A4 Informatie om te delen Programma PM, directie Politie, Ministerie van Veiligheid en Justitie A4 is bedoeld om de politiekorpsen op een snelle manier kort en bondig te informeren over ontwikkelingen op het gebied van arbeidsvoorwaarden. A4 is bestemd voor arbeidsvoorwaardendeskundigen, hoofden HRM en hoofden financiën in de politieorganisaties. A4 verschijnt minstens zes maal per jaar. Afhankelijk van de behoefte kan de verschijningsfrequentie toenemen. In voorkomende gevallen verschijnt er aanvullend een A4 themanummer waarin speciale aandacht wordt besteed aan een bepaald onderwerp. Aan de in A4 opgenomen informatie kunnen geen rechten worden ontleend. A4 is terug te vinden op de site van www.cao-politie.nl Deze A4 is verzonden op: 19 december 2011. A4 special over de toepassing van de verschuivingsregeling, CAO-compensatie en overwerk Binnen de Nederlandse politie bestaat er nog steeds onduidelijkheid over de toepassing van de verschuivingsregeling in zijn algemeenheid en het toepassen van CAO COMP in het bijzonder. Bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het landelijk Expertisecentrum Arbeidstijdenmanagement komen veelvuldig vragen binnen over het toepassen van de verschuivingsregeling, met name wanneer bij een verschuiving - één dienst een kalenderdag overschrijdt. Met kalenderdagoverschrijdend wordt bedoeld dat een geplande dienst wordt verschoven, zodanig dat deze dienst eindigt op de volgende dag en hiermee het nachtvenster van 24.00/00.00 uur overschrijdt. t geldt ook voor een dienst die al kalenderdagoverschrijdend was, zoals een nachtdienst. De verwarring ontstaat wanneer de verschuivingsregeling wordt gecombineerd met de bepaling over overwerk, opgenomen in artikel 27, lid 3 van het Bbp, waarin wordt gesproken over een dienstdag. Een ander onderdeel binnen de verschuivingsregeling waarover onduidelijkheid bestaat betreft de toepassing van CAO-COMP. Geconstateerd wordt, dat zowel door de leidinggevenden als door de medewerkers niet zelden een uitleg wordt gegeven, die niet overeenkomt met de regeling zoals die toentertijd tussen de werkgever en de vakorganisaties is afgesproken. Deze A4 heeft tot doel hierin meer inzicht te verschaffen. Een uitleg zoals deze van meet af aan bedoeld was en doorgaans ook wordt toegepast. Deze uitleg heeft de instemming van de vakorganisaties, afgestemd binnen de Werkgroep Regelgeving Arbeidstijdenmanagement. Daarbij is afgesproken dat (voor zover dat nog niet het geval was) vanaf 1 januari 2012 voor alle korpsen en diensten de uitleg en toepassing van de verschuivingsregeling geldt zoals hieronder beschreven. Wat is het doel van de verschuivingsvergoeding? Het doel van de verschuivingsvergoeding is om voor de medewerkers rust in roosters te realiseren en de medewerkers meer zekerheid te geven over de in het rooster geplande herkenbare vrije tijd. De regeling is niet bedoeld als een inkomensverbetering, maar moet worden gezien als een stimulans voor korpsen om op een juiste wijze te plannen. or goed te sturen op capaciteit en roosters hoeven er in beginsel geen verschuivingen plaats te vinden waardoor er geen verschuivingsvergoeding hoeft te worden betaald. t betekent dat alleen verschuivingen in het kader van dienstbelang voor vergoeding in aanmerking komen. Als een medewerker dus een dienst ruilt met een collega omdat hem dit beter uitkomt, is er voor beide medewerkers geen recht op vergoeding. Wat is een verschuiving? Er kan sprake zijn van verschuivingen in het 28 dagen rooster, het dienstrooster en het dagrooster. Uiterlijk 28 dagen voor aanvang van de periode van 28 dagen waarop het betrekking heeft, maakt het bevoegd gezag het rooster bekend waarin de vrije zondagen en wekelijkse rust worden vastgesteld. Een verschuiving van de vastgestelde vrije zondagen en wekelijkse rust kan uitsluitend op grond van dienstbelang en wordt vastgesteld in het dienstrooster. Een verschuiving van deze dagen in het dienstrooster levert aanspraak op de vergoeding op.
Uiterlijk zeven dagen voor aanvang van de periode van 28 dagen waarop het rooster betrekking heeft, maakt het bevoegd gezag het dienstrooster bekend waarin wordt vastgesteld op welke dagen arbeid wordt verricht en welke dagen vrije dagen zijn. Een verschuiving van de vastgestelde vrije dagen kan uitsluitend op grond van dienstbelang en wordt vastgesteld in het (vastgestelde) dagrooster. Een verschuiving van deze dagen in het dagrooster levert aanspraak op vergoeding op. Uiterlijk op de vierde dag, voorafgaande aan die waarop dienst moet worden gedaan, maakt het bevoegd gezag het dagrooster bekend waarin wordt vastgesteld welke de tijdstippen zijn van aanvang en einde van de dienst. Een verschuiving van de vastgestelde tijdstippen van aanvang en einde van de dienst kan uitsluitend: a. met instemming van de betrokken ambtenaar en na schriftelijke vastlegging of b. indien op grond van artikel 2:2 of 2:5 van de Arbeidstijdenwet die wet niet van toepassing is. Indien de ambtenaar op de vastgestelde tijdstippen toch niet hoeft te werken, of tegen zijn wil eerder van zijn arbeid wordt ontheven, wordt hij geacht daadwerkelijk arbeid te hebben verricht (CAO-COMP). Wanneer uit registratie blijkt dat er binnen vier dagen voor aanvang dienst is overgegaan tot het wijzigen van de begintijd en de eindtijd van de vastgestelde dienst dan worden de verschoven uren door middel van een verschuivingsvergoeding uitbetaald per geregistreerd verschuivingsuur waarop daadwerkelijk arbeid is verricht. De vergoeding kan niet voor dezelfde arbeidsuren samenvallen met de vergoeding voor overwerk. De vergoeding wordt ook niet toegekend aan de ambtenaar die als gevolg van arbeidsongeschiktheid feitelijk niet werkzaam is volgens het rooster waarin de wijziging plaatsvindt. Wanneer verschuivingsvergoeding? Verschuivingen van de vrije dagen in het dienstrooster of in de wekelijkse rust of vrije zondagen in het 28-dagenrooster komen eerst voor vergoeding in aanmerking als de verschuiving in totaal meer dan acht uur bedraagt. t kan een verschuiving zijn van meer dan acht uur in één van beide roosters of meerdere verschuivingen in beide roosters waarmee het totaal van acht uur wordt overschreden. Daarbij geldt dat een verschuiving van een vrije zondag of een dag die in de wekelijkse rusttijd valt altijd acht uren bedraagt, ongeacht de betrekkingsomvang of werktijdenmodaliteit van de ambtenaar. De vergoeding wordt berekend over een periode van vier weken en wordt afgerond naar boven op hele uren. Verschuivingen in de aanvangs- en eindtijden van het dagrooster komen eerst voor vergoeding in aanmerking als de verschuiving ten minste een half uur (30 minuten) bedraagt. Verschuivingen die verband houden met rampsituaties, zoals beschreven in artikel 2:2 van de Arbeidstijdenwet, alsmede verschuivingen die plaatsvinden in een ander belang dan het dienstbelang, komen niet voor vergoeding in aanmerking. Van dienstbelang bij een verschuiving is sprake in alle gevallen met uitzondering van de situatie dat de ambtenaar zelf om een verschuiving verzoekt. Een verschuiving op eigen verzoek blijft mogelijk, maar er is dan geen sprake van een verschuiving in het belang van de dienst en leidt niet tot een aanspraak op de verschuivingsvergoeding. De beoordeling van de vraag of bij de verschuivingsvergoeding sprake is van dienstbelang, ligt bij het bevoegd gezag. Evenals bij overwerk. Tussentijdse verschuivingen Bij de totstandkoming van de verschuivingsregeling zijn (vooralsnog) de tussentijdse verschuivingen binnen de onderhavige roosters ( te weten het 28-dagen rooster, het dienstrooster en het dagrooster) buiten de regeling gehouden. Als uitgangspunt van de Verschuivingsregeling is afgesproken dat eenmalig (binnen de roostermomenten) wordt teruggekeken. Concreet betekent dit dat: het vastgestelde 28-dagenrooster eenmalig wordt vergeleken met het vastgestelde dienstrooster; het vastgestelde dienstrooster eenmalig wordt vergeleken met het vastgestelde dagrooster en het vastgestelde dagrooster eenmalig wordt vergeleken met de verantwoorde (feitelijk verrichte) activiteiten. Geconstateerde afwijkingen vallen onder de verschuivingsregeling. Wat is CAO compensatie? Indien het bevoegd gezag de medewerker bij nader inzien niet houdt aan het verrichten van de dienst, zoals vastgesteld in het dagrooster, of het bevoegd gezag verkort die dienst zonder instemming van de medewerker, dan wordt de medewerker geacht de volledige dienst te hebben verricht. Op grond van het dertiende en veertiende lid artikel 12 Barp heeft de ambtenaar de rechtszekerheid dat de duur van een in het dagrooster vastgestelde dienst niet meer wordt aangetast. Indien door gewijzigde omstandigheden de inzet van de ambtenaar bij een door dagrooster vastgestelde dienst niet meer nodig zou zijn, komt de eventuele verkorting van de dienst voor rekening van het bevoegd gezag. Zodoende heeft de ambtenaar de zekerheid dat hij deze uren niet op een later tijdstip alsnog zou moeten verrichten.
Verschuivingen van een dienst naar een in het dagrooster vastgestelde vrije dag Zoals hiervoor al is aangegeven, is het doel van de verschuivingsvergoeding om voor de medewerker rust in roosters te realiseren en de medewerkers meer zekerheid te geven over de in het rooster geplande herkenbare vrije tijd. In artikel 27, lid 3 Bbp is opgenomen wat onder overwerk wordt verstaan: Onder overwerk wordt verstaan dienst in opdracht van het daartoe bevoegde gezag buiten de voor de ambtenaar krachtens artikel 12 van het Barp vastgestelde arbeidstijden, voor zover daardoor de per dienstdag vastgestelde arbeidstijd wordt overschreden. In artikel 12, lid 11 Barp is de vrije dag in het dienstrooster gedefinieerd. In het dienstrooster is een vrije dag zichtbaar als op deze dag van 00.00 tot 24.00 uur geen dienst dan wel activiteiten zijn gepland. In de CAO 2005-2007 (besluit van 17 december 2009, Stb.2009.562) zijn ten aanzien van een vrije dag aanvullende afspraken gemaakt. Hierin is opgenomen, dat een dienst - voorafgaande aan een vrije dag - niet later mag eindigen dan 23.00 uur en de dienst - volgend op een vrije dag - niet eerder mag beginnen dan om 07.00 (06.00 uur indien hierover overeenstemming is met de Ondernemingsraad, zie artikel 12, lid 15 Barp). Hieronder zijn (de meest gestelde vragen) in een aantal casussen zowel in tekst als schematisch nader uitgewerkt. Op deze casussen zijn uiteraard bovengenoemde voorwaarden van toepassing. Casus 1: Avonddienst wordt nachtdienst (kalenderdagoverschrijdend) Een avonddienst op dinsdag van 14.00 tot 23.00 uur wordt in een vastgestelde dagrooster verschoven naar een nachtdienst van 22.00 uur (op dinsdag) tot 07.00 uur (op woensdag). Het gaat hierbij om een verschoven dienst die de kalenderdag /het nachtvenster overschrijdt. In dit voorbeeld heeft de medewerker recht op een vergoeding voor 8 verschuivingsuren. Het aantal uren dat de collega draait, blijft immers gelijk aan het aantal uren waarvoor die medewerker oorspronkelijk stond ingepland in het dagrooster. Verschuivingen in de aanvangs- en eindtijden van het dagrooster komen eerst voor vergoeding in aanmerking als de verschuiving ten minste een half uur bedraagt. Op basis van deze bepalingen, kan het bevoegd gezag een dienst NIET verschuiven naar een in het dagrooster vastgestelde vrije dag. Hierbij moet opgemerkt worden dat dit verder gaat dan de 24 uur (artikel 27, lid 3 Bbp) maar een periode van 32 uur omvat (Cao-afspraak 2005-2007). Casus 1: Schematisch weergegeven 14-23 22-07 Als het bevoegd gezag vindt dat de ambtenaar op een in het dagrooster opgenomen vrije dag in dienst moet komen, dan worden de te werken uren aangemerkt als overwerk in opdracht van het bevoegd gezag. De oorspronkelijk geplande dienst die eventueel hierdoor niet gewerkt en dus niet verschoven kon worden, is dan aan te merken als CAO-COMP (de medewerker hoeft de uren niet op een ander moment in te halen en wordt geacht de volledige dienst te hebben verricht). 22-07 22-07 Casus 2: Avonddienst wordt nachtdienst (verschuiving naar een vrije dag) In de onderhavige casus is er sprake van een gedeeltelijk vervallen dienst en gedeeltelijk sprake van overwerk. Een avonddienst op dinsdag van 14.00 tot 23.00 uur wordt in een vastgestelde dagrooster verschoven naar een nachtdienst van 22.00 uur (op dinsdag) tot 07.00 uur (op woensdag). Het gaat hierbij om een verschoven dienst die de kalenderdag/het nachtvenster overschrijdt. In tegenstelling tot casus 1 geldt hierbij dat de woensdag in het dagrooster een roostervrije dag betreft. Zoals in de inleiding al is aangegeven, is het op basis van de regeling verschuivingvergoeding NIET mogelijk een dienst naar een vrije dag te verschuiven. t houdt in dat de dan te werken uren als overuren in opdracht van het bevoegd gezag moeten worden aangemerkt. In deze casus blijft slechts één uur van de oorspronkelijk geplande dienst staan, namelijk het uur van 22:00 tot 23:00 uur.
De geplande uren van 14:00 tot 22:00 uur, uren waarop de medewerker feitelijk niet hoeft te werken, worden aangemerkt als CAO-COMP. De uren worden op basis van het Barp geacht te zijn gewerkt; de medewerker hoeft deze uren dus niet op een later tijdstip in te halen De CAO-COMP uren worden op het jaarwerkplan-urentotaal in mindering gebracht. De te werken uren van 23:00 tot 07:00 uur worden aangemerkt als overwerk + toeslag. In dit voorbeeld heeft de medewerker recht op een vergoeding voor 8 uren overwerk. Casus 2: Schematisch weergegeven 14-23 14-23 14-23 CAO- comp 23-07 Vrije dag Casus 3: Nachtdienst wordt ochtenddienst Vrije dag Een nachtdienst van woensdag op donderdag (van 22.00 tot 07.00 uur) wordt in het vastgestelde dagrooster verschoven naar een ochtenddienst op donderdag van 07.00 tot 15.00 uur; een dienst die een uur korter duurt dan die van de oorspronkelijk geplande dienst. In dit voorbeeld heeft de medewerker recht op een vergoeding voor 8 verschuivingsuren. Daarnaast heeft de medewerker recht op één uur CAO-COMP, aangezien de nieuwe (verschoven) dienst een uur korter is dan de oorspronkelijke geplande dienst. Casus 3: schematisch weergegeven 14-23 22-07 CAOCOMP In dit voorbeeld staat de medewerker op de woensdag en donderdag gepland voor twee dagdiensten (van 09.00 tot 17.00 uur). Daarnaast is de medewerker geconsigneerd van dinsdag 17.00 uur tot de volgende ochtend 09.00 uur. De medewerker wordt tijdens de consignatie om 22.00 uur opgeroepen en verricht arbeid tot 03.00 uur. In dit voorbeeld heeft de medewerker recht op 5 overuren. Uitgangspunt is, dat er bij het verrichten van dienst tijdens consignatie ALTIJD sprake is van overwerk en dat niet over verschoven uren in het kader van de Regeling Verschuivingsvergoeding kan worden gesproken. De consignatieregeling stelt dat de medewerker in onvoorziene omstandigheden per elke 24 uur maximaal 13 uur arbeid kan verrichten zonder dat hiervoor compenserende rust geboden moet worden (m.a.w. er is in dit geval geen 14 uur aaneengesloten rust verplicht). De medewerker kan op de woensdag gewoon om 09.00 uur met zijn/haar werk aanvangen. In deze casus is daarom geen sprake van CAO COMP. Casus 4: Schematisch weergegeven nsdag 9-17 9-17 ensdag NB: Een veelvoorkomende situatie is, dat de medewerker, na een oproep uit consignatie (in de nachtelijke uren) de volgende ochtend vrij wordt gegeven, ter compensatie van de overuren die in de nacht ervoor gemaakt zijn. t is een onjuiste gang van zaken. Indien door het bevoegd gezag wordt aangegeven dat de medewerker later kan beginnen, dan betekent dit voor de uren die men niet werkt en dus later moet beginnen, dat hierop CAO-COMP van toepassing is. 9-17 22-03 9-17 14-23 07-15 4 Casus 4: Overuren uit consignatie Bij arbeid uit consignatie moet rekening gehouden worden met de maximale arbeid die de medewerker (in een zogenaamd schuivend paneel) in een periode van 24 uur aaneengesloten, mag werken. De maximale arbeid in een periode van 24 uur bedraagt maximaal 13 uur.
Casus 5: Oproep uit consignatie Bij arbeid/oproep uit consignatie moet rekening gehouden worden met de maximale arbeid die de medewerker, in een zogenaamd schuivend paneel, van 24 uur aaneengesloten, mag werken. De maximale arbeid in elke periode van 24 uur bedraagt maximaal 13 uur. In het onderstaande schema wordt ter illustratie zichtbaar hoe schuivende panelen werken, indien er in een periode van 24 aaneengesloten uren, naast een reguliere dagdienst van 08.30 uur tot 17.00 uur, ook een oproep uit consignatie is voortgekomen tussen 22.30 en 03.30 uur. 8.30 uur 17.00 uur 8.30 uur 17.00 uur Rooster Dagdienst Dagdienst Uitvoering Dagdienst Oproep Dagdienst Arbeidstijd 8 uren 5 uren 8 uren Check 1 Check 2 Check 3 x. 13 uur per 24 uur x. 13 uur per 24 uur x. 13 uur per 24 uur In de hieronder beschreven casus staat een medewerker zowel op de dinsdag als op de woensdag voor een ochtenddienst (07.00 tot 16.00 uur) gepland. Over de diensten heen is consignatie opgelegd. In dit voorbeeld wordt de medewerker om 23.00 uur vanuit de consignatie opgeroepen en werkt tot de volgende ochtend 8.00 uur. Vervolgens wordt de medewerker door zijn/haar leidinggevende (zijnde het bevoegd gezag) naar huis gestuurd. Uitgangspunt is, dat er bij indiensttreding tijdens consignatie ALTIJD sprake is van overwerk en dat niet over verschoven uren in het kader van de Regeling Verschuivingsvergoeding mag worden gesproken. Uiteraard is duidelijk dat in het voorbeeld sprake is van Atwovertredingen. Het is echter een voorbeeld dat vanuit de praktijk is ingebracht (en natuurlijk vermeden moet worden), maar dat wel (in voorkomende gevallen) de juiste financiële en administratieve afwikkeling dient te krijgen. Casus 5: Schematisch weergegeven Consignatie 23-08 9 CAOcomp 07-16 In dit voorbeeld heeft de medewerker recht op een vergoeding voor 8 overuren + toeslag (van 23.00 tot 07.00 uur). Daarnaast heeft de medewerker ook nog recht op acht uren CAO-COMP voor die geplande uren (08.00 uur tot 16.00 uur) waarop de medewerker in opdracht van het bevoegd gezag niet hoeft te werken. Deze uren worden op basis van het Barp geacht te zijn gewerkt; de medewerker hoeft deze uren dus niet op een later tijdstip in te halen De CAO-COMP uren worden op het jaarwerkplan-urentotaal in mindering gebracht.
Casus 6: Twee diensten worden één dienst. Een medewerker staat in de dagroosters drie dagen aaneengesloten gepland voor een dagdienst van 08.00 tot 16.00 uur. Binnen het vastgestelde dagrooster worden de diensten van de woensdag en donderdag (twee dagdiensten) met instemming van de medewerker gewijzigd in één nachtdienst (23.00 tot 07.00 uur) van woensdag op donderdag. Na een nachtdienst mag die medewerker op zijn vroegst (na 14 uur rust in het kader van de Arbeidstijdenwet in relatie tot de LAR) weer om 21.00 uur met zijn werk aanvangen. In dit voorbeeld heeft dit tot gevolg dat de medewerker in plaats van 16 uren in twee dagen, slechts over die twee dagen 8 uren heeft gewerkt. Voor de berekening betekent dit: dat de dagdienst op woensdag wordt verschoven naar een nachtdienst van 23.00 uur (op woensdag) tot 07.00 uur (op donderdag) in casu 8 uren verschuivingsvergoeding; dat de geplande dienst (van 08.00 tot 16.00 uur) op de donderdag komt te vervallen en wordt aangemerkt als CAO-COMP. Deze uren worden op basis van het Barp geacht te zijn gewerkt; de medewerker hoeft deze uren dus niet op een later tijdstip in te halen en dat de geplande dienst van vrijdag normaal kan worden verricht. Casus 7: Schematisch weergegeven 8 15 Zondag Casus 8: Met overuren (NIET uit consignatie). Een medewerker heeft volgens de planning 2 dagen achter elkaar een avonddienst (15.00 tot 23.00 uur). De eerste late dienst loopt uit tot 02.30 uur. De medewerker heeft overuren van 23.00 tot 02.30 uur = 3,5 overuren. De medewerker heeft in een nachtdienst die eindigt na 02.00 uur arbeid verricht en daarmee de verplichting van minimaal 14 uur aaneengesloten rust. Een uitzondering hierop is indien deze overuren zijn ontstaan uit een artikel 2:5 Atw situatie (het uitzonderingsartikel, waarbij de Atw in bijzondere gevallen tijdelijk buitenwerking kan worden gesteld waardoor de bepaling van minimaal 14 uur niet van toepassing is. Indien de uitzonderingsbepaling ingevolge artikel 2:5 Atw niet van toepassing is, kan de medewerker pas op dag twee om 16.30 uur met zijn/haar dienst aanvangen. t betekent dat de leidinggevende de medewerker pas vanaf 16.30 uur kan laten werken, waarbij de tijd van 15.00 tot 16.30 uur als CAO COMP moet worden aangemerkt. 8-20 CAO-comp (5 uur CAO COMP) of 8-20 (waarvan van 15 tot 20 uur vervangend werk) Casus 6: Schematisch weergegeven Vr 8-16 8-16 8-16 Casus 8: Schematisch weergegeven ensdag nderdag 15-23 15-23 23-07 CAOcomp 8-16 15-02.30 1 16.30-23 Casus 7: Geen werkzaamheden. Een medewerker staat op een zondag van 08.00 tot 20.00 uur gepland voor een bijzondere dienst, bijvoorbeeld voor toezicht bij een evenement. De situatie doet zich voor dat er vanaf 15.00 uur geen publiek meer aanwezig is en het evenement vroegtijdig wordt beëindigd, danwel de bezetting in sterkte wordt teruggebracht. Vanaf 15.00 uur is er voor de betreffende medewerker geen arbeid meer te verrichten voor datgene waarvoor deze in het dagrooster staat ingepland. De leidinggevende heeft in dit geval 2 mogelijkheden: de leidinggevende zoekt vervangende werkzaamheden voor deze medewerker dan wel de leidinggevende ontslaat de betreffende medewerker tot de verplichting tot werken en verstrekt van 15.00 uur tot 20.00 uur CAO COMP. Casus 9: Een uitzonderlijk voorbeeld uit de praktijk: Een medewerker staat op de woensdag en donderdag gepland voor een dagdienst (van 09.00 tot 17.30 uur). Voor betreffende medewerker is geen consignatie gepland. Tijdens de uitvoering van de dienst op woensdag komt de medewerker in een niet nader toe te lichten bijzondere situatie terecht die valt in de uitzonderingscategorie artikel 2:5 Atw. De medewerker verricht arbeid tot donderdagochtend (09.00 uur), wat volgens de dagplanning ook de aanvangstijd voor de dienst op donderdag is. De situatie conform artikel 2:5 Atw eindigt op donderdagochtend 09.00 uur. Voor de berekening hiervan betekent dit, dat de medewerker vanaf 17.30 uur (einde dienst op woensdag) tot donderdagochtend 09.00 uur (einde werkzaamheden, voortkomende uit een dienst van woensdag) recht heeft op overuren. In dit onderhavige geval dus 15,5 overuren.
De medewerker heeft arbeid verricht in een nachtdienst die eindigt na 02.00 en heeft daarmee de verplichting om 14 uur aaneengesloten rust te genieten. t gegeven in combinatie met artikel 12, lid 13 en 14 van het Barp heeft tot gevolg dat de dienst van donderdag in haar geheel moet worden gecompenseerd. De medewerker krijgt voor deze uren op de donderdag 8 uren CAO COMP (over de niet betaalde pauze wordt geen CAO-COMP toegepast) en 15,5 overuren + toeslag. Casus 9: Schematisch weergegeven ensdag nderdag 09.00-17.30 09.00-17.30 09.00-09.00 (2:5ATW) CAO-comp Opmerking: Het systeem BVCM herkent vooralsnog kalenderdag- c.q. nachtvensteroverschrijdende activiteiten NIET als één dienst en maakt om 24.00 uur een knip in de dienst (terwijl de dienst in de praktijk gewoon doorloopt). BVCM begint om 00.00 uur (met een nieuwe dag) een nieuwe dienst te tellen. t betekent concreet dat in een aantal hierboven beschreven casussen, het systeem deze toepassing niet volledig ondersteunt. Er loopt een verzoek tot aanpassing van BVCM. or landelijk functioneel beheer wordt op korte termijn beschreven hoe deze situaties binnen BVCM moeten worden verwerkt. Voor vragen kan contact worden opgenomen met het Expertisecentrum Arbeidstijdenmanagement van het Landelijk Programma HRM, de heren Piet Wesdorp (06-53492351 / piet.wesdorp@vtspn.nl) of Joop Henrotte (06-51844603 / joop.henrotte@vtspn.nl) A4 19 december 2011 J-11963-nr: 5