TREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij



Vergelijkbare documenten
Versie TREASURYSTATUUT Stichting Woontij

TREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij

Model Beleggingsstatuut

Treasurystatuut. Woonstichting Gendt

Financieel Statuut Financierings- en beleggingsbeleid Beter Wonen IJsselmuiden

Financieel Statuut Financierings- en beleggingsbeleid

Treasury statuut. Versiebeheer V2, Besluitvormingscyclus 6 Vaststelling RvT Vastgesteld CvB

Treasurystatuut. Acis, Stichting openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard

RVC/ZGB2/13/006. Financieel Statuut ZorgGoedBrabant 2

Financieel statuut 2015

Investeringsstatuut Stichting Woontij

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Treasurystatuut. Status: Besproken in MT d.d. 14 augustus 2017 Naar DB d.d. 2 oktober 2017 Naar GMR d.d. 9 november 2017 Vastgesteld d.d.

Treasury Statuut Vastgesteld 10 april 2017

Treasurystatuut Nordwin College

Met deze beleidsregels wordt bijgedragen aan het risicogerichte externe toezicht op de toegelaten instellingen.

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS)

ONDERWIJSSTICHTING KEMPENKIND EERSEL

TREASURYSTATUUT. Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland (SPOW)

Risicobeheersing en achtervang September / oktober Erik Terheggen

Treasurystatuut. 24 juni Woningstichting Dinteloord Treasurystatuut

Treasurystatuut. Stichting Proloog

Treasurystatuut van het SWV VO 2603

Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 3 3. INTERNE ORGANISATIE TREASURY FUNCTIE 5 4. TREASURYPARAGRAAF 5

Uitgangspunten Het treasurybeleid van de Stichting maakt deel uit van het financiële beleid van de Stichting.

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Financieel Statuut ZorgGoedBrabant

Stichting TBV BELEGGINGS- en TREASURYSTATUUT

TREASURY- en BELEGGINGSSTATUUT

Woningcorporaties en gemeenten. Samenwerking in het licht van de Borg April 2014

REGLEMENT FINANCIEEL BELEID EN BEHEER

Versie Wijzigingen Status

1. Inleiding. 2. Doelstelling treasuryfunctie

Treasurystatuut Samenwerkingsverband Driegang (SWV 28-16)

Reglement Financieel beleid en beheer

Financieel statuut 2017

TREASURYSTATUUT HOGESCHOOL ROTTERDAM

Treasurystatuut. Van Alckmaer voor Wonen

TREASURYSTATUUT Stichting Woonopmaat

Treasurystatuut Stichting voor Bijzonder Voortgezet Onderwijs Bilthoven

Samenvatting herziene Woningwet

Treasurystatuut Laurentius

Treasury reglement. 4 juni van 5

Treasurystatuut. Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant

Treasury statuut Hogeschool ipabo

Toezichtkader Raad van Commissarissen. Stichting Woningcorporatie Plicht Getrouw. Identificatie:

VERDIEPING FINANCIAL RISK - UITLEG EN BEREKENING FINANCIËLE RATIO S

Nummer 0,2 Versie 1 Datum Besluitvormingscyclus 5 Proceseigenaar E. Leenders Evaluatiemoment Mei Treasury statuut.

Treasury statuut Woonveste

4.4 Financiering De financiering van de gemeente Spijkenisse

Een solide belegging AAA-borgstelling

Treasurystatuut WONINGBOUWVERENIGING ANNA PAULOWNA. Versienummer: Datum: 24 januari 2017

Treasurystatuut Versie 2015

Treasurystatuut Woningbouwvereniging Beter Wonen te Ammerstol

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld RvT

SKPO: Financiën / blad 1. Treasury Statuut. De algemeen directeur van de Stichting Katholiek en Protestants-Christelijk Onderwijs Eindhoven e.o.

BIJLAGE 2 Was-wordt tabel

Doelstellingen en kerntaken lopen door elkaar. Advies is dit uit elkaar te trekken conform aanvullingen.

Voorwoord. De manier waarop deze plaats vindt is in dit treasurystatuut vastgelegd. Wezep, april VPCPO De Akker Treasurystatuut 2

Beoordelingskader Reglement financieel beleid en beheer

Financieel Statuut. Woonstichting SSW

Nota van toelichting bij Treasurystatuut 2017 Gemeente Gennep

Treasurystatuut Treasurystatuut Veiligheidsregio Kennemerland Pagina 1

Financieel Statuut 2015 Status: Definitief

TREASURYSTATUUT Sprengenland Wonen

INHOUDSOPGAVE. 1. Inleiding 3

REGLEMENT FINANCIEEL BELEID EN BEHEER. Aangepast op basis van de Veegwet Wonen (2017)

Model Reglement Financieel Beleid en Beheer. d.d

Activiteiten Beter Wonen in ALMELO

Investerings- en financieel statuut

Bijlage 2: Financiële paragraaf. Het bod in aantallen

Treasurystatuut. Stichting Vitaal Wonen

Treasurystatuut Regio Twente 2016

Treasurystatuut. Conceptversie 1.6, december 2014

Reglement Financieel Beheer en Beleid

Investeringsstatuut. Van Alckmaer voor Wonen

REGLEMENT FINANCIEEL BELEID EN BEHEER

Treasurystatuut VRU Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018

REGLEMENT FINANCIEEL BELEID EN BEHEER. Woningbouwvereniging Anna Paulowna. Postbus 66, 1760AB Anna Paulowna. Status: definitief

Treasurystatuut 2010

1. DOEL. 1.1 Doelstellingen en randvoorwaarden van het treasury beleid

8. Financiën. 8.1 Kerncijfers. 8.2 Algemeen. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen. Loan to value 27%

vast te stellen het navolgende Treasurystatuut 2016 van de gemeente Amersfoort.

Aan de raad AGENDAPUNT 6.9

correcties op de door de corporatie in dpi ingevulde informatie. - Ten slotte verrekent WSW het borgingstegoed met het borgingsplafond.

Treasurystatuut. Gemeente Westvoorne

RUD UTRECHT. Besluit van het Algemeen Bestuur van de RUD Utrecht

Het College van Bestuur van Stichting Carmelcollege besluit het Treasurystatuut vast te stellen.

TREASURYSTATUUT ONS HUIS

Reglement Financieel Beleid en Beheer

Begroting Stichting Woningcorporatie Plicht Getrouw 2013

In het statuut worden afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico's, financierings- en beleggingsvraagstukken vastgelegd.

Uitvoeringsbeleid Treasury. Gemeente Emmen 2016

huisvesting TREASURYSTATUUT

REGLEMENT FINANCIEEL BELEID EN BEHEER

Treasurystatuut. augustus Status Definitief. Versie 1.0. Oasen N.V. Nieuwe Gouwe O.Z. 3 Postbus AC Gouda. T

Januari 2015, Birgitte van Hoesel. In dialoog met u over wat ons bindt

Administratieve Organisatie en Interne Controle Treasury

Treasurystatuut Centrada. Datum: 14 mei 2014 Versie: 1.1

Transcriptie:

TREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij Versie 2015-06

1. Inleiding Een groot deel van de kosten bij een wooncorporatie bestaat uit rente. Richtlijnen ten aanzien van financieren en beleggen zijn belangrijk. Deze richtlijnen worden uitgewerkt in het treasury- en beleggingsstatuut. In het treasury- en beleggingsstatuut wordt het financierings- en beleggingsbeleid van Woontij nader uitgewerkt. Belangrijk daarbij is dat er rekening wordt gehouden met de voorschriften uit artikel 21 BBSH. In artikel 21 van het BBSH staat: 1. De toegelaten instelling voert een zodanig financieel beleid en beheer, dat haar voortbestaan in financieel opzicht is gewaarborgd. 2. De toegelaten instelling zet de middelen die zij niet dient aan te houden om te voldoen aan het eerste lid, in ten behoeve van de volkshuisvesting. Daarnaast wordt er rekening gehouden met de door het CFV en WSW gestelde eisen. In het treasury- en beleggingsstatuut worden de volgende onderwerpen behandeld: Uitgangspunten treasury- en beleggingsbeleid; Organisatie treasury en beleggingsfunctie en informatievoorziening. 2

2. Uitgangspunten treasury- en beleggingsbeleid 2.1 Algemene uitgangspunten Algemene uitgangspunten en randvoorwaarden van treasury zijn de voorschriften volgens het BBSH, Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV). Bij transacties moet altijd, naast afspraken uit het statuut, worden voldaan aan geldende wet- en regelgeving. Er wordt uitgegaan van bedrijfsfinanciering (geld wordt voor meerdere projecten en herfinancieringen aangetrokken). Er wordt alleen geld aangetrokken als de liquiditeiten onvoldoende zijn, bij voldoende liquiditeiten wordt er intern gefinancierd. In het treasury- en beleggingsstatuut wordt rekening gehouden met artikel 21 en 22 van het BBSH en er dient rekening te worden gehouden met de eisen uit artikel 25 en 26. Daarnaast wordt rekening gehouden met MG 1994-31 en MG 2001-26 en de beleidsregels verantwoord beleggen. Voorschriften WSW: In 1 boekjaar mag niet meer dan over 15% van de leningportefeuille een renterisico worden gelopen, deze richtlijn is vanaf 2015 niet meer van toepassing per corporatie maar geldt voor de sector als geheel. Woontij hanteert voorlopig deze richtlijn nog. Er zijn standaardleningovereenkomsten van toepassing, de lening wordt voor minimaal 2 en maximaal 50 jaar afgesloten. De rentevastperiode en wijze van aflossing zijn vrij. DSCR moet minimaal 1,0 bedragen. Dit is de Debt Service Coverage Ratio, hiermee beoordeelt het WSW of er voldoende operationele kasstromen gegenereerd worden voor rente en aflossing. ICR moet minimaal 1,4 bedragen. Dit is de Interest Coverage Ratio (interest dekkingsratio), in hoeverre een corporatie in staat is om aan haar renteverplichting te voldoen. Er zijn bestedingsdoelen benoemd die borgbaar zijn. Derivaten zijn toegestaan, er wordt maandelijks een maximaal tarief voorgeschreven en er zijn afspraken gemaakt met banken over de inhoud van de contracten. Het kort geld (< 2 jaar) mag maximaal 7,5% van de materiële vaste activa tegen bedrijfswaarde bedragen. Leningen die voor 01-01-2011 geborgd zijn door WSW worden toegewezen aan het DAEB-bezit en komen bij herfinanciering voor borging in aanmerking. De solvabiliteit op basis van bedrijfswaarde moet minimaal 20% bedragen. De dekkingsratio is maximaal 50% (dekkingsratio is het percentage van de WOZ waarde van het totale bezit dat in leningen met WSW-garantie vastlegt). De loan to value (legt de relatie tussen de bedrijfswaarde en het aandeel externe financiering en geeft de mate aan waarin het vastgoed extern is gefinancierd) mag maximaal 75% bedragen. 3

Het CFV beoordeelt 2 maal per jaar de financiële positie van de corporatie. CFV hanteert dezelfde eisen als WSW. Intern is de beoordeling van CFV vertaald naar een minimale solvabiliteit van 15,0% op basis van historische kosten. Belangrijke doelstellingen van treasury zijn: Waarborgen van toegang tot geld- en kapitaalmarkt Beheersen renterisico s Waarborgen liquiditeitspositie Vaststellen spelregels met betrekking tot beleggen 4

2.2 Financierings- en beleggingsbehoefte Een belangrijk uitgangspunt voor het bepalen van de financierings- en beleggingsbehoefte is de financiële meerjarenbegroting. Op basis van de nieuwbouw- en renovatieprojecten wordt deze financierings- en beleggingsbehoefte in kaart gebracht voor een periode van 5 tot 10 jaar. Voor het opstellen van de meerjarenbegroting wordt gebruik gemaakt van FMP. Onderdeel van de financiële meerjarenbegroting is het kasstroomoverzicht. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele-, investerings- en financieringskasstromen. Een goed inzicht in de realisatie van projecten en de kasstroom van deze projecten is essentieel om een goede inschatting te kunnen maken van de investeringskasstroom. Hiermee wordt ook de benodigde financieringsbehoefte bepaald. De financiële meerjarenbegroting wordt vastgesteld door de directeur bestuurder en goedgekeurd door de RvC. Treasury - en beleggingsbeleid en management staat niet op zichzelf maar maakt deel uit van het totale beleid. Bij treasury gaat het om het beheersen van de financiële risico s en het optimaliseren van het rendement van de geldstromen. Er zijn 4 deelterreinen te onderscheiden: 1. cashmanagement 2. financieringsmanagement 3. beleggingsmanagement 4. renterisicomanagement Cashmanagement Onder cashmanagement wordt het beheer van de gelden korter dan 2 jaar verstaan. Dit betreft het saldi-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer. De bankrekeningen worden zoveel mogelijk ondergebracht in een overeenkomst met saldo- en rentecompensatie. Het minimumsaldo aan liquide middelen bedraagt 750.000,-. Wekelijks worden de saldi van de bankrekeningen beoordeeld. Sinds eind 2014 wordt gebruik gemaakt van het treasury pakket van Ortec. Met de huisbankier wordt een kredietlimiet afgesproken om op onverwachte ontwikkelingen in te kunnen spelen. Het r/c krediet mag niet gebruikt worden voor structurele financiering. De huisbankier dient een door De Nederlandse Bank toegelaten instelling te zijn en deskundig te zijn op het gebied van corporaties. Financieringsmanagement Financieringsmanagement betreft het managen van de kasstromen en het tijdig aantrekken van financiering op basis van de goedgekeurde begroting. Het aantrekken van financiering gebeurt tegen optimale voorwaarden en passend binnen de portefeuille, rekening houdend met de eisen van WSW. Van de leningportefeuille dient een vervalkalender aanwezig te zijn, deze wordt periodiek bijgesteld (na aantrekken van een nieuwe geldlening). Woontij beperkt zoveel mogelijk het financieren met vreemd vermogen. Eigen beschikbare middelen worden ingezet voor interne financiering. 5

Beleggingsmanagement Woontij is geen beleggingsinstelling, overtollige liquide middelen worden zoveel mogelijk aangewend voor interne financiering. Beleggen is alleen toegestaan als interne financiering niet mogelijk is. Tijdelijk (< 1 jaar) overtollige middelen worden op een spaarrekening gezet. Indien er sprake is van een langere periode (>= 1 jaar en < 2 jaar) dan wordt er belegd in deposito s (geen achtergestelde deposito s) of Nederlandse staatsobligaties (risicomijdende beleggingen). Bij een langere beleggingstermijn wordt er een afzonderlijk besluit genomen in de RvC. Renterisicomanagement Uitgangspunt is dat de omvang van de renterisico s dusdanig zijn dat de financiële continuïteit niet in gevaar komt. Woontij hanteert de WSW-methodiek voor het bepalen van de omvang van het renterisico. Het renterisico mag maximaal 15% van het rentedragend vreemd vermogen bedragen. Het toepassen van renterisico-instrumenten is toegestaan. Dit kan on-balance door het vervroegd aantrekken van leningen ter dekking van toekomstige financieringsbehoefte of offbalance (derivaten). Aan het toepassen van derivaten worden de volgende eisen gesteld: er moet voldoende kennis aanwezig zijn bij Woontij (of er moet geadviseerd worden door de huisbankier) er mag geen sprake zijn van de open-eindpositie de derivaten moeten altijd gekoppeld zijn aan een (toekomstige) lening beheer van derivaten moet extern plaats vinden Indien Woontij gebruik wil maken van derivaten is vooraf toestemming nodig van de RvC en vindt overleg met WSW plaats. 6

3 Organisatie 3.1 Besluitvorming & verantwoording De manager Financiën adviseert de directeurbestuurder op het gebied van treasury en stelt het treasury- en beleggingsstatuut en financieringsprognose (onderdeel van de financiële meerjarenprognose) op. De directeurbestuurder stelt het treasury- en beleggingsstatuut en de financieringsprognose vast en de RvC keurt het goed. De bevoegdheid tot het nemen van treasury- en beleggingsbesluiten ligt bij de directeurbestuurder. De RvC houdt toezicht op het financiële beheer en beleid. Van het vastgestelde beleid wordt slechts afgeweken na goedkeuring door de RvC. 3.2 Administratieve organisatie Er wordt zoveel mogelijk functiescheiding aangebracht, gezien de omvang van de organisatie is dat niet altijd haalbaar. Jaarlijks wordt een financiële meerjarenprognose opgesteld van minimaal 5 jaar. Onderdeel van de meerjarenprognose is een kasstroomoverzicht en een investering- en financieringsprognose. Op basis van de financieringsprognose wordt een treasuryjaarplan (zie bijlage 1) opgesteld. Het treasuryjaarplan wordt vastgesteld door de directeurbestuurder en goedgekeurd door de RvC. Op basis van het treasuryjaarplan wordt door de manager Financiën een transactievoorstel gedaan (zie bijlage 2). De directeurbestuurder keurt het transactievoorstel goed. Op basis van het transactievoorstel wordt door de manager Financiën offerte opgevraagd bij 3 partijen (rechtsreeks bij de bank of een makelaar) op de kapitaalmarkt. De gegevens van de opgevraagde offertes worden vastgelegd in een exceldocument (zie bijlage 3). Uitgangspunt is dat bij de partij met de laagste rente de lening wordt afgesloten onder WSW-borg en generieke achtervang van de gemeente Texel of Den Helder. Op basis van de offertes stelt de manager Financiën voor bij welke partij de lening wordt afgesloten. De directeurbestuurder keurt het voorstel goed. De leningovereenkomst wordt gecontroleerd door de manager Financiën en ondertekend door de directeurbestuurder en WSW. De gegevens van de leningovereenkomst worden door de medewerker financiële verslaglegging vastgelegd in de leningadministratie (in NCCW en Excel). Voor commerciële financiering en beleggingen (m.u.v. tijdelijk geld op de spaarrekening zetten) wordt dezelfde procedure gevolgd als voor leningen met WSW-borg. 7

3.3 Eisen ten aanzien van beleggen Algemeen: beleggingen zijn geen kernactiviteit van de corporatie. Eisen ten aanzien van het aangaan van beleggingen na 1 februari 2015: 1. Near - banking activiteiten zijn verboden (het aantrekken van middelen met het doel deze met winst uit te zetten). Beleggingen, al dan niet middels waardepapieren, voor een periode van meer dan drie maanden, worden uitgezet bij financiële ondernemingen, die: a. gevestigd zijn in een lidstaat die ten minste beschikt over een AA-rating afgegeven door ten minste twee van de drie ratingbureaus Moody s, Standard and Poor s en Fitch; b. voor henzelf en voor de door hen uitgegeven waardepapieren kunnen aantonen dat ze ten minste over een AA-minusrating beschikken, afgegeven door ten minste twee van de drie ratingbureaus Moody s, Standard and Poor s en Fitch. 2. Indien de beleggingen worden uitgezet voor een periode van minder dan drie maanden, tonen de financiële ondernemingen aan dat ze, voor henzelf en voor de door hen uitgegeven waardepapieren, ten minste over een A-rating, afgegeven door ten minste twee van de drie ratingbureaus Moody s, Standard and Poor s en Fitch, beschikken. 3. Beleggingen hebben een maximale looptijd van 5 jaar. 4. Beleggingen in waardepapieren is uitsluitend toegestaan: a. indien op einddatum een inleg- of hoofdsomgarantie is afgegeven; b. in Euro s; 5. De looptijd van een belegging dient in verhouding te staan tot de periode waarin de belegde middelen feitelijk niet benodigd zijn om aan de lopende financiële verplichtingen te kunnen voldoen, zoals blijkend uit de kasstroomprognose. 6. De intentie van de belegging is dat deze tot aan het eind van de looptijd wordt aangehouden. 7. Beleggen in aandelen en achtergesteld papier zijn niet toegestaan bij financiële instellingen. 8

3.4 Informatievoorziening Op basis van de door de directeurbestuurder vastgestelde en door de RvC goedgekeurde uitgangspunten meerjarenraming wordt de meerjarenprognose opgesteld door Financiën. Onderdeel van de financiële meerjarenraming is de kasstroomprognose (opererationele-, investerings- en financieringskasstroom), de investerings- en financieringprognose, vervalkalender en renterisico voor 5 jaar. In de financieringsprognose wordt voor 5 jaar aangegeven hoeveel geld er per jaar nodig is en of dit voor nieuwbouw of herfinanciering nodig is. Er wordt aangegeven of er sprake is van overtollige liquide middelen en hoe deze worden ingezet. De meerjarenprognose wordt vastgesteld door de directeurbestuurder en goedgekeurd door de RvC in december voor de komende 5 jaar. In het treasury en beleggingsjaarplan wordt toegelicht op welk moment gedurende het jaar het geld wordt aangetrokken en overtollige middelen worden ingezet. Het treasury- en beleggingsjaarplan wordt vastgesteld door de directeurbestuurder in december voorafgaand aan het begrotingsjaar en goedgekeurd door de RvC in januari van het begrotingsjaar. Periodiek worden de kasstromen door de manager Financiën besproken met de medewerker Financiële Zaken. In de managementrapportage wordt gerapporteerd over de nieuw afgesloten leningen, belegging en de operationele kasstroom en de belangrijkste kengetallen. 9