HANDREIKING IDENTITEIT OPENBAAR ONDERWIJS

Vergelijkbare documenten
Achtergrondinformatie ID!ee. De belangrijkste wetten bij de kernwaarden van het openbaar onderwijs

Rapportage van de werkgroep identiteit en eigenheid

obs Jaarfke Torum CL Scheemda Postbus ZH Scheemda

Schoolklimaat Zo zijn onze afspraken

Toezichtkader Raad van Toezicht

Vragenlijst openbaar onderwijs VO

Primair Onderwijs po Voorgezet onderwijs vo

Daarom VOS/ABB. Kennis, voordeel en gemak voor schoolbestuurders en onderwijsmanagers

Integriteitscode. Integriteitscode van de Stichting voor PC Voortgezet Onderwijs in de Noordoostpolder e.o

Integriteitscode Roelof van Echten College

Levensbeschouwend onderwijs in de dagelijkse praktijk

Voorstel raad en raadsbesluit

Gevolgen van de Wet goed onderwijs Goed onderwijsbestuur voor de verhouding tussen gemeenten en verzelfstandigd openbaar onderwijs.

Daarom VOS/ABB. Kennis, voordeel en gemak voor schoolbestuurders en onderwijsmanagers

Juist in het openbaar onderwijs

Zelfevaluatiekader-Identiteit in het openbaar onderwijs. Kwaliteit van bestuur en scholen, module identiteit

Stichting Interconfessioneel (RK/PC) Voortgezet Onderwijs in het Gooi (SIVOG)

Levensbeschouwing Juist in het. openbaar onderwijs

Visitatie identiteit openbaar onderwijs - VRAGENLIJST

Integriteitscode 1. Er is een aparte integriteitscode externe relaties (zie ook de website).

De plaats van identiteit in uw personeelsbeleid. De praktische toepassing van identiteit

De ontmoetingsschool bij uitstek. De kernwaarden van de openbare school VOS/ABB. Drs. M.H.M. Huigsloot Mr. drs. N.L.P. te Bos. maart 2009.

De Wet goed onderwijs, goed bestuur: vormen van toezicht

Integriteitscode. Jacobus Fruytier scholengemeenschap. Jacobus Fruytier scholengemeenschap

Conceptcode GOED ONDERWIJSBESTUUR VOS/ABB primair onderwijs Conceptcode Goed onderwijsbestuur

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK

Artikel 3 - Benoeming 1. De (her)benoeming van een Bestuurder geschiedt onverlet diens arbeidsrechtelijke positie voor een periode van vier jaar.

Visitatie identiteit openbaar onderwijs - VRAGENLIJST

STAFBUREAU INTEGRITEITSCODE CSG HET NOORDIK

Inhoudsopgave. INTEGRITEITSCODE september / 6

De gedragscode Goed Bestuur van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid- Kennemerland. (STOPOZ)

Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018

Beste ouder(s)/ verzorger(s) van leerlingen in de groepen 3 t/m 6 voor het komend schooljaar,

DAAROM! openbaar onderwijs verbindt. Bekwaamheidseisen voor leerkrachten

Verslag college 4: De staat van burgerschapsonderwijs en een blik op de toekomst

Versie 0.3 Datum: 4 maart Managementstatuut

Aan de raad AGENDAPUNT 6.8. Doetinchem, 27 januari Toezicht openbaar primair onderwijs IJsselgraaf

Kerk-staat verhoudingen in verandering. James Kennedy Amsterdam, 29 november 2017

Code Goed Bestuur in het Primair Onderwijs (versie 2012)

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

VRIJE INITIATIEFSCHOOL TALANDER VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Geloof, Hoop en Liefde

Meerwerf basisschool Prinses Margriet. Leren voor het leven

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Bijsluiter bij de Goed Bestuur Primair Onderwijs.

Vormgeving christelijke identiteit binnen PricoH

DEMOCRATISCHE SCHOOL UTRECHT VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

HAPPY KIDS BASISSCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

KWALITEITSKAART OUDERBETROKKENHEID. Uitgewerkt. in een protocol voor basisschool Merijntje

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK LIBERTAD TE BREDA

UITKOMST ONDERZOEK PARKENDAAL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE APELDOORN

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis

Gedrag- en integriteitscode. Het Stedelijk Lyceum

KLEDINGPROTOCOL DR. SCHAEPMANSTICHTING

29 september 2009 BELEIDSNOTA. Kledingvoorschriften

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, handelende in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: de Minister;

Informatiebrochure

Omgangs- en integriteitscode

Convenant Versterking Samenspraak Leerlingen

Meerwerf basisschool. De Dijk. Sportief en ondernemend

UITKOMST ONDERZOEK VIVERE DEMOCRATISCH ONDERWIJS VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE ROTTERDAM

Integriteitscode September 2017

Over Openbaar Onderwijs. Over Openbaar Onderwijs

Overleg met de Toezichthouder

DOE040 VOORTGEZET ONDERWIJS

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Stichting Sirius Reglement Raad van Toezicht

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden:

Integriteitscode Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs

KWALITEITSKAART. Ouderbetrokkenheid en participatie. Ouderbetrokkenheid en participatie. Opbrengstgericht werken

Obs de Bouwsteen. Notitie actief burgerschap en sociale integratie OBS DE BOUWSTEEN. actief burgerschap en sociale integratie

rv 321 RIS 79718_ Initiatief-raadsvoorstel 12 oktober 2000 Verzelfstandiging openbaar onderwijs Inleiding

twee nieuwe leden waaronder een beoogd voorzitter

Engagementsverklaring

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, handelende in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: de Minister;

Bijlage 1 Regeling toelating leerlingen Tangentscholen 2017

BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK ESSENZO GOES BV TE GOES

Leren op een prachtige school

Meerwerf basisschool t Tuselant

INTEGRITEITSCODE CSG WILLEM VAN ORANJE

7. Conclusies en aanbevelingen

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Opbrengstgericht werken (OGW)

Integriteitscode. 15/02/2018 Proces/document E. Voorberg directeur/bestuurder MR. Voorlopige vaststelling. 28/02/2019 Versienummer 2.

GEDRAGSCODE. Inleiding

CONCEPT Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Meerwerf basisschool. Dr. Jac. P. Thijsse. Leren en nog meer. veel

Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit. Onderwijsstichting Esprit

Spelregels sponsoring op scholen

PROFESSIONEEL STATUUT

Aannamebeleid leerlingen

Organisatie toezicht stichting Proo

GOED ONDERWIJS- BESTUUR. Een gezamenlijke uitgave van VOS/ABB en de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) PRIMAIR ONDERWIJS

HANDREIKING SAMENWERKINGSSCHOOL

SCHOOL IDUNA VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Allen hierboven genoemde betrokkenen mogen rekenen op een duidelijk, behulpzaam en toegankelijk apparaat.

Reglement College van Bestuur. Onderwijsstichting Esprit

CONVENANT. aangaande dispensatie van bepalingen uit de cao PO ten behoeve van het reformatorisch onderwijs

Op 18 november 2009 heeft het raadslid Flos (VVD) onderstaande motie ingediend:

Transcriptie:

HANDREIKING IDENTITEIT OPENBAAR ONDERWIJS 1. Inleiding VOS/ABB en AVS hebben begin 2007 voor hun leden de code Goed onderwijsbestuur primair onderwijs vastgesteld. Het concept dat hieraan ten grondslag lag, is in 2005 en 2006 besproken met de leden van VOS/ABB. Met de VO-raad is afgesproken dat die voor het hele voortgezet onderwijs een code goed onderwijsbestuur zal vaststellen. Paragraaf 3 van de code Goed onderwijsbestuur primair onderwijs gaat over identiteit. Gelet op het brede ledenbestand van VOS/ABB en AVS, waartoe openbare en bijzondere scholen van verschillende richtingen behoren, heeft paragraaf 3 een algemeen karakter. Met de VO-raad is afgesproken dat de bestaande organisaties voor bestuur en management doorgaan met de belangenbehartiging met betrekking tot de eigen identiteit. De PO-Raad volgt die lijn ook. In het licht van deze ontwikkeling stelde VOS/ABB begin 2007 het Expertisecentrum Openbaar Onderwijs (ECOO) in, dat wordt ondersteund door een ledencommissie. De commissie bestaat uit bestuurders en schoolleiders van openbare scholen voor primair en voortgezet onderwijs. Onder de leden van VOS/ABB bestaat de behoefte om meer aandacht te besteden aan de identiteit van het openbaar onderwijs. Dit enerzijds ten gevolge van de maatschappelijke ontwikkelingen die aandacht vragen voor aspecten als diversiteit, waarden en normen en (gedeeld) burgerschap. Anderzijds ten gevolge van de toenemende bestuurlijke verzelfstandiging van de openbare scholen waarbij menig verzelfstandigd bestuur zich buigt over de identiteit van de openbare scholen. Tegen deze achtergrond werkt het ECOO in samenwerking de ledencommissie paragraaf 3 van de code voor het openbaar onderwijs als handreiking nader uit. De handreiking bestaat uit twee delen. De kernwaarden en een toelichting. De kernwaarden zijn de basis die openbare scholen als uitgangspunt nemen voor de vormgeving van de eigen identiteit. De toelichting bevat een toespitsing van de kernwaarden en de aspecten die daarbij een rol spelen. De toespitsing kan aanknopingspunten bieden voor de eigen invulling van de kernwaarden. Deze notitie presenteert het concept van de handreiking als start voor gesprekken met de leden. Ook met andere organisaties voor het openbaar onderwijs, zoals de VOO en het CBOO, volgt overleg. Doel hiervan is om een breed gedragen inhoud van de handreiking te kunnen vaststellen die openbare besturen en scholen tot inspiratie kan dienen. Discussie over deze concepthandreiking kan niet alleen leiden tot aanpassing en verfijning maar ook tot initiatieven om wettelijke kaders aan te passen. Het is de bedoeling dat in het najaar het bestuur van VOS/ABB de definitieve handreiking kan vaststellen. Deze notitie is al volgt opgebouwd. In paragraaf 2 worden zes kernwaarden onderscheiden die bepalend zijn voor de identiteit van het openbaar onderwijs en gezamenlijk als basisdocument functioneren. Paragraaf 3 geeft een nadere toelichting op deze kernwaarden met aanknopingspunten voor nadere uitwerking in de eigen situatie. Paragraaf 4 gaat in op de functie die de handreiking kan vervullen. Versie 0.61-7 april 2008 1-8

2. Kernwaarden Openbaar Onderwijs Openbare scholen zijn uit beginsel ontmoetingsscholen met ruimte voor verschillen. Het ontmoetingskarakter komt tot uiting in diverse wettelijke bepalingen en krijgt daadwerkelijk vorm door de uitwerking van schoolbestuur en school. De zes kernwaarden waarop het openbaar onderwijs kan bouwen zijn: Kernwaarde 1: Iedere leerling welkom De openbare school staat open voor alle kinderen, ongeacht hun levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, afkomst, geslacht of seksuele geaardheid. Kernwaarde 2: Iedereen benoembaar Benoembaarheid op de openbare school staat open voor iedereen, ongeacht levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, afkomst, geslacht of seksuele geaardheid. Kernwaarde 3: Wederzijds respect De openbare school houdt rekening met en gaat uit van wederzijds respect voor de levensbeschouwing of godsdienst van alle leerlingen, ouders en personeelsleden. Kernwaarde 4: Waarden en normen De openbare school besteedt actief aandacht aan uiteenlopende levensbeschouwelijke, godsdienstige en maatschappelijke waarden en normen. Kernwaarde 5: Democratische organisatie De openbare school betrekt leerlingen, ouders en personeelsleden actief bij de besluitvorming over doelstellingen en werkomstandigheden. Kernwaarde 6: Levensbeschouwing en godsdienst De openbare school biedt de gelegenheid om levensbeschouwelijk of godsdienstig vormingsonderwijs te volgen Versie 0.61-7 april 2008 2-8

3. Toelichting op de kernwaarden Deze toelichting bevat een toespitsing van de zes kernwaarden en aspecten die daarbij een rol spelen. Deze toespitsing is te beschouwen als handreikingen voor nadere discussie en vormgeving binnen het eigen bestuur en de scholen. De Grondwet en verschillende onderwijswetten karakteriseren het openbaar onderwijs op hoofdlijnen. Hieraan ontleent het ECOO zes kernwaarden van het openbaar onderwijs. Het gezamenlijke fundament van deze kernwaarden is het uitgangspunt dat de openbare school een ontmoetingsschool is van en voor de samenleving als geheel. Dit betekent dat uitgangspunten van de democratische rechtsstaat doorwerken in het openbaar onderwijs. Het gaat hierbij onder meer om de scheiding van kerk en staat en regels voor bestuur en besluitvorming. 3.1. Kernwaarde 1: Iedereen welkom De openbare school staat open voor alle kinderen, ongeacht hun levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, afkomst, geslacht of seksuele geaardheid. Alle leerlingen - ongeacht hun achtergrond - zijn in beginsel welkom. Door elkaar op school te ontmoeten en daar samen te werken en samen te leven wordt een fundament gelegd voor de toekomstige sociale cohesie tussen burgers van onze samenleving. De openbare school als essentiële voorbereiding op het kunnen functioneren als een volwaardig burger in onze samenleving, behoort een identiteitskenmerk van de openbare school te zijn. Kortom de openbare school is een ontmoetingsschool bij uitstek. Dit betekent overigens niet dat iedereen moet worden toegelaten. Zo moet er wel ruimte zijn. Is dat niet het geval, dan kan het bevoegd gezag de leerling verwijzen naar een andere openbare school waar wel ruimte is. Ook mag het bevoegd gezag de toegang weigeren, indien de school de specifieke zorg, die een leerling nodig heeft, niet kan bieden of als toelating van de leerling tot ernstige verstoring van de rust en orde op school leidt. Dit doet aan het principiële uitgangspunt echter niets af. Dit laatste geldt ook voor het feit dat scholen op een levensbeschouwelijke grondslag wel eisen kunnen stellen bij de toelating van kinderen. Consequentie hiervan kan zijn dat in samenhang met de vrijheid van schoolkeuze de breedte van de ontmoeting op een openbare school wordt beperkt door factoren waarop een openbare school zeer beperkt invloed heeft. 1.1 De openbare school straalt actief uit dat alle kinderen welkom zijn. 1.2 Weigering geschiedt gemotiveerd en uitsluitend op basis van in wet- en regelgeving vastgestelde criteria zoals bij voorbeeld noodzakelijke vooropleiding. De openbare school hanteert geen oneigenlijke gronden voor het niet toelaten van een kind tot de school. 1.3 In overleg met de gemeente en andere scholen kan met het oog op de ontmoeting een spreidingsbeleid worden nagestreefd. 1.4 Bovenstaande onderdelen worden expliciet in de schoolgids aan de orde gesteld. Versie 0.61-7 april 2008 3-8

3.2. Kernwaarde 2: Iedereen benoembaar Benoembaarheid op de openbare school staat open voor iedereen, ongeacht levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, afkomst, geslacht of seksuele geaardheid. Iedere Nederlander is in de openbare dienst benoembaar. 1 Het werken op de openbare school, of men nu docent, conciërge of administratief medewerker is, valt onder dat begrip openbare dienst. Derhalve heeft iedereen, die bevoegd en bekwaam is, het recht op een openbare school te werken. Dat recht laat onverlet dat het bevoegd gezag van de openbare school erop toe ziet dat iedere werknemer bereid is te werken en in de praktijk ook werkt - overeenkomstig de beginselen van het openbaar onderwijs. Het bevoegd gezag van de openbare school spant zich in om mogelijke beletselen, die feitelijk een benoeming op de school verhinderen, weg te nemen. Met het oog op een voorbeeldfunctie voor de leerlingen en de herkenning en erkenning van hun achtergronden, verdient het aanbeveling dat op de school ook personeelsleden werken die uit dezelfde bevolkingsgroepen als de leerlingen afkomstig zijn. 2.1 Via verschillende communicatiemiddelen (schoolgids, website, advertenties etc.) beklemtoont het bevoegd gezag dat iedereen benoembaar is op de openbare school te komen werken ongeacht verschillen in levensbeschouwing, afkomst, cultuur etc.. 2.2 In personeelsadvertenties wordt nadrukkelijk aangegeven dat van personeelsleden verwacht wordt dat zij bereid moeten zijn te werken overeenkomstig de beginselen van het openbaar onderwijs. 2.3 Bij de selectie van de te benoemen personeelsleden vergewist het bevoegd gezag zich ervan, dat de onder punt 2.2 geformuleerde bereidheid bij de werknemer aanwezig is. Zie hiervoor ook de punten 3.1 en 3.2. 2.4 Bij functioneringsgesprekken komt aan de orde op welke wijze individuele personeelsleden en de school concreet invulling geven aan de identiteit van het openbaar onderwijs. 2.5 Leerkrachten volgen indien nodig een nascholingscursus, waarin aandacht wordt besteed aan de identiteit van het openbaar onderwijs. 2 3.3. Kernwaarde 3: Wederzijds respect De openbare school houdt rekening met en gaat uit van wederzijds respect voor de levensbeschouwing of godsdienst van alle leerlingen, ouders en personeelsleden. De openbare school respecteert de uiteenlopende levensbeschouwing of godsdienst van alle ouders/leerlingen en personeelsleden. Dat is niet alleen het uitgangspunt bij het geven van onderwijs, maar ook bij het maken en het naleven van afspraken over omgangsvormen, kledingsvoorschriften en de wijze van communiceren. Dit alles met in achtneming van de beginselen van onze democratische rechtstaat die zijn vastgelegd in de (Grond)wet en internationale verdragen. 1 Zie artikel 3 Grondwet. 2 In overleg met de VOO en een aantal pabo s wordt overleg gevoerd over de ontwikkeling van een raamwerk voor een curriculum identiteit openbaar onderwijs dat vervolgens als onderdeel van de opleiding en basis voor een nascholingscursus uitgewerkt kan worden. Versie 0.61-7 april 2008 4-8

3.1 Alle personeelsleden (inclusief stagiaires) onthouden zich ervan om in woord en daad leerlingen en collega s een godsdienst of levensbeschouwing uit te dragen, laat staan op te dringen. 3.2 Alle personeelsleden (inclusief stagiaires) spreken tegenover leerlingen en collega smet respect over maatschappelijke en levensbeschouwelijke waarden die in de Nederlandse maatschappij leven. 3.3 Het is leerlingen toegestaan kleding te dragen waarvan het gebruik gebaseerd is op godsdienstige en levensbeschouwelijke overtuigingen. Dit recht kan door de school worden ingeperkt met het oog op de veiligheid, hygiëne en adequaate communicatie. Ter zake stelt het bevoegd gezag nadere voorschriften vast. Met in achtneming van het gestelde onder 3.1 geldt het bovenstaande ook voor alle personeelsleden. 3.4 Personeelsleden en leerlingen respecteren en passen de omgangsvormen toe, die in de Nederlandse samenleving gangbaar zijn. 3.5 Inrichting of gebruik van een stilteruimte heeft altijd een algemeen niet op een specifieke doelgroep gericht karakter. 3.4. Kernwaarde 4: Waarden en normen De openbare school besteedt actief aandacht aan uiteenlopende levensbeschouwelijke, godsdienstige en maatschappelijke waarden en normen. De openbare school wordt soms onterecht gekenschetst als een neutrale school. Dat vanwege het feit dat de openbare school niet is gebaseerd op een specifieke godsdienst of specifieke levensovertuiging en de godsdienst of levensovertuiging van ouders/leerlingen respecteert dan wel moet respecteren. Dat neemt niet weg dat de openbare school zonder een specifieke voorkeur uit te spreken aandacht besteed aan deze aspecten. Het openbaar onderwijs gaat sowieso voluit voor de beginselen van onze democratische rechtstaat die zijn vastgelegd in de (Grond)wet en internationale verdragen. De openbare school brengt iedere leerling in aanraking met maatschappelijke en levensbeschouwelijke waarden, die leven in de Nederlandse maatschappij. 3 Dat doet de openbare school op een actieve en structurele wijze. Bij die kennismaking gaat het niet alleen om kennisoverdracht, maar ook om de ontwikkeling van een houding, waarbij leerlingen leren respecteren dat medeburgers betekenis hechten aan verscheidene waarden. Zo draagt de openbare school bij aan de ontwikkeling van leerlingen, waardoor zij in de toekomst optimaal kunnen functioneren in de samenleving. 4.1 Aandacht voor levensbeschouwing is een vast onderdeel van het curriculum van de school. De school schaft daarvoor indien gewenst een lesmethode voor aan of ontwikkelt daarvoor zelf lesmateriaal. 4.2 In het kader van 4.1. wordt aandacht besteed aan de grote wereldgodsdiensten en levensbeschouwingen zoals het humanisme en de effecten van deze godsdiensten en levensbeschouwingen op de ontwikkeling van normen en waarden binnen de verschillende culturen en de verhouding tot de uitgangspunten van de democratische rechtstaat. 3 Zie artikel 46 WPO, artikel 42 WVO en artikel 49 WEC Versie 0.61-7 april 2008 5-8

4.3 De school besteedt in zijn schoolplan en schoolgids aandacht aan hoe de punten 4.1 en 4.2 worden vormgegeven en welke activiteiten in dat kader daarvan worden georganiseerd. (Zo kan de school jaarlijks enkele projecten organiseren, waarbij leerlingen op concrete wijze in aanraking komen met verschillende godsdiensten zoals een bezoek aan tentoonstellingen, gebedshuizen, spreekbeurten op school van derden, muziekuitvoeringen, kunstwerken etc.. ) 3.5. Kernwaarde 5: Democratische organisatie De openbare school betrekt leerlingen, ouders en personeelsleden actief bij de besluitvorming over doelstellingen en werkomstandigheden. Openbaar onderwijs wordt van overheidswege gegeven. 4 Dat komt tot uitdrukking in het feit dat het college van burgemeester en wethouders zelf het bevoegd gezag van de openbare school uitoefent dan wel het gemeentebestuur toezicht uitoefent op een orgaan, waaraan het bestuur van de openbare school is overgedragen. De overheid en in lijn daarmee het bestuur van de openbare school laat zich bij zijn functioneren en besluitvorming leiden door beginselen van behoorlijk bestuur, openheid, openbaarheid, zeggenschap en participatie van betrokkenen. Het bevoegd gezag van de openbare school zorgt er voor dat deze beginselen niet allen op bestuurlijk niveau, maar binnen alle niveaus van de organisatie worden toegepast. 5.1 Het bevoegd gezag vergadert in beginsel in het openbaar. 5.2 Het bevoegd gezag maakt op actieve wijze kenbaar wanneer vergaderingen plaatsvinden en over welke onderwerpen gesproken. Ook genomen besluiten worden kenbaar gemaakt. 5.3 Op verzoek stelt het bevoegd gezag aan belanghebbenden (ouders, personeel, leerlingen en (G)MR) vergaderstukken beschikbaar. 5.4 Aan het lidmaatschap van de MR worden geen eisen gesteld. Iedere ouder, personeelslid en leerling heeft het recht tot MR-lid gekozen te worden en heeft stemrecht. 5.5 Overeenkomstig de beginselen van de Wet op de openbaarheid verstrekt het bevoegd gezag actief en passief gegevens over de organisatie en scholen. 5.6 Het bevoegd gezag stelt een professioneel statuut vast, waarin de rechten en plichten van het personeel worden vastgelegd. 5.7 De school bevordert de instelling van een leerlingenraad. 5.8 De school bevordert de toepassing en uitwerking van de aanbevelingen, zoals deze zijn geformuleerd door de Werkgroep ouderbetrokkenheid. 5 5.9 De school betrekt de leraren en/of ouders/leerlingen expliciet bij de vormgeving en invulling van de punten 2, 3, 6 en 8. 4 Zie artikel 23 Grondwet. 5 De Werkgroep ouderbetrokkenheid is ingesteld naar aanleiding van de intentieverklaring Versterking School- Ouderbetrokkenheid, die mede is ondertekend door de AOb, AVS, VOO en VOS/ABB. Versie 0.61-7 april 2008 6-8

3.6. Kernwaarde 6: Levensbeschouwing en godsdienst De openbare school biedt de gelegenheid om levensbeschouwelijk of godsdienstig vormingsonderwijs te volgen. Indien ouders/leerlingen daar prijs opstellen, biedt de openbare school de gelegenheid godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs te volgen 6. Het gaat hierbij om specifiek onderricht over een bepaalde godsdienst of levensbeschouwing. De specifiek godsdienstige of levensbeschouwelijke invalshoek kan daarbij als uitgangspunt worden genomen en uitgedragen. De openbare school stelt hiervoor lokalen en tijd beschikbaar. Voor leerlingen is het facultatief om aan deze lessen deel te nemen. Het bevoegd gezag van de openbare school is niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit onderwijs, dat dan ook geen deel uit maakt van het leerplan van de school. Dit onderwijs wordt gegeven door personen, die in dienst zijn van een kerkgenootschap of instelling op levensbeschouwelijke grondslag. De personen die dit onderwijs op de openbare school verzorgen, zullen op termijn moeten voldoen aan de eisen van de Wet Beroepen in het onderwijs (BIO). De openbare school informeert ouders en leerlingen op actieve wijze over de mogelijkheden dit onderwijs te volgen. 6.1 De school peilt periodiek of en in welke mate onder ouders/leerlingen belangstelling bestaat voor lessen van een specifieke godsdienst en/of levensbeschouwing. 6.2 Indien de school godsdienst- en/of levensbeschouwelijk vormingonderwijs in één of meer leerjaren aanbiedt, worden alle betrokken ouders/leerlingen in de gelegenheid gesteld zich voor deze lessen in te schrijven. 6.3 De directeur van de school stelt zich indien mogelijk periodiek op de hoogte van de lesstof en methodiek van de lessen, die onder verantwoordelijkheid van een kerkgenootschap of externe instelling worden verzorgd. 6.4 Het bevoegd gezag/ de school geeft in de schoolgids, op de website en via andere kanalen aan welke vorm van godsdienst- en/of vorm van levensbeschouwelijk vormingsonderwijs wordt verzorgd, onder welke condities dat gebeurt en wat het karakter van dat onderwijs is. Indien mogelijk wordt een korte omschrijving van de lesstof opgesteld door de betreffende leraren in de schoolgids als bijlage opgenomen. 4. Praktische waarde De functie van de handreiking kan zijn om alle geledingen te stimuleren: periodiek stil te staan bij de specifieke kenmerken van de identiteit van het openbaar onderwijs; daar op concrete wijze invulling aan te geven; naar buiten toe die identiteit en concrete invulling ervan kenbaar te maken. Het is mogelijk om van tijd tot tijd met elkaar te evalueren welke praktische waarde de handreiking heeft. Blijken bepaalde zaken wel uitvoerbaar? Hoe komt de openbare identiteit over bij derden? Is dat in lijn met wat besturen en/of scholen willen? 6 Zie artikel 50 WPO, artikel 46 en 47 WVO en artikel 53 WEC. Versie 0.61-7 april 2008 7-8

Het is nadrukkelijk niet de bedoeling een landelijke standaard voor openbaar onderwijs te ontwikkelen. Op basis van de handreiking zal het ECOO praktijkvoorbeelden ontsluiten die inspiratiebron kunnen zijnbij de eigen vormgeving van de identiteit van het openbaar onderwijs. Versie 0.61-7 april 2008 8-8