Werkgroep zorgregio s Oost-Vlaanderen 07/11/2013 Aanwezig: - Familiezorg O.Vl.: Mieke Ruys - Vlaams Ergotherapeutenverbond: Jan Lambrecht - LOGO Gezond +: Marleen Roesbeke - Logo Dender: Sophie Goetghebeur - LOGO Waasland: Hilde Servotte - AXXON: Stefaan Peeters - SEL zorgregio Gent: Filip Van Houtte, Patrick Verdonck - SEL Waasland: Hans De Beule, André Bolssens - SEL Aalst: Jan Palstermans - Federatie van Belgische Podologen: Mevr. Charlotte De Jonckheere - Huisartsenplatform Oost-Vlaanderen (HUPLA): Yves Rosiers, Micheline Demeyer - Promov2 (overkoepeling Lokale Multidisciplinaire Netwerken Oost-Vlaanderen): Dimitri Gaethofs (LMN Vlaamse Ardennen), Carine Mosselmans (LMN Lokeren/Lochristi), Eline Beddeleem (LMN Samen in zorg (Gent-Merelbeke); Kristy De Fluiter (LMN Vehamed) - KOVAG: Marleen Haems - VBVZ: Hugo Baert - Wit-Gele Kruis O. VL: Ariane Verpoort - De Voorzorg: Patricia Lebeer - Solidariteit Voor Het Gezin: Karien Louagie - RWOM: Marc Arnaut - RWOD : Marleen Stautemas - Dienst Maatschappelijk Werk van CM Midden-Vlaanderen: Linda Schauvliege - Regionale Dienstencentra van CM Midden-Vlaanderen: Inge Geers - Vlaamse Vereniging Logopedisten: Marleen D'hondt en Heidi Vandewiele - NPZ Gent-Eeklo: Elfriede Maes - NPZ Z-O.Vl: Christine Duthoy - NPZ Waasland: Karina Pieters - VVT: Philippe Decroock - Familiehulp: Harlinde Exelmans Verontschuldigd: - Belgische Federatie van Psychologen: Koen Lowet
A. Toelichting bij de opdracht Bestuderen van de creatie van een geïntegreerd mesoniveau op de eerstelijn. - Structurering van mesoniveau op twee zorgregioniveau s (Vlaanderen): Niveau kleine stad: 60 eenheden Niveau regionale stad: 15 eenheden Oefening doen met hele eerste lijn om tot functionele mesoniveau s te komen - Mesoniveau: niveau dat de eerstelijnsgezondheidswerkers ondersteunt. - Bevolking: 75.000-125.000 inwoners (streefcijfer, afwijkingen mogelijk afhankelijk van situatie landelijk/stedelijk) Functionele mesoniveau s uitwerken: - Mesoniveau s die de organisatie van het overleg op de eerste lijn versterken. - Een optimaal organisatiemodel uittekenen. - In vraag durven stellen wat niet goed functioneert en andere regio-indeling zorgregio s voorstellen indien dit het multidisciplinaire overleg op de eerste lijn kan versterken binnen deze regio s. - Provincie- en gemeentegrenzen respecteren. Er wordt per provincie en binnen de gemeentegrenzen gewerkt; het kabinet legt dit op. Inhoudelijk bepalen wat men praktisch wil organiseren op dit zorgregioniveau: - Vraag uitwerken: wat wil men praktisch organiseren binnen de zorgregio s en de respectievelijke niveau s kleine stad en regionale stad? Belangrijker dan enkel de territoriale indeling is tot afspraken te komen wat men juist op deze niveaus wil organiseren. - Hoe gaan we de multidisciplinaire samenwerking in de eerste lijn organiseren? - Vraag wordt gesteld waarom we het vandaag vooral over de territoriale indeling zouden hebben, daar waar men graag eerst inhoudelijk de discussie voert. Eerstelijnsgezondheidsorganisaties voorbereiden op chronische zorg en dit multidisciplinair waarmaken.
- Er is een evolutie naar meer chronische zorg. - Binnen de zorgregio s kunnen we dit functioneel maken. B. Zoeken naar functionele werkvormen die haalbaar zijn. Algemene opmerkingen - Verder gaan op wat nu goed functioneert (waar het overleg nu reeds vlot verloopt): gebruik bestaande en functionele entiteiten. Rekening houden met de huidige indeling van beroepverenigingen eerste lijn, netwerken eerste lijn (Lokale Multidisciplinaire Netwerken, SEL, LOGO, etc ), thuisverpleging, etc Er is altijd verbetering mogelijk, maar het mag niet wringen op het veld. Het moet vooral functioneel zijn (en als dit nu zo is moeten we de bestaande structuren behouden). - Beste formule zoeken om de zorg op de eerste lijn functioneel te organiseren. - Zorgregiodecreet is verouderd. Er werd bij het opstellen van de studie voor het decreet te weinig gekeken naar de gezondheidszorg en de populatiestromen zijn ondertussen veranderd. De ganse tweede lijn is ook hervormd. - Er moet gekeken worden naar het operationele niveau en organisatieniveau. Het is belangrijk dat de patiënt centraal staat. De organisatie moet dicht genoeg bij de burger en gemeente staan. De patiënt zou in feite moeten bevraagd worden. - Het is een opportuniteit om de zorgverleners af te stemmen op wat de organisaties in de eerstelijns gezondheidszorg onder elkaar opgebouwd hebben (de samenwerkingsverbanden die er gegroeid zijn). Waar het goed gaat kunnen we dit best zo houden en de zorgregio s daar op afstemmen, anders moet er weer van nul herbegonnen worden. - Preventieve sector is anders georganiseerd dan curatieve sector. Hier kan best rekening mee gehouden worden. - De overheid heeft waardevolle structuren op het veld ter beschikking, die ze kan optimaliseren door deze extra te ondersteunen. Deze structuren kunnen het veld en de zorgverleners mee betrekken en ondersteunen om de zorgregio s verder mee waar te maken. - Er wordt flexibiliteit gevraagd: als iedereen bereid is tot flexibiliteit op regioniveau dan moeten we ons niet vastpinnen op de regio s. We moeten slim samenwerken.
- Vraag stellen wie op welk niveau een meerwaarde kan betekenen. - Rekening houden met een kritische benedengrens, anders verlies je aan participatie. - Organisatie niveau: kijken dat het op het operationele niveau werkt. - Integraal beleid voeren. - Ook rekening houden met financieringsmechanismen. Opmerkingen per beroepsgroep, netwerk, (dit is geen volledige oplijsting van alle opmerkingen; indien uw opmerking hier niet bij staat kan u dit nog doorgeven aan Gert Merckx zodat het verslag verder kan aangevuld worden). - AXXON heeft bij de oprichting van de kringen rekening gehouden met de huisartsenkringen. Zo kort mogelijk bij de patiënt georganiseerd. - KOVAG: huidige indeling valt vrij goed samen met huisartsenkringen. - VBVZ: belangrijk is om mensen te verzamelen en te bereiken die aan het bed betrokken zijn. Hoe die structuur ook is, dat maakt niet zo veel uit. - Vlaamse Vereniging Logopedisten en Federatie van Belgische Podologen: werken op basis van vrijwilligers en zijn kleine organisaties die voornamelijk op Vlaams niveau georganiseerd zijn. Stellen zich de vraag of hun aanwezigheid op de vergadering noodzakelijk is (tijdsgebrek). - Vlaams Ergotherapeutenverbond: vinden schaalverkleining wel belangrijk, maar hoe maakt niet uit. - VVT: Tandartsen hebben ook hun plaats op gebied van preventie, ouderenzorg, bijscholing en peer review, wachtdienst Op welk niveau moet bekeken worden. - LOGO: 13 jaar geleden werd er geherstructureerd. Het hogere niveau (regionaal stedelijk gebied) wordt nu als functioneel gezien en men vindt het weinig zinvol om terug te herstructureren. - SEL/LOGO en ook nog andere organisaties merken op dat Merelbeke/Destelbergen/Melle anders is dan Gent. Organisatorisch zou dit dus beter als een aparte eenheid beschouwd worden. Nu al werken veel organisaties me een aparte deelregio Gent Centrum.
- Belangrijke partners zijn niet op het overleg (vooral op welzijnsvlak). De SEL kan de partners die ontbreken niet vertegenwoordigen. Anderzijds merkt Domus Medica op dat de opdracht reeds open getrokken werd en dat reeds heel wat organisaties/netwerken betrokken werden die niet rechtstreeks vernoemd werden in de opdracht. De opdracht beperkte zich tot de curatieve sector. C. Afspraken Iedere organisatie beantwoordt tegen 31/01/2014 2 vragen: (zie ook powerpoint) - Vraag 1: op welk niveau moet wat georganiseerd worden? Wat op niveau kleine stad (60 eenheden) organiseren Wat op niveau regionale stad (15 eenheden) organiseren - Vraag 2: Binnen welke regio s denkt u dat dit best georganiseerd wordt en waarom? In feite dus volgende vraag beantwoorden: wat wil je laten doen op welk niveau en wat heb je nodig om op die niveau s het meest performant te werken? Inventariseren: wat loopt er nu goed, wat loopt niet goed?