Supplement A Senioren Div. 1 D Score

Vergelijkbare documenten
HELPDESK. Keuze oefenstof

Nederlandse Studenten Turn Bond

Nederlandse Studenten Turn Bond Damesreglement 2015

HELPDESK keuze oefenstof

Reglement Turnen Dames Handleiding Turnsters en Train(st)ers

Voorgenomen aanpassingen wedstrijdzaken, juryzaken en oefenstof Turnen Dames 2018

Dames 5 Uitleg & voorbeeldoefeningen

DEEL IV ELEMENTENTABEL. Toegevoegde A-elementen

SECTIE 10 SPRONG KEUZE

HELPDESK voorgeschreven oefenstof

Balk Elementen. FIG Code of Points Vertaling LTC Turnen

(D) = met geteld worden als Dans Element

Reglement NTS voorgeschreven oefenstof. Deel 2 Sectie 6 t/m 9. Deel 2 Sectie 6 t/m 9 Voorgeschreven oefenstof NTS 2013 LTCTD (aug14)

HELPDESK. voorgeschreven oefenstof

15 de Cup Michel Wanten 2018.

Nederlandse Studenten TurnBond

Je mag altijd meer B elementen hebben dan er gevraagd wordt. Je mag dus 2 kippen laten zien 1 kip telt dan als A element

Dames 6 Uitleg & voorbeeldoefeningen

Vloer - Elementen. FIG Code of Points Vertaling LTC Turnen

VOORWOORD ALGEMEEN Wat moet er geleerd worden Hoe wordt er geleerd... 3

Instap ( ) Pupil 1 (2008) Handstand overslag tot ruglig plankoline verhoogd vlak 90 cm

Oefenstof T&F niveau 6 (afgeleid van pupil I D3)

Nederlandse Studenten Turn Bond

Nederlandse Studenten TurnBond

Oefenstof. Kaag en Braassem cup Selectie

Oefenstof Onderlinge wedstrijden meisjes

Reglement airtumblingspringen individueel

1.000 GYMNASTISCHE SPRONGEN A B C D E F/G Spagaatsprong voorwaarts met ½ draai (180º)

Voorbeeldoefeningen Heren v1.0

Nederlandse Studenten TurnBond

Meisjes 6 en 7 jaar - TURNEN

NTS Reglement. voorgeschreven oefenstof. Deel 3 Sectie 10 t/m 13 TOESTELLEN

NTS niveau 17. Balk Vanaf verhoging voor de balk op de balk stappen tot schredestand

1.301 Spagaatsprong voorwaarts met 1/1 draai (360º) Spagaatsprong voorwaarts met 1/1 draai (360º) met landing tot zit in spagaat

OPSPRONGEN. Maart 2011 Brug ongelijk Groep 1-1 FIG Code Vertaling PgTD

sprong met drie dikke matten en plankoline handstandoverslag tot ruglig (4,50) zweefrol (3,80) ophurken, koprol (2,80)

Oefenstof Vaardigheidseisen

Hoogte: 260 cm vanaf de bovenkant mat, 280 cm vanaf de vloer

Verder zijn in de voorgeschreven oefenstof een aantal aanpassingen, mede naar aanleiding van de opgevraagde feedback uit het land.

Regionale Technische Commissie. Turnen Dames Midden Nederland

NTS Helpdesk Voorgeschreven Oefenstof

Toestelturnen Meisjes Voorbereiding ATV Voorstellen. I. Technisch Reglement

Oefenstof. Kaag en Braassem cup Recreatie

NTS niveau 17. Sprong Met reutherplank en landingsmat streksprong tot stand gevolgd door inhurken en rol voorover tot stand

NTS niveau 17 (jongens)

MODULE 3 en 4 Jurering D en E-score: I8 - I9 en A10/B10. Jurering opgelegd werk I8 I9 A10 B10 1

EVENWICHTSBALK NIVEAU JEUGD 1 DISTRICT 3 VOORGESCHREVEN OEFENSTOF

EVENWICHTSBALK NIVEAU PUPIL 2 DISTRICT 2 VOORGESCHREVEN OEFENSTOF. = opsprong. = afsprong

Praktijkdag Sprong - Brug TD1 Jurycursus NTS Voorgeschreven Oefenstof Niveau D2/D3

EVENWICHTSBALK TOELICHTING

Rayon Delfland. Oefenstof. Recreatie Wedstrijd

3-4 Kamp recreatie TD MN

EVENWICHTSBALK NIVEAU PUPIL 2 DISTRICT 3 VOORGESCHREVEN OEFENSTOF. = opsprong. = afsprong

Vloer niveau D

NTS Heren 2017 v1.0.0

EVENWICHTSBALK NIVEAU PUPIL 2 DISTRICT 1 VOORGESCHREVEN OEFENSTOF. = opsprong. = afsprong

SPRONG NIVEAU INSTAP NATIONAAL VOORGESCHREVEN OEFENSTOF

Nationaal Turn Systeem Reglement keuze oefenstof

EVENWICHTSBALK NIVEAU JEUGD 1 DISTRICT 1 VOORGESCHREVEN OEFENSTOF

INSTAP t/m JEUGD1 D5. Rayon Rotterdam Zuid

Programma Vrij werk

Vloer niveau basis 21 + Aftrek Niveau 21: Geen geopende schouders. Vluchtige handstand

BEPALINGEN PER TOESTEL NTS 2017 TURNEN DAMES

trainer hangt turnster aan de hoge legger 3x hol/bol, bolle houding aanhouden neerspringen tot stand en streksprong ½ draai

1 Vanaf een verhoging voor de balk opstappen tot schredestand op de balk

NTS Reglement KEUZE

(Vanuit voorhup) overslag met bewegingshulp van verhoging (blok) - Overstrekte/gespannen lichaamshouding in de afzweeffase

Oefenstof Clubkampioenschappen

Recreatief Toestelturnen D-NIVEAU BALK Meisjes Oefeningen 4, 5

NIVEAU D : 8 punten. Lange Mat Voorgeschreven oefeningen versie augustus Niveau D 8 ptn : oefening 1

Oefenstof meisjes recreanten

Oefenstof meisjes. Verhoogd vlak 60 cm sprong 1. Verhoogd vlak 60 cm sprong 2

SPRONG Meisjes / Jongens

Uitleg voor niveau 3 en 4

PUPIL 2 - D1 TOESTEL SPRONG D-SCORE SPRON G NR TURNSTER SPRINGT BEIDE SPRONGEN 1X GEMIDDELDE TELT 1.00 PUPIL 2 - D2

Zijwaarts naar binnen. Zijwaarts naar buiten. Voorwaarts omhoog. Rugwaarts omhoog

Reglement teamwedstrijden

SPRONG NIVEAU PUPIL & JEUGD 1 DISTRICT 4 VOORGESCHREVEN OEFENSTOF

Zowel turnsters als turners kunnen kiezen uit de 11 bovenstaande toestellen Turnsters en turners moeten een keuze maken van 4 van de 11 toestellen.

Recreatief Toestelturnen D-NIVEAU HERENBRUG jongens Oefeningen 4,5

INDIVIDUEEL SPRINGEN ZWN

BEPALINGEN PER TOESTEL NTS 2013 TURNEN DAMES

SPRONG NIVEAU PUPIL 1 DISTRICT 4. Categorie Toestel Sprong D-score Sprongnr. PUPIL 1 * Verhoogd vlak (0.90 m) Handstandoverslag tot ruglig 4.

BEPALINGEN PER TOESTEL NTS TURNSTERS

25 e OBTK Een wedstrijd voor de ere- t/m zevende divisie, pré-instappers, senioren plus en recreanten.

Wedstrijdreglement Acrobatische Gymnastiek Aanvulling op A-B-C niveau. Pupillen reglement Versie oktober 2016

Programma Praktijkdag Balk - Vloer TD1 Jurycursus NTS Voorgeschreven Oefenstof Niveau D2/D3

Lange mat van 12 m (2 matten op elkaar) hulp trainer bij deel 2 Deel 1 Deel 2 HULP TRAINER! Deel 3. Handenstand met hulp (2 sec.

INHOUD: Jurering pagina 1,2 Indelingen divisies, leeftijden en niveaus pagina 2 Doorstroming pagina 3 Organogram KNGU pagina 4

Programma. Praktijkdag Sprong - Brug TD1 Jurycursus NTS Voorgeschreven Oefenstof Niveau D2/D3. Programma.

Balk Pre- Instap: 2x aansluitpas; afwisselend links en rechts Netjes lopen tot het midden van de balk Zweefstand ½ draai op twee benen op de tenen

Bijlage. Activiteitenboek. Regionale Technische Commissie Turnen Dames Midden Nederland

Reglement Minitrampoline (groepsspringen)

Turnen. Inleiding. Toestellen. Vierkante mat. De brug

EVENWICHTSBALK NIVEAU Pupil 1 DISTRICT 3 VOORGESCHREVEN OEFENSTOF

EVENWICHTSBALK NIVEAU INSTAP DISTRICT 2 VOORGESCHREVEN OEFENSTOF

4. Oefenstof B-niveau GROND - keuze B-niveau B1 M = 2.00

Reglement Minitrampoline (groepsspringen)

De eerste rondat wordt op deze fiche uitgediept. De rondat-vorm voor een salto wordt hier niet uitgewerkt.

Transcriptie:

Supplement A Senioren Div. 1 max. 2.50 0.10 of 0.20 per keer 8 hoogste waarde elementen A (0.1) B (0.2) C (0.3) D (0.4) E (0.5) ** Maximaal 5 acro elementen en minimaal 3 ** F, G en H elementen mogen geturnd worden voor MW, VW en SE, maar worden geteld als E elementen 1. Vluchtelement van lage ligger naar hoge ligger 2. Vluchtelement van hoge naar lage ligger of aan dezelfde ligger 3. Een element met lengteasdraai van minimaal 180 in de oefening (op- en afsprong mogen niet gebruikt worden) 4. Verschillende grepen (geen opzwaai en op- en afsprong mogen niet gebruikt worden) Afsprong C of hoger Balk SE 1 t/m 4 moeten op de Balk geturnd worden met 180 beenspreiding in dwars-./zijwaartse spagaat of spreidhoekpositie 3. Een acrobatische verbinding van minimaal 2 vluchtelementen 4. Acrobatische elementen in verschillende richtingen (achterwaarts en voor-/zijwaarts) Afsprong C of hoger verbonden, met minimaal 1 sprong met 180 beenspreiding in dwars-/zijwaartse spagaat of spreidhoekpositie 2. Salto voor-/zijwaarts en achterwaarts 3. Salto met lengteas draai van 360 4. Salto met dubbele breedte as draai of een acrolijn met 2 salto s Afsprong C of hoger Sprong Toestelfinale en Kwalificatie voor een toestelfinale 1. Er moeten 2 sprongen uitgevoerd worden; dit moeten verschillende sprongen zijn. De sprongen mogen wel uit dezelfde spronggroep komen. 0.10 0.20 Dezelfde of verschillende elementen B + C C + C of hoger B + D of hoger Acro met vlucht het mogen dezelfde elementen B + B B + C of hoger zijn Mix B + B B + C of hoger Seriebonus alle combinaties van acro- en A + B + B danselementen zijn mogelijk maximaal 2 dezelfde elementen achter elkaar 0.10 0.20 Salto s direct het mogen dezelfde salto s zijn A + B B + B of hoger Salto s indirect het mogen dezelfde salto s zijn B + B B + C of hoger A + A + B A + A + C A + C A + D of hoger Indirecte verbindingen zijn die verbindingen waarin direct verbonden acrobatische elementen met vluchtfase en handensteun (zoals arabier, flick-flack, overslag etc. als voorbereidende elementen) worden uitgevoerd tussen de salto s. B + B of hoger Mix uitgevoerd in de aangegeven volgorde: B-salto + A-dans C-salto of hoger + A-dans

Supplement B Junioren Div. 1 & Senioren Div. 2 8 hoogste waarde elementen A (0.1) B (0.2) C (0.3) D (0.4) ** Maximaal 5 acro elementen en minimaal 3 max. 2.50 0.10 of 0.20 per keer ** E, F, G en H elementen mogen geturnd worden voor MW, VW en SE, maar worden geteld als D elementen 1. Vluchtelement van hoge ligger naar lage ligger of van lage ligger naar hoge ligger 2. Een gespreide of gesloten opzwaai tot handstand met/zonder draai 3. Een element met lengteasdraai van minimaal 180 in de oefening (op- en afsprong mogen niet gebruikt worden) 4. Een cirkelelement uit groep 2, 4 of 5 door of tot handstand Afsprong C of hoger met 180 beenspreiding in dwars-./zijwaartse spagaat of spreidhoekpositie 3. Een acrobatische verbinding van minimaal 2 elementen, waarvan tenminste 1 element met vlucht 4. Acrobatische elementen in verschillende richtingen (achterwaarts en voor-/zijwaarts) Afsprong C of hoger verbonden, met minimaal 1 sprong met 180 beenspreiding in dwars-/zijwaartse spagaat of spreidhoekpositie 2. Salto voor-/zijwaarts en achterwaarts 3. Salto met lengteas draai van 360 4. Een acrolijn met 2 salto s Afsprong C of hoger Sprong Meerkamp Sprong Toestelfinale en Kwalificatie voor een toestelfinale 1. Er moeten 2 sprongen uitgevoerd worden; dit moeten verschillende sprongen zijn. De sprongen mogen wel uit dezelfde spronggroep komen. 0.10 0.20 Dezelfde of verschillende elementen B + B C + C of hoger B + C B + D of hoger Acro met vlucht het mogen dezelfde elementen B + B B + C of hoger zijn Mix B + B B + C of hoger Seriebonus alle combinaties van acro- en A + B + B danselementen zijn mogelijk maximaal 2 dezelfde elementen achter elkaar 0.10 0.20 Salto s direct het mogen dezelfde salto s zijn A + B B + B of hoger Salto s indirect het mogen dezelfde salto s zijn B + B B + C of hoger A + A + B A + A + C A + C A + D of hoger Indirecte verbindingen zijn die verbindingen waarin direct verbonden acrobatische elementen met vluchtfase en handensteun (zoals arabier, flick-flack, overslag etc. als voorbereidende elementen) worden uitgevoerd tussen de salto s. B + B of hoger Mix uitgevoerd in de aangegeven volgorde: B-salto + A-dans C-salto of hoger + A-dans

Supplement C Jeugd-2 Div. 1 & Junioren Div. 2 & Senioren Div. 3 8 hoogste waarde elementen A (0.1) B (0.2) C (0.3) ** Maximaal 5 acro elementen en minimaal 3 max. 2.50 0.10 of 0.20 per keer ** D, E, F, G en H elementen mogen geturnd worden voor MW, VW en SE, maar worden geteld als C elementen 1. Vluchtelement van hoge ligger naar lage ligger of van lage ligger naar hoge ligger 2. Gespreide opzwaai tot handstand met/zonder draai of gesloten opzwaai min. 45 boven horizontaal 3. Een element met lengteasdraai van minimaal 180 in de oefening (op- en afsprong mogen niet gebruikt worden) 4. Een cirkelelement uit groep 2, 4 of 5 van minimaal B waarde (geen vlucht) met 180 beenspreiding in dwars-./zijwaartse spagaat of spreidhoekpositie 3. Een acrobatische verbinding van minimaal 2 elementen (mogen zonder vlucht zijn) 4. Acrobatische elementen in verschillende richtingen (achterwaarts en voor-/zijwaarts) verbonden, waarvan 1 sprong met 180 beenspreiding in dwars-/zijwaartse spagaat of spreidhoekpositie 2. Salto voor-/zijwaarts en achterwaarts 3. Salto met lengteas draai van 180 4. Een acrolijn met 2 vluchtelementen waarvan 1 streksalto Sprong Toestelfinale en Kwalificatie voor een toestelfinale 1. Er moeten 2 sprongen uitgevoerd worden; dit moeten verschillende sprongen zijn. De sprongen mogen wel uit dezelfde spronggroep komen. 0.10 0.20 Dezelfde of verschillende elementen B + B B + C of hoger Acro minimaal 1 element met vlucht het mogen A + B dezelfde elementen zijn B + B B + C of hoger Mix A + B B + B of hoger Seriebonus alle combinaties van acro- en A + A + B danselementen zijn mogelijk maximaal 2 dezelfde elementen achterelkaar 0.10 0.20 Salto s direct het mogen dezelfde salto s zijn A + A Salto s indirect het mogen dezelfde salto s zijn A + B B + B of hoger Indirecte verbindingen zijn die verbindingen waarin direct verbonden acrobatische elementen met vluchtfase en handensteun (zoals arabier, flick-flack, overslag etc. als voorbereidende elementen) worden uitgevoerd tussen de salto s. B + B of hoger Mix uitgevoerd in de aangegeven volgorde: A-salto + A-dans B-salto of hoger + A-dans

Supplement D Jeugd-2 Div. 2 & Junioren Div. 3 & Senioren Div. 4 7 hoogste waarde elementen* A (0.1) B (0.2) C (0.3) ** Maximaal 4 acro elementen en minimaal 3 max. 2.50 0.10 of 0.20 per keer * senioren 4e divisie: de hoogste 6 waarde-elementen aan ** D, E, F, G en H elementen mogen geturnd worden voor MW, VW en SE, maar worden geteld als C elementen 1. 2 verschillende kippen 2. Een gesloten opzwaai minimaal horizontaal 3. Een element met lengteasdraai van minimaal 180 in de oefening of opsprong (afsprong mag niet gebruikt worden) 4. Een cirkelelement uit groep 2, 4 of 5 (geen vlucht) met 180 beenspreiding in dwars-./zijwaartse spagaat of spreidhoekpositie. 3. Twee verschillende acrobatische elementen 4. Een acrobatisch element door of tot handstand verbonden, met minimaal 1 sprong met 180 beenspreiding in dwars-/zijwaartse spagaat of spreidhoekpositie. 2. Een salto voor-/zijwaarts en achterwaarts 3. Een gestrekte salto voorwaarts of achterwaarts of een salto met lengte as draai van 180 4. Een acrolijn met 2 verschillende vluchtelementen Sprong Toestelfinale en Kwalificatie voor een toestelfinale 1. Er moeten 2 sprongen uitgevoerd worden; dit moeten verschillende sprongen zijn. De sprongen mogen wel uit dezelfde spronggroep komen. 0.10 0.20 Dezelfde of verschillende A + B B + B of hoger Acro met of zonder vlucht het mogen dezelfde elementen zijn A + B B + B of hoger A + B B + B of hoger Mix A + B B + B of hoger 0.10 0.20 Salto s direct of indirect het mogen dezelfde salto s zijn A + A Indirecte verbindingen zijn die verbindingen waarin direct verbonden acrobatische elementen met vluchtfase en handensteun (zoals arabier, flick-flack, overslag etc. als voorbereidende elementen) worden uitgevoerd tussen de salto s. Acro direct 2 elementen met vlucht waarvan 1 salto. A + B B + B of hoger Mix uitgevoerd in de aangegeven volgorde: A-acro vlucht of hoger + A-dans

Supplement E Jeugd-2 Div. 3 & Junioren Div. 4 & Senioren Div. 5 7 hoogste waarde elementen TA (0.1) - A (0.1) B (0.2) ** Maximaal 4 acro elementen en minimaal 3 max. 2.50 0.10 of 0.20 per keer ** C, D, E, F, G en H elementen mogen geturnd worden voor MW, VW en SE, maar worden geteld als B elementen 1. 2 Verschillende kippen 2. Gesloten opzwaai minimaal horizontaal 3. Een element met lengteasdraai van minimaal 180 in de oefening of opsprong (afsprong mag niet gebruikt worden) 4. Een cirkelelement uit groep 2, 4 of 5 van minimaal A waarde (geen vluchtelement) 5. Afsprong TA 0.30 Afsprong A of hoger met 180 beenspreiding in dwars-./zijwaartse spagaat of spreidhoekpositie. Tenminste 1 element moet minimaal A waarde hebben 3. Een acrobatische element van minimaal A waarde 4. Een acrobatisch element door of tot handstand 5. Afsprong TA 0.30 Afsprong A of hoger Sprong Toestelfinale en Kwalificatie voor een toestelfinale 1. Er moeten 2 sprongen uitgevoerd worden; dit mogen dezelfde of verschillende sprongen zijn. De sprongen mogen wel uit dezelfde spronggroep komen. 0.10 0.20 Dezelfde of verschillende A + A Acro met of zonder vlucht het mogen dezelfde A + A elementen zijn A + A Mix A + A 0.10 0.20 Acro 2 elementen met vlucht waarvan minimaal 1 A + A salto. A + A Mix uitgevoerd in de aangegeven volgorde: A-acro of hoger + A-dans verbonden, met minimaal 1 sprong met 180 beenspreiding in dwars-/zijwaartse spagaat of spreidhoekpositie. Tenminste 1 sprong moet minimaal A waarde hebben 2. Een acrobatisch element met vlucht en handensteun voor-/zijwaarts en achterwaarts 3. Een salto voorwaarts of achterwaarts 4. Een acrolijn met minimaal 2 verschillende vluchtelementen 5. Afsprong acrobatisch element met vluchtfase van minimaal A waarde

Supplement F Jeugd-2 Div. 4 & Junioren Div. 5 & Senioren Div. 6 max. 2.50 0.10 per keer 7 hoogste waarde elementen TA (0.1) - A (0.1) B (0.2) ** Maximaal 4 acro elementen en minimaal 3 ** C, D, E, F, G en H elementen mogen geturnd worden voor MW, VW en SE, maar worden geteld als B elementen 1. 1 kip 2. Gesloten opzwaai minimaal horizontaal 3. Een liggerwissel vanuit een element 4. Een cirkelelement uit groep 2, 4 of 5 van minimaal A waarde (geen vluchtelement) 5. Afsprong TA 0.30 Afsprong A of hoger met beenspreiding in dwars-./zijwaartse spagaat of spreidhoekpositie. 3. Een acrobatische element van minimaal A waarde 4. Een acrobatisch element door of tot handstand 5. Afsprong TA 0.30 Afsprong A of hoger verbonden, waarvan 1 sprong met beenspreiding in dwars-/zijwaartse spagaat of spreidhoekpositie. Tenminste 1 sprong moet minimaal A waarde hebben 2. Een acrobatisch element met handensteun voor-/zijwaarts en achterwaarts. Tenminste 1 element met vlucht 3. Een salto voor-/zijwaarts of achterwaarts 4. Een acrolijn met minimaal 2 verschillende vluchtelementen 5. Afsprong acrobatisch element TA 0.30 Afsprong acrobatisch element A of hoger Sprong Toestelfinale en Kwalificatie voor een toestelfinale 1. Er moeten 2 sprongen uitgevoerd worden; dit mogen dezelfde of verschillende sprongen zijn. De sprongen mogen wel uit dezelfde spronggroep komen. 0.10 Dezelfde of verschillende Balk 0.10 Acro met of zonder vlucht het mogen dezelfde elementen zijn Mix 0.10 Acro 2 elementen met vlucht A + A of hoger Mix uitgevoerd in de aangegeven volgorde TA-acro of hoger + A-dans A-acro of hoger + TA-dans

Supplement G Jeugd-2 Div. 5 & Junioren Div. 6 & Senioren Div. 6 max. 2.50 0.10 per keer 6 hoogste waarde elementen TA (0.1) - A (0.1) ** Maximaal 3 acro elementen en minimaal 3 ** B, C, D, E, F, G en H elementen mogen geturnd worden voor MW, VW en SE, maar worden geteld als A elementen 1. 1 strekhangzwaai 30 onder horizontaal 2. Gesloten opzwaai minimaal horizontaal 3. Een liggerwissel vanuit een element 4. Een cirkelelement uit groep 2, 4 of 5 (geen vluchtelement) 5. Afsprong TA of hoger 1. Een verbinding van minimaal 2 verschillende danselementen 3. Een acrobatische element 4. Een acrobatisch element door of tot handstand 5. Afsprong TA of hoger verbonden 2. Een acrobatisch element voor-/zijwaarts 3. Een acrobatisch element achterwaarts 4. Een acrolijn met minimaal 2 verschillende elementen, waarvan tenminste 1 met vlucht 5. Afsprong acrobatisch element TA of hoger Sprong Toestelfinale en Kwalificatie voor een toestelfinale 1. Er moeten 2 sprongen uitgevoerd worden; dit mogen dezelfde of verschillende sprongen zijn. De sprongen mogen wel uit dezelfde spronggroep komen. 0.10 Dezelfde of verschillende Balk 0.10 Mix 0.10 Acro 2 elementen met vlucht A + A of hoger Mix uitgevoerd in de aangegeven volgorde TA-acro of hoger + A-dans A-acro of hoger + TA-dans

Supplement H Jeugd-2 Div. 6 & Junioren Div. 6 max. 2.50 0.10 per keer 5 hoogste waarde elementen op brug 6 hoogste waarde elementen op balk en vloer TA (0.1) - A (0.1) ** Maximaal 3 acro elementen en minimaal 3 ** B, C, D, E, F, G en H elementen mogen geturnd worden voor MW, VW en SE, maar worden geteld als A elementen 1. 1 strekhangzwaai 30 onder horizontaal 2. Een element aan de lage ligger 3. Een element aan de hoge ligger of naar de hoge ligger (geen afsprong) 4. Een cirkelelement uit groep 2, 4 of 5 (geen vluchtelement) 5. Afsprong aan de hoge ligger TA of hoger Afsprong aan de lage ligger TA of hoger ** ** neerspringen van de hoge ligger om naar de lage ligger te komen is toegestaan 1. Een verbinding van minimaal 2 verschillende danselementen 3. Een acrobatische element 4. Een houdingselement (zweefhouding / (hand)stand) 5. Afsprong TA of hoger Sprong Toestelfinale en Kwalificatie voor een toestelfinale 1. Er moeten 2 sprongen uitgevoerd worden; dit mogen dezelfde of verschillende sprongen zijn. De sprongen mogen wel uit dezelfde spronggroep komen. 0.10 Dezelfde of verschillende Balk 0.10 TA + TA of hoger Mix TA + TA of hoger 0.10 Acro minimaal 1 element met vlucht Mix uitgevoerd in de aangegeven volgorde TA-acro of hoger + TA-dans TA-acro of hoger + A-dans verbonden 2. Een acrobatisch element met vlucht 3. Een acrobatisch element voor-/zijwaarts en achterwaarts 4. Een dansdraai van 360 op 1 been of gesprongen 5. Afsprong acrobatisch element TA of hoger