Liedvormen - Stel dat je maar een kort liedje mag zingen of spelen. Bij welk van deze stukken kan je maar een deel ervan zingen, zonder dat het vreemd klinkt? Duid deze onderverdelingen aan op de partituur. - Schrijf bij elk stuk de toonaard. Op welke toontrap eindigt elk deeltje? - Geef elk deel een letter. Het eerste deel krijgt de letter A. Het tweede deel krijgt de letter A als het identiek is aan het eerste, B als het volledig verschillend is en A als het lijkt op het eerste, maar als er toch een verschil is. Deze opeenvolging van letters noemen we de vorm. Toonaard: Vorm: Toonaard: Vorm: 1
Toonaard: Vorm: Een deel van een muziekstuk dat we ook afzonderlijk zouden kunnen uitvoeren, is een muzikale volzin. Een muzikale volzin bestaat doorgaans uit 2 delen: een deel waarin spanning opgebouwd wordt (= de voorzin) en een deel waarin de spanning oplost en tot rust komt (= de nazin). Meestal zijn de voor- en de nazin even lang. Kortere muziekstukken bestaan meestal uit 1, 2 of 3 van die muzikale volzinnen. Op basis hiervan delen we ze op in 3 groepen: Eéndelige liedvorm: bestaat uit één muzikale volzin, die eventueel nog eens herhaald wordt. De vorm is A of AA (of AA ) Tweedelige liedvorm: bestaat twee verschillende muzikale volzinnen. De vorm is AB. Driedelige liedvorm: bestaat uit drie muzikale volzinnen. We onderscheiden de reeksvorm (ABC) en de boogvorm (ABA of ABA ). 2
Een muzikale volzin wordt afgesloten door een cadens. Dit is een soort rustpunt in de muziek. Het soort cadens dat een muzikale volzin of een muziekstuk doorgaans afsluit, noemen we de volmaakte cadens. Bij elk soort cadens hoort een harmonische formule. Bij de volmaakte cadens is dat V-I. De voorzin van een muzikale volzin eindigt ook met een cadens, maar die klinkt veel minder als een definitief einde. Dit komt omdat de cadens niet op de tonica eindigt, maar op de dominant. Het akkoord dat ervoor komt maakt niet uit. De harmonische formule is dus zeer kort:...-v. Deze cadens heet een halve cadens. Luisteroefening: hoor je een volmaakte of een halve cadens? 1 4 2 5 3 6 3
Voorbeelden van een muzikale volzin: Amazing Grace Toonaard: Laatste noot van de voorzin =. Welke toontrap is dit? Laatste noot van de nazin =. Welke toontrap is dit? Hongaarse dans nr.3 van Johannes Brahms Toonaard: Laatste noot van de voorzin =. Welke toontrap is dit? Laatste noot van de nazin =. Welke toontrap is dit? Schrijf zelf een muzikale volzin van 4 maten (2x2) in 4/4 en fa groot. Op welke noten kan je de voorzin laten eindigen? Op welke noot moet de nazin eindigen? Maak nu met je muzikale volzin en die van je klasgenoten een één-, twee- of driedelige liedvorm. 4
Oefeningen Franz Schubert: Ländler D 378 nr.4 - Welke vorm heeft dit stuk? - Duid de cadenzen aan. Zoek hiervoor ook de toonaard: - Schrijf voor de eerste acht maten zelf een melodie met dezelfde begeleiding. Gebruik in je melodie vooral noten uit de drieklank die in de begeleiding gebruikt wordt. Je kan de drieklank op de onderste balk van het systeem schrijven, om je te helpen. 5
Luister naar deze aria. 1. Schrijf de naam van de cadenzen op de lijntjes. 2. Vul aan de hand hiervan de basnoten aan. 3. Duid de volzinnen en het vormschema aan. Uit: Die Zauberflöte Welke vorm heeft dit lied? Duid dit ook aan op de partituur. 6
Voor grotere stukken gebruiken we geen letter per muzikale volzin, maar voor een groter deel. Luister naar de volgende muziekstukken en probeer het vormschema aan te vullen: W.A.Mozart: Menuetto uit Ein kleine Nachtmusik: Een menuet is een dans in driekwartsmaat die deze vorm heeft: (of ). Het -deel noemen we menuet, het -deel is het trio. Het menuet komt vaak voor in een stuk dat uit verschillende delen bestaat, bijvoorbeeld in een suite (opeenvolging van verschillende dansen) of in een symfonie (een stuk voor orkest dat meestal uit 4 delen bestaat). Monty Norman: James Bond theme: coda L. van Beethoven: Für Elise: P.I. Tsjaikovsky: Dans van de rietfluitjes: 7