DIE WINT...
DIE WINT... Als God je verhaal vertelt Johan Klein Haneveld Buijten & Schipperheijn Motief Amsterdam
Voor Lisa, Beth en David, metgezellen op de reis. Colofon 2015 Johan Klein Haneveld ISBN 978-90-5881-876-8 Omslagontwerp: B.SICS, Gouda Foto omslag: Mikkel Bigandt/Shutterstock.com
Inhoud Inleiding 7 1. De zwakken tegen de sterken 10 2. De betekenis van je verhaal 33 3. De ingrediënten die je nodig hebt 51 4. De macht die de dood brengt 70 5. Het waargebeurde sprookje 89 6. Het mooiste verhaal dat er is 105 7. De vleesgeworden zwakheid 127 8. De overtuiging van de liefde 146 9. Waarom je moet sterven om te leven 160 10. Kijken met Gods ogen 184 11. Lang en gelukkig leven 202 Woord van dank 223 5
Christ walks the world again, a prince of fairy tale Dorothy Sayers 6
Inleiding Kort nadat de tweede film uit de Matrix-serie in de bioscoop draaide, had ik een discussie met een van mijn vrienden. We hadden het over een filosofisch idee dat aan deze sciencefictionfilm ten grondslag lag, namelijk de brain in a vat-theorie 1 : wat als de wereld die we om ons heen zien niet echt is, wat als we niet werkelijk op een stoel zitten in het koffiezaakje, en we niet werkelijk het warme licht van de zon op onze huid voelen? Wat als in plaats daarvan een wetenschapper onze hersenen in een vat heeft gehangen, en ze voedt met gesimuleerde informatie? Wat als onze oogzenuwen worden geprikkeld zodat we een illusie zien van de buitenwereld, en hetzelfde gebeurt met onze reuk, smaak, gehoor en tastzin? Zouden we dit kunnen ontdekken? En zou de onzekerheid over het al dan niet echt zijn van de wereld een verschil maken voor de manier waarop we leven? Ikzelf meende toen dat ik mijn geloof zou moeten afzweren als de wereld niet echt zou blijken te zijn. Mijn vriend dacht er anders over. Ongeacht of de wereld echt blijkt te zijn of niet, je zou nog steeds achter je keuzes staan. Je kiest voor je overtuigingen omdat ze jou het meest aanspreken, niet omdat de wereld buiten je jou daartoe dwingt. Ik denk vaak terug aan deze discussie. Ze raakte namelijk aan de vraag waarom ik in God geloof. Geloof ik omdat ik met mijn ver- 1. Zie bijvoorbeeld: http://en.wikipedia.org/wiki/brain_in_a_vat. Geraadpleegd op 13 mei 2015. 7
DE LOSEr DIE WINt... stand overtuigd ben van een waarheid buiten mij? Geloof ik dat ik mezelf en anderen moet liefhebben omdat de wereld buiten mij bepaalde gevoelens in mij opwekt? Als ik iets niet wil, is het mezelf voor de gek houden, geloven enkel omdat ik bang ben om gestraft te worden, of om mezelf beter te kunnen voelen dan anderen. Ik wil ook niet blijven vasthouden aan het geloof van mijn ouders omdat mijn hersenen in mijn vroege jeugd nu eenmaal zo geprogrammeerd zijn. Ik zoek een geloof dat niet aan het wankelen kan worden gebracht door een discussie over The Matrix Revolutions. Het blijft echter een dilemma. Want omdat we onderdeel zijn van onze wereld, kunnen we niet waarnemen wat zich buiten onze wereld bevindt. Omdat we een personage zijn in het verhaal, kunnen we niet ontdekken in welk verhaal we eigenlijk leven. toch moeten we een keuze maken voor een filosofie of levensverhaal. De vraag is dus wat het beste verhaal is om in te leven. We zoeken een verhaal dat rechtdoet aan zowel ons alledaagse bestaan als aan de glorie van het heelal, dat ons omringt. Een verhaal dat een kind al kan begrijpen, maar waar filosofen niet over uitgedacht raken. Een verhaal dat ons doet uitkijken naar verandering, en ons tegelijk een reden geeft om in actie te komen. De afgelopen jaren ben ik me gaan realiseren dat het verhaal van Jezus voor mij aan al die voorwaarden voldoet. Schrijvers zoals G.K. Chesterton, C.S. Lewis en J.r.r. tolkien leerden me dat het christelijke getuigenis de overtuigingskracht heeft van een mythe, van een meeslepende film. En dit is een verhaal dat in Jezus zelf tastbare, concrete werkelijkheid is geworden! Vervolgens lieten auteurs als Greg Boyd, robert Farrar Capon en John Eldredge me zien waar het verhaal van Jezus ten diepste over gaat: onze zwakheid die leidt tot de dood en Gods onvoorwaardelijke liefde, die ons uit die dood doet opstaan. Het is de grote omkering: de rechtvaardiging van de zondaar, de overwinning van de verliezer. De machthebbers worden 8
INLEIDING ontwapend en de zwakke wordt verhoogd. Het is goed nieuws! Het is goed nieuws voor de mensen die niet in God geloven, maar in zichzelf teleurgesteld zijn geraakt. Die buiten de maatschappij vallen, of niet meer kunnen meekomen. Die hard werken, maar er niet gelukkig van worden. Maar het is ook goed nieuws voor christenen die in de kerk, of door hun levenservaringen, een heel ander beeld van God hebben gekregen. Die leven in een verhaal van controle, manipulatie en angst. Die weten dat ze tekortschieten, maar dat niet durven toegeven. Die zich almaar blijven inspannen om Gods acceptatie te verdienen. Voor hen allemaal is het mogelijk te leven in de grootste liefdesgeschiedenis die de wereld kent. Daarvoor hoef je niet intellectueel overtuigd te zijn. Je hoeft het niet te voelen. Je hoeft het niet eens te geloven. Je hoeft je er alleen maar voor open te stellen. Je wordt er onderdeel van, als je ernaar verlangt. Ik sprak onlangs opnieuw met mijn vriend, en ik heb hem gezegd dat hij toch gelijk had. Dat ik niet honderd procent zeker kan weten of de wereld om mij heen echt is, verhindert me niet in God te geloven en uit die overtuiging te leven. Zelfs al bestaat de kans dat na de dood niets van wat ik waarneem echt blijkt te zijn, dan blijf ik toch achter mijn keuzes staan. Ik ben er nu eenmaal van overtuigd dat deel gaan uitmaken van Gods Verhaal de beste manier is om te leven. 9
1. De zwakken tegen de sterken Ik herinner me nog goed een les maatschappijleer in het vijfde jaar van het atheneum. twee van mijn klasgenoten waren blijven zitten. tegenwoordig kijk ik niet meer zo op tegen mensen die maar een paar jaar ouder zijn dan ik, maar op die leeftijd was iemand van achttien voor mijn gevoel al erg volwassen. De jongens in kwestie maakten bovendien vaak interessante, filosofisch aandoende opmerkingen. Zo ook deze keer. Een van hen begon te betogen dat het einde van onze beschaving eraan kwam. Volgens hem hadden onze voorzieningen, onze hoogstaande technologie en onze welvaartsstaat hun langste tijd gehad. Spoedig, verklaarde hij niet zonder een zeker genoegen, zullen we allemaal weer moeten vechten voor ons voortbestaan. Het recht van de sterkste zou opnieuw gelden. Mijn maag kromp ineen. Ik was er op dat moment stellig van overtuigd dat ik en de andere studiebollen in de klas in zo n geval het onderspit zouden delven. Nog een herinnering: op de basisschool hadden we gymles. En gym begon er altijd mee dat we een paar keer de zaal rond moesten rennen. En daarbij was ik altijd de langzaamste. De rest liep steeds verder voor me uit, en al snel liep iedereen aan de andere kant van de zaal. Het gebeurde zelfs dat ik door mijn klasgenoten voor een tweede keer werd ingehaald. Als er teams werden gekozen, werd ik altijd als laatste gekozen, samen met een vriend van mij die ook niet zo sportief was. En ik hoorde zelfs kinderen klagen als ze ons in het team hadden gekregen; zo konden ze niet winnen. 10