Raadsvergadering : 13 december 2004 Agendapunt : 12 Onderwerp : Verordening Wet kinderopvang gemeente Sint Anthonis 0 Samenvatting voorstel Op 1 januari 2005 treedt de Wet kinderopvang in werking. De Wet kinderopvang beoogt het ouders of verzorgers gemakkelijker te maken werk en zorg te combineren. Niet alleen werkenden kunnen een beroep doen op de Wet kinderopvang. Een aantal in de wet benoemde doelgroepen kan een beroep doen op de gemeente voor het betalen van een deel van de kosten die het maakt voor kinderopvang. Artikel 25 Wet kinderopvang bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels vaststelt omtrent de tegemoetkoming van de gemeente. Deze regels hebben betrekking op de verlening, de voorschotverlening en de vaststelling van de tegemoetkoming. Deze verordening geeft uitvoering aan deze wettelijke opdracht. 1 Toelichting op het voorstel 1.1 Algemeen Op 1 januari 2005 treedt de Wet Kinderopvang (Wk) in werking. Hierdoor vervalt de gemeentelijke subsidierelatie met de kinderopvang. Doel van de wet is om het ouders met kind(eren) tot en met 12 jaar makkelijker te maken zorg en werk te combineren. Voordat nader wordt ingegaan op de (nieuwe) wettelijke taken voor de gemeente volgt onderstaand een korte algemene toelichting op de Wet Kinderopvang. - Ouders sluiten een overeenkomst met het kindercentrum of gastouderbureau en betalen zelf de factuur. - Ouders innen rechtstreeks de werkgeversbijdrage en de tegemoetkoming van het Rijk. - Werkgeversbijdrage is niet verplicht. - Hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van onder meer het jaarinkomen. - De ouder vraagt de tegemoetkoming zelf aan bij de Belastingdienst. - Het Rijk geeft in speciale gevallen een extra tegemoetkoming. - Bijzondere doelgroepen komen in aanmerking voor een bijdrage van de gemeente of het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). In dit voorstel zal verderop alleen ingegaan worden op de gemeentelijke doelgroepen. 1.2 Financiële gevolgen voor ouders De financiële consequenties voor de doelgroep-ouders blijven beperkt. Voor ouders die nu geen eigen bijdrage hoeven te betalen (o.a. alleenstaande ouders in KOA-regeling) en straks wel, komt een compensatieregeling vanuit het Rijk. Deze tijdelijke regeling loopt in 2008 af. Deze regeling zal gelden voor WWB-ers in een reïntegratietraject en werkenden met een aanvullende WWB-uitkering en zal uitgevoerd worden door de gemeente. Voor werkende ouders waarbij de werkgevers niet (volledig) bijdragen bestaat een overgangsregeling voor de jaren 2005-2007. Zij hebben recht op een extra tegemoetkoming van het Rijk (belastingdienst). Deze wordt echter in drie jaar afgebouwd: 90% compensa- 1
tie in 2005, 60% in 2006 en 30 % in 2007. De ouders tot een modaal gezinsinkomen binnen deze groep gaan er in 2005 op vooruit. Daarna gaan ze er op achteruit. De Wk heeft met name negatieve financiële gevolgen voor ouders met een hoog inkomen (de bovenste 25 %). Voor ongeveer 25% van de ouders (met name huidige gebruikers van bedrijfs- en particuliere plaatsen met een modaal inkomen) geldt dat ze minder eigen bijdrage gaan betalen dan nu. De overige 50% blijven hetzelfde bijdragen als nu het geval is. 2 Gemeentelijke taken In de Wet Kinderopvang worden drie taken aan de gemeente toebedeeld: - melding en registratie - toezicht op kwaliteit - verstrekken van gemeentelijke bijdrage voor in de wet omschreven doelgroepen. 2.1 Melding en registratie De gemeente moet een register maken waar de kinderopvanginstellingen zich kunnen inschrijven (artikel 46). Alleen opvang bij geregistreerde instellingen kunnen in aanmerking komen voor vergoedingen van het Rijk, UWV en de gemeente. Op dit moment zijn er in onze gemeente drie instellingen gevestigd die zich bezig houden met kinderopvang, namelijk SSK, Harlekijn en Kloek. Het college stelt het register in en houdt het register bij. 2.2 Toezicht op kwaliteit Deze taak behoorde reeds tot de verantwoordelijkheid van de gemeente en zal net als voorheen worden uitgevoerd door de GGD (toezichthouder) (artikel 61). Het college dient jaarlijks de Raad te informeren over alle werkzaamheden die zijn verricht middels een verslag (artikel 67). De Minister ontvangt een afschrift van dit verslag en kan zonodig een aanwijzing geven. 2.3 Verstrekken van gemeentelijke bijdrage voor in de wet omschreven doelgroepen. Vanaf 1 januari 2005 dient de gemeente een tegemoetkoming te verstrekken in de kosten van kinderopvang aan de wettelijke doelgroepen, te weten: - ouders die in een arbeidstoeleidingstraject zitten en een uitkering ontvangen in het kader van de Wet, Werk en Bijstand (WWB) inclusief tienermoeders, de Wet Inkomensvoorziening Kunstenaars (WIK), de Algemene Nabestaanden Wet (ANW), de Wet Inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ); - herintreders (met verdienende partner) met een trajectplan (NUG-ger); - nieuwkomers die een inburgeringtraject volgen (WIN) en Oudkomers vanaf het moment dat het verplicht is om een inburgeringtraject te volgen; - tienermoeders/studenten die een opleiding/studie volgen. Ten aanzien van de doelgroep huishoudens waar sprake is van een sociaal-medische indicatie bleek (tijdens het overleg tussen VNG en rijksoverheid) een sluitende definiëring van deze groep uiterst complex. Door de minister van SZW is derhalve besloten dat de artikelen in de Wk over sociaal-medisch geïndiceerden niet per 1 januari 2005 in werking treden. De Wet Kinderopvang biedt de mogelijkheid voor andere doelgroepen dan de wettelijk voorgeschreven doelgroepen kinderopvang te financieren. Wij stellen uw Raad voor hiertoe echter niet over te gaan omdat er reeds een zeer brede doelgroep in de wet omschre- 2
ven is en de financiering van andere dan de wettelijke voorgeschreven doelgroepen uit eigen middelen plaats dient te vinden. Het verstrekken van een gemeentelijke bijdrage aan bovenstaande doelgroepen dient bij verordening te worden geregeld. Onder het kopje Wettelijk kader/beleidskader zal hierop nader worden ingegaan. Alleen ouders die onder deze doelgroepen vallen kunnen een aanvraag indienen bij de gemeente voor een tegemoetkoming. De wet schrijft voor dat de gemeente voor deze doelgroepen het ontbrekende werkgeversdeel (1/6 deel van de kosten) op zich neemt. Het Rijk stelt jaarlijks het maximum uurtarief vast. De gemeente beoordeelt hoeveel uur kinderopvang per week noodzakelijk is. Naar schatting betreft het in onze gemeente (hooguit) 5 à 10 ouders die in aanmerking komen voor een tegemoetkoming van de gemeente. 2.4 Kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie. Ten aanzien van de doelgroep huishoudens waar sprake is van een sociaal-medische indicatie is tijdens het overleg tussen VNG en rijksoverheid gebleken dat een sluitende definiëring van deze groep uiterst complex. Door de minister van SZW is derhalve besloten dat de artikelen in de Wk over sociaal-medisch geindiceerden niet per 1 januari 2005 in werking treden. De gemeenten hebben per 1 januari 2005 volledige beleidsvrijheid de kinderopvang voor deze doelgroep te regelen. De VNG adviseert nu het volgende. Gemeenten zouden per geval moeten bekijken of van een tegemoetkoming onder de noemer sociaal-medische doelgroep sprake is. Hierbij moet maatwerk geleverd worden, zeker vanwege het zeer beperkte budget 1. Een praktische benadering is om te kijken wie er niet in aanmerking komt. Daarnaast zal bezien moeten worden of de gezinsproblematiek opgelost kan worden op grond van andere bepalingen en andere wetgeving 2. Is dit het geval, dan is er geen noodzaak om in aanmerking te komen voor deze extra tegemoetkoming. Bij de afweging kan de expertise van een expert ad hoc worden ingeroepen. Naast maatwerk op het gebied van de afbakening en definiëring van de doelgroep, is maatwerk met betrekking tot de aanspraak ook mogelijk. Voorgesteld wordt om op grond van bovenstaande uitgangspunten de tegemoetkomingen kinderopvang voor deze doelgroep vast te stellen. De tegemoetkoming verstrekken onder het regime van de bijzondere bijstand (Wet werk en bijstand) en de van het Rijk verkregen middelen voor deze doelgroep toevoegen aan het budget minimabeleid. 3 Communicatie Door het Programmabureau Implementatie van het Ministerie van SZW worden via brochures, brieven en Postbus 51 alle ouders geïnformeerd over de Wet Kinderopvang. Deze brochures zijn ook in het gemeentehuis te verkrijgen. 4 Financiële consequenties Tot 2004 werden in het gemeentefonds gelden ontvangen voor kinderopvang. Daarvoor in de plaats komt een algemene uitkering op grond van een nieuwe taakstelling, naar verwachting groot 15.400. In de conceptgemeentebegroting is dit bedrag al opgenomen voor uitvoering van de kinderopvang op grond van de Wk. Van belang is aan te geven dat er sprake is van een zogenaamde open eind financiering voor de gemeente. Met andere woorden, als de kosten hoger uitvallen dan het bedrag dat 1 Toevoeging aan Gemeentefonds is totaal 17,7 miljoen. 2 Het gaat daarbij om de Wet kinderopvang, voorzieningen gefinancierd vanuit de AWBZ, zoals dagcentra, of om een Persoon Gebonden Budget (PGB). Het kan ook gaan om de informele opvang. 3
in het gemeentefonds is gestort, zal de gemeente dit uit andere middelen moeten bekostigen. Echter, verwacht mag worden dat de invoering van de Wk budgettair neutraal zal verlopen. Voor wat betreft het verlenen van een tegemoetkoming aan huishoudens met een sociaal-medische indicatie wordt verwacht dat, gelet op het incidentele karakter van de verstrekking, de van het Rijk verkregen middelen voldoende zijn. Het gaat hier om een bedrag van 6.960,00 over 2005. 5 Wettelijk kader/beleidskader 5.1 Subsidierelatie De subsidierelatie met de kinderopvang komt door de inwerkingtreding van de nieuwe wet te vervallen. SSK Venray is hier al schriftelijk van op de hoogte gebracht. 5.2 Verordening kinderopvang gemeente Sint Anthonis 1997 Met invoering van de Wk vervalt van rechtswege de bestaande gemeentelijke verordening kinderopvang. 5.3 Verordening Wet kinderopvang De Wet Kinderopvang vereist een nieuwe gemeentelijke Verordening Kinderopvang. Deze conceptverordening is separaat bijgevoegd. Voor een nadere toelichting op de verordening wordt verwezen naar de daarbij horende toelichting. Vermeld moet worden dat in de verordening het inwerkingtredingsartikel aangevuld is met een tweede lid, waarin de inwerkingtreding van de artikelen over huishoudens waar sprake is van een sociaal-medische indicatie wordt bepaald op het moment dat artikel 23 van de Wet kinderopvang in werking treedt. Door vertraging in het wetgevingstraject is de oorspronkelijke planning van het implementatietraject door gemeenten met name in 2004 onder steeds grotere tijdsdruk komen te staan. In de oorspronkelijke planning van het wetgevings- en implementatietraject was er vanuit gegaan dat gemeenten in de eerste helft van 2004, dus vóór het zomerreces van de gemeenteraad, hun verordening zouden kunnen vaststellen. Gemeenten zouden gelet daarop op normale wijze de in de Tijdelijke referendumwet genoemde termijn van 6 weken na vaststelling van de verordening, vereist voor inwerkingtreding, toepasbaar kunnen verklaren. Gelet op de reeds genoemde tijdsdruk wordt voorgesteld om een spoedige inwerkingtreding van de verordening te bewerkstelligen door toepassing van artikel 25 van de Tijdelijke referendumwet (Trw). Hiermee wordt de inwerkingtreding van de verordening niet voorafgaan door de door die wet vereiste termijn van 6 weken. Ook de VNG adviseert aan de gemeenten om bovenstaande aanpak te volgen. Op deze wijze zou de verordening per 16 december 2004 in werking kunnen treden. Dit is eens temeer wenselijk nu ouders vóór 1 december 2004 een aanvraag moeten hebben ingediend bij de Belastingdienst om de eerste betaling van de tegemoetkoming in de kinderopvangkosten van de belastingdienst in januari 2005 te kunnen ontvangen. Ouders dienen daarbij de beschikking van de gemeente toe te voegen. De gemeente kan die beschikking alleen afgeven als de verordening reeds in werking is getreden. Nu de verordening niet vóór 1 december 2004 in werking treedt, zal overleg met de Belastingdienst gevoerd worden teneinde te bewerkstelligen dat men accepteert dat direct na 16 december 2004 doch voor 1 januari 2005 beschikkingen door de gemeente afgegeven worden. In het uiterste geval zal de tegemoetkoming van de Belastingdienst over januari 2005 onder cessie voorgeschoten kunnen worden. 4
Referendabiliteit Zie onder 5.3. Voorstel besluit Overeenkomstig bijgevoegde concept-besluiten wordt voorgesteld: - de Verordening Wet Kinderopvang Sint Anthonis vast te stellen en gebruik te maken van artikel 25 van de Tijdelijke referendumwet (Trw) waardoor de vereiste termijn van 6 weken genoemd in de Trw niet hoeft te worden afgewacht; - het verlenen van een tegemoetkoming voor kinderopvang aan huishoudens met een sociaal-medische indicatie onder het regime te brengen van de verlening van bijzondere bijstand. Sint Anthonis, 26 oktober 2004. Burgemeester en wethouders van Sint Anthonis, de secretaris, de burgemeester, Th.F. Peters J.M.J. Verbeeten Ter inzage legging Bij dit onderwerp liggen de volgende stukken ter inzage: - Verordening Wet kinderopvang gemeente Sint Anthonis. Memorie commissiebehandeling n.v.t. Sector : Burgerzaken Portefeuillehouder : H. van Heijster 5