Toelichting wijzigingsplan artikel 3.6 Wro. Agrarisch Buitengebied Omgeving Postweg 120 te Lunteren

Vergelijkbare documenten
Toelichting. Bestemmingsplan Agrarisch Buitengebied omgeving Hoge Valkseweg 17

Lunteren, Oude Bisschopweg 11 en Ederveen, Buurtdwarsweg 5a

Toelichting. Bestemmingsplan Agrarisch Buitengebied Omgeving Koudhoornweg 8 te Lunteren

Bestemmingsplan Agrarisch Buitengebied Omgeving Krommesteeg 8 te Ede

Toelichting. Wijzigingsplan Agrarisch Buitengebied omgeving Krommesteeg 5a in Ede Functieverandering van agrarisch naar wonen

Toelichting. Wijzigingsplan Agrarisch Buitengebied omgeving Koperensteeg 20 in Wekerom

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

Duinkampen 23 te Paterswolde

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Toelichting. Wijzigingsplan Agrarisch Buitengebied omgeving Harskamper Engweg 21 in Harskamp. Functieverandering van agrarisch naar wonen

Toelichting. Ontwerp. Bestemmingsplan Agrarisch Buitengebied omgeving Veldhoek 17 te Lunteren

Buitengebied Efterwei 23, Rottevalle

Toelichting. Bestemmingsplan Agrarisch Buitengebied, Bennekom, Dijkgraaf (tegenover 19) en Langesteeg 25. Functieverandering van agrarisch naar wonen

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Weverwijk 30A te Leerbroek

Nr Casenr Haspel 121. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Haspel 121

Ontwerp Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland

BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN

Nr Casenr Harderwijkerweg 138. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Harderwijkerweg 138

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Agrarisch Buitengebied "Omgeving Veendersteeg 1 te Bennekom"

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

Ontwerp. Bestemmingsplan Recreatiegebied Ede West Omgeving Dokter Hoolboomweg 3 te De Klomp

Wijzigingsplan It Oast 2 Augustinusga. Ontwerp

Toelichting 'Wijzigingsplan Eerste Weg 4' te Nieuw- en Sint Joosland

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

Ontwerp partiële herziening van het bestemmingsplan Agrarisch Buitengebied Omgeving Dragonderweg 7 te Ede

Toelichting. Bestemmingsplan Agrarisch Buitengebied Omgeving Scheivoor 10 te Ederveen

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, wijzigingsplan Alteveer 76 in Hoogeveen. Vastgesteld

od205sl wijzigingsplan De Volgerlanden-Oost, 2e wijzigingsplan gebied B1 Toelichting Wijzigingsprocedure Opzet van het wijzigingsplan Milieuaspecten

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema"

Wijzigingsplan Julianastraat 30, Avenhorn Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Aaksterveldsesteeg ongenummerd te Ameide

Nr Casenr Fazantlaan 4. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Fazantlaan 4

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan"

AMER GEMEENTE NOORDOOSTPOLDER BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED 2004 WIJZIGING AANDUIDING INTENSIEVE VEEHOUDERIJ WIJZIGING MARKNESSERWEG 13

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Wijzigingsplan i.c. Bestemmingsplan Eastermar It Heechsân 2008, It Heechsân 7A (aanbrengen bouwvlak)

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel

Thematische herziening archeologie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Vervanging woning Miedweg 6 Stroobos Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Veehouderij Epe

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 29 maart M. Souren

Omgevingsvergunning Everard Meysterweg 12 (Gelegen Achter De Percelen Everard Meysterweg 14 T/M 20)

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord

Wijzigingsplan Buitengebied Sint Anthonis, Hank 39. Gemeente Sint Anthonis

Toelichting. Leeuwarden Buitengebied - Omzetten intensieve naar reguliere veehouderij Brédyk 185 Wirdum

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

WIJZIGINGSPLAN BUITENGEBIED

TOELICHTING. bestemmingsplan Lunteren Centrum, Graanschuur Roskammersteeg

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

Agrarisch Buitengebied "Omgeving Valkse Engweg 8 te Lunteren"

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Achterkade 4 en 4a te Meerkerk

Bestemmingsplan Buitengebied 1994 wijziging bouwperceel Oxersteeg 20-22

Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld wijzigingsplan Breeveld 7a Woerden

Onderbouwing van het verzoek van P. Coolen, Ophoven 1 te Roggel voor het verruimen van het bouwperceel.

Toelichting. Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Sumar, Master de Vrieswei 22-22A (wijziging bestemming)

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord

INHOUDSOPGAVE. Bestemmingsplan Buitengebied Noord, wijzigingsplan Siberië mei 2012 Gemeente Hoogeveen Pagina 2

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

Landelijk Gebied - Dalweg 12

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O O R O N T W E R P

Wijziging Renswoudsestraatweg II. van het bestemmingsplan Buitengebied GEMEENTE BARNEVELD Nr 563

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening'

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord

Ruimtelijke onderbouwing

INHOUDSOPGAVE Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep in Nieuweroord Vastgesteld bij collegebesluit d.d. 17 juni 2008

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Noord, wijzigingsplan Secteweg 21 te Stuifzand

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

GEMEENTE HOOGEVEEN. WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord, deelplan Beilerstraat 21 en , te Pesse.

(ontwerp) Projectbesluit Hogeweg 30 Zuidlaren

Bestemmingsplan 'Dorpsplein 9 te Eede'

GEMEENTE EEMSMOND BESTEMMINGSPLAN UITHUIZERMEEDEN TORENSTRAAT 4

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

Transcriptie:

Toelichting wijzigingsplan artikel 3.6 Wro Agrarisch Buitengebied Omgeving Postweg 120 te Lunteren

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 3 2.1 Ligging en begrenzing plangebied 3 2.2 Huidig gebruik 3 2.3 Planbeschrijving 3 2.4 Landschappelijke inpassing 3 2.5 Mobiliteit 3 Hoofdstuk 3 Beleidskader 4 3.1 Provinciaal beleidskader 4 3.2 Gemeentelijk beleidskader 4 Hoofdstuk 4 Onderzoeksresultaten 5 4.1 Milieuzonering 5 4.2 Geluidshinder 5 4.3 Luchtkwaliteit 6 4.4 Externe veiligheid 6 4.5 Bodem 6 4.6 Water 7 4.7 Ecologie 7 4.8 Cultuurhistorie en archeologie 8 Hoofdstuk 5 Juridische opzet 8 5.1 Algemeen 8 5.2 Hoofdopzet 8 Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 9 6.1 Algemeen 9 6.2 Economische uitvoerbaarheid 9 2 Wijzigingsplan Agrarisch Buitengebied Omgeving Postweg 120 te Lunteren

Hoofdstuk 1 Inleiding De eigenaar van het perceel aan de Postweg 120 te Lunteren is voornemens zijn agrarisch bedrijf voor het houden van kalveren uit te breiden met een stal voor leghennen. De bebouwing bij dit bedrijf neemt daardoor zodanig toe dat het niet meer in de huidige aanduiding (agrarisch middelgroot) past. Om deze reden is een wijziging ex artikel 3.6 Wet op de ruimtelijke ordening van het bestemmingsplan noodzakelijk. Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 2.1 Ligging en begrenzing plangebied Het plangebied is gelegen in het buitengebied van de gemeente Ede op ruim 2 kilometer ten westen van het dorp Lunteren. Het perceel Postweg 120 is kadastraal bekend als gemeente Lunteren, sectie F, nummer 2892. Het betreffende perceel is in onderstaande figuren rood omcirkeld. Ligging perceel 2.2 Huidig gebruik Het agrarisch bedrijf aan de Postweg 120 in Lunteren bestaat uit een tweetal agrarisch schuren (vleeskalveren) en een dienstwoning. De totale oppervlakte van de agrarische bebouwing beslaat momenteel 1657 m². Op dit moment heeft het perceel volgens het bestemmingsplan Agrarisch Buitengebied van gemeente Ede de aanduiding agrarisch bedrijf middelgroot. Conform de voorschriften mag bij een dergelijke aanduiding 50% van het bouwblok (5.000 m²) worden bebouwd. Er mag dus maximaal 2500 m² aan agrarisch bedrijfsbebouwing worden opgericht. 2.3 Planbeschrijving De eigenaar van het perceel aan de Postweg 120 is voornemens de bestaande veehouderij uit te breiden met 35.000 leghennen. De aanvrager wil hiervoor een schuur van ruim 2900 m² toevoegen. De bebouwing past daarmee niet meer binnen de huidige aanduiding agrarisch bedrijf middelgroot. Het verzoek is om deze aanduiding te wijzigen in agrarisch bedrijf groot. Bij deze aanduiding mag 50% binnen het bouwblok van 10.000 m² worden bebouwd. Er mag in de nieuwe bestemming dus maximaal 5000 m² aan agrarische bedrijfsbebouwing worden opgericht. 2.4 Landschappelijke inpassing De gemeente Ede heeft een aantal voorstellen gedaan om de landschappelijke inrichting van het perceel te verbeteren. De volgende inrichtingsmaatregelen dienen te worden genomen: - Aan de noordkant van het perceel, tussen sloot en sleufsilo: de aanplant van een eiken/elzensingel als voortzetting van de bomenrij die in het westen ook langs de sloot loopt. - Aan de oostzijde: een onregelmatige elzensingel Wijzigingsplan Agrarisch Buitengebied Omgeving Postweg 120 te Lunteren 3

- Aan de zuidkant over de lengte van de bebouwing: een elzensingel of bredere houtsingel. - De landschappelijke inpassing zal volledig in de milieuvergunning worden geregeld. Hoofdstuk 3 Beleidskader 3.1 Provinciaal beleidskader 3.1.1 Streekplan Gelderland 2005 Op 29 juni 2005 is door Provinciale Staten van Gelderland het Streekplan Gelderland 2005 vastgesteld. Het Streekplan geeft aan dat het uitgangspunt voor het ruimtelijk beleid is dat de bedrijfsontwikkeling in de landbouw wordt gefaciliteerd onder voorwaarden van economische en ecologische duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit. De provincie beschouwt voedselproductie en bloemen/plantenteelt als de primaire functie van agrarische bedrijven. De provincie hanteert het principe van concentratie voor alle intensieve vormen van land- en tuinbouw, zoals de intensieve veehouderij en glastuinbouw. Op de beleidskaart ruimtelijke structuur zijn gebieden waarin dit mogelijk is aangegeven met concentratie intensieve teelten. In het reconstructieplannen voor de Gelderse Vallei / Utrecht Oost zijn zones met verschillende ontwikkelingsmogelijkheden voor de intensieve veehouderij aangegeven. Het reconstructieplan is hierbij leidend. 3.1.2 Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht Oost Op 10 januari 2005 is door Provinciale Staten van Utrecht, met instemming van Provinciale Staten van Gelderland het Reconstructieplan Gelderse Vallei / Utrecht-Oost vastgesteld. In het Reconstructieplan is aangegeven dat agrarische bedrijven moeten kunnen groeien. De opgave is om te zorgen dat de grotere bedrijven die door willen groeien daar ook de ruimte voor krijgen zonder dat andere functies van het gebied daarbij in het gedrang komen. In het reconstructieplan zijn zones met verschillende ontwikkelingsmogelijkheden voor de intensieve veehouderij aangegeven. In het extensiveringsgebied ligt het primaat op wonen of natuur, waar uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van in ieder geval intensieve veehouderij onmogelijk is of in het kader van de reconstructie onmogelijk zal worden gemaakt. In het verwevingsgebied ligt het primaat op verweving van landbouw, wonen en natuur, waar hervestiging of uitbreiding van de intensieve veehouderij mogelijk is, mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten. In het landbouwontwikkelingsgebied ligt het primaat op landbouw dat geheel of gedeeltelijk voorziet in de mogelijkheid tot uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij. Het voorliggende plan is gelegen in het binnen de zone landbouwontwikkelingsgebied. Het gaat om uitbreiding van het bestaande agrarische bedrijf. Het initiatief past derhalve binnen het Reconstructieplan Gelderse Vallei / Utrecht-Oost. 3.2 Gemeentelijk beleidskader 3.2.1 Bestemmingsplan "Artikel 30-herziening Agrarisch Buitengebied" In het geldende bestemmingsplan "Artikel 30-herziening Agrarisch Buitengebied" is het perceel Postweg 120 gelegen in de gebiedsbestemming Agrarisch Kempenlandschap Nederwoud met de nadere aanduiding agrarisch bedrijf middelgroot. Hierbij hoort een bouwblok van 5000 m² waarvan 50% bebouwd mag worden.. In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om een agrarisch bedrijf dat is aangeduid met agrarisch middelgroot, waarbij sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf, uitgebreid kan worden tot agrarisch groot. Ten aanzien van het begrip volwaardig agrarisch bedrijf is in de toelichting van het bestemmingsplan Agrarisch buitengebied 1994 (en dus niet de artikel 30-herziening) onder paragraaf 6.2.1 beschreven wat destijds als een volwaardig agrarisch bedrijf werd vestaan; één volwaardige arbeidskracht en 150 Sbe. De Sbe is in 2001 vervallen en daarvoor is het begrip NGE in de plaats gekomen. Ondanks het feit dat de term Sbe niet meer bestaat wil de gemeente toch aansluiten bij de geest van de definitie van het volwaardig agrarisch bedrijf zoals beschreven in de toelichting van voornoemd bestemmingsplan. Het begrip volwaardig agrarisch bedrijf wordt door de gemeente Ede vastgestelt 4 Wijzigingsplan Agrarisch Buitengebied Omgeving Postweg 120 te Lunteren

op basis van het aantal NGE. Als een bedrijf een omvang heeft van 50 NGE s of meer kan dit bedrijf gekenmerkt worden als een volwaardige agrarische bedrijf. De eigenaar van het agrarisch bedrijf aan de Postweg 120 heeft middels een bedrijfsplan aangetoond dat zijn toekomstige bedrijf een bedrijfsomvang heeft van 155 NGE. Zodoende is het bedrijf te kwalificeren als een volwaardig agrarisch bedrijf. Gelet op het voorgaande voldoet onderhavig wijzigingsplan aan de voorwaarden die gesteld zijn om gebruik te maken van eerdergenoemde wijzigingsbevoegdheid. Hoofdstuk 4 Onderzoeksresultaten In deze toelichting wordt aandacht besteed aan alle relevante onderzoeksaspecten. Zo wordt ingegaan op milieuhygiënische aspecten, zoals bodemkwaliteit, geluid, luchtkwaliteit, externe veiligheid en geur. Verder worden zaken als water, natuur en landschap, cultuurhistorie en archeologie behandeld. Bij behandeling van deze aspecten, wordt indien van toepassing, het wettelijke of het beleidskader aangegeven en worden de resultaten van de verrichte onderzoeken behandeld. 4.1 Milieuzonering Een belangrijke factor voor het behouden en verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving is een juiste afstemming tussen bedrijvigheid, wonen, recreatie en natuur. In de ruimtelijke ordening wordt daarom rekening gehouden met milieuhinder van bedrijven ten opzichte van milieugevoelige functies 4.1.1 Wettelijk kader De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) vormt vanaf 1 januari 2007 het toetsingskader voor de milieuvergunning, als het gaat om geurhinder vanwege dierenverblijven van veehouderijen. Deze wet geeft normen voor de geurbelasting op een geurgevoelig object. De uitwerking van geurbeleid op basis van de Wgv vindt eigenstandig plaats. De Wgv biedt gemeenten de mogelijkheid om binnen bepaalde grenzen af te wijken van de standaard geurnormen zoals gesteld in deze Wet. De gemeente Ede heeft er voor gekozen aan te sluiten bij het landelijk vastgestelde beleid. 4.1.2 Situatie plangebied In de directe omgeving van de veehouderij aan de postweg 120 ligt op nummer 122 een veehouderij en op nummer 116 een kuikenbroederij. Een kuikenbroederij wordt niet beschouwd als een agrarisch bedrijf en is daarom wel beschermd tegen geuroverlast. Aan de zuidkant van de Postweg ligt een buurtschap met hoofdzakelijk burgerwoningen. De nieuw te bouwen leghennenstal is voorzien van mechanische ventilatie waarbij de ventilatoruitlaten aan de achterzijde van de stal zijn geplaatst. Geurhinder De afstand tussen de ventilatoruitlaat en het stankgevoelige object aan de Postweg 116 moet minimaal 50 meter bedragen. De geurbelasting veroorzaakt door de leghennenstal is berekend op het dichtstbijgelegen gebouw op het perceel Postweg 116. De berekende geurbelasting van 4,43 voldoet aan de norm van 14,0. Geluid Aan de achterzijde van de leghennenstal bevinden zich 11 ventilatoren. De stal kan alleen vergund worden als voldaan wordt aan 40-, 35- en 30 db(a) voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode. Er zijn onvoldoende gegevens bekend over de ventilatoren om de te verwachten geluidsbelasting ter plekke van het bedrijf aan de Postweg 116 te kunnen berekenen. De kortste afstand tussen de stal en het bedrijf bedraagt 92 meter. Technisch moet het mogelijk zijn om de ventilatoren zo uit te voeren dat voldaan wordt aan de gestelde normen. Bij de berekening van de totale geluidbelasting worden overigens ook geluidproducerende activiteiten meegenomen als aanen afvoerbewegingen. Fijnstof Om de invloed van de fijnstof, afkomstig van de veehouderij aan de Postweg 120, in beeld te krijgen Wijzigingsplan Agrarisch Buitengebied Omgeving Postweg 120 te Lunteren 5

zijn berekeningen gemaakt van de uitstoot van fijnstof op de broederij aan de Postweg 116. Gebleken is dat met de de berekende concentraties fijnstof (ong. 30) en het aantal overschrijdingsdagen (max. 35 dagen) aan de Wet luchtkwaliteit wordt voldaan. 4.2 Geluidshinder 4.2.1 Wettelijk kader Het aandachtsgebied voor geluid langs een verkeersweg heet een geluidzone. Iedere weg heeft een geluidzone. Bij het opstellen (of herzien) van een bestemmingsplan in deze zone is akoestisch onderzoek verplicht. Dit geldt voor woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen. Als de gevelbelasting (door een grotere afstand of andere maatregelen) niet onder de voorkeursgrenswaarde van 48 db L den voor wegverkeer is te houden, kunnen voor bepaalde situaties hogere grenswaardes worden vastgesteld. Voor een burgerwoning in het buitengebied is deze hogere grenswaarde maximaal 53 db L den. Voor agrarische bedrijfswoningen geldt een grenswaarde van 58 db L den. 4.2.2 Situatie plangebied De bestemmingswijziging betreft geen toevoeging van geluidgevoelige bestemmingen. Een akoestisch onderzoek ter berekening van de geluidsbelasting op het plan is niet nodig. 4.3 Luchtkwaliteit 4.3.1 Wettelijk kader Volgens de Wet milieubeheer is het nodig een planontwikkeling te toetsen aan luchtkwaliteitseisen. Een uitzondering op deze verplichting om de gevolgen van ruimtelijke ontwikkelingen op de luchtkwaliteit mee te wegen, vormen bepaalde typen projecten die niet in betekende mate (NIBM) bijdragen aan de luchtkwaliteit. Het begrip NIBM is uitgewerkt in het Besluit niet in betekende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) (Stb. 2007, 440), en de bijbehorende Regeling niet in betekende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen). Een project draagt niet in betekende mate bij aan de luchtverontreiniging wanneer aannemelijk is (door berekening of motivering) dat de 1% grens niet wordt overschreden. Deze grens is 1% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO 2 ). Dit komt overeen met 0,4 microgram/m 3 voor zowel PM10 als NO 2. De Regeling NIBM geeft voor een aantal categorieën van ruimtelijke ontwikkelingen een invulling aan de NIBM grens. Indien er binnen de getalsmatige begrenzing van de Regeling wordt gebleven, is er geen nader onderzoek nodig. Bij de ruimtelijke ontwikkeling is er dan automatisch sprake van een niet in betekende mate bijdrage aan de luchtkwaliteit. 4.3.2 Situatie plangebied Het voorliggende plan betreft de uitbreiding van een agrarische bestemming in een gebied waar de grenswaarden niet worden overschreden. De uitbreiding valt onder de grens van de regeling NIBM. 4.4 Externe veiligheid 4.4.1 Wettelijk kader Het wettelijk kader voor het aspect externe veiligheid wordt grotendeels bepaald door de "Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (2004)", de "Wet Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding (2004)" en het "Besluit Externe Veiligheid inrichtingen" met bijbehorende "Regeling externe veiligheid inrichtingen" (2004). In deze wetten en richtlijnen staat de verantwoording van het zogenaamde groepsrisico centraal. Het groepsrisico is afhankelijk van de kans op een ongeval met gevaarlijke stoffen en de bevolkingsdichtheid in de omgeving. Voor het bepalen van de mate van het gevaar en de routes van het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn zogenaamde risicoatlassen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat beschikbaar. 4.4.2 Situatie plangebied Een nader onderzoek naar de externe veiligheidsrisico s vanwege de (spoor)wegen om en nabij het plangebied is niet nodig. 6 Wijzigingsplan Agrarisch Buitengebied Omgeving Postweg 120 te Lunteren

4.5 Bodem 4.5.1 Beleidskader In het geval van een bestemmingsherziening dient de betreffende bodem geschikt te zijn voor de nieuwe functie. Om na te gaan of dit het geval is kan de bodemkwaliteitskaart (BKK) van de gemeente Ede worden geraadpleegd en historisch onderzoek worden uitgevoerd. Beide instrumenten geven inzicht in de te verwachten bodemkwaliteit. Indien blijkt dat een locatie onverdacht is kan door de gemeente Ede vrijstelling worden verleend voor het uitvoeren van een uitgebreid bodemonderzoek. Aan deze vrijstellingsregeling zit wel een risico. De bodemkwaliteitskaart is namelijk een verwachtingswaardenkaart. Hierdoor bestaat de kans dat de bodemkwaliteit op de betreffende locatie van een slechtere kwaliteit is als op basis van de bodemkwaliteitskaart verondersteld mag worden. Als de aanvrager van de planherziening gebruik maakt van de vrijstellingsmogelijkheid, dan zijn kosten die hieruit mogelijk voortvloeien (bijvoorbeeld door stagnatie indien de grond toch verontreinigd blijkt) voor rekening van de aanvrager. 4.5.2 Situatie plangebied Uit het historisch bodemonderzoek zijn geen aanwijzingen gevonden voor bodembedreigende activiteiten. Het terrein aan de Postweg 120 te Lunteren is onverdacht van bodemverontreiniging en er kan dus vrijstelling verleend worden van bodemonderzoek. 4.6 Water 4.6.1 Algemeen In het kader van het verkrijgen van een duurzaam watersysteem hebben Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen in 2001 de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw ondertekend. Onderdeel van het nieuwe waterbeleid is de watertoets; de check van ruimtelijke plannen aan de gevolgen voor het watersysteem. Het gemeentelijk beleid voor water staat beschreven in het Waterplan. Dit plan is een gezamenlijk product van Gemeente Ede, Waterschap Vallei & Eem, Provincie Gelderland en Waterleidingbedrijf Vitens. De belangrijkste uitgangspunten voor de omgang met water, die in het Waterplan worden beschreven zijn: Vasthouden, bergen, afvoeren van regenwater. Scheiden van vuil en schoon water. Vergroten van de kwaliteit van de leefomgeving. 4.6.2 Advies Waterschap Vallei & Eem De eventuele gevolgen van ruimtelijke plannen voor de waterhuishouding worden hieronder in beeld gebracht. Voor het kwantiteits- en kwaliteitsbeheer van het oppervlaktewater van het onderhavige plangebied is het Waterschap Vallei en Eem verantwoordelijk. Het Waterschap heeft in de daarvoor aangegeven periode geen opmerkingen gemaakt. 4.7 Ecologie 4.7.1 Soortbescherming 4.7.1.1 Wettelijk kader Sinds 1 april 2002 regelt de Flora- en faunawet de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. Na enige wetswijzigingen is de wet momenteel vooral gericht op het in stand houden van populaties van soorten die bescherming behoeven. Indien plannen worden ontwikkeld voor ruimtelijke ingrepen of voornemens ontstaan om werkzaamheden uit te voeren, dient vooraf te worden beoordeeld of er mogelijke nadelige consequenties voor beschermde inheemse soorten zijn. 4.7.1.2 Situatie plangebied Negatieve effecten op beschermde soorten zijn bij voorbaat uit te sluiten, wanneer er bij de werkzaamheden rekening gehouden wordt met het broedseizoen van vogels. Op de akker en het grasland kunnen mogelijk bodembroedende soorten aanwezig zijn, daarom dient de er buiten het broedseizoen gewerkt worden. Het broedseizoen is van half maart tot half juli. Wijzigingsplan Agrarisch Buitengebied Omgeving Postweg 120 te Lunteren 7

4.7.2 Gebiedsbescherming 4.7.2.1 Wettelijk kader De natuurbeschermingswet biedt de minister de mogelijkheid gebieden aan te wijzen als beschermd natuurmonument. In of nabij deze beschermde natuurmonumenten is het, zonder vergunning van Gedeputeerde Staten, verboden handelingen te verrichten, te doen verrichten of te gedogen die schadelijk zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis van het natuurmonument, of voor planten en dieren in het natuurmonument. De Habitatrichtlijngebieden en de Vogelrichtlijngebieden zijn aangewezen als beschermde natuurmonumenten. Deze gebieden vormen gezamenlijk de Natura 2000 gebieden. Bij werkzaamheden in of nabij een Natura 2000-gebied dient getoetst te worden of er negatieve effecten zijn op de natuurwaarden. 4.7.2.2 Situatie plangebied Het plangebied ligt niet in een beschermd natuurgebied. Op het perceel worden geen bijzondere of beschermde natuurwaarden verwacht. 4.8 Cultuurhistorie en archeologie 4.8.1 Beleidskader Het Verdrag van Malta werd op 1 september 2007 geïmplementeerd met de inwerkingtreding van de Wet op de archeologische monumentenzorg, een wijziging van de Monumentenwet 1988. Met deze wetswijziging heeft de zorg voor het archeologisch erfgoed een prominentere plaats gekregen in het proces van de ruimtelijke planvorming. Gemeenten zijn wettelijk verplicht bij vaststelling van een bestemmingsplan en bij het bestemmen de in dat plan begrepen grond rekening te houden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. 4.8.2 Situatie plangebied Het projectgebied kent volgens de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart een lage archeologische verwachting. Eventuele archeologische resten zijn vermoedelijk niet in het projectgebied aanwezig. Nader archeologisch onderzoek wordt niet noodzakelijk geacht. Uitvoering van de bestemming zal niet leiden tot onevenredige aantasting van archeologische waarden. De meldingsplicht bij Onze minister, namens deze de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, van een zaak die in het plangebied wordt aangetroffen en waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat het een archeologische vondst betreft, blijft van kracht (Monumentenwet 1988, artikel 53, lid 1). Hoofdstuk 5 Juridische opzet 5.1 Algemeen In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het beleid en de planuitgangspunten zijn verwoord in de planregels. Zo wordt een toelichting gegeven op het juridische systeem en op alle afzonderlijke bestemmingen. Dit wijzigingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld. 5.2 Hoofdopzet 5.2.1 Verbeelding Op de verbeelding is één bestemming weergegeven (agrarisch). Binnen een bestemming kunnen nadere aanduidingen zijn opgenomen. Deze aanduidingen hebben alleen een juridische betekenis als in de planregels aan de betreffende aanduiding een gevolg wordt verbonden. In dit geval gaat het om de aanduiding agrarisch bedrijf groot. Een aantal aanduidingen heeft juridisch gezien geen betekenis en is uitsluitend opgenomen ten behoeve van de leesbaarheid van de verbeelding (bijvoorbeeld topografische gegevens en figuren). 8 Wijzigingsplan Agrarisch Buitengebied Omgeving Postweg 120 te Lunteren

5.2.2 Planregels De hoofdstukken voor de planregels hebben de volgende indeling: - Hoofdstuk 1 (artikelen 1 en 2) bevat inleidende regels. In de inleidende regels worden de in het bestemmingsplan voorkomende begrippen beschreven en wordt de wijze van meten uitgelegd. - Hoofdstuk 2 (artikelen 3) bevat de bestemmingsregels. In deze regels wordt de bestemming omschreven en worden de bouw- en gebruiksregels verwoord. - Hoofdstuk 3 (artikelen 4 en 5) bevat de overige regels, zoals de anti-dubbeltelregel en algemene gebruiksregels. - Hoofdstuk 4 (artikelen 6 en 7) bevat de overgangs- en slotregels. 5.2.3 Bestemmingen Het perceel Postweg behoudt de bestemming agrarisch. Binnen de bestemming Agrarisch mag binnen het bouwvlak van 10.000 m² de helft worden bebouwd. Binnen het bouwvlak is een woning met een maximale inhoud van 600 m³ toegestaan. Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 6.1 Algemeen In dit hoofdstuk wordt de economische en de maatschappelijke uitvoerbaarheid beschreven. Indien het bestemmingsplan voorziet in de uitvoering van werken door de gemeente moet de financieeleconomische uitvoerbaarheid hiervan worden aangetoond. 6.2 Economische uitvoerbaarheid Bij de voorbereiding van een ontwerp voor een bestemmingsplan dient onderzoek plaats te vinden naar de uitvoerbaarheid van het plan. Het voorliggend bouwplan is een particulier initiatief. De kosten voor de onderzoeken en uitvoering van het bouwplan zijn voor rekening van de initiatiefnemers. Conform artikel 6.12 lid 2 sub a van de Wro is het verplicht om een anterieure overeenkomst te sluiten om de eventuele kosten anderszins te verzekeren. Met de individuele eigenaren zal via een anterieure overeenkomst het kostenverhaal geregeld worden. 6.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid In het kader van artikel 3.1.1 Bro heeft vooroverleg plaats gevonden met het waterschap en Hulpverlening Gelderland Midden. Zowel provincie Gelderland als de VROM-inspectie hebben aangegeven dat met het plan geen rijksbelang of provinciaal belang gediend is. Het Waterschap heeft in de daarvoor aangegeven periode geen opmerkingen gemaakt. Hulpverlening Gelderland Midden adviseert advies te vragen bij de brandweer Ede. In het voortraject is de brandweer betrokken en heeft daarbij aangegeven dat er geen bezwaren zijn tegen de voorgestelde wijziging. Wijzigingsplan Agrarisch Buitengebied Omgeving Postweg 120 te Lunteren 9