt. Ook een aantal Brusselse en Waalse ziekenhuizen vertonen interesse in deze indicatoren. Louter mathematisch is de meerderheid van Belgische ziekenhuizen dus al op een of andere mate bezig met kwaliteitsindicatoren die enige validiteit en systematiek beginnen te vertonen. Ook worden er momenteel al significante kwaliteitsmiddelen aan ziekenhuizen toegekend (onder meer via het onderdeel B4 van de ziekenhuisfinanciering) zonder dat daar enig resultaat op het vlak van patiëntuitkomsten tegenover moet staan. Deze middelen kunnen efficiënter ingezet worden. 18/10/2015 1

Het is weinig waarschijnlijk dat de randvoorwaarden zich spontaan zullen vervullen. Op het ogenblik dat politiek beslist worden om met een P4Q/P4P project van deze aard van start te gaan, zal - mits een professionele projectgroep met voldoende autonomie - een opstarttijd van 12-18 maanden nodig zijn. Ziekenhuizen stappen vrijwillig in het P4Q/P4P project. Deelname impliceert naast de financiële component immers ook volledige publieke transparantie van de kwaliteitsmetingen waarop de P4Q/P4P gebaseerd is en het zou kunnen dat nog niet alle Belgische ziekenhuizen al zo ver geëvolueerd zijn dat zij transparantie als de norm beschouwen. Niet-deelnemers zullen wel minder kwaliteitsmiddelen uit het BFM ontvangen, maar kunnen voorlopig hun beslotenheid handhaven. Een concreet voorbeeld van hoe een P4Q/P4P project met toepassing op Belgische ziekenhuizen zou kunnen starten Op basis van de beschikbare evidence en de assumptie dat in Belgische ziekenhuizen de zorg prestatiegedreven is, is dit voorstel ontwikkeld op basis van het Hospital Value-Based Purchasing (VBP) Program van CMS dat gemodelleerd werd uit het Premier Hospital Quality Incentives Demonstration (HQID) initiatief uit de Verenigde Staten. Daarnaast is ook het Advanced Quality program (sterk gelijkend op HQID) dat werd gebruikt in 24 acute ziekenhuizen in het noordwesten van Engeland (populatie 7 miljoen inwoners) een belangrijk ijkpunt omdat in die context een effect op mortaliteit werd aangetoond. In het CMS systeem worden voor een bepaalde periode (bvb. per jaar) een hele reeks procesindicatoren gemeten, een beperkter aantal mortaliteitsmetingen en een aantal dimensies van patiëntervaring. Per ziekenhuis leidt dit tot een totaalscore. Bijkomend kan vanaf het tweede jaar de evolutie van een individueel ziekenhuis ten opzichte van de referentieperiode in een ratio omgezet worden. Alle scores samen vormen een welbepaalde distributie. Indien de target levels van de indicatoren dusdanig bepaald zijn dat de meeste ziekenhuizen nog kunnen verbeteren, verwachten we een min of meer Gaussiaanse distributie. Daarop wordt een threshold bepaald, bvb. op het 50 ste percentiel. De benchmark wordt voldoende hoog gelegd, bvb. op het gemiddelde van het bovenste deciel. Enerzijds kan een individueel ziekenhuis dan achievement points halen, door zijn positie te vergelijken met de positie van de andere deelnemende ziekenhuizen. Positie op of boven de Benchmark: 10 punten Positie onder de Threshold: 0 punten Positie gelijk of groter dan de Threshold en kleiner dan de Benchmark: 1-9 punten Vanaf het tweede jaar kan men ook improvement points bepalen door het verschil tussen de twee jaren te berekenen en ook hierop weer een threshold en benchmark te plaatsen en bovenstaande limieten toe te passen. De middelen worden dan verdeeld in functie van deze punten. Het werken met achievement points introduceert meer competitie in het systeem en zal bij de start ook die ziekenhuizen, waar kwaliteit al langer hoog op de agenda staat, belonen. Het gebruik van improvement points laat toe dat meer achtergestelde ziekenhuizen toch ook beloond worden voor hun verbeterinspanningen. In de praktijk zal mogelijks een gemengd systeem dat start met achievement points in het eerste jaar goed voor die ziekenhuizen die hierin al sterk geïnvesteerd hebben de voorbije jaren en dan vanaf het tweede jaar een 50/50 gebruik van beide puntensystemen, de voorkeur genieten. 18/10/2015 2

Hoeveel middelen zijn er extra nodig om P4Q/P4P in België in te voeren? In diverse landen heeft de invoering van P4Q/P4P tot significante meerkosten geleid. In een budgetneutrale omgeving gaat de voorkeur uit naar een relatieve in plaats van een absolute P4Q/P4P financiering. Dit voorbeeld gaat uit van een reallocatie vanuit bestaande financiering en geen bijkomende middelen (behoudens dat dit in de begroting 2016 toch zou voorzien zijn?). Concreet worden de B4 middelen, momenteel onder de noemer kwaliteit of veiligheid, hiervoor gebruikt. Met de bevoegdheidsoverdracht van de kwaliteitsevaluatie van de ziekenhuizen naar de gemeenschappen in het kader van de 6 e Staatshervorming, kunnen hieraan ook de middelen van onder meer de Colleges toegevoegd worden. Een identiek bedrag wordt toegevoegd vanuit de ZIV-honorariummassa van alle zorgverstrekkers verbonden aan een ziekenhuis. In totaal kan zo een bedrag tot 10 à 20 miljoen herverdeeld worden. Welke relevante indicatoren zouden we in België hiervoor kunnen gebruiken? Dit voorbeeld is een gefaseerd voorstel waarbij er wordt gestart met reeds beschikbare of relatief snel beschikbare indicatoren, voornamelijk structuur- en procesindicatoren. Zodra er op nationaal niveau meer valide outcome-indicatoren beschikbaar zijn, wordt er overgeschakeld naar een mix van procesen outcome-indicatoren. Deze laatste indicatoren dienen nu wel al gedefinieerd te worden. In een derde stap worden er patiëntervaring-indicatoren aan toegevoegd. Het voordeel van deze gefaseerde aanpak is dat we nog deze legislatuur van start kunnen gaan met een P4Q/P4P systeem (onder projectvorm). De volgende structuurindicatoren kunnen bijvoorbeeld gedocumenteerd worden door elk deelnemend ziekenhuis en gevalideerd door inspectiediensten (FOD, gemeenschappen) en krijgen al dan niet een punt toegekend: 1. Accrediteringsstatus (JCI of NIAZ-QMentum) (Ja/Neen) 2. Formeel HR-artsenbeleid met minstens 2-jaarlijkse gedocumenteerde evaluatiegesprekken (90% compliantie als target) 3. Publieke transparantie via de website van het ziekenhuis of een centrale website van alle beschikbare en aan het ziekenhuis teruggekoppelde kwaliteitsregistraties vanuit de overheid en alle inspectierapporten (100% target) 4. Accreditatiestatus van het laboratorium klinische biologie, anatomopathologie, medische beeldvorming en ziekenhuisapotheek (geaggregeerde indicator met 3/4 target) 5. Validiteitsscore van geregistreerde gegevens in diverse registers (Kankerregister, QERMID, Procare, Orthopride, (aan te vullen) (Target 98% validiteit). De volgende procesindicatoren zijn, mits een bijkomende validatiestap voor sommige indicatoren, beschikbaar voor de Belgische ziekenhuizen tegen eind 2016: 1. Handhygiëne (WIV indicatoren) (target 80% als start, jaarlijks +5%) 2. Bloedtransfusie: volledige opspoorbaarheid en documentering tot op patiëntniveau (target 99% op onverwachte steekproef 50 willekeurige patiënten) 3. Systematisch gebruik Safe Surgery Checklist (VIP2 indicator in alle ziekenhuizen, target 98%) 4. Heropnames (target te bepalen uit spreiding IMA indicator, bvb. < 2% alle opnames) 5. Volledig geneesmiddelenvoorschrift (VIP2 indicator of onverwachte steekproef voorschriften 50 willekeurige patiënten met target 95%). 18/10/2015 3

Een aantal outcome-indicatoren voor frequente aandoeningen kunnen in principe in 2016 beschikbaar zijn voor alle Belgische ziekenhuizen. De nadruk ligt hierbij op de meer harde outcome-indicatoren, type mortaliteit of overleving. Deze zijn ook minder manipuleerbaar. 1. Borstkankerkwaliteitsindicatoren. Het Kankerregister heeft deze data voor alle ziekenhuizen. Voorlopig zijn daaruit al kwaliteitsindicatoren beschikbaar voor de Vlaamse borstklinieken. Vermits de data voorhanden zijn, kunnen snel de overlevingscijfers voor alle Belgische ziekenhuizen bekend zijn (cfr. project Stichting tegen Kanker). De targets zijn internationaal bepaald. 2. Cardiologische kwaliteitsindicatoren voor acuut coronair syndroom/myocardinfarct. Een reeks kwaliteitsindicatoren zijn in Vlaanderen recent wettelijk verplicht en de implementatie gaat van start in 2016. Vermits ook de meerderheid van Franstalige hartcentra deelnemen aan de onderliggende registraties, zijn de uitkomstindicatoren (o.a. overleving) na een bijkomende validatiestap voor alle Belgische hartcentra berekenbaar. Targets zijn internationaal en uit evidence te bepalen. Op het vlak van patiëntervaring-indicatoren gebruikt momenteel een 45-tal (Vlaamse ziekenhuizen) de Vlaamse Patiënten Peiling. Deze werd ontwikkeld door het Vlaams Patiëntenplatform (VPP) en wetenschappelijk gevalideerd. De twee globale indicatoren uit deze peiling zijn ook al publiek beschikbaar via de centrale website www.zorgkwaliteit.be. De 26 detailindicatoren zijn al terug te vinden op individuele websites van ziekenhuizen. Daarnaast is er ook een indicator die de gebruiksvriendelijkheid van de website van het ziekenhuis aangeeft. 1. De gemiddelde score van de beoordeling van het ziekenhuis door de patiënten. 2. De mate waarin het ziekenhuis wordt aanbevolen door de patiënten aan vrienden en familie. 3. Patiëntgerichtheid van ziekenhuiswebsites. Om ze te kunnen gebruiken dienen streefwaarden bepaald te worden, dan wel een continue puntenschaal gebruikt te worden op basis van de distributie. In het CMS-systeem komt een deel van de punten ook uit soortgelijke patiëntervaring-metingen. Of de hoger vermelde patiëntpeiling mag gebruikt worden voor P4Q/P4P doeleinden, dient vooreerst wel gevraagd aan de eigenaar van de peiling, het VPP. Mits nog enkele standaardisatiestappen in de methodologie, lijkt dit bijzonder valide indicatoren op te kunnen leveren. Transparantie over de aanwending van de P4Q/P4P middelen De middelen die het ziekenhuis via P4Q/P4P ontvangt, worden intern in het ziekenhuis gealloceerd in een paritair beheerd kwaliteitsfonds. Die middelen dienen geïnvesteerd in specifieke kwaliteitsprojecten waarbij het ziekenhuis kan bewijzen dat ze de patiëntervaring of veiligheid verbeteren. De kwaliteitsverbeterende bestedingen die hieruit voortvloeien worden transparant gemaakt via de website van het ziekenhuis. Tot slot Deze nota wenst vooreerst aan te tonen dat het in België wel degelijk technisch haalbaar is om een P4Q/P4P systeem te implementeren, zeker indien dit gefaseerd kan gebeuren. Evident vergt een dergelijke voorzet een meer gedegen uitwerking en technische toetsing. Ongetwijfeld zullen er nog alternatieve berekeningswijzen mogelijk zijn en ook op het vlak van mogelijke indicatoren is de lijst in deze nota niet exhaustief. 18/10/2015 4

Simultaan dient er op federaal niveau in nauw overleg met de gemeenschappen te worden ingezet op het ontwikkelen van een valide P4Q/P4P kwaliteitsindicatoren-dataset. Daarbij kan zeker geput worden uit de ervaring en de resultaten die de voorbije jaren in de Vlaamse ziekenhuizen geboekt werden met de progressieve invoering van diverse kwaliteitsindicatoren. Publieke transparantie maakt een wezenlijk onderdeel uit van dat beleid. De beste stuurlui staan zoals immer aan wal. 18/10/2015 5