Fysiotherapeutisch en oefentherapeutisch zorggebruik door patiënten met een chronische aandoening in de periode

Vergelijkbare documenten
Fysiotherapeutisch zorggebruik door patiënten met een chronische aandoening in de periode Achtergrond

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009

Steeds meer patiënten komen zonder verwijsbrief bij de fysiotherapeut Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, januari 2009

Patiënten die rechtstreeks bij de fysiotherapeut komen behalen vaker de behandeldoelen.

Hoe uiten klachten waarmee patiënten bij de fysiotherapeut komen zich? Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, 2011

Meerjarencijfers Fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Al voor invoering van directe toegang diëtetiek ging één op de zeven cliënten op eigen initiatief naar de vrijgevestigde diëtist

Jaarcijfers 2008 en trendcijfers Oefentherapie Mensendieck. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2009 en trendcijfers Oefentherapie Mensendieck. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2012 en trendcijfers Fysiotherapie

Jaarcijfers 2011 en trendcijfers Fysiotherapie. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2008 & trendcijfers Fysiotherapie. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2008 en trendcijfers Oefentherapie Cesar. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2007 en trendcijfers oefentherapie Mensendieck. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2006 Fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Vier behandeluren niet voor alle groepen cliënten toereikend: Resultaten LiPZ-registratie 2006 en 2007 door vrijgevestigde diëtisten.

Jaarcijfers 2012 en trendcijfers Oefentherapie Cesar/Mensendieck

Meerderheid van de Nederlanders is bekend met directe toegang fysiotherapie

Jaarcijfers 2009 & trendcijfers Fysiotherapie. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2010 en trendcijfers Oefentherapie Mensendieck. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2005 Fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2010 & trendcijfers Fysiotherapie. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2011 en trendcijfers Oefentherapie Cesar/Mensendieck. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Minder diëtistische behandeling door grotendeels schrappen van dieetadvisering uit de basisverzekering

Jaarcijfers 2006 Oefentherapie Cesar Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Trendcijfers Fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarboek LiPZ 2004 Deel 2. Beroepsgroep oefentherapie Cesar

Jaarcijfers 2005 Oefentherapie Mensendieck Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Directe toegang fysiotherapie: de keus is aan de patiënt.

Trendcijfers Oefentherapie Cesar Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2007 en trendcijfers Fysiotherapie. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2007 en trendcijfers oefentherapie Cesar. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2010 en trendcijfers Oefentherapie Cesar. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarboek LiPZ 2004 Deel 1. Beroepsgroep fysiotherapie

Verantwoording wijziging in analyses basisrapportage. fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2005 Oefentherapie Cesar Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Verantwoording wijziging in analyses basisrapportage. Oefentherapie Cesar Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van

Gevolgen invoering Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie

Monitoring physiotherapy using a national registration network. Nederlandstalige samenvatting

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van

Jaarboek LiPZ 2006 & 2007 Beroepsgroep diëtetiek

)DFWVKHHW- +HWDDQGHHOYDQFKURQLVFKH]RUJLQGHH[WUDPXUDOHI\VLRWKHUDSLH

De behandeling van cliënten met diabetes mellitus door vrijgevestigde diëtisten

Zorg door de oefentherapeut

De patiënt met de verwijzing lage rugpijn zonder uitstraling in de praktijk voor oefentherapie-mensendieck

Jaarboek LiPZ Deel 1: beroepsgroep fysiotherapie. R. Wimmers I. Swinkels I. Visser D. de Bakker E. van den Ende.

Zorg door de fysiotherapeut

Analyse van de inzet van de POH-GGZ in de huisartsenpraktijk over de periode

De aanvullende tandzorgverzekering Samenvatting Bijna iedereen heeft een aanvullende verzekering Aanvullend verzekerd voor:

Is een aanvullende verzekering nog wel voor iedereen weggelegd? Marloes van Dijk, Anne Brabers, Margreet Reitsma en Judith de Jong

Jaarcijfers 2012 en trendcijfers Diëtetiek

Jaarboek LiPZ 2002 Deel 1: beroepsgroep fysiotherapie. R. Wimmers I. Swinkels M. de Konink D. de Bakker E. van den Ende

Schaalvergroting in de eerstelijns gezondheidszorg breed zichtbaar 1 Johan Hansen, Raymond Kenens, Dinny de Bakker, Ronald Batenburg

Rabobank Cijfers & Trends

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

Jaarboek LiPZ Deel 2: beroepsgroep oefentherapie Cesar. R. Wimmers I. Swinkels I. Visser D. de Bakker E. van den Ende.

Jaarboek LiPZ Deel 3: beroepsgroep oefentherapie-mensendieck. R. Wimmers I. Swinkels I. Visser D. de Bakker E. van den Ende.

Jaarcijfers 2006 & Vrijgevestigde diëtisten. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarboek LiPZ 2002 Deel 3: beroepsgroep oefentherapie-mensendieck. R. Wimmers I. Swinkels M. de Konink D. de Bakker E.

Factsheet 2: De inzet van de POH-GGZ in de huisartspraktijk over de periode

Factsheet 1: Hulpvraag - aanbod vanwege psychische en sociale problematiek in de huisartspraktijk

ANONIEM BINDEND ADVIES

Tabel 1: Heeft u een vrijwillig eigen risico bovenop uw verplicht eigen risico? 2012 (n=823)

Inzicht in zorgrekeningen door verzekerden: stand van zaken Anne E.M. Brabers, Margreet Reitsma-van Rooijen en Judith D.

Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten

Logopedische zorg in kaart gebracht: jaarcijfers 2012 en trendcijfers

-DDUERHN/L3= 'HHOEHURHSVJURHSRHIHQWKHUDSLH&HVDU. R. Wimmers I. Swinkels M. de Konink D. de Bakker E. van den Ende

Kennis en ervaringen met e-health van mensen met een chronische longziekte

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. U I T S P R A A K Nr. 2000/97 Med. i n d e k l a c h t nr ingediend door: hierna te noemen 'klaagster',

ANONIEM BINDEND ADVIES

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

'HSDWLsQWPHWGHYHUZLM]LQJODJHUXJSLMQ]RQGHUXLWVWUDOLQJ LQGHSUDNWLMNYRRURHIHQWKHUDSLH&HVDU

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN (in de eerste lijn)

Zorggebruikers zien patiëntenorganisatie als belangrijke bron voor lotgenotencontact Anne Brabers, Wouter van der Schors en Judith de Jong

Zorg door de diëtist R A P P O R T NIVEL ZORGREGISTRATIES EERSTE LIJN. Jacqueline Tol, Ilse Swinkels, Lando Koppes. December 2014 KALENDERJAAR

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Besluit Zorg verzekering artikel. artikel Individuele zitting kinderfysiotherapie 29,09 27,27 19,77

Jaarcijfers 2011 en trendcijfers Diëtetiek

ANONIEM BINDEND ADVIES

Governance-document. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn. Documentnaam: Governance document NIVEL Zorgregistraties v

Governance-document. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn. Documentnaam: Governance document NIVEL Zorgregistraties v

Voorlopig governance-document. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn

Jaarverslagenanalyse 2017 Accountantskosten zorgsector

100% 90% 80% 70% 60% 50% 58% 59% 50% 43% 45% 38% 40% 30% 20% 10% 0%

2oi<?_ College voor zorgverzekeringen. Eekholt xh Diemen

FAQ FNV 4 machtiging fysiotherapie/ oefentherapie versie

ZORGOVEREENKOMST PARAMEDISCHE ZORG DOOR ZIEKENHUIZEN 2016 (exemplaar retour Multizorg VRZ)

Jaarcijfers Diëtetiek

Contractbeheer briefnummer datum Zorgovereenkomst eerstelijns paramedische zorg voor instellingen

Aandoening staat niet op lijst chronische aandoeningen

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs

ANONIEM BINDEND ADVIES

Interpolis ZorgActief Paramedische Zorg 2014

*Bij urine-incontinentie krijgt de patiënt de eerste 9 behandelingen wel uit het basispakket vergoed

Vrije keuze van zorgaanbieders van belang bij het kiezen van een polis Margreet Reitsma-van Rooijen, Anne E.M. Brabers en Judith D.

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad. Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B155 Fysiotherapie en oefentherapie

Zorg door de oefentherapeut Cesar/Mensendieck

Transcriptie:

Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (ICS Swinkels, CJ Leemrijse en C Veenhof. Fysiotherapeutisch en oefentherapeutisch zorggebruik door patiënten met een chronische aandoening in de periode 2003-2007. Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg. Utrecht: NIVEL, 2008) worden gebruikt. Fysiotherapeutisch en oefentherapeutisch zorggebruik door patiënten met een chronische aandoening in de periode 2003-2007 Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, mei 2008 Sinds 2004 wordt fysiotherapie en oefentherapie C/M alleen nog vanuit de basisverzekering vergoed als er sprake is van een aandoening die voorkomt op de lijst voor langdurige therapie. Na deze maatregel is het totale aantal behandelingen aan patiënten met een dergelijke aandoening toegenomen. Dit komt doordat therapeuten meer patiënten die een dergelijke aandoening hebben ook als zodanig in de praktijksoftware registreren. Hierdoor is dus ook het aantal patiënten dat geregistreerd staat met een aandoening op de chronische lijst toegenomen. Achtergrond Tot 1 januari 2004 was fysiotherapie en oefentherapie Cesar en Mensendieck (C/M) voor ten minste negen behandelingen per indicatie vergoed binnen de basisverzekering. Sinds 2004 is de aanspraak op deze zorg ingeperkt. Fysiotherapie en oefentherapie C/M wordt bij volwassenen alleen nog binnen de basisverzekering vergoed als er sprake is van een aandoening die voorkomt op de niet-limitatieve lijst voor langdurige of intermitterende fysiotherapie en oefentherapie C/M ( chronische lijst ) (zie box 1). Therapeuten beoordelen zelf of bij een patiënt sprake is van een dergelijke aandoening. Indien dit het geval is, kan een therapeut dit in de praktijkadministratie aangeven, maar de therapeut kan er ook voor kiezen dit (vooralsnog) niet te doen (zie eveneens box 1). Het aandeel patiënten bij wie therapeuten aangaven dat er sprake was van een aandoening die voorkomt op de chronische lijst is sinds 2004 zowel bij de fysiotherapie als bij de oefentherapie C/M gestegen. Bij de fysiotherapie steeg het percentage van 8% in 2004 tot 12% in 2006; bij de oefentherapie C/M steeg het percentage van 3% in 2004 tot 6% in 2006 (1). In 2004 ging deze stijging bij de fysiotherapie samen met een stijging van de omvang van de totale zorg die aan patiënten met een aandoening die voorkomt op de chronische lijst geleverd werd (2). Uit controles van de medische diagnose bleek dat fysiotherapeuten een groter deel van de patiënten met een aandoening die voorkomt op de chronische lijst ook als zodanig aanmerken. Met behulp van gegevens uit de Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ) is onderzocht of deze ontwikkelingen zich na 2004 hebben voortgezet. De volgende vraagstellingen worden beantwoord: 1. In welke mate worden patiënten met een aandoening die voorkomt op de lijst ook als zodanig door de fysiotherapeut of oefentherapeut C/M aangeduid? 2. In welke mate is het totale aantal gegeven behandelingen aan lijstpatiënten in absolute zin- veranderd in de periode 2003-2007 binnen de fysiotherapie en de oefentherapie C/M? 3. In welke mate is het totale aantal gegeven behandelingen aan lijstpatiënten in relatieve zin- veranderd in de periode 2003-2007 binnen de fysiotherapie en de oefentherapie C/M?

Box 1: Toelichting registratiewijze en vergoeding basisverzekering Vergoeding basisverzekering Tot 2004 kregen alle patiënten binnen de basisverzekering (toen nog de ziekenfondsverzekering) ten minste negen behandelingen fysiotherapie of oefentherapie C/M per verwijzing vergoed. Bij patiënten met een aandoening op de chronische lijst werd de behandeling vaak onbeperkt vergoed. Vanaf 2004 wordt fysiotherapie en oefentherapie C/M voor volwassenen binnen de basisverzekering alleen nog vergoed als er sprake is van een aandoening die voorkomt op de chronische lijst en bovendien pas vanaf de tiende behandeling. Registratiewijze Voor het huidige onderzoek zijn een aantal invulvelden uit de praktijksoftware van fysiotherapeuten en oefentherapeuten C/M gebruikt, waaronder: - Het invulveld waarin therapeuten aangeven of de aandoening van een patiënt voorkomt op de lijst met chronische aandoeningen. Dit veld is verplicht voor declaraties. - Het invulveld waarin therapeuten de VNZ-code invullen. De VNZ-codering wordt gebruikt om de verwijsdiagnose te classificeren. - Het invulveld waarin therapeuten de letterlijke tekst van de verwijsbrief overnemen. Deze tekst wordt op het NIVEL gecodeerd met de International Classification for Primary Care (ICPC). Dit veld is speciaal voor LiPZ in de praktijksoftware opgenomen. Op basis van de VNZ-code, en in het geval deze ontbrak op basis van de ICPC-code, is beoordeeld of een patiënt een aandoening had die voorkwam op de chronische lijst. Dit oordeel is naast de beoordeling van de therapeut gelegd. Resultaten Aanduiding van aandoeningen die voorkomen op de chronische lijst Zoals in de achtergrond al isaangegeven beoordelen therapeuten zelf of bij een patiënt sprake is van een aandoening die voorkomt op de chronische lijst. Pas als de behandelepisode meer dan negen behandelcontacten omvat, is het voor vergoeding vanuit de basisverzekering noodzakelijk om in de declaratiesoftware aan te geven dat het een patiënt betreft met een aandoening die voorkomt op de chronische lijst. Patiënten met een aandoening die voorkomt op deze lijst zijn daarom waarschijnlijk niet altijd als zodanig in de praktijksoftware aangeduid. Figuur 1 geeft weer bij welk percentage van de patiënten met een aandoening die voorkomt op de chronische lijst de therapeut dat ook in de declaratiesoftware heeft aangegeven. Zichtbaar is dat dit percentage zowel bij de fysiotherapie als bij de oefentherapie C/M is gestegen in de periode 2003 tot 2007, maar de 100% nog niet heeft bereikt. De meest voorkomende aandoeningen bij wie therapeuten niet aangaven dat de aandoening voorkomt op de chronische lijst, waren bij de fysiotherapie frozen shoulder en bekkeninstabiliteit. Bij de oefentherapie C/M was dit eveneens bekkeninstabiliteit en daarnaast lumbale en cervicale hernia s.

Figuur 1: percentage patiënten met een aandoening die voorkomt op de chronische lijst bij wie de therapeut in de declaratiesoftware de aandoening ook als zodanig heeft geregistreerd voor de fysiotherapie en de oefentherapie Cesar en Mensendieck (C/M) in de periode 2003-2007 % patiënten met een aandoening op de chronische lijst én als zodanig gekenmerkt 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2003 2004 2005 2006 2007 Jaartal Fysiotherapie Oefentherapie C/M Absolute veranderingen in het aantal behandelingen aan patiënten met een aandoening op de chronische lijst In de periode 2003-2007 is het totale aantal behandelingen fysiotherapie en oefentherapie C/M aan patiënten bij wie therapeuten aangaven dat de klacht voorkwam op de chronische lijst toegenomen (figuur 2). Bij de fysiotherapie vond deze toename in de periode 2003 tot 2005 plaats. In de periode 2006-2007 lijkt het aantal behandelingen aan deze patiënten verder te stijgen, maar deze stijging is niet statistisch significant. Bij de oefentherapie was er een toename in 2003-2004 (p = 0,023) en in 2005-2006 (p = 0,017). De toename in het totale volume gaat in beide beroepsgroepen samen met een toename van het aantal behandelde patiënten met een aandoening die voorkomt op de chronische lijst (tabel 1). Het gemiddelde aantal behandelingen dat per patiënt gegeven wordt, is in beide groepen niet veranderd (tabel 2). Bij de fysiotherapie bedraagt dit gemiddelde circa 28 behandelingen per patiënt en bij de oefentherapie C/M circa 20 behandelingen (niet in tabel). Tabel 1: Veranderingen in het totaal aantal behandelde patiënten met een aandoening die voorkomt op de chronische lijst bij de fysiotherapie en de oefentherapie Cesar en Mensendieck (C/M) in de periode 2003-2007 Beroepsgroep Periode verschil 95%-BI p n praktijken Fysiotherapie 2003-2004 +8,4 +3,4; +13,5 0,002 36 2004-2005 +7,3 +3,2; +11,3 0,001 36 2005-2006 +2,7-2,2; +7,5 0,269 37 2006-2007 +1,6-3,0; +6,2 0,490 31 Oefentherapie C/M 2003-2004 +2,8 +0,4; +5,2 0,023 29 2004-2005 +2,2 +0,2; +4,2 0,035 30 2005-2006 +2,8-0,1; +5,6 0,058 28 2006-2007 +1,9 +0,03; +3,8 0,047 28

Figuur 2: het totale aantal behandelingen dat jaarlijks gemiddeld per praktijk aan patiënten met een aandoening die voorkomt op de chronische lijst wordt gegeven binnen de fysiotherapie en de oefentherapie Cesar of Mensendieck (C/M) in de periode 2003-2007 Gemiddelde aantal behandelingen per praktijk aan patiënten met een aandoening op de chronische lijst 2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 2003 2004 2005 2006 2007 Jaartal Fysiotherapie Oefentherapie C/M Tabel 2: Veranderingen in het gemiddeld aantal behandelingen per patiënt met een aandoening die voorkomt op de chronische lijst bij de fysiotherapie en de oefentherapie Cesar en Mensendieck (C/M) in de periode 2003-2007 Beroepsgroep Periode verschil 95%-BI p n patiënten Fysiotherapie 2003-2004 +1,9-0,1; +4,0 0,068 3814 2004-2005 -0,9-2,4; +0,6 0,243 4425 2005-2006 -0,3-1,8; +1,0 0,578 4867 2006-2007 +0,6-0,8; +2,1 0,402 4293 Oefentherapie C/M 2003-2004 -0,8-3,7; +2,0 0,560 577 2004-2005 -0,5-3,0; +1.9 0,675 689 2005-2006 +1,3-1,2; +3,8 0,323 751 2006-2007 -0,5-2,9; +1,8 0,665 848 Veranderingen in het aandeel van de zorg gegeven aan patiënten met een aandoening op de chronische lijst Het aantal behandelingen aan patiënten met een aandoening die voorkomt op de chronische lijst is bij beide beroepsgroepen niet alleen in absolute zin toegenomen, maar ook in relatieve zin (figuur 3). Bij de fysiotherapie werd in 2003 bijna een kwart van de behandelingen aan deze patiënten gegeven, in 2007 was dat opgelopen tot ruim 35%. De grootste stijging heeft in 2003-2004 plaatsgevonden. Oefentherapeuten C/M besteedden in 2003 8% van alle behandelingen aan patiënten met een aandoening op de chronische lijst, in 2007 was dat opgelopen tot 18%.

Figuur 3: het percentage van het totale aantal behandelingen fysiotherapie en oefentherapie Cesar en Mensendieck (C/M) dat besteed wordt aan patiënten met een aandoening die voorkomt op de chronische lijst in de periode 2003-2007 % zorg aan patiënten met een aandoening die voorkomt op de chronische lijst ten opzichte van de totale zorg 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2003 2004 2005 2006 2007 Jaartal Fysiotherapie Oefentherapie C/M Beschouwing Het aantal behandelingen dat gegeven wordt aan patiënten met een aandoening die voorkomt op de chronische lijst is de afgelopen 5 jaar aanzienlijk toegenomen. Dit is niet alleen in absolute zin, maar ook in relatieve zin het geval. Daarentegen blijkt uit een eerder factsheet het totale aantal behandelingen in de fysiotherapiepraktijk en in de praktijk voor oefentherapie C/M direct na invoering van de beperkende maatregel te zijn gedaald (3). Het gemiddelde aantal behandelingen dat per patiënt met een aandoening die voorkomt op de chronische lijst wordt gegeven, is in beide beroepsgroepen niet veranderd. Hoewel fysiotherapeuten en oefentherapeuten C/M de laatste jaren meer patiënten met een aandoening die voorkomt op de chronische lijst ook als zodanig in de declaratiesoftware registreren, worden nog steeds niet alle patiënten met een dergelijke aandoening als zodanig in de software aangemerkt. Blijkbaar zien de therapeuten bij deze patiënten geen noodzaak om dit in de software aan te geven. Methodologische verantwoording De resultaten in deze factsheet zijn gebaseerd op gegevens uit de Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ). LiPZ is een landelijk representatief netwerk van geautomatiseerde extramurale fysiotherapiepraktijken, praktijken voor oefentherapie Cesar en Mensendieck en praktijken voor diëtetiek. Therapeuten en diëtisten registreren binnen dit netwerk gegevens over de zorg die zij aan hun patiënten leveren. Het LiPZ-netwerk is bedoeld om uitspraken te doen over de zorg die geleverd wordt aan specifieke groepen patiënten. Het aantal patiënten waarover gegevens zijn geregistreerd is daarom groot, maar het aantal praktijken is beperkt. Een deel van de gegevens in deze factsheet zijn op praktijkniveau weergegeven. Door het geringe aantal praktijken is het alleen mogelijk relatief grote effecten waar te nemen. Daarnaast zijn de betrouwbaarheidsintervallen groot, wat duidt op een grote variatie tussen praktijken. Naarmate het aantal deelnemende praktijken toeneemt, zal ook de nauwkeurigheid van de uitspraken op praktijkniveau toenemen. Wat betreft de fysiotherapie is het LiPZ-netwerk alleen representatief voor reguliere fysiotherapeuten. Fysiotherapeuten die voornamelijk als verbijzonderd

fysiotherapeut, zoals manueel therapeuten en kinderfysiotherapeuten, werkzaam zijn, zijn uitgesloten van het netwerk. De absolute veranderingen in aantal behandelde patiënten, gemiddelde aantal behandelingen per patiënt en het totale aantal gegeven behandelingen zijn per twee opeenvolgende jaren getoetst voor praktijken die in beide jaren alle gegevens hebben aangeleverd. Voor het toetsen van veranderingen in aantal behandelde patiënten en het volume zijn gepaarde t-toetsen gebruikt. Voor het toetsen van veranderingen in het gemiddelde aantal behandelingen per patiënt is de onafhankelijke t-toets gebruikt. De veranderingen in de relatieve bijdrage van behandelingen aan lijstpatiënten aan het totale aantal behandelingen zijn getoetst middels chikwadraattoetsen, evenals de veranderingen in het als zodanig aanmerken van patiënten met een lijstaandoening. In deze factsheet wordt alleen gesproken van veranderingen, als dit statistisch significante veranderingen betreft. De gegevens met betrekking tot de veranderingen in 2003-2004 bij de fysiotherapie zijn al eerder gepubliceerd in: Swinkels I, de Bakker D. Meer fysiotherapeutische zorg voor chronische patiënt in 2004. Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg. Utrecht: NIVEL, 2005. Reference List (1) Swinkels ICS, Leemrijse CJ, de Bakker D, Veenhof C. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg. www.nivel.nl/lipz. 2007. NIVEL. Ref Type: Electronic Citation (2) Swinkels I, de Bakker D. Meer fysiotherapeutische zorg voor chronische patiënt in 2004. Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg. www.nivel.nl: NIVEL, 2005. (3) Swinkels ICS, Leemrijse CJ, Veenhof C. Veranderingen in het aantal behandelingen fysiotherapie en oefentherapie Cesar en Mensendieck tussen 2003 en 2007. Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg. www.nivel.nl: NIVEL, 2008. LiPZ wordt uitgevoerd door het NIVEL (Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) in nauwe samenwerking met de betrokken beroepsgroepen, te weten het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, de Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck en de Nederlandse Vereniging voor Diëtetiek, en met Zorgverzekeraars Nederland en het College voor Zorgverzekeringen. LiPZ wordt gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Voor meer informatie: mw. C. Leemrijse, tel.: 030-2729692, e-mail: c.leemrijse@nivel.nl of mw. I. Swinkels, tel.: 030-2729771, e-mail: i.swinkels@nivel.nl Kijk op www.nivel.nl/lipz voor meer informatie over het LiPZ-netwerk