Duurzaamheidsuitdagingen na de provinciale verkiezingen

Vergelijkbare documenten
Bastiaan Zoeteman, John Dagevos, Rens Mulder, Ruben Smeets, Corné Wentink, Naomi Hoven en Christine Visser 29 september 2017 #DuurzameGemeenten2017

Wat betekenen de duurzaamheid scores van de 25 grootste steden?

Duurzaamheid gemeenten doorgelicht

Kaarten Duurzaamheidbalans Regio West-Brabant

Son & Breugel in de regio: het vervolg in 60 beelden.. Hans Mommaas John Dagevos Ruben Smeets

Nationale Monitor Duurzame Gemeenten 2015

Vergelijkende duurzaamheidbeoordeling van de 25 grootste steden van Nederland. volgens de Telos duurzaamheidbalans methode

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018

Hartslag Cafe 15 februari 2018 John Dagevos. Leefbaarheid in Tilburg Stad met verschillende gezichten

Het belang van het MKB

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Bijlagen hoofdstuk 8 Mobiliteit Lucas Harms

Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

Synthese rapport. Duurzaamheidbalans Tilburg 2013 en Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg (met 23 andere steden)

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei Utrecht.nl/onderzoek

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Diversiteit in de Provinciale Staten

Mystery call en -traject

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

Profiel brede welvaart Goeree Overflakkee

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht.

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Ontsluitingskwaliteit openbaar vervoer voor woningen,

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wonen

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven

Duurzaamheidsbenchmark Heerhugowaard. Bergen, 13 april 2018 Drs. J. Dagevos

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

Financiering in het MKB

Rijksmonumenten - nabijheid

Q1 Loopt uw indicatie voor een Wmovoorziening. huishoudelijke hulp) binnenkort af? (dit staat in het indicatiebesluit dat u ontvangen heeft)

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Voorbespreking Duurzaamheid 30 juni 2009 Toelichting op het programma en notitie Duurzaamheid

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Duurzaamheidsbenchmark 2014 van Lelystad

De rol van gemeenten bij Duurzame Ontwikkeling. John Dagevos Tilburg 4 februari 2015

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

Benchmarken van Duurzaam Inkopen door gemeenten

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Bezoek cultuurinstellingen

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied,

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

socio-demografie jongeren geslacht leeftijd woonplaats 4 grote steden en per provincie afkomst opleiding religie

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

Auteur: Onderzoek en statistiek gemeente Dronten Datum: 28 januari 2016 Voor vragen: Feiten en cijfers 2015 Bevolking

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

De Dorpenmonitor Ontwikkelingen in de leefsituatie van dorpsbewoners

Vastgoedbericht juni 2010

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven

Centraal Bureau voor de Statistiek

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2017 vs 2016

Langdurige werkloosheid in Nederland

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Gemeenteloketten soms te traag

Woningtransacties per maand, Nederland

Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s:

Inwoners en huishoudens per gemeente, provincie en in de Randstad,

Amsterdam, 14 januari 2019 P e r s b e r i c h t

Analyse deelgebied Maaspoort 2016

Ontwikkeling leerlingaantallen

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Wat verwachten werkgevers van het onderwijs als het gaat om duurzaamheid?

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Stadsmonitor. -Totaalbeeld Stedenvergelijking-

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking

Onderwijs in beeld: Maastricht-heuvelland

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

drenthe rapportage september 2016 leefbaarheid

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Duurzaamheidbenchmark 2013 van Amersfoort

Beperkt leerlingdaling de middelbare schoolkeuze op het platteland?

BEVOLKINGSGROEI VERGELEKEN

Feiten NVM Open Huizen Dag 5 oktober 2013

Persoonlijke gegevens van Wethouders

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

Bijlagen hoofdstuk 13 De leefsituatie-index Jeroen Boelhouwer

De Stemming van 9 juni 2019

Graydon studie: Betaalgedrag Nederlands bedrijfsleven 2015.

Dordrecht in de Atlas 2013

Kracht van regiomerken onderzoek 2013 Provincie Flevoland. Den Haag, december 2013

Strategieën voor ruimtelijke ontwikkeling. 1) Duurzame ontwikkeling, governance, gebiedsontwikkeling, monitoring en kennisvragen

Onderzoeksflits. De positie van de Regio Utrecht in de EU Regional competitiveness index Utrecht.nl/onderzoek.

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Het jaar van YouTech.nl in cijfers

Wijkenmonitor. Westerkoog

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2019 Voor vragen: Feiten en cijfers 2018 Bevolking

Samenvatting Twente Index 2016

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Demi Smit Sarah Lingaard. Atlas van de toekomst

Transcriptie:

Duurzaamheidsuitdagingen na de provinciale verkiezingen Auteurs: John Dagevos, Ruben Smeets, Corné Wentink en Kees Zoeteman, Telos, Tilburg Universiteit. Telos heeft de zogenaamde duurzaamheidbalans ontwikkeld om duurzame ontwikkeling meetbaar te maken. In december 2014 werd door Telos de 5de Brabantse duurzaamheidbalans uitgebracht. De eerste kwam in 2001 tot stand. Er zijn in de nieuwe Brabantse balans ook vergelijkingen gemaakt met de situatie in de andere provincies. In het voorliggende rapport staan deze vergelijkingen centraal. In vogelvlucht wordt getoond welke thema s er bij de provincies uitspringen. Deze zouden na de provinciale staten verkiezingen door de nieuwe provinciale besturen opgepakt kunnen worden. Om de vergelijkingen tussen de provincies te kunnen maken is de bevolkingsdichtheid als maatstaf gebruikt. Dat de provincie Utrecht als hoogste scoort en de provincie Limburg als laagste wil niet zeggen dat het ene provinciebestuur het beter doet dan het andere, maar dat zij voor heel verschillende opgaven staan. De hele zuidkust van de vroegere Zuiderzee laat de meest intensieve duurzame ontwikkelingsprocessen in ons land zien. De andere provincies kunnen deze ontwikkelingen echter niet eenvoudig kopiëren, maar moeten eigen innovatieve wegen vinden om tot synergie tussen de economische, ecologische en sociaal- culturele duurzaamheidkapitalen te komen. 1. Duurzaamheid komt op provinciaal niveau duidelijker te voorschijn Niet alle provincies gaan de verkiezingen van Provinciale Staten op 18 maart 2015 in met een analyse op zak van hun duurzaamheid. Dat heeft Noord-Brabant wel gedaan en wel voor de 5 de keer sinds 2001. 1. CdK Wim van den Donk wees er in zijn nieuwjaarsspeech in dit verband op dat waar het bedrijfsleven innoveert, ook de overheid nieuwe wegen moet zoeken. Sectoraal of verkokerd werken is passé, de samenhang tussen economie, ecologie en het sociaal-cultureel domein moet gezocht worden, daar liggen de duurzame kansen. Hoe de drie kapitalen van duurzaamheid door Telos gemeten worden en welke (ruim 100) indicatoren hiervoor zijn gebruikt kan in de Brabantse balans via de Telos website worden nagelezen 2. Bijlage 1 geeft een overzicht van de in dit artikel gebruikte indicatorenset. Deze set is wat beperkter dan die gebruikt is voor de Brabantse balans. Dit heeft te maken met het feit dat vergelijking van en tussen provincies centraal staat. Telos maakt gebruik van het driekapitalenmodel om duurzaamheid te meten. Onderscheid wordt gemaakt tussen het ecologische, economische en sociaal-culturele kapitaal. Elk kapitaal kent op haar beurt thematische voorraden. Voor iedere voorraad zijn lange termijndoelen geformuleerd. De mate waarin die doelen worden gerealiseerd wordt gemeten met behulp van meerdere indicatoren. Voor iedere indicator zijn vervolgens normen geformuleerd die iets vertellen over de tevredenheid met de mate van doelbereiking. Bij de hier gepresenteerde resultaten zijn dezelfde doelen en normen gebruikt als bij de Brabantse balans. Via aggregatie is vervolgens per voorraad en per kapitaal de overall score van het geaggregeerde duurzaamheidsdoel in percentage berekend. 1 http://www.brabant.nl/organisatie/over-brabant/duurzaamheidsbalans-brabant.aspx 2 http://www.telos.nl/publicaties/publicatiesrapporten/318099.aspx?t=de+duurzaamheidbalans+van+brabant +2014

1.1. Vergelijkbaarheid gemeentelijke en provinciale uitkomsten In 2014 heeft Telos de Nationale Monitor gemeentelijke duurzaamheid uitgebracht 3. De uitkomsten voor de provincies in het voorliggende artikel zijn niet tot stand gekomen door de gemeentelijke uitkomsten te aggregeren tot het niveau van de provincie. Er is een nieuwe dataset gemaakt, die gedeeltelijk overlappend is met die van de gemeentemonitor. De reden hiervoor is dat op provinciaal niveau meer en kwalitatief betere statistische gegevens beschikbaar zijn. Dit betekent dat de provinciale en gemeentelijke uitkomsten weliswaar dezelfde tendensen laten zien maar niet één-opéén mogen worden vertaald. 1.2 Provincie is context voor intergemeentelijke duurzaamheidsoptimalisaties Eerder onderzoek van Telos naar de duurzaamheid van gemeenten heeft laten zien dat gemeenten in hun duurzaamheidscore flink verschillen maar dat de scores van buurgemeenten ook sterke interacties met elkaar vertonen. Een voorbeeld hiervan is dat de welvarende middenklasse vaak in de grote steden hun geld verdient en vervolgens naar de meer op het platteland gelegen gemeenten reist om daar veilig en prettig tussen het groen te wonen en te recreëren. Die plattelandsgemeenten scoren dan hoog op duurzaamheid (vooral op de sociale en ecologische dimensie) en de grote steden juist niet. Dergelijke dynamische relaties tussen gemeenten zijn van belang voor de duurzaamheid performance die zich dus eigenlijk voor een deel op een hoger schaalniveau, zoals dat van de regio of provincie, afspeelt. Bij de bespreking van de resultaten zal dit kort aan de orde komen. 1.3 Opzet rapport In hoofdstuk 2 zullen de belangrijkste resultaten gepresenteerd worden op het niveau van de kapitalen en de voorraden. Daarnaast zullen tevens enkele indicatoren worden besproken. In hoofdstuk 3 worden deze resultaten kort besproken tegen de achtergrond van de verschillen in bevolkingsdichtheid en verstedelijking tussen de provincies. Tenslotte geeft hoofdstuk 4 een eerste impressie van de duurzaamheidopgaven van de afzonderlijke provincies. 2. Hoe groot zijn de verschillen tussen provincies? 2.1 Verschillen in totale en kapitaalscores Als eerste kan de vraag gesteld worden of er in ons vrij homogene land wel erg grote verschillen in duurzaamheid tussen de provincies zijn. Bij de gemeenten varieerde de totale duurzaamheidscore van 39.65 in Spijkenisse tot 60.14 in Naarden. Verwacht mag worden dat op provinciaal niveau de uitersten minder zullen verschillen. Uit Tabel 1 blijkt dat de totale duurzaamheidscores variëren van 40.5 in Limburg tot 50.1 in Utrecht. Wanneer we de totaalscores uiteenrafelen in de scores van de drie afzonderlijke kapitalen zien we al meer onderscheid. Het sociaal-culturele kapitaal scoort met 35.9 het laagst in Zuid-Holland en het hoogst met 55.7 in Utrecht. Het economische kapitaal doet het goed in Noord-Holland (55.2) en Utrecht (52) en duidelijk minder in Drenthe (35.6), Friesland (37) en Zeeland (37). Het ecologisch 3 http://www.telos.nl/publicaties/publicatiesrapporten/260630.aspx?t=nationale+monitor+gemeentelijke+duu rzaamheid+2014

kapitaal komt er het beste van af in Flevoland (49.4) en Friesland (49) en het minst in Zuid- en Noord- Holland (34.4 resp. 36.6). Elk kapitaal heeft kennelijk een eigen verhaal, waarop verderop wordt terug gekomen. Tabel 1 Totaal en kapitaalscores voor duurzaamheid van de provincies gerangschikt naar aflopende totaalscores 4 Provincie Totaal score % Sociaalcultureel % Economisch % Ecologisch % Utrecht 50.1 55.7 52.0 42.5 Gelderland 48.1 50.7 46.4 47.1 Noord-Holland 47.8 51.6 55.2 36.6 Overijssel 46.1 48.6 43.2 46.6 Flevoland 45.1 41.4 44.4 49.4 Groningen 44.5 43.5 46.1 44.0 Friesland 43.9 45.7 37.0 49.0 Noord-Brabant 43.6 46.5 43.7 40.7 Zeeland 43.1 49.3 37.0 43.1 Drenthe 43.0 44.9 35.6 48.4 Zuid-Holland 43.0 35.9 48.6 34.4 Limburg 40.5 42.0 40.0 39.4 Bij de hoge score van Utrecht valt op dat deze vooral is te wijten aan goede scores op het sociaalcultureel en economisch kapitaal, terwijl het ecologisch kapitaal het minder goed doet. In Gelderland scoren alle drie de kapitalen op een zelfde relatief hoog niveau. Noord-Holland scoort het hoogst op economisch en sociaal-cultureel kapitaal maar zeer laag op het ecologisch kapitaal. Overijssel geeft een zelfde gelijkmatig beeld als Gelderland, zij het met iets lagere scores. Flevoland kent evenmin heel grote verschillen tussen de kapitalen, maar hier scoort het ecologisch kapitaal het hoogst en het sociaal-cultureel kapitaal het laagst. Als nieuwe provincie neemt Flevoland een aparte plaats in, waarbij de bodem schoon is en de populatie vrij recent uit vooral Amsterdam en omstreken afkomstig is. Groningen en Friesland hebben ondanks hun vergelijkbare totaalscore en geografische nabijheid een sterk verschillend profiel. Economisch doet Groningen het aanzienlijk beter dan Friesland, maar ecologisch wat minder. Noord-Brabant laat een vrij evenwichtig beeld in kapitaalscores zien, met het ecologisch kapitaal als zwakste schakel. Zeeland doet het goed op het punt van het sociaal-cultureel kapitaal maar het economisch kapitaal scoort laag, net als in Drenthe dat echter een mooie ecologisch kapitaal score te zien geeft. Zuid-Holland heeft een zelfde lage totaalscore als Drenthe van 43% ondanks de prima score voor het economisch kapitaal. Daar staan echter erg lage scores van beide andere kapitalen tegenover. Tenslotte zijn de scores voor de drie kapitalen in Limburg in balans maar op een relatief laag niveau. Dit wil echter zeggen dat er geen uitschieters naar beneden zijn zoals in andere provincies het geval is. 4 De hier gepresenteerde scores voor Noord-Brabant wijken licht af van die in de Brabantse balans 2014 omdat enkele indicatoren wel voor Brabant beschikbaar waren maar niet voor de andere provincies.

2.2 Verschillen in voorraad scores De duurzaamheidkapitalen zijn elk opgebouwd uit voorraden. Daarmee wordt al een veel specifieker beeld van de situatie per provincie verkregen. Het voert te ver hier al die verschillen in detail te bespreken. In Tabel 2 is per voorraad aangegeven welke provincies het hoogste en het laagste scoren. Tabel 2. Uiterste verschillen in voorraad scores voor duurzaamheid van de provincies Voorraad Laagste score Hoogste score Sociaal-cultureel Limburg (39.4) Gelderland (59.2) Limburg (34.0) Utrecht (52.6) Economische participatie Flevoland (28.0) Utrecht (55.4) Flevoland (19.6) N-Holland (74.8) Limburg (44.6) Gelderland (57.3) Z-Holland (46.0) Overijssel (64.2) Limburg (36.4) Utrecht (51.1) Friesland (37.4) Utrecht (58.4) Economie Drenthe (33.2) Utrecht (58.1) Overijssel (24.1) Groningen (46.1) Zeeland (21.7) N-Holland (68.1) Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Groningen (24.2) N-Holland (67.0) Gelderland (40.0) Flevoland (59.1) Infrastructuur en bereikbaarheid Friesland (22.8) Groningen (54.5) Ecologie Z-Holland (35.9) Friesland (71.3) N-Brabant (17.8) Flevoland (48.1) Z-Holland (37.7) Overijssel (51.9) Limburg (29.8) Flevoland (56.5) Z-Holland (23.8) Limburg (57.5) Opvallend is dat onder de laagste scores Limburg vier maal bij de sociaal-culturele voorraden en één maal (energie) bij de ecologische voorraad voorkomt. Zuid-Holland scoort het laagst bij veiligheid en een drietal ecologische voorraden. Utrecht scoort het hoogst bij een viertal sociaal-culturele voorraden en bij de economische voorraad arbeid. In onderstaande spiderdiagrammen worden voor elke provincie de 19 voorraadscores ten opzichte van de gemiddelde score voor alle provincies getoond. Voor elke provincie kunnen hieruit de relatief sterke en minder sterke punten worden afgelezen. Kijken we bijvoorbeeld naar de drie Randstedelijke provincies dan scoren deze bij alle economische voorraden gemiddeld of beter. Ook de voorraad kunst en cultuur laat bij alle drie een bovengemiddelde score zien, vooral in Noord-Holland (Amsterdam). Utrecht weet ook bij de

ecologische voorraden op het gemiddelde te scoren, wat Noord- en Zuid-Holland niet lukt, Hier blijven met name de voorraden afval, natuur, en luchtvervuiling en geluidhinder duidelijk achter. Figuur 1 Spider diagrammen van de voorraadscores per provincie Groningen Friesland Drenthe

Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht

Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant

Limburg Overigens moet opgemerkt worden dat nog niet alle in de belangstelling staande aspecten konden worden meegenomen, zoals het risico op aardbevingen of het overstromingsgevaar. De duurzaamheidbalans van de provincies (en andere gebieden, zoals de Waddenzee, en gemeenten) zal in de toekomst verder kunnen en moeten worden uitgebouwd. 2.3 Verschillen in indicator scores Het is ondoenlijk om alle indicatoren te bespreken op deze plaats. Ter illustratie zullen er enkele voorbeelden worden uitgelicht. Figuur 2 toont de indicatoren Duurzame energie opwekking en Inzameling plastic verpakkingsafval, waarbij de meer duurzame situatie donkerder is afgebeeld. In Flevoland is de hoge bijdrage van windmolens terug te vinden in de hogere duurzame energiescore. Zeeland, Zuid-Holland, Utrecht en Limburg blijven in dit opzicht achter. Bij de inzameling van verpakkingsafval is een noordoost-zuidwest gradiënt te bespeuren. Natuurlijk is het in grote steden lastiger om afvalinzameling goed te organiseren, maar de hoge score in Limburg laat zien dat er met extra inzet veel is te bereiken. Figuur 2 Ecologische indicatoren: Duurzame energie en Inzameling plastic verpakkingsafval Bron: RWS, Klimaatmonitor, 2012 Bron: CBS, 2012

In Figuur 3 zijn twee sociaal-culturele indicatoren belicht, Culturele voorzieningen en Arme huishoudens. De culturele voorzieningen zijn, zoals te verwachten, duidelijk het meest aanwezig in de Randstad. De meeste arme huishoudens treffen we relatief aan in Zuid- en Noord-Holland, maar ook in Limburg en Groningen, ondanks de economische waarde van het Groningse aardgas. Deze indicator scoort gunstig in een provincieband die loopt van Zeeland tot aan Drenthe. Figuur 3 Sociaal-culturele indicatoren: Culturele voorzieningen en Arme huishoudens Bron: CBS, 2013 Bron: CBS, 2011 Tenslotte geeft Figuur 4 enkele voorbeelden van economische indiactoren. Figuur 4 Economische indicatoren: High en medium tech werkgelegenheid en Leegstand winkels Bron: Eurostat, 2013 Bron: Locatus, 2014

Het aandeel high en medium tech werkgelegenheid is het hoogste in Utrecht en Gelderland en het laagste in Friesland en Drenthe. De door de economische crisis veroorzaakte leegstand van winkels komt het minst voor in Noord-Holland en Utrecht, waar de economie het sterkst is, en is het grootst in Limburg. Al deze voorbeelden laten zien hoe gedifferentieerd het beeld is. Dit vraagt om nadere analyses om patronen te kunnen herkennen die voor het beleid aanknopingspunten kunnen bieden. 3. Op zoek naar patronen Omdat de resultaten nog vers zijn heeft er nog geen zoektocht plaatsgevonden naar patronen in de uitkomsten. Die zal later volgen. Een eerste aanzet is gemaakt door te kijken of er een relatie is tussen duurzaamheidscores en bevolkingsdichtheid als maatstaf voor de verstedelijking. We kijken hier wat specifieker naar omdat er veelal van wordt uitgegaan dat het grote voordeel van steden is dat hier functies ruimtelijk compact kunnen worden georganiseerd waardoor veel duurzaamheidwinst kan worden geboekt. Bij deze winst wordt gedacht aan het voorkomen van extra verlies van natuur, het realiseren van een betere ontkoppeling van economische activiteit en milieubelasting, en het gegeven dat de stad economische en sociale kansen genereert. Uiteraard staan hier ook nadelen tegenover, zoals het concentreren van sociaal-culturele en milieuknelpunten. Studies als deze kunnen de balans van de voor- en nadelen van de compacte stad uit duurzaamheidoogpunt beter in kaart gaan brengen. Nu de drie duurzaamheidkapitalen van de provincies gemeten zijn, zal worden nagegaan hoe de factor van de bevolkingsdichtheid hierop uitwerkt. Tabel 3 Demografische kenmerken van de provincies en hun grootste steden Provincie Inwonertal 2013 Oppervlak km 2 Bevolkingsdichtheid Grootste gemeente in provincie Aantal inwoners 1-1-2014 Aandeel inw. grootste gemeente in provincie (%) Groningen 582.728 2.325,42 251 Groningen 198.317 34,0 Friesland 646.317 3.339,95 194 Leeuwarden 107.342 16,6 Drenthe 488.988 2.638,95 185 Assen 67.190 13,7 Overijssel 1.139.697 3.324,49 343 Zwolle 123.159 10,8 Flevoland 399.893 1.415,40 283 Almere 196.013 49,0 Gelderland 2.019.692 4.969,52 406 Arnhem 150.823 7,5 Utrecht 1.253.672 1.383,17 906 Utrecht 328.164 26,2 Noord-Holland 2.741.369 2.665,43 1.028 Amsterdam 810.937 29,6 Zuid-Holland 3.577.032 2.808,16 1.274 Rotterdam 618.357 17,3 Zeeland 380.621 1.784,11 213 Terneuzen 54.709 14,5 Noord-Brabant 2.479.274 4.913,96 505 Eindhoven 220.920 8,9 Limburg 1.120,006 2.149,72 521 Maastricht 122.488 11,0 Bron: CBS Uit Tabel 3 kan worden opgemaakt dat het meest dichtbevolkt (>650 inw/km 2 ) de Randstad is, bestaande uit Zuid- en Noord-Holland en Utrecht. Het minst dichtbevolkt (<325 inw/km 2 ) zijn Drenthe, Friesland, Zeeland, Flevoland en Groningen. Vanuit de Randstad gezien liggen deze laatste provincies in de periferie. Een tussencategorie van verstedelijkte provincies, die tegelijkertijd nog veel groen landschap hebben, zijn Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Wanneer gekeken wordt naar de inwoneraantallen in de grootste gemeenten van deze vier laatste provincies ten opzichte van die in de hele provincie, blijkt dat in deze groep provincies de grootste gemeente

slechts een klein deel van de bevolking (<11.0%) van de provincie huisvest. De tussengroep provincies wordt dus gekenmerkt door relatief veel steden met een relatief klein aantal inwoners. Figuur 5 Oppervlakte natuur per provincie Bron: CBS, statistiek Bodemgebruik 2010 Gemeenten die meer dan 25% van de bevolking van de hele provincie herbergen zijn Almere, Groningen, Amsterdam en Utrecht. Het provinciale beleid kan in die gevallen soms eenvoudig door de belangen van deze gemeenten gedomineerd worden of anders gezegd zal de provincie in deze gevallen een zeker tegenwicht tegen deze gemeenten moeten bieden om ook de belangen van de andere gemeenten tot hun recht te laten komen. We zullen nu nagaan hoe de drie duurzaamheidkapitalen scoren in deze drie groepen provincies.

score Bevolkingsdichtheid (inw./km 2 ) score Bevolkingsdichtheid (inw./km 2 ) Figuur 6 Relatie bevolkingsdichtheid en totaal en kapitaal scores voor duurzaamheid van provincies 70 1400 60 1200 50 1000 40 800 30 600 20 400 10 200 0 0 Totaal Bevolkingsdichtheid 70 1400 60 1200 50 1000 40 800 30 600 20 400 10 200 0 0 Sociaal-cultureel Bevolkingsdichtheid

score Bevolkingsdichtheid (inw./km 2 ) score Bevolkingsdichtheid (inw./km 2 ) 70 1400 60 1200 50 1000 40 800 30 600 20 400 10 200 0 0 Economie Bevolkingsdichtheid 70 1400 60 1200 50 1000 40 800 30 600 20 400 10 200 0 0 Ecologie Bevolkingsdichtheid Bron: CBS, bewerking Telos De trends in Figuur 6 laten zien dat bij stijgende bevolkingsdichtheid de totaal score op duurzaamheid gemiddeld licht lijkt toe te nemen. Dit vergt nog nader statistisch onderzoek. Op het detailniveau van de kapitalen worden er bij het sociaal-culturele kapitaal sterke wisselingen waargenomen maar per saldo is er geen sprake van een stijgende of dalende tendens bij toenemende bevolkingsdichtheid. Wel suggereert de uitkomst bij Utrecht en Noord-Holland dat een

hoge bevolkingsdichtheid niet altijd met een lage score van het sociaal-culturele kapitaal hoeft te zijn geassocieerd. Dat is wel het geval bij beide andere kapitalen. Toenemende bevolkingsdichtheid gaat gepaard met een hogere duurzaamheidscore op economisch kapitaal en een lagere score op ecologische kapitaal. De klassieke tegenstelling tussen economie en ecologie komt hier nog altijd naar voren. Er zijn uiteraard nog vele andere mogelijk voorspellende factoren die op basis van de uitkomsten moeten worden onderzocht om het totale beeld te kunnen duiden. 4. Belangrijkste duurzaamheidsopgaven van de provincies Onder de Randstad provincies staat Zuid-Holland voor de grootste opgaven als de provincie met de hoogste bevolkingsdichtheid van ons land, en een nog altijd hoge milieubelasting (luchtvervuiling, geluidhinder, weinig afvalstoffen recycling en weinig natuur). Deels oogt het Zuid-Hollandse landschap als een grootschalig bedrijventerrein waartussen de hoge aantallen bewoners zijn gehuisvest. Ook in Noord-Holland komen dergelijke gebieden voor, maar minder frequent. Utrecht en Noord-Holland hebben ondanks de bijna even hoge bevolkingsdichtheid andere profielen weten te realiseren waarbij weliswaar het ecologisch kapitaal ook lager scoort maar beide andere kapitalen het heel goed doen, met als gunstige uitschieters de voorraden kennis, en kunst en cultuur. De hele zuidkust van de vroegere Zuiderzee laat de meest intensieve duurzame ontwikkelingsprocessen in ons land zien, de strook van gemeenten die ten noorden van de lijn Amsterdam, Utrecht en Zwolle ligt tot aan de Veluwe randmeren. De andere provincies kunnen deze ontwikkelingen meestal echter niet kopiëren, maar moeten eigen innovatieve wegen vinden om regionaal tot synergie tussen de drie kapitalen te komen. De ring van relatief groene verstedelijkte provincies om de Randstad, waaronder Gelderland, Overijssel, Noord-Brabant, in mindere mate Limburg en op termijn vermoedelijk ook Flevoland, laten een vrij evenwichtige score op alle voorraden zien met een wat minder sterk economisch plaatje dan in de Randstad. Wel scoren de woonomgeving en de veiligheid meestal goed en wordt bijvoorbeeld veel gedaan aan het inzamelen van afval. In de andere provincies zou daarvan meer werk gemaakt kunnen worden. De provincies die verder liggen van de sociaaleconomische impulsen van de Randstad, te weten Drenthe, Friesland en Zeeland, hebben een relatief lage bevolkingsdichtheid en de meeste problemen om het economisch kapitaal goed te laten scoren. In deze groep hoort ook Groningen thuis maar dit heeft een afwijkend profiel dat vooral samenhangt met de centrumrol van de stad Groningen, waardoor het economisch kapitaal in deze provincie wel gunstig scoort. Het ecologisch kapitaal scoort in Friesland en Drenthe zeer gunstig. Een uitdaging is om dit ook een weerslag in het economisch kapitaal te laten vinden. Het sociaal-cultureel kapitaal scoort het laagst in Flevoland, Limburg en Zuid-Holland. Daarbij speelt het eigen industriële verleden of, in het geval van Flevoland, het uit Amsterdam geïmporteerde verleden vermoedelijk een belangrijke rol. Naast economisch stimuleringsbeleid is gericht sociaalcultureel beleid in de steden van deze provincies van groot belang om tot een aanpak voor een van de grootste vraagstukken van onze tijd te komen.

Bijlage 1 Overzicht van gebruikte Voorraden en Indicatoren per Voorraad Indicator Sociaal-cultureel informele hulp en mantelzorg sociaal vertrouwen sociale contacten met familie, buren en vrienden opkomstpercentage verkiezingen deelname politieke acties vertrouwen in politiek vertrouwen in instituties Economische participatie langdurige werkloosheid arme huishoudens bijstand vermogen huishoudens lidmaatschap verenigingen vrijwilligerswerk staat van onderhoud monumenten cultuurbezoek cultureel voorzieningenniveau culturele werkgelegenheid rijksmonumenten tevredenheid woning tevredenheid woonomgeving nieuwbouwwoningen verloedering groen in de omgeving migratiesaldo buurtvoorzieningen WOZ waarde slachtoffers geweldcriminaliteit slachtoffers vermogensdelicten jeugdcriminaliteit verkeersdoden Sociale overlast kans op ramp onveiligheidsgevoel chronisch zieken sportbeoefening levensverwachting geestelijke gezondheid riskant gedrag beoordeling eigen gezondheid afstand huisarts jeugdwerkloosheid zwakke scholen voortgezet onderwijs

voortijdig schoolverlaters zwakke scholen basisonderwijs aantal basisscholen levenlang leren opleidingsniveau bevolking Economie ontgroening en vergrijzing werkloosheid werkgelegenheidsfunctie benutting arbeidspotentieel arbeidsongeschiktheid investeringsniveau vertrouwen economie bedrijven met voldoende rendement arbeidsproductiviteit faillissementen aandeel hoogopgeleiden R&D-intensiteit creatieve industrie capaciteit WO en HBO high en medium tech werkgelegenheid Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden voorraad bedrijventerreinen Voorraad kantoorruimte leegstand winkels netto / bruto verhouding bedrijventerreinen BRP per hoofd van de bevolking exportaandeel groei werkgelegenheid topsectoren snelgroeiende bedrijven Infrastructuur en bereikbaarheid ontsluiting OV ontsluiting hoofdwegen modal split Ecologie broeikaseffect fijn stof stikstofdioxide geluidhinder geurhinder lichtemissie chemische toestand specifiek verontreinigende stoffen biologische kwaliteit fysisch chemische kwaliteit stikstofemissie bodem humane spoedlocaties oppervlakte natuur oppervlakte grasland

stedelijkheid oppervlakte nieuwe natuur (EHS) duurzame energie gasverbruik huishoudens stadsverwarming elektriciteitsverbruik huishoudens energie-index woningen gasverbruik bedrijven elektriciteitsverbruik bedrijven huishoudelijk restafval GFT afval oud papier en karton verpakkingsglas kunststof verpakkingsmateriaal