Beleid aanwezigheid van een deskundige in Basic Life Support bij het zetten van een tuberculinehuidtest of BCG-vaccinatie
Colofon Mw. C.G.M. Erkens, senior consulent KNCV Tuberculosefonds Mw. W.E. Meijer-Veldman, arts, hoofd afdeling tbc-bestrijding GGD Amsterdam Vastgesteld op 18 maart 2016 door de Commissie voor Praktische Tuberculosebestrijding. Revisie maart 2021 KNCV Tuberculosefonds Den Haag, mei 2016 KNCV Tuberculosefonds Overname en/of openbaarmaking van gedeelten van deze uitgave is toegestaan, mits dat gebeurt met bronvermelding. KNCV TUBERCULOSEFONDS POSTBUS 146 2501 CC DEN HAAG TELEFOON 070-416 72 22 E-MAIL INFO@KNCVTBC.ORG WWW.KNCVTBC.ORG
Aanwezigheid van een deskundige in basic life support tijdens zetten van tuberculinehuidtest (Mantoux) of BCG-vaccinatie Achtergrondinformatie In het rapport Aanwezigheid van een arts op reizigersvaccinatiebureau s van het LCR uit december 2006 (http://www.lcr.nl/bestanden/rapport%20achterwacht%20lcr%20nieuw%20logo.pdf) worden de randvoorwaarden benoemd voor vaccinatiebureaus waar wordt gevaccineerd zonder dat een (bekwame) arts aanwezig. Het LCR rapport concludeert dat het risico van anafylaxie dusdanig klein is dat het aanvaardbaar is in voorkomende gevallen de komst van een ambulance af te wachten, waardoor mogelijk de eerste behandeling later wordt ingezet dan wanneer een arts aanwezig zou zijn geweest. Om het risico van ernstige bijwerkingen zo klein mogelijk te maken, moeten mensen met een verhoogd risico op bijwerkingen, en mensen bij wie de diagnose anafylaxie moeilijk te stellen is (mensen die bètablokkers gebruiken of mensen die lijden aan astma bronchiale) worden gevaccineerd op een spreekuur waar wel een arts aanwezig is die bekwaam is in de beoordeling van en eerste behandeling bij calamiteiten. Er dient dus een triage plaats te vinden op het moment dat mensen een afspraak maken. De verpleegkundige dient in staat te zijn op adequate wijze de ernst van de reactie in te schatten en geschoold te zijn in basic life support (BLS). Daarnaast dient een andere medewerker aanwezig te zijn die op de hoogte is van het protocol hoe te handelen bij calamiteiten en de ambulance kan bellen. Met de ambulancedienst dienen goede afspraken zijn gemaakt die in de protocollen zijn vastgelegd. In april 2007 oordeelde de CPT dat bovenstaande adviezen ook in de tuberculosebestrijding konden worden overgenomen voor het zetten van BCG vaccinaties. De CPT achtte de aanwezigheid in de directe omgeving nodig van een in de diagnostiek van anafylaxie (inclusief basic life support) bekwaam persoon (arts tbc-bestrijding of andere arts) tijdens de vaccinatiespreekuren. In sommige situaties kan ook gebruik worden gemaakt van de infrastructuur van de reizigersvaccinaties in de persoon van een bekwame verpleegkundige. Bij de herziening van dit document RPT 35.352 heeft de CPT zich beraden over 2 vragen: 1. Geldt dit advies ook voor de het zetten van een tuberculinehuidtest (THT)? 2. Kan de bekwame verpleegkundige worden vervangen door een medisch technisch medewerker (MTMer) getraind in BLS? Ad 1. Geldt het LCR- advies ook voor het zetten van een tuberculinehuidtest? Het risico op ernstige allergische reacties na BCG vaccinatie ligt voor kinderen onder de leeftijd van 1 jaar tussen 0,05 en 0,16 per 1.000.000 gevaccineerden en voor oudere personen tussen 0,23 en 0,75 per 1.000.000 (2-7). Daarmee ligt het risico een stuk lager dan voor andere vaccinaties (8-10). Het risico op ernstige allergische reacties na THT is vergelijkbaar klein. Ernstige allergische reacties bij het zetten van de THT komt volgens de literatuur en de bijsluiters van fabrikanten in 1 op de miljoen gevallen voor 1. Ad 2. 2. Kan de bekwame verpleegkundige worden vervangen door een medisch technisch medewerker getraind in BLS? Tuberculinehuidtesten en BCG-vaccinaties worden op afdelingen Tuberculosebestrijding doorgaans door medisch technisch medewerkers (MTM ers) gegeven. Zij werken volgens lokaal vastgestelde protocollen en zijn bekwaam in het lege artis geven van deze huidtesten en vaccinaties, mits dit gebeurt binnen de kaders van de bestaande regelgeving (RPT) en de bekwaamheid periodiek wordt getoetst. De MTM er kan ook bekwaam worden geacht voor de triage op risicofactoren voor allergische reactie voorafgaand aan de vaccinatie (c.q. THT ) zoals genoemd in het LCR-rapport, want deze is goed te protocolleren met vragenlijsten. Om diverse redenen is de aanwezigheid van medewerkers die getraind zijn in BLS aan te bevelen tijdens het verrichten van invasieve handelingen. Een MTM er die jaarlijks wordt getraind in BLS kan geacht worden adequaat te kunnen handelen wanneer zich een calamiteit voordoet. 1
Conclusie Samenvattend betekent dit het volgende voor de praktijk van BCG-vaccinaties en het zetten van de THT op afdelingen Tuberculosebestrijding van GGD en. - De arts tbc-bestrijding is verantwoordelijk voor de aanwezigheid en naleving van de protocollen m.b.t. BCG-vaccinatie en het zetten van THT. - De verantwoordelijkheid van degene die daadwerkelijk vaccineert of de THT zet dient expliciet in een bekwaamheidsverklaring te worden aangegeven, ondertekend door zowel verantwoordelijke arts als toediener. - Behandeling van eventuele anafylaxie op de GGD is niet geïndiceerd. Het is aanvaardbaar hiervoor op de ambulance te wachten, mits met de ambulancedienst goede afspraken zijn gemaakt die in de protocollen zijn vastgelegd. - De aanwezigheid van een bekwame MTMer of verpleegkundige als deskundige is aanvaardbaar, mits deze jaarlijks wordt nageschoold in basic life support. - In de protocollen dient te worden vastgelegd dat vooraf triage plaatsvindt van personen met een verhoogd risico op bijwerkingen en bemoeilijkte diagnostiek van anafylaxie. Indien bij triage een verhoogd risico wordt vastgesteld, dan dienen minstens 2 medewerkers bij de vaccinatie aanwezig te zijn. Referenties 1. Elham Youssef and Eric Wooltorton. Serious allergic reactions following tuberculin skin tests. CMAJ. 2005 Jul 5; 173(1): 34. 2. Harper JR. Anaphylactic reaction to BCG vaccination. Lancet. 1982 Feb 13;1(8268):403-4. 3. Lotte A, Wasz-Hockert O, Poisson N, Dumitrescu N, Verron M, Couvet E. BCG complications. Estimates of the risks among vaccinated subjects and statistical analysis of their main characteristics. Adv Tuberc Res. 1984;21:107-93. 4. Lotte A, Wasz-Hockert O, Poisson N, Engbaek H, Landmann H, Quast U, et al. Second IUATLD study on complications induced by intradermal BCG-vaccination. Bull Int Union Tuberc Lung Dis. 1988 Jun;63(2):47-59. 5. Rudin C, Amacher A, Berglund A. Anaphylactoid reaction to BCG vaccination. Lancet. 1991 Feb 9;337(8737):377. 6. Rudin C, Gunthard J, Halter C, Staehelin J, Berglund A. Anaphylactoid reaction to BCG vaccine containing high molecular weight dextran. Eur J Pediatr. 1995 Nov;154(11):941-2. 7. Tshabalala RT. Anaphylactic reactions to BCG in Swaziland. Lancet. 1983 Mar 19;1(8325):653. 8. Van Assendelft AH, Jukkara A. BCG anaphylaxis. Tubercle. 1986 Sep;67(3):233-4. 9. Bohlke K, Davis RL, Marcy SM, Braun MM, DeStefano F, Black SB, et al. Risk of anaphylaxis after vaccination of children and adolescents. Pediatrics. 2003 Oct;112(4):815-20. 10. Kelso JM, Mootrey GT, Tsai TF. Anaphylaxis from yellow fever vaccine. J Allergy Clin Immunol. 1999 Apr;103(4):698-701. 11. Sakaguchi M, Nakashima K, Takahashi H, Nakayama T, Fujita H, Inouye S. Anaphylaxis to Japanese encephalitis vaccine. Allergy. 2001 Aug;56(8):804-5. 2
B E N O O R D E N H O U T S E W E G 46 2596 B C DEN H A A G P O S T B U S 146 2501 C C DEN H A A G T E L E F O O N (070) 416 7 2 2 2 I N F O @ K N C V T B C. O R G W W W. K N C V T B C. O R G