Nieuw kasteel moet toerist lokken OOTMARSUM/ ENSCHEDE Ootmarsum heeft vergevorderde plannen voor de herbouw van de voormalige commanderie. Het kasteel waarvan de laatste steen in 1811 verdween, keert terug op dezelfde ongeveer 10 hectare grote gebied grenzend aan het huidige centrum van Ootmarsum. In de commanderie komt een hotel met zestig kamers, restaurant en een whiskystokerij. Het openluchtmuseum wordt heringericht in combinatie met de bouw van stadsboerderijen. Het project kost 30 miljoen euro en is financieel afgedekt door de gemeente Dinkelland en twee Ootmarsumse investeerders. Beleidsadviseur recreatie en toerisme Albert Groen van de Regio Twente noemt het commanderieplan een welkome impuls voor het toerisme in Twente. Want dat toerisme staat flink onder druk. Zowel de dag- als de verblijfsrecreatie heeft de laatste jaren te lijden onder de economische recessie. Uit cijfers van Toerisme Monitor van de Regio Twente blijkt dat deze regio op het gebied van de dagrecreatie met liefst 13 procent minder bij de grootste dalers van toeristische gebieden in Nederland behoort. Het aantal toeristische overnachtingen is vorig jaar weliswaar met 13 procent gestegen, maar over een periode van vijf jaar is ook hier sprake van een daling. Groen noemt de situatie nog niet alarmerend. Maar volgens hem is het wel zaak alert te blijven. De groeimarkt van vroeger is een verdringingsmarkt geworden. De mensen kijken kritischer naar waar ze het geld aan uit geven. Pagina 6&7: Luchtkasteel werkelijkheid Voormalige commanderie in Ootmarsum wordt herbouwd. Investering van 30 miljoen impuls voor toerisme. Verdere daling dag- en verblijfsrecreatie is ongewenst.
Van luchtkasteel naar werkelijkheid Het moet Ootmarsums nieuwste toeristische trekpleister worden: de ooit zo roemruchte commanderie. Het plangebied van 10 hectare voor de herbouw is net zo groot als het huidige historische centrum van het toeristenstadje. Het project vergt een totale investering van minstens 30 miljoen euro. door Alphons Weierink Hij houdt niet van superlatieven, maar gemeentesecretaris van Dinkelland Alex Damer ontkomt er nu niet aan. Het is een project dat zijns gelijke niet kent. Het is voor Ootmarsum het project van de eeuw, dat zorgt voor een ongekende toeristische en economische impuls. Het stadje krijgt hiermee de historische allure en grandeur terug van eeuwen geleden. En daarmee een nieuw gezicht, waar het t tot in de verre toekomst mee moet doen. De toeristische uitstraling reikt verder dan de regio. Met de commanderie maakt Ootmarsum een megasprong, wordt het landelijk op de kaart gezet en mag het zich echt de toeristische hoofdstad van het Oosten noemen. Alex Damer is de laatste jaren met wethouder Loes Stokkelaar-Fila kartrekker geworden van het ambitieuze project waarvoor de gemeente Dinkelland, de Stichting Commanderie Ootmarsum en de Stichting Openluchtmuseum de handen ineen hebben geslagen. De gemeentesecretaris realiseert zich dat het commanderieplan met alleen de goede wil van betrokken partijen een luchtkasteel zou zijn gebleven. Maar dat veranderde toen twee particuliere investeerders uit Ootmarsum serieus gingen meedoen. Die twee investeerders zijn Hans Heupink (voormalig tabaksfabrikant) en Harry OudeWeernink (directeur-eigenaar Othmar Trading, handelsbedrijf in sfeerartikelen als kerstballen). Oude Weernink stond tien jaar geleden aan de wieg van de Stichting Commanderie Ootmarsum waarvan hij voorzitter werd. Heupink kwam pas later in beeld toen bekend werd dat hij met plannen rondliep voor de bouw van een bierbrouwerij en een whiskystokerij. De twee investeren samen 16 miljoen euro. Voor de gemeente is de inbreng budgettair- neutraal. Dat wil zeggen: de opbrengst van de grondverkoop voor de bouw van zestien woningen op kavels tussen de 1.500 en 2.000 vierkante meter naast het openluchtmuseum wordt weer geïnvesteerd in het commanderiegebied: in totaal een bedrag van ruim 10 miljoen. De gemeenteraad ging met deze constructie al eerder akkoord. Van de provincie komt 1 miljoen euro en de Bank-Giro Loterij stelt 1,2 miljoen beschikbaar voor de herbouw van de commanderiekapel. Verder rekent Damer op medewerking van de Heidemij waar het gaat om de herinrichting van het openluchtmuseum. Het enige risico is volgens Damer dat de woningen niet worden verkocht. Maar daar ben ik niet bang voor. Daarvoor zijn ze te bijzonder. Het belangrijkste is dat de commanderie en de kapel financieel zijn afgedekt, evenals de brouwerij en stokerij, de herontwikkeling van de Commande-riestraat (ook door Heupink, red.) en de herinrichting van de centrale parkeerplaats, de Stadsweide. In augustus ging de kogel door de kerk. De contracten met Heupink en OudeWeernink zijn inmiddels getekend. Het stedebouwkundig bureau Khandehar heeft het plan gemaakt waarin de bouw van de commanderie centraal staat. De gronden zijn verworven. Het merendeel is in gebruik als volkstuintjes. Het openluchtmuseum is in zijn nopjes met de ontwikkelingen. Te meer ook omdat het centrale thema van het museum - Het Land van Heeren en Boeren - nu helemaal kan worden ingevuld. De boeren, aldus bestuurslid Rob Meijer, waren er al met de Twentse boerderijen, met de commanderie komen de Heeren er nu ook bij.
Van de voormalige commanderie in Ootmarsum bestaat slechts één afbeelding. Dat betreft een schilderij van Meindert Hobbema. Hij heeft dat geschilderd rond 1670 toen hij op doorreis was naar Bentheim. Hottinger kaart uit 1790 met rechts de commanderie. Impressie hoe het eiland eruit komt te zien. Achter de kapel, links en rechts brouwerij en stokerij.
Bouw commanderie begint over anderhalf jaar Het heeft wel iets weg van een sprookje. Een lang geleden verdwenen kasteel wordt min of meer herbouwd op de oorspronkelijke historische locatie. Het sprookje wordt werkelijkheid met de realisering van het Commanderieplan Ootmarsum. In de nieuwe commanderie komt een 4- sterrenhotel met zestig kamers. Dat komt - net als vroeger op een eiland in een van de bestaande vijvers vlakbij het openluchtmuseum dat ook wordt betrokken bij de plannen en daarvan met een herinrichting en uitbreiding profiteert. De commanderie wordt gebouwd naar voorbeeld en in de sfeer van de waterburcht in het Duitse Ochtrup: HuisWelbergen, compleet met Franse tuinen. Buiten de commanderie komt een bierbrouwerij waar Ootmarsums bier wordt gebrouwen, een whiskystokerij en een brasserie. De voormalige commanderiekapel wordt herbouwd. Er komen winkeltjes met streekproducten en een molenhuisje. Twee ontsluitingswegen worden aangelegd met zicht op de commanderie vanaf de Oldenzaalsestraat en de Stadsweide. De herinrichting van het huidige openluchtmuseum moet het plan compleet maken in combinatie met de bouw van 28 woningen. De helft van de huidige visvijver wordt daartoe gedempt. Daar komen zestien stadsboerderijen op kavels van 2.000 vierkante meter; de overige twaalf woningen komen aan de Commanderie-straat. Restaurant DeWheemhof, nu onderdeel van het openluchtmuseum, ruimt noodgedwongen het veld, evenals de bebouwing op de oude gemeentewerf. De betrokken partijen hebben de plannen gisteravond officieel gepresenteerd. Dat zijn Dinkelland, de Stichting Commanderie Ootmarsum, de Stichting Openluchtmuseum en de investeerders Hans Heupink en Harry Oude Weernink. Naar verwachting nemen de procedures een jaar in beslag. De initiatiefgroep denkt uiterlijk in het voorjaar van 2013 met de bouw te kunnen beginnen. Vanavond is er in De Weemhof aan de Smithuisstraat om 20.00 uur een informatiebijeenkomst voor belangstellenden.
Ootmarsum was eeuwenlang centrum van de macht Ootmarsum speelde eeuwenlang een belangrijke rol in de regio. Dat was te danken aan de vestiging van de commanderie net buiten het oude stadscentrum. De grond kwam in 1262 in handen van de geestelijke militaire broederschap de zogeheten Duitse Orde in Utrecht. Door giften van vooraanstaande Twentenaren werd het bezit in de Duitse Orde vergroot. Om deze bezittingen te beheren werd in 1270 begonnen met de bouw van een nieuwe commanderie. De Duitse Orde was de jongste van de drie grote geestelijke ridderorden die onstonden tijdens de kruistochten. Door toevoeging van het militaire aspect naast het religieuze werd de orde een machtige organisatie in Europa. Aan de broeders c.q. ridders van de Duitse Orde werden strenge eisen gesteld. Religie voerde de boventoon. Daarnaast was hun taak het verzorgen van zieken en het bestrijden van de vijanden van het christendom. Naarmate de bezittingen toenamen, werd ook de invloed van de Duitse Orde groter tot in Drenthe en de graafschap Bentheim toe. De commanderie werd steeds verder uitgebouwd. Een brede gracht beschermde de commanderie voor indringers. In 1480 werd de houten kapel vervangen door een van zandsteen. In totaal zwaaiden zestien commandeurs tussen 1262 en 1639 de scepter. Hun namen zijn in Ootmarsum terug te vinden als straatnamen en hun wapens zijn wandpanelen in het oude stadhuis. De Reformatie in de 17e eeuw had grote gevolgen voor het voortbestaan van de commanderie. De toenmalige commandeur bekeerde zich tot de nieuwe leer, trouwde en werd particulier bezitter van het complex. Dat betekende het einde van de commanderie. De nakomelingen van Von Heiden bewoonden nadien nog vele jaren de commanderie, toen ook wel Huis Ootmarsum geheten. Hun groeiende maatschappelijk positie ging gepaard met het verfraaien en verbouwen van het Huis. Er kwamen fraaie tuinen, vijvers, fonteinen en priëlen. De grote omwenteling in Europa na de Franse Revolutie eind 18e eeuw luidde ook het einde in voor het Huis Ootmarsum. Door geldgebrek en schulden werd de laatste bewoner, de familie Von Heiden Hompesch genoodzaakt het huis met alle bezittingen te verkopen. Dat leidde tot de sloop van de ooit zo machtige commanderie. In 1811 werd letterlijk de laatste steen weggehaald. Want ondanks meerdere archeologische onderzoeken is nauwelijks iets teruggevonden. Het enige wat resteert is het Molenhuisje, de waterloop en de historische begroeiing. Die is ook het uitgangspunt voor de wederopbouw. Dat er nadien geen bebouwing terugkwam is het geluk van de nieuwe plannenmakers.