- de Beleidsregels Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet ;

Vergelijkbare documenten
Naam Beleidsregel handhaving Horeca-inrichtingen, waarop de vergunningplicht van artikel 3 Dranken Horecawet van toepassing is (2007)

Beleidsregel Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet Gemeente Tiel

DAMOCLESBELEID Hof van Twente Artikel 13b Opiumwet

GEMEENTEBLAD. Nr Damoclesbeleid 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK 2 WONINGEN. 20 december 2013

Besluit van de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent Damoclesbeleid Sittard-Geleen

Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Beverwijk 2018

Beleidsregel Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet

GEMEENTEBLAD. Nr

Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet

Beleidsregel handhaving Drank- en Horecawet (2013) Vaststelling 19 december 2013

Vast te stellen de beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid)

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam DAMOCLESBELEID

B&W 01 juli 2008 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET M.B.T. WONINGEN HELMOND 2008

CVDR. Nr. CVDR459391_1. Damoclesbeleid Maasgouw 2012

Damoclesbeleid Echt-Susteren

Nota van de Burgemeester

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet in de B5-gemeenten. Vastgesteld gewijzigde versie door de burgemeester op 27 mei 2014

Bekendmaking beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Weststellingwerf 2016

gelet op artikel 13b van de Opiumwet en het Hennepconvenant Limburg 2012;

Toelichting op Beleidsregels voor de toepassing van een last onder. bestuursdwang en bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b

Beleidsregel Victoriabeleid Valkenburg aan de Geul 2016

dat de navolgende criteria gelden bij de beoordeling van de vraag of tegen een coffeeshop wordt opgetreden:

gelet op artikel 13b van de Opiumwet en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Handhavingsbeleid drugs en overige (woon)overlast

Damoclesbeleid Medemblik 2016

Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet

gelet op de artikelen 13b Opiumwet en artikel 8:41 Algemene wet bestuursrecht

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET HELMOND 2012

Drank- en Horecawet 2013

Damoclesbeleid gemeente Heerhugowaard 2018

Bestuursrechtelijke sancties artikel 13B Opiumwet

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET 13b gemeente Deurne. vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol Opiumwet 13b gemeente Deurne

roerdalen gemeente Damoclesbeleid Roerdalen 2014 Artikel 13b Opiumwet Damoclesbeleid Roerdalen

Vast te stellen de hierna volgende beleidsregel handhaving illegale prostitutie.

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Vast te stellen hieronder opgenomen "Damoclesbeleid lokalen en woningen" op basis van artikel 13b Opiumwet

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND Besluit: vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol coffeeshops Helmond 2009

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND besluit vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol coffeeshops Helmond 2008

Damoclesbeleid Gemeente Sluis

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek

Beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet GEMEENTE HEEZE-LEENDE

CVDR. Nr. CVDR404391_1. Beleidsregel handhaving illegale prostitutie

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek

Beleidsregel artikel 13B Opiumwet gemeente Mill en Sint Hubert

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Helmond, ieder voor zover bevoegd;

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Overwegingen: een beleidsregel bij handhaven van artikel 13b Opiumwet bij een woning of een al dan niet voor publiek toegankelijk lokaal is wenselijk;

Beleidsregel handhavingprotocol coffeeshopbeleid en Opiumwet (Damoclesbeleid).

Beleidsregel handhaving Opiumwet bij hennepplantages in woningen en lokalen gemeente Alkmaar

Artikel 13b Opiumwet (de wet Damocles) is het juridische instrument om bestuurlijk op te treden tegen illegale verkooppunten van verdovende middelen.

Beleidsregels Wet Damocles (art. 13b Opiumwet)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

BELEIDSREGELS en HANDHAVINGSARRANGEMENT ARTIKEL 13B OPIUMWET Gemeente Vianen

dat door toepassing van artikel 174a Gemeentewet herhaling van overlast vanuit en rond woningen en lokalen kan worden voorkomen;

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET 13b HELMOND 2013

HANDHAVINGSARRANGEMENT GEMEENTE ALMERE 2013

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Twenterand 2012

Beleidsregel bestuurlijke sancties artikel 13b Opiumwet gemeente Overbetuwe 2015

Beleidsregel Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet

STAPPENPLAN 13b OPIUMWET

Beleidsregel Horecahandhaving

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Dongen 2017

GEMEENTE VALKENSWAARD

Gewijzigd handhavingsbeleid artikel 13b Opiumwet

Beleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13B Opiumwet

G E M E E N T E VLISSINGEN

DAMOCLESBELEID GEMEENTE LEEK 2013 t.a.v. het sluiten van woningen en lokalen

Besluit van de burgemeester

Beleidsregels van de burgemeester van Nuth voor toepassing van artikel 13b van de Opiumwet en artikel 174a van de Gemeentewet.

Beleidsregel artikel 13b Opiumwet Gemeente Lingewaal

Beleidsregel Damoclesbeleid gemeente Alkmaar

Beleidsregels van de Burgemeester van Heerlen voor de toepassing van artikel 13B Opiumwet en artikel 174A Gemeentewet

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Aalten 2017 (Wet Damocles)

1. De vestiging van coffeeshops wordt gedoogd indien de coffeeshop voldoet aan de volgende vestigingscriteria:

gelet op artikel 13b lid 1 van de Opiumwet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Beleidsregel handhaving Wet Damocles

Beleidsregel sluitingsbevoegdheid (vuur)wapens

Damoclesbeleid, beleidsregels artikel 13b Opiumwet

GemeenteLandgraaf. Handhavingsbeleid toepassing wet Damogles en wet Victoria

Handhavingsmodel horeca en alcohol

Vaststelling: 15 augustus 2012 Publicatie: 23 augustus 2012 Inwerkingtreding: 24 augustus Gemeente Medemblik, Damoclesbeleid 2012

Damoclesbeleid gemeente Eersel (Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet) Vastgesteld door de burgemeester van Gemeente Eersel d.d.

Beleidsregel sluiten van lokalen en woningen op grond van de wet Damocles (artikel 13b Opiumwet)

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Nissewaard gelet op artikel 13b van de Opiumwet en op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Beleidsregels voor de toepassing van een last onder bestuursdwang en/of bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid)

Beleidsregel sluiten van lokalen en woningen op grond van de Wet Damocles (artikel 13b Opiumwet) Damoclesbeleid gemeente Hilvarenbeek

Beleidsregel Handhavingprotocol artikel 13b Opiumwet gemeente Gemert-Bakel

Gemeente Rhenen = BELEIDSREGELS ARTIKEL 13b OPIUMWET GEMEENTE RHENEN

De Burgemeester besluit: 1. op grond van artikel 13b Opiumwet vast te stellen het Sanctiebesluit Coffeeshops 2013, dat luidt als volgt:

HANDHAVINGSBELEID TOEPASSING WET DAMOCLES EN WET VICTORIA VOERENDAAL 2018

Beleidsnota artikel 13 b Opiumwet gemeente Drimmelen

Beleidsregel sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen

Damoclesbeleid gemeente Waalre (Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet)

Sanctiebesluit Leiderdorp 2016 Drank en horeca

bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid 2019)

JŴX tfruntpn ĩ 5 FEB 2016 REG.NR.

Drugsbeleid gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2014

G m entebeek. In districtsverband (Westelijke Mijnstreek) isafgesproken om Damoclesbeleid in te voeren en dit beleid op elkaar af te stemmen.

Transcriptie:

Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2012 / 113 Naam Beleidsregel Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet Publicatiedatum 20 december 2012 Opmerkingen - Besluit van de Burgemeester van 18 december 2012, registratienummer 12.0022781 tot vaststelling van: - de Beleidsregels Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet ; - de beleidsregel vervangt de op 26 april 2007 vastgestelde Beleidsregel handhaving coffeeshops (bijlage 12b van de APV) en de op 25 september 2006 vastgestelde Beleidsregels Handhavingsprotocol growshops (GB06-092); - de beleidsregel vervangt tevens de bepalingen ten aanzien van artikel 13b Opiumwet in de op 26 april 2007 vastgestelde Beleidsregel handhaving Alcoholvrije inrichtingen en in de op 22 mei 2007 vastgestelde Beleidsregel handhaving Horeca-inrichtingen (2007). Deze beleidsregels blijven voor het overige van kracht. - de inwerkingtreding te bepalen op de dag na publicatie in het Gemeenteblad: 21 december 2012. Aantal bladzijden / verkoopprijs 10 / 0,50

Beleidsregel Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet Besluit burgemeester betreffende beleidsregel Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet Registratienummer: 12.0022781 De burgemeester van de gemeente Nijmegen, Overwegende dat de geldende handhavingsprotocollen voor bepaalde categorieën inrichtingen met betrekking tot artikel 13b Opiumwet aangevuld dienen te worden met de categorie woningen, niet-vergunningplichtige voor publiek geopende lokalen, niet voor publiek geopende lokalen en woningen in verband met de wijziging van de Aanwijzing Opiumwet, waardoor het I-criterium in Nijmegen van toepassing wordt, het handhavingsbeleid voor coffeeshops gewijzigd dient te worden Gelet op artikel 13b Opiumwet Besluit: 1. Tot vaststelling van de "Beleidsregel Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet" 2. De beleidsregel vervangt de op 26 april 2007 vastgestelde Beleidsregel handhaving coffeeshops en de op 25 september 2006 vastgestelde Beleidsregel Handhavingsprotocol growshops (2006) 3. De beleidsregel vervangt tevens de bepalingen ten aanzien van artikel 13b Opiumwet in de op 26 april 2007 vastgestelde Beleidsregel handhaving Alcoholvrije inrichtingen en in de op 22 mei 2007 vastgestelde Beleidsregel handhaving Horeca-inrichtingen (2007). Deze beleidsregels blijven voor het overige van kracht. 4. De inwerkingtreding te bepalen op de dag na publicatie in het Gemeenteblad Besloten op 18 december 2012 De burgemeester van Nijmegen, drs. H.M.F. Bruls

Beleidsregel Bestuurlijke artikel 13b Opiumwet 1. Inleiding Sinds 1999 is de mogelijkheid om bestuursdwang toe te passen door de burgemeester ter handhaving van de artikelen 2 en 3 van Opiumwet in voor het publiek toegankelijke lokalen en daarbij horende erven opgenomen in artikel 13b van de Opiumwet. Deze bevoegdheid staat bekend als de Wet Damocles. In 2007 is het toepassingsbereik van deze wet uitgebreid en sindsdien ook van toepassing op woningen en niet voor publiek toegankelijke lokalen. Artikel 13b Opiumwet eerste lid luidt als volgt: De burgemeester is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Bestuursrechtelijke maatregelen zijn reparatoire maatregelen, dat wil zeggen gericht op het ongedaan maken van de overtreding. Zij mogen niet dienen als punitieve sancties, dat wil zeggen niet zijn gericht op het bestraffen van overtredingen. Er hoeft geen sprake te zijn van overlast ten gevolge van drugsgerelateerde activiteiten om artikel 13b van de Opiumwet te kunnen toepassen. De enkele omstandigheid dat is geconstateerd dat drugs zijn verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig zijn, is voldoende voor de toepassing ervan. Om gebruik te maken van deze bevoegdheid is het wenselijk dat er een handhavingsbeleid is opgesteld, waarin wordt aangegeven hoe de burgemeester omgaat met deze bevoegdheid. Voor Nijmegen zijn reeds handhavingsprotocollen opgesteld voor een aantal categorieën inrichtingen. Deze bestaande protocollen dienen echter geactualiseerd te worden en voor een aantal soorten panden bestond nog geen protocol. Deze beleidsregel vervangt deze eerdere protocollen en ziet voortaan op alle panden en bijbehorende erven binnen het toepassingsbereik van artikel 13b Opiumwet. Het voorliggende handhavingsbeleid staat los van de strafrechtelijke handhaving. In voorkomende gevallen kan tevens strafvervolging worden ingesteld door het OM, naast de bestuurlijke handhaving op grond van artikel 13b Opiumwet. 2. Doel handhavingsbeleid Het handhavingsbeleid heeft tot doel: de activiteiten van gemeente, politie en justitie op elkaar af te stemmen en waar mogelijk complementair te laten zijn; te realiseren dat geconstateerde overtredingen gevolgd worden door een maatregel die qua intensiteit zo goed mogelijk aansluit bij de ernst van de overtreding en het daardoor ontstane gevaar voor de openbare orde; kenbaar te maken aan de overtreder welke maatregel hij van de overheid kan verwachten na een overtreding, waardoor er mogelijk een preventieve werking van uit gaat. door onderliggend beleid de motivering van de maatregel in een gerechtelijke procedure te versterken. 2

3. Algemene uitgangspunten voor optreden: Voor de bestuurlijke handhaving verstrekt de politie de benodigde informatie aan de burgemeester. Deze informatieverstrekking vindt schriftelijk plaats in de vorm van een politierapportage waarbij de burgemeester informatie krijgt over de geconstateerde feiten, het optreden en de bevindingen van de politie die voortvloeien uit een strafrechtelijk onderzoek. Daarbij wordt aangetekend dat aan de bewijslast voor bestuursrechtelijke maatregelen minder zware eisen worden gesteld dan in het kader van het strafrecht. Op grond van jurisprudentie wordt onder verkopen ook verstaan de voorbereidingshandelingen, zoals het maken van afspraken om drugs te verkopen tussen leverancier en afnemer, al dan niet via een tussenpersoon. Naast het feitelijk aantreffen van een handelshoeveelheid drugs in een woning/lokaal, kan drugshandel dus ook blijken uit andere feiten of omstandigheden, bijvoorbeeld verklaringen van kopers. Onder het begrip verkoop valt het totaal aan handelingen dat rechtstreeks tot de overdracht van het verkochte leidt. Ook bij het leggen van contacten, of als de levering en betaling niet plaatsvinden in de woning of het lokaal, kan toch sprake zijn van drugshandel vanuit de inrichting. Waar gesproken wordt over handel vanuit coffeeshop, growshop, smartshop, lokaal of woning wordt daaronder ook begrepen de daarbij horende ruimten en erven. Bij het toepassen van 13b Opiumwet kan door de burgemeester gekozen worden tussen een last onder dwangsom en een last onder bestuursdwang. Als beleidsuitgangspunt wordt als regel gekozen voor het toepassen van bestuursdwang en niet voor het opleggen van een dwangsom. Van een dwangsom mag in de meeste gevallen weinig effect worden verwacht, gelet op het feit dat het financiële gewin in het verdovende middelen-circuit dusdanig groot is dat met een dwangsom naar verwachting niet zal worden bereikt dat een overtreding ophoudt of niet meer wordt herhaald. Bestuursdwang is een directer middel dat in tegenstelling tot de dwangsom op termijn tot feitelijke beëindiging van de overtreding zal leiden. Bij het toepassen van een last onder bestuursdwang wordt vervolgens in principe gekozen voor (tijdelijke) sluiting van het lokaal. Dit moet als de meest effectieve maatregel worden beschouwd om de met de Opiumwet strijdige situatie te doen beëindigen en herhaling ervan te voorkomen. Bij wijze van uitzondering kan in concrete gevallen, waar het middel van sluiting niet adequaat of niet evenredig is, bekeken worden welke andere vorm van bestuursdwang dient te worden toegepast. In beginsel sluit de zwaarte van de maatregel in de matrix aan op de aard en frequentie van de overtreding van de Opiumwet, teneinde te bereiken dat de overtreding ongedaan wordt gemaakt dan wel herhaling wordt voorkomen. De gekozen termijn is noodzakelijk om niet alleen feitelijk de overtredingen van de Opiumwet te voorkomen, maar ook om in voorkomende gevallen de bekendheid van het pand of erf als locatie waar soft- of harddrugs worden verkocht of daartoe aanwezig zijn, weg te nemen. De burgemeester heeft bij het vaststellen van de maatregelen in de matrixen een belangenafweging gemaakt, waarbij naast de bovengenoemde aspecten ook verloedering van de wijk, eventuele verstoring van de openbare orde, aantasting van de geloofwaardigheid van de overheid en het belang van handhaving van de Opiumwet zijn afgewogen tegen de belangen van de exploitant van het lokaal of de woning. Bij het vaststellen van handhavingsmaatregelen voor de illegale verkoop van paddo's is rekening gehouden met de begin 2009 door de driehoek vastgestelde werkwijze. Ter voorbereiding van een besluit tot het opleggen van een last onder bestuursdwang, wordt het voornemen bekend gemaakt waartegen zienswijzen, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling, kunnen worden ingediend (artikel 4:8 en 4:9 Awb). Hiervan wordt afgezien 3

indien de vereiste spoed zich daartegen verzet (artikel 4:11, onder a Awb). De last onder bestuursdwang inhoudende de sluiting, wordt bekend gemaakt aan diegene die bevoegd is de last uit te voeren. De last houdt in dat het pand ontoegankelijk is en blijft gedurende de termijn van sluiting en dat een aankondiging van de sluiting duidelijk zichtbaar moet worden aangebracht op het betreffende pand. De last zal een concrete omschrijving inhouden van wat moet worden gesloten en gesloten moet worden gehouden en in voorkomend geval een nadere aanduiding van de betreffende ruimten dan wel de erven. Indien de overtreder geen gevolg geeft aan de last, zal de burgemeester overgaan tot feitelijke sluiting. overgaan en zal de woning, het lokaal of gebouw ontoegankelijk worden gemaakt of worden verzegeld. Ook de eigenaar kan gedurende de sluiting niet over zijn eigendom beschikken. De Algemene plaatselijke verordening bevat in artikel 2.4.5 een verbodstelsel m.b.t. het betreden van gebouwen die zijn gesloten op grond van artikel 13b van de Opiumwet. In beginsel wordt bij het opleggen van een sluitingsmaatregel een begunstigingstermijn gegeven van minimaal drie werkdagen. Indien echter het lokaal al gesloten is ten tijde van het nemen van de maatregel, bijvoorbeeld in verband met een politieonderzoek of omdat de exploitant in voorlopig hechtenis zit, dan kan worden volstaan met een kortere begunstigingstermijn. In het besluit tot het opleggen van een last onder bestuursdwang zal tegelijk een aanzegging tot kostenverhaal plaatsvinden in geval het bestuursorgaan de last dient uit te voeren. Dit is het geval wanneer de last niet binnen de in het besluit aangegeven begunstigingstermijn geheel wordt uitgevoerd. De kosten van bestuursdwang worden op basis van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht op de overtreder(s) verhaald. De maatregelen genoemd in de matrix geven een richtlijn. In voorkomende gevallen kan de burgemeester gemotiveerd afwijken van het beleid en de daarin genoemde (zwaarte van de) maatregel. Bijvoorbeeld indien er duidelijk geen sprake is van een incidentele overtreding, maar van een structurele en/of grootschalige handel. Indien na de 1 e constatering een waarschuwing is gegeven, dient de 2 e constatering in alle gevallen binnen een periode van 2 jaar gedaan te worden, om een maatregel op te kunnen leggen. Indien er na de waarschuwing een periode van meer dan 2 jaar is verstreken, wordt er bij een volgende constatering opnieuw een waarschuwing gegeven en wordt gehandeld alsof het de eerste overtreding betreft. Indien er een bestuurlijke maatregel is opgelegd, wordt er gedurende 5 jaar niet meer eerst gewaarschuwd alvorens een maatregel te nemen bij een volgende overtreding voor (eventueel andere) feiten, waarvoor volgens de matrix eerst gewaarschuwd wordt. Wordt er vervolgens gedurende 5 jaar geen overtreding geconstateerd, dan wordt bij de eerstvolgende constatering weer eerst gewaarschuwd, indien een waarschuwing vereist is volgens de matrix. Indien er een 3 e of 4 e constatering plaatsvindt, en hiervoor geen specifieke maatregel wordt genoemd in de matrix, beslist de burgemeester of nogmaals een zelfde maatregel wordt genomen of dat een verzwaring van de maatregel als genoemd voor de 2 e constatering plaatsvindt. In de handhavingsmatrixen zijn geen specifieke maatregelen opgenomen tegen hennepplantages op grond van artikel 13b Opiumwet, aangezien de jurisprudentie over de mogelijkheid om deze bestuursrechtelijke maatregel tegen een plantage toe te passen nog niet uitgekristalliseerd is en er sprake is van tegenstrijdige uitspraken van rechtbanken. 4

4. Handhavingsmatrix coffeeshops Een coffeeshop is een inrichting waarin onder bepaalde voorwaarden (de zogenaamde gedoogcriteria, vastgesteld door het College van Procureurs-Generaal) de verkoop van softdrugs wordt gedoogd. Het niet naleven van deze voorwaarden kan leiden tot vervolging wegens softdrugshandel èn bestuurlijke maatregelen op grond van de Opiumwet. Verder kan de gemeente met behulp van de Opiumwet bestuurlijk optreden tegen overtredingen van het gemeentelijke coffeeshopbeleid. In Nijmegen moeten coffeeshops voor hun horeca-activiteiten beschikken over een exploitatie-vergunning als inrichting bedoeld in artikel 2.3.1.1 eerste lid, sub a onder 2 APV. Uit de in deze vergunning opgenomen bepalingen blijkt tevens dat in de vergunde inrichting de verkoop van softdrugs onder voorwaarden wordt gedoogd. De overtredingen van de bepalingen van het lokale coffeeshopbeleid worden in principe met artikel 13b Opiumwet gehandhaafd, maar optreden op grond van de APV blijft daarnaast mogelijk. Indien er sprake is geweest van een overtreding van een I-AHOJ-G-criterium of vergunningvoorwaarde of ander feit, waarvoor een waarschuwing is gegeven, dan volgt ook een maatregel als vervolgens een ander I-AHOJ-G-criterium of vergunningvoorwaarde wordt overtreden. Het voeren van niet toegestane vormen van Affichering door coffeeshop: expliciet tonen/verwijzen naar prijslijsten, tonen van opsomming en/of beschrijving van producten en/of afbeeldingen Het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben van Harddrugs in of vanuit de coffeeshop Overlast (o.a. parkeren, geluidshinder, ver-vuiling, rond-hangende klanten) sluiting voor periode van twee weken en, indien omvang en duur van de handel daartoe aanleiding geven, intrekking van de exploitatievergunning o.g.v. 2.3.1.9 APV en intrekking van de exploitatievergunning o.g.v. 2.3.1.9 APV 5

Verkoop of toegang aan Jeugdigen Verkoop van Grote hoeveelheden, d.w.z. meer dan 5 gram per persoon per dag, maar minder dan 50 gram Verkoop van Grote hoeveelheden, d.w.z. meer dan 50 gram per persoon per dag, maar minder dan 5 kilo Verkoop van Grote hoeveelheden, meer dan 5 kilo per transactie Meer dan 500 gram aan handelsvoorraad aanwezig Maximale handels-voorraad door driehoek bepaald op 500 gram. Overtreding van het Ingezetenen-criterium Het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben van paddo s (hallucinogene paddenstoelen als bedoeld in de Opiumwet) in of vanuit de coffeeshop 3 e constatering 1 e constatering 2 e constatering 3 e constatering 1 e constatering en, indien omvang en duur van de handel daartoe aanleiding geven, intrekking van de exploitatie-vergunning o.g.v. 2.3.1.9 APV en intrekking van de exploitatievergunning o.g.v. 2.3.1.9 APV en, indien omvang en duur van de handel daartoe aanleiding geven, intrekking van de exploitatie-vergunning o.g.v. 2.3.1.9 APV sluiting voor periode van 1 jaar en intrekking van de exploitatievergunning o.g.v. 2.3.1.9 APV sluiting voor periode van zes maanden 4 e en verdere constatering: 6

Schijnbeheer of niet aanwezig zijn van op de vergunning vermelde beheerder (coffeeshopbeleid) Gebruik van de inrichting in strijd met de vergunningsvoorwaarden of nadere regels of andere bepalingen van het lokale coffeeshopbeleid 1e constatering: ; 2e constatering: sluiting voor de duur van drie maanden 3e constatering: sluiting voor de duur van één jaar 1e constatering: ; 2e constatering: tijdelijke sluiting/intrekking/ last onder dwangsom; 3e constatering: sluiting voor onbepaalde tijd of intrekking vergunning 5. Handhavingsmatrix growshops en smartshops Growshops zijn in dit verband inrichtingen waar alle benodigde voorwerpen plegen te worden verkocht om het kweken en oogsten van cannabisplanten mogelijk te maken en te verbeteren. Ze kunnen zich zowel richten op de particuliere thuiskweker als op grootschalige hennepteelt. Growshops zijn winkels, derhalve voor publiek toegankelijke inrichtingen, waarvoor in Nijmegen geen specifieke vergunningplicht geldt op grond van landelijke of lokale wetgeving. 1 Smartshops zijn ook winkels, waar in het algemeen smartdrugs en andere psycho-actieve substanties worden verkocht en accessoires voor het gebruiken van middelen. Ook smartshops zijn niet exploitatievergunningplichtig. Smartshops zijn jarenlang het legale verkooppunt geweest van hallucinogene paddenstoelen, totdat deze producten op 1 december 2008 op lijst II van de Opiumwet zijn geplaatst. Optreden is bij deze niet vergunningplichtige lokalen derhalve niet mogelijk op grond van een vergunningstelsel en daarbij horende voorwaarden, maar voornamelijk op grond van artikel 13B Opiumwet Het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben van drugs (middelen als bedoeld in de Opiumwet, anders dan hennepstekken of paddo s) in of vanuit een growof smartshop Het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben van hennepstekken in of vanuit een grow- of smartshop Het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben van paddo s (hallucinogene paddenstoelen als bedoeld in de Opiumwet) in of vanuit een grow- of smartshop sluiting voor onbeperkte tijd 1 Er is een voorstel tot wijziging van de Opiumwet in voorbereiding. Het nieuwe artikel 11a bevat de strafbaarstelling van alle handelingen die de (grootschalige) illegale hennepteelt voorbereiden of vergemakkelijken. Het omvat een verbod op het leveren van voorwerpen of gegevens waarvan de verkoper weet of moet vermoeden dat ze bestemd zijn voor hennepteelt. Dit is dus geen absoluut verbod op growshops en growshops, die alleen leveren aan de kleine thuiskweker, blijven dus legaal. 7

6. Handhavingsmatrix voor publiek toegankelijke lokalen Hieronder vallen de Drank- en Horecainrichtingen en de Alcoholvrije inrichtingen en de nietvergunningplichtige voor publiek toegankelijke lokalen. Drank- en Horeca-inrichtingen, ook wel natte horeca genoemd, zijn horeca-inrichtingen waar alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt. Bij niet-vergunningplichtige lokalen kan o.a. gedacht worden aan winkels, zoals internetwinkels of belwinkels. Op de Drank- en Horeca-inrichtingen zijn de bepalingen en de vergunningplicht van de Drank- en Horecawet van toepassing. Op grond van deze wet kunnen ook maatregelen worden genomen tegen overtredingen van de wet of van de vergunningvoorwaarden. Burgemeester en wethouders zijn tot de voorgenomen wijziging van de Drank- en Horecawet het bevoegde bestuursorgaan op grond van de Drank- en Horecawet. Na de wijziging wordt de burgemeester het bevoegde orgaan. Alcoholvrije inrichtingen, ook wel droge horeca genoemd, zijn horeca-inrichtingen waar ter plaatse etenswaren en alcoholvrije dranken genuttigd kunnen worden en afhaalzaken (winkels) waar etenswaren worden bereid om elders te worden genuttigd. Op grond van de APV is sinds 2003 voor deze inrichtingen een exploitatievergunning verplicht. Naast de Opiumwet zijn op deze inrichtingen de bepalingen van de Drank- en Horecawet en/of de Algemene Plaatselijke Verordening van toepassing, op grond waarvan handhavend kan worden opgetreden, veelal door de burgemeester. Op de niet-vergunningplichtige inrichtingen zijn behalve de Opiumwet vaak geen wettelijke regelingen van toepassing waarmee handhavend kan worden opgetreden. Het intrekken van een vergunning is dan niet mogelijk. Het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben van drugs in of vanuit het lokaal sluiting voor periode van één jaar en intrekking van de Drank en Horecavergunning o.g.v. artikel 31, eerste lid sub d Drank- en Horecawet danwel intrekking van de exploitatie-vergunning o.g.v. 2.3.1.9 APV 8

7. Handhavingsmatrix woningen en niet voor publiek geopende lokalen Hieronder vallen de panden met een woonbestemming die ook feitelijk als woning in gebruik zijn en de panden die niet voor publiek geopend zijn. Het verkopen, afleveren of verstrekken van gebruikers-hoeveelheden drugs dan wel daartoe aanwezig hebben van een kleine handelshoeveelheid drugs(<50 gram) in of vanuit de woning of lokaal sluiting voor periode van zes maanden 4 e constatering: sluiting voor de periode van één jaar Het verkopen, afleveren of verstrek-ken van grotere hoeveelheden drugs dan wel daartoe aanwezig hebben van een grote handelshoeveelheid (>50 gram) in of vanuit de woning of lokaal sluiting voor periode van zes maanden Indien in een woning drugshandel plaatsvindt moet er bij de uitvoering van de bevoegdheid van artikel 13b Opiumwet gelet op de bescherming van het privéleven (artikel 8 EVRM) in het bijzonder gelet worden of voldaan wordt aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Toepassing van artikel 13b Opiumwet wordt beschouwd als een ultimum remedium. Waar mogelijk heeft beëindiging van de huurovereenkomst door de verhuurder de voorkeur. Soms is de verhuurder daartoe niet bereid of betreft het een particuliere eigendomswoning. Bij drugshandel in gebruikershoeveelheden is een kortere sluitingsperiode proportioneel, omdat de bekendheid van het pand als drugspand sneller afgenomen zal zijn na de sluiting van het betreffende pand, aangezien gebruikers het pand regelmatig zullen bezoeken. Bij handel in grotere hoeveelheden is een langere sluiting nodig om de bekendheid weg te nemen omdat aan te nemen is dat deze groothandelaren het pand niet frequent bezoeken. 9