Nota van toelichting bij de delegatiedocumenten

Vergelijkbare documenten
Ingevolge artikel 95 van de Waterschapswet rechtsgeldig vertegenwoordigd door hun voorzitter

Partijen, Hierna gezamenlijk te noemen: de waterschappen,

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MUSKUSRATTENBESTRIJDING NOORD- BRABANT

[Geef tekst op] [Geef tekst op] bijlage B

ingevolge artikel 95 van de Waterschapswet vertegenwoordigd door hun voorzitter;

Overeenkomst van kosten voor gemene rekening muskusrattenbestrijding

6. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, verder te noemen: waterschap sub 6;

Gezamenlijk bestuursvoorstel Overdracht muskusrattenbestrijding Samenvatting Concept besluit De businesscase

In aansluiting op de eerder gezonden planning. Wil ik je vragen bijgaande memo ter informatie mee te willen nemen naar de komende collegevergadering.

Voorstel - Kennis nemen van de managementsamenvatting van de businesscase van PwC.

Datum : 16 maart 2004 Nummer : PS2004WEM01 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM

iei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap Adres

Datum : 14 september 2004 Nummer PS : PS2004WEM07 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM Registratienummer : 2004WEM003832i

lei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap

(CONCEPT) Gemeenschappelijke regeling Regionale samenwerking leerlingenvervoer Maastricht, Meerssen, Valkenburg en Eijsden

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o.

Concept gezamenlijk bestuursvoorstel Overdracht muskusrattenbestrijding

Parafering besluit PFO Bom D&H Conform Geparafeerd door: Heijloo, R.W.N.

Toelichting op gemeenschappelijke regeling

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM RIJNSTREEK EN LOPIKERWAARD

Nota Relatie provincie Utrecht met de waterschappen. Deel 3: Provinciaal toezichtkader


In D&H: Steller: Marjan van Meelis BMZ Telefoonnummer: (030) SKK Afdeling: MRB In AB: Portefeuillehouder: Poelmann

Oplegger. Vooraf. Personele gevolgen

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar primair en speciaal onderwijs.

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar. primair en speciaal onderwijs te Bodegraven, Gouda, Reeuwijk en Waddinxveen.

Vrijwaringsovereenkomst inzake de garantstellingsverplichting ex artikel 41 Gr HWH

Inleiding pag. 1. Ontwerp-besluit pag. 3. Toelichting pag 5. Bijlage(n): 1 Verzoekbrieven OLM

Liquidatieplan De juridische, financiële en administratieve consequenties van de opheffing van het Streekarchief Rijnlands Midden

Gemeenschappelijke regeling Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Intentieverklaring Groenbeheer Hoeksche Waard Definitief pagina 1

Gemeenschappelijke orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 31 oktober 2006;

V.V: 30 november 2011 Datum 27 oktober 2011 Agendapuntnr. B.4 Bijlagen - besluit - bijlage 1 managementsamenvatting

Gemeenschappelijke Regeling. Samenwerkingsverband Noord-Nederland

Eindrapportage toekomstbestendigheid DBFO-contract. 23 mei Vergaderdatum. Kenmerk VV : B.06. Agendapunt

Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis (GR HWH)

Sociaal Plan. Onderhandelingsakkoord, bereikt in het BGO op 5 juni 2012

Uitvoeringsbesluit regionale waterkeringen West-Nederland 2014

Ontwerpbesluit Wijziging Reglement waterschap Vallei en Veluwe pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage Nota van toelichting bij ontwerpbesluit pag.

voorbereidingskredieten vanaf ; mits opgenomen in vastgestelde meerjarenraming

De colleges van de gemeenten Lisse, Noordwijk en Teylingen, een ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noord-Veluwe. Versie april Artikelsgewijze toelichting

Overgangsreglement voor het waterschap Noorderzijlvest

Overgangsrecht voor het waterschap Vallei en Eem

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING AVRI

Ons kenmerk. Datum uw brief

TOELICHTING op de gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

Officiële uitgave van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Brabantse Delta.

voorbereidingskredieten vanaf ; mits opgenomen in vastgestelde meerjarenraming

Programma : (2) Openbare Orde en Veiligheid en (6) Welzijn Portefeuillehouder : E.J. ter Keurs, D.A. Fokkema

Toelichting Gemeenschappelijke Regeling Omnibuzz (versie ) Inleiding

TOELICHTING op de gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

Statenvoorstel 74/16 A

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Almere, Lelystad, Dronten, Zeewolde, Noordoostpolder en Urk;

de volgende gemeenschappelijke regeling vast te stellen: Gemeenschappelijke Regeling Zonder Meer Bunschoten, Leusden, Nijkerk en Putten (BLNP).

Jaarverslag. commissie Rekenkamer. maart 2018

Provinciaal blad 2012, 44

Voordraeht aan Provinciale. van Gedeputeerde Staten. Oktober Nummer Ontwerpbesfoit. Provinciate Staten van Zuid-Holland,

PROVINCIAAL BLAD. ARTIKEL 2 AVP-gebiedscommissie Utrecht Oost Er is een AVP-gebiedscommissie Utrecht Oost, hierna te noemen de commissie.

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR

1 De plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is gepland op 12 maart Artikel 1.2 Wet Gemeenschappelijke Regelingen

Dienstverlening Bedrijfsvoering (Overeenkomst Gemene rekening)

Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten. Provinciale waterregelgeving. 1 Ontwerpbesluit. Provinciale Staten van Zuid-Holland,

Per 1 januari 2015 fuseren de gemeenten Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist. Zij vormen dan de nieuwe gemeente Krimpenerwaard.

-- SPOEDVRAGEN -- Utrecht, 28 april 2009 Pythagoraslaan 101 Tel

Centrumregeling samenwerking Vlieland, Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling en Leeuwarden

CONCEPT-WIJZIGING GR-OddV versie 20 oktober 2015

Onderzoeksopzet Muskusrattenbestrijding

BESTUURSOVEREENKOMST Uitvoeringsregeling POP-3 subsidies Zuid-Holland

26 maart 2015 Coos Rijsdijk

1. Er mee in te stemmen om de Gemeenschappelijke regeling AQUON 2011 aan te vullen met een nieuw artikel 29a Borgtocht.

- 1 PS2010RGW09. Datum : Nummer PS : PS2010RGW09 Afdeling : ILG Commissie : RGW Registratienummer : 2010INT Portefeuillehouder : Krol

Oplegnotitie Delegatie en inspraak

BIJDRAGEVERORDENING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING DIENST GEZONDHEID & JEUGD ZUID HOLLAND ZUID

Nadere Samenwerkingsovereenkomst Vernieuwen Wilhelminasluis

CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44

Besluit 36e wijziging Regeling Regio Rivierenland

ANNOTATIE AB1724. Algemeen: Vergadering: AB Datum vergadering: 22 september Agendapunt: 3 Onderwerp: Toekomst APV taken en bijzondere wetten

>-y. iv v ^ e1 --' Beh. Ambt. Streefdat.: Afschr.> B.V.O.: O

Voordracht 50. Haarlem, 25 mei 2000 Onderwerp: aankoop aandelen FIRON BV Bijlagen: - ontwerpbesluit - concept-koopovereenkomst

1. te besluiten tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling (GR) LANDER per 1 januari 2016.

Organisatie toezicht stichting Proo

Besluit tot vaststelling ontwerpbesluit tot wijziging Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2008

BTW compensatiefonds in relatie tot overdracht onroerend goed

AGENDAPUNT 3.8 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: Voorstel

Gemeenschappelijk orgaan

Centrumregeling ambtelijke samenwerking Enschede Losser

ONTWERP LIQUIDATIEPLAN ROZ

DB-vergadering Agendapunt 9. Onderwerp Aanpassing Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis (Gr HWH)

Handreiking btw in de samenwerking tussen Onderwijs en Kinderopvang

ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken. November 2018

Centrumregeling samenwerking DDFK-gemeenten en Leeuwarden

Natuur- en recreatieschap Dobbeplas

Artikelgewijze toelichting. Inleiding

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 15 februari 10 mei 6 juli 2017

Statenvoorstel. Vaststellen wijziging reglement Waterschap Amstel, Gooi en Vecht

Transcriptie:

PS2007RGW09 BIJLAGE3 Nota van toelichting bij de delegatiedocumenten Inleiding Met de inwerkingtreding van de Wet van 18 december 1985, houdende enige voorzieningen ten behoeve van de inzet en bekostiging van muskusrattenvangers kregen gedeputeerde staten de zorg voor de muskusrattenbestrijding in hun provincie. Artikel 1 van deze wet geeft aan, dat in het belang van een doelmatige bestrijding van de muskusrat in het gehele land, en ter voorkoming van schade aan waterstaatswerken in het bijzonder, gedeputeerde staten van iedere provincie zorgdragen voor de inzet van muskusrattenvangers in ambtelijke dienst. De uitvoering van de muskusrattenbestrijding in Utrecht is in 1995 verzelfstandigd en ondergebracht in de gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam Muskusrattenbestrijding Utrecht (OLM). Naast de provincie Utrecht nemen het hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht, het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en het waterschap Vallei en Eem deel aan de gemeenschappelijke regeling. De kosten van de bestrijding worden gedekt door bijdragen van de provincie en bovengenoemde waterschappen. In 2005 is door het bestuur van het OLM geconstateerd dat de bedrijfsvoering van het OLM kwetsbaar is (met name aansturing en bedrijfsvoering), dat de (operationele) taak van de muskusrattenbestrijding onvoldoende uitgevoerd kan worden binnen de huidige structuur en of niet beter aansluiting kan worden gezocht bij het meer operationele karakter van de waterschappen. De deelnemers in het OLM besloten tot een verkennend onderzoek naar de mogelijkheid de taak muskusrattenbestrijding van het beheersgebied van het OLM onder te brengen bij het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Hiertoe is een ambtelijke projectgroep onder voorzitterschap van de provincie Utrecht ingesteld. Op 30 juni 2006 werd het rapport Naar passend bestuur en organisatie; verkennend onderzoek naar de organisatie van muskusrattenbestrijding van Lysias Consulting Group opgeleverd. Op 19 september 2006 hebben gedeputeerde staten ingestemd met de voorkeursvariant van het rapport en hebben daarmee het voornemen uitgesproken de zorg voor de muskusrattenbestrijding in de provincie Utrecht over te dragen aan de Utrechtse waterschappen. Ook de waterschappen stemden in met de voorkeursvariant en de verdere voorbereiding van besluitvorming. Door een ambtelijke projectgroep. Is de voorkeursvariant verder uitgewerkt. Hiertoe zijn de hierna genoemde delegatiedocumenten opgesteld. 1

Onder delegatiedocumenten wordt het delegatiebesluit, het liquidatieplan en de overeenkomst van kosten voor gemene rekening verstaan. Het laatstgenoemde document betreft een overeenkomst tussen de waterschappen onderling. In het kader van de delegatie valt het buiten de besluitvorming van GS; de overeenkomst regelt in feite hoe de waterschappen onderling met de aan hun gedelegeerde bevoegdheid omgaan. Voor de eenduidigheid (het wordt immers wel toegezonden aan de besturen van de waterschappen) wordt de overeenkomst behandeld bij de overige twee delegatiedocumenten. Het delegatiebesluit Het delegatiebesluit regelt de overdracht van de zorg voor muskusrattenbestrijding van de provincie aan de in het besluit genoemde waterschappen. Het betreft de muskusrattenbestrijding in het Utrechtse gedeelte van het beheersgebied van de betreffende waterschappen. De waterschappen Vallei en Eem, Amstel, Gooi en Vecht en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden zullen onderling een overeenkomst sluiten om ervoor te zorgen dat de muskusrattenbestrijding in Utrecht gecoördineerd en zoveel mogelijk als één geheel zal plaatsvinden. Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden zal onder gezamenlijke medeverantwoordelijkheid van Amstel, Gooi en Vecht en Vallei en Eem, de feitelijke bestrijding van de muskusratten verzorgen. Geheel in lijn met volledige overdracht van een bevoegdheid zal het provinciebestuur niet participeren in die overeenkomst. Aan waterschap Rivierenland wordt de zorg van de bestrijding ook overgedragen, het waterschap zal echter niet deelnemen in de overeenkomst van kosten. Een deel van het waterschap is in 2002 overgedragen aan de provincie Utrecht, dit was eerst Zuid-Hollands gebied. Waterschap Rivierenland draagt sinds 2002 zorg voor de muskusrattenbestrijding in Gelderland (op het Gelderse deel van Vallei en Eem na). Er is geen sprake van versnippering, het gebied wordt deel van het bestrijdingsgebied van Rivierenland. Gezien de ligging van het in de provincie Utrecht gelegen deel van Rivierenland, ligt het niet voor de hand dat de bestrijding in dit gebied door HDSR wordt uitgevoerd. Dit gebied valt ook buiten het gebied dat door het OLM wordt bestreden. Zuid- Hollandse bestrijders bleven hier bestrijden, ook na 2002. De jaarlijkse bijdrage van de provincie zal na delegatie hetzelfde blijven als daarvoor. Dankzij de figuur van delegatie kan een bestuursorgaan een aan hem toekomende bevoegdheid door een ander laten uitoefenen. Delegatie kenmerkt zich door het feit dat de bevoegdheid in zijn geheel wordt overgedragen. De gedelegeerde bevoegdheid wordt door degene aan wie die bevoegdheid is gedelegeerd geheel zelfstandig uitgeoefend. Het bestuursorgaan dat zijn bevoegdheid heeft gedelegeerd aan een ander is in beginsel de zeggenschap over de wijze waarop die bevoegdheid wordt uitgeoefend kwijt en kan de gedelegeerde bevoegdheid niet meer zelf uitoefenen. De overdracht van een bevoegdheid aan waterschappen wordt expliciet genoemd in artikel 107 Provinciewet. 2

Aan de overdracht worden twee eisen gesteld, namelijk dat het moet gaan om een bevoegdheid die zich naar aard en schaal voor overdracht leent en dat de besturen van de waterschappen met de overdracht van de bevoegdheid instemmen. Voornaamste reden om de bevoegdheid van muskusrattenbestrijding bij de waterschappen onder te brengen is de wens om die bestrijding effectiever en efficiënter te organiseren. De bestrijding is vóór onderhavige delegatie ondergebracht bij het Openbaar Lichaam Muskusrattenbestrijding Utrecht (OLM). Zoals eerder in de inleiding reeds is aangegeven heeft het bestuur van deze organisatie in 2005 geconstateerd dat de bedrijfsvoering kwetsbaar is en heeft het laten onderzoeken of het operationele karakter van muskusrattenbestrijding niet beter aansluit bij het beheer van watergangen en waterkeringen door waterschappen 1. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de nu gekozen weg (opheffen OLM, delegatie bevoegdheid muskusrattenbestrijding aan waterschappen, opstellen onderlinge overeenkomst kosten voor gemene rekening, regelen van (meerjaren)afspraken op het gebied van onder andere prestaties, financiën, personele sterkten et cetera) de voorkeur verdient. In het delegatiebesluit is aangaande de verdeling van kosten van de muskusrattenbestrijding het volgende geregeld. Het provinciebestuur levert een vaste en variabele financiële bijdrage aan de waterschappen. Het variabele gedeelte betreft 50% van de kosten die de samenwerkende waterschappen in enig jaar in de bestrijding van de muskusratten dienen te maken die in de meerjarenbegroting zijn voorzien 2 na aftrek van de vaste bijdrage. De vaste bijdrage is gebaseerd op de voormalige Provinciefondsbijdrage. Er zal een meerjarenplanning worden opgesteld die jaarlijks wordt geactualiseerd met een begroting voor dat jaar (planning begrotingsjaar inclusief actuele ontwikkelingen). De financiële bijdrage van de provincie zal nagenoeg hetzelfde blijven. De bestuurlijke drukte zal aanzienlijk afnemen en gezien het uitvoerende karakter van de muskusrattenbestrijding zal het de effectiviteit en efficiëntie van de bestrijding ten goede komen wanneer Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden de uitvoering op zich neemt. Aan kosten die voortvloeien uit bijzondere situaties en nieuw beleid draagt de provincie 50% bij. Tevens draagt de provincie 50% van de kosten die hun oorsprong vinden in de periode vóór opheffing van het OLM, dit zijn onvoorziene kosten die ten tijde van de besluitvorming nog niet bekend zijn. Hierbij kan gedacht worden aan claims die na 1 januari 2008 bekend worden gemaakt, maar die betrekking hebben op een gebeurtenis of besluit van vóór 1 januari 2008. In het liquidatieplan worden de voorzienbare kosten genoemd zoals de claim van de fiscus, ook daarbij is de bijdrage van de provincie 50% van de kosten. 1 Naar passend bestuur en organisatie, Openbaar Lichaam Muskusrattenbestrijding Utrecht, verkennend onderzoek naar de organisatie van muskusrattenbestrijding, Amersfoort 23 juni 2006, Lysias Advies B.V. 2 Het percentage van 50% is gebaseerd op de verdeelsleutel van de gemeenschappelijke regeling tussen de provincie en waterschappen op grond waarvan het OLM is opgericht (artikel 24 van de gemeenschappelijke regeling.) De overige 50% is als volgt verdeeld: Amstel, Gooi en Vecht 10%, Stichtse Rijnlanden 32,50% en Vallei en Eem 7,5%. 3

Het liquidatieplan Artikel 33 lid 3 van de gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam Muskusrattenbestrijding bepaalt dat bij opheffing van het openbaar lichaam een liquidatieplan wordt opgesteld bevattende de verplichtingen van de deelnemers tot deelneming in de financiële consequenties van de opheffing. In het liquidatieplan wordt de boedelscheiding geregeld, als ook de overgang van lopende contracten en activa naar het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (als zijnde het waterschap dat de feitelijke bestrijding van muskusratten zal verzorgen). Een ander gevolg van de opheffing van het OLM is het feit dat het personeel van het OLM (de muskusrattenvangers) op basis van een sociaal statuut in dienst zullen treden van De Stichtse Rijnlanden. Een aandachtspunt vormt de afwikkeling van de jaarrekening 2007. Die jaarrekening zal pas in de loop van 2008 worden opgeleverd, derhalve na opheffing van het OLM. Partijen zijn overeengekomen dat De Stichtse Rijnlanden, onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van de provincie en deelnemende waterschappen, de jaarrekening 2007 zal opstellen. Daarna zal die jaarrekening door de bevoegde bestuursorganen van alle partijen worden vastgesteld. In het kader van samen uit, samen thuis zal ten aanzien van financiële consequenties die voortvloeien uit de jaarrekening 2007 de gebruikelijke verdeelsleutel op grond van de gemeenschappelijke regeling worden gehanteerd (voetnoot 3). Die financiële consequenties kunnen uiteraard onvoorziene omstandigheden betreffen, maar ook voorzienbare. Een voorzienbare consequentie betreft een mogelijke claim van de fiscus van maximaal 550.000. Die claim is eind 2006 bekend geworden en houdt verband met uitkeringen die over de jaren door het OLM aan diens personeel is gedaan, die de fiscus achteraf als fictief loon beschouwt en in de naheffing betrekt. De claim van de fiscus is echter nog niet definitief. Afgesproken is dat De Stichtse Rijnlanden na opheffing van het OLM, wederom onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle deelnemers, zorg zal dragen voor de afwikkeling van de fiscale claim. De overeenkomst van kosten voor gemene rekening In de overeenkomst van kosten voor gemene rekening regelen de deelnemende waterschappen hoe zij onderling omgaan met de aan hun gedelegeerde bevoegdheid (verantwoordelijkheid) om muskusratten te bestrijden. De samenwerking tussen de waterschappen zorgt er op die manier voor dat de muskusrattenbestrijding in Utrecht als één geheel zal plaatsvinden; het beheersgebied blijft bij elkaar. Er is om fiscale redenen gekozen voor de vorm overeenkomst van kosten voor gemene rekening. Het leerstuk van kosten voor gemene rekening houdt in dat in de samenwerking e/o over de dienstverlening tussen de deelnemende partijen onderling, geen omzetbelasting hoeft te worden geheven. Voorwaarde is dan dat de deelnemende partijen onderling gezamenlijk alle verantwoordelijkheid en alle risico dragen. Het 4

maakt dan niet uit of één van de deelnemers feitelijk als een soort onderaannemer fungeert ten opzichte van de overige twee. Aangezien de taakuitoefening onder gezamenlijke verantwoordelijkheid en risico plaatsvindt, is de dienstverlening van De Stichtse Rijnlanden jegens de andere twee waterschappen niet BTW-plichtig. In de huidige omstandigheden zijn er voor de fiscus ook geen andere aanknopingspunten om de dienstverlening van De Stichtse Rijnlanden aan de waterschappen BTWplichtig te stellen. De overeenkomst van kosten voor gemene rekening is zekerheidshalve afgestemd met de fiscus. De drie deelnemende partijen komen overeen dat de uitvoering van de bestrijding wordt ondergebracht bij De Stichtse Rijnlanden, die daarvoor verantwoording zal afleggen. Die (financiële) verantwoording vindt plaats in een begrotingscyclus, waarbij een meerjarenplanning jaarlijks met actuele zaken en daadwerkelijke kosten nader wordt geconcretiseerd. De verrekening van kosten vindt plaats op basis van een verdeelsleutel. Naast de financiële verrekening regelt de overeenkomst aspecten als de werkzaamheden, de werkwijze, rollen en bevoegdheden, beëindiging en geschillen. 5