1. Gevolgen uitspraak inzake overlijdenseis periodieke giften

Vergelijkbare documenten
Thema ANBI Netwerkbijeenkomst Instituut Fondsenwerving FI. Jack van Tilborg. Belastingdienst Team ANBI s-hertogenbosch.

Verenigingen en stichtingen Fiscale actualiteiten Denk ondernemend. Denk Bol.

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Verenigingen en Stichtingen Blijf op de hoogte. whitepaper

erfenissen die zij gebruikt voor een sociaal belang. Overleg met uw adviseur over de voorwaarden voor een SBBI.

Landal Volendam. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Algemeen nut beogende instellingen: algemeen nuttige en commerciële activiteiten

DE GEEFWET (E.A.) VOOR CULTURELE INSTELLINGEN VANAF 2012

Schenken en nalaten aan goede doelen

BELASTINGVOORDELEN VOOR CULTURELE INSTELLINGEN IN BELASTINGPLANNEN 2012

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Inkomstenbelasting. Giften en algemeen nut beogende instellingen

ECLI:NL:RBDHA:2015:9396

- Onderdeel 4 (oud) is vervallen. Dit onderdeel had een voorlichtend karakter en bevatte geen beleid.

ECLI:NL:RBGEL:2017:3683

Slim Schenken en nalaten

Belastingplan 2016; De highlights voor de dga en vermogend particulier

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

Uitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Fiscale actualiteiten onderwijsinstellingen

Vragen&Antwoorden particulieren

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Anbi anno 2012: jurisprudentie prof. dr. S.J.C. Hemels 1

DE GEEFWET (E.A.) VOOR CULTURELE INSTELLINGEN VANAF 2012

Bent u bekend met het bericht Versobering btw-vrijstelling fondswerving? 1

Vernieuwde Successiewet in werking

Nederland belastingparadijs voor uw 2 e en 1 e woning

EINDEJAARSTIPS /5

Emigreren naar Spanje

RB EINDEJAARSTIPS EN AANDACHTSPUNTEN Erven en schenken

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17

INFOKAART TESTAMENTEN Versie november 2010

ECLI:NL:RBZWB:2015:5573

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Prinsjesdag: fiscale maatregelen 2017

ECLI:NL:RBNNE:2016:2318

ECLI:NL:RBZWB:2015:2857

Domein De Waufsberg HENDRIKSEN ACCOUNTANTS EN ADVISEURS. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Successiewet -- Deel 1

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet Burgerlijk Wetboek

GEEFWET, ANBI-STATUS EN VENNOOTSCHAPSBELASTING

GEEFWET, ANBI-STATUS EN VENNOOTSCHAPSBELASTING

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

ECLI:NL:RBGEL:2015:4313

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

HET CONCERTGEBOUW N.V. (een naamloze vennootschap naar Nederlands recht met statutaire zetel te Amsterdam)

Kapitaalverzekering vormt geen KEW ook niet nu polis was verpand aan geldverstrekker en uitkering is benut voor aflossing hypotheek

mr. S.H. Hoogeveen Kandidaat-notaris

INZAKE PRIVÉGEBRUIK AUTO

88 De Pensioenwereld in 2015

Geven aan de molens van Nederland

Directoraat-Generaal Belastingdienst Korte Voorhout CW Den Haag Postbus EE Den Haag

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690

Onderwijsinstellingen en Van Ree & Van Driel

Seniorenbeurs (LEVENS)TESTAMENT & ERFRECHT 4 april Mr. Hellen de Bie- van Seters

BEWIND -1- M:\brochures\bewind.docx 22/6/2015

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verdeling gemeenschap samenwoners

Bijgaand gelieve u een opsomming met een korte beschrijving van fiscale goedkeuringen en vrijstellingen aan te treffen.

34553 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2017)

Jaarrekening 2013 Stichting Esther Dina Polak-van Vollenhoven

Fiscaal memo (aangifte 2015)

Dit besluit is vervangen door het besluit van 15 september 2010, DGB2010/602M

Uw vermogen in 2011, voorbereid op de toekomst

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Fiscaal memo 2014/2015

Inkomstenbelasting. Giften

SPF 4 ever. 18 november 2009

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009

ECLI:NL:RBZWB:2016:5823

Bijlage 1: bouwstenennotitie schenk- en erfbelasting

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt

Anbi anno 2012: wet- en regelgeving prof. dr. S.J.C. Hemels 1

Aanwijzing bezwaarschriften omzetbelasting bij privégebruik auto als massaal bezwaar

1 Begrippen en beginselen Overheidsheffingen Indeling en typering van belastingen Beginselen van belastingheffing 26 Opgaven 27

1. Lijst van afkortingen

info &boon tips & boon

Protestantse Gemeente Beusichem-Zoelmond. Fonds Instandhouding Predikantsplaats

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010

DE PROTESTANTSE GEMEENTE WIRDUM Fr e.o.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Inkomstenbelasting. Inkomen uit sparen en beleggen (box 3)

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak

10. Hoe verrekent u uw WBSO-voordeel?

Inleiding. Belangrijkste vindplaatsen. 1 Btw-ondernemerschap

Signalering. Stappenplan fiscale beoordeling werkruimte

Fiscaal voordeling vermogen nalaten

Utrecht 21 april 2015

ECLI:NL:RBGEL:2016:6801

Een vriend erbij is een zorg minder!

Wetswijzigingen per 1 juli 2018

Kenmerk Behandelaar Doorkiesnummer Datum PN mr. Paul L.J. Nielen informatiebrief over uitfaseren pensioen in eigen beheer

Kluwer Online Research Vakblad Financiële Planning Fiscale kunststukjes. Mr. S.A.M. de Wijckerslooth-Lhoëst. Casus

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2

SCHENKEN EN NALATEN VOOR HET BEHOUD VAN ONS ERFGOED

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2

PARTICULIEREN: LETOP

ECLI:NL:RBGEL:2014:2198

10. Hoe verrekent u uw WBSO-voordeel?

AEGON Lijfrenterekening. Voorwaarden

Btw-nieuwsbrief mei 2019

Naar aanleiding van uw brief van 22 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Transcriptie:

1

2

BIJLAGE Toelichting knelpunten: 1. Gevolgen uitspraak inzake overlijdenseis periodieke giften De uitspraak van rechtbank Zeeland-West Brabant ( 27 augustus 2015, nr AWB 15/424 (RBZWB:2015:5628) leidt bij fondswervende ANBI s tot grote onzekerheid. In deze uitspraak oordeelt de rechter dat bij een schenking op twee levens, bezien moet worden of aan de zogenaamde onzekerheidseis van 1% moet worden voldaan. Kennelijk is het hoger beroep tegen de uitspraak niet-ontvankelijk verklaard. Op de uitspraak is nogal wat af te dingen (zie M.E. Kastelein, Geen periodieke gift omdat deze afhankelijk was van twee levens? NTFRA 2015/10 ). Wanneer deze uitspraak gevolgd zou worden voor reeds lopende periodieke giften, zou in een aantal gevallen de giftenaftrek alsnog geweigerd worden. Dat is geheel in strijd met doel en strekking van de Geefwet. Een eenvoudige maatregel om dit soort problemen in de toekomst te voorkomen, is het schrappen van de eis dat een periodieke schenking uiterlijk moet eindigen bij overlijden. 2. Gevolgen vervallen tijdsevenredige toerekening in Box 3 Met ingang van 1 januari 2011 is de tijdevenredige toerekening in box 3 afgeschaft. Dit leidt tot hogere lasten voor ANBI s wanneer zij tot erfgenaam worden benoemd en de erflater box 3 vermogen bezat. De ANBI moet als erfgenaam immers de box 3 schuld van de erflater dragen. Bij een overgang krachtens erfrecht tussen natuurlijke personen leidt dit niet tot problemen, omdat de erfgenaam immers ook box 3 heffing verschuldigd is. Voor ANBI s leidt het vervallen van de tijdsevenredige toerekening er echter toe dat zij als erfgenaam een hogere box 3 schuld van de erflater moeten betalen dan voorheen. Ter illustratie van de problematiek verwijzen wij naar de bijgevoegde notitie van mevr. B. Vos (KWF). Een oplossing zou zijn om in de wet weer een tijdsevenredige toerekening op te nemen voor de situatie dat de erfgenaam een ANBI is, vergelijkbaar met de regeling bij emigratie, door aan[passing van art. 5.2 Wet IB 2001. 3. Gevolgen commerciële activiteiten voor de ANBI-status Met de invoering van de Geefwet per 1 januari 2012 zijn de mogelijkheden voor ANBI's bevestigd om commerciële activiteiten te verrichten. Sindsdien is in de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen (UR AWR) vastgelegd dat commerciële activiteiten de ANBI-status niet in de weg staan, mits deze activiteiten geen doel op zich vormen en de daarmee behaalde resultaten binnen een redelijke termijn goede komen aan het goede doel. De afgelopen jaren zijn diverse uitspraken verschenen die haaks staan op het wettelijke kader zoals dit sinds de Geefwet luidt (o.a. Hof Arnhem- Leeuwarden 27 januari 2015, V-N 2015/24.5 en Hof Arnhem-Leeuwarden 7 juli 2015, NTFR 2015/2173). De algemene motivering voor het ontzeggen van de ANBI-status daarbij is dat als gevolg van het vragen van een commercieel tarief voor bepaalde doelactiviteiten, deze activiteiten het particulier belang dienen en geen algemeen belang. Of sprake is van een commercieel tarief wordt in deze jurisprudentie beoordeeld aan de hand van de vergelijking met de prijzen van andere private aanbieders van soortgelijke activiteiten. Het toetsingskader dat veel rechtbanken en hoven hanteren is in strijd met de wet- en regelgeving en de bedoeling van de wetgever. In de toelichting op de UR AWR is duidelijk vermeld dat slechts sprake is van een commercieel tarief als dit de tarief hoger ligt dan de kostprijs van de instelling (Stcrt. 2012, 12737, p. 10). Hieruit volgt dat de economische positie van de instelling bepalend is en niet de vergelijkbaarheid van haar tarieven met die van de markt. 3

Omdat veel rechters aan de wettelijke norm voorbij gaan wordt het particulier initiatief belemmerd. Om de doelstelling die het kabinet met de Geefwet voor ogen heeft gehad ook effectief gestalte te kunnen geven, is van belang dat de wetgever verduidelijkt welke norm hij voorstaat ten aanzien van de commerciële activiteiten van ANBI's. Op deze manier kan ANBI's veel tijd en kosten bespaard blijven in discussies hierover met de Belastingdienst. 4. Grondslag en gevolgen BTW-heffing i.g.v. commerciële activiteiten De btw kent een zeer ruim ondernemersbegrip. In artikel 7 Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB) wordt het begrip btw-ondernemer als volgt gedefinieerd: Ondernemer is ieder die een bedrijf zelfstandig uitoefent. Omdat het btw-ondernemerschap dus zo ruim is, heeft dit onder andere tot gevolg dat ook ANBI s voor de btw als ondernemer kwalificeren. Voor onder andere activiteiten in het algemeen belang gelden diverse vrijstelling (artikel 11 Wet OB). ANBI s zijn zich de afgelopen jaren steeds actiever bezig gaan houden met fondswerving om zo veel mogelijk middelen te krijgen om ook hiermee de doelstelling te realiseren. Bij het uitvoeren van deze fondswervende activiteiten ondervinden ANBI s btw-problemen. De fondswervende activiteiten kwalificeren zelf niet als activiteit in het kader van het algemeen belang en zijn derhalve niet op die grond vrijgesteld van btw-heffing. De vrijstelling voor fondswervende activiteiten is in de praktijk niet toereikend om de complicaties weg te nemen. Deze vrijstelling geldt namelijk alleen onder de twee voorwaarden dat de primaire activiteiten van de fondswervende instelling zijn vrijgesteld op grond van artikel 11, lid 1, onderdeel c, d, e, f, o onder 1 of t Wet OB en dat de leveringen niet meer dan 68.067 en de diensten niet meer dan 22.689 per jaar opbrengen. Beide voorwaarden leiden ertoe dat het toepassen van de vrijstelling voor fondswervende activiteiten bij ANBI s beperkt wordt. Veelal kunnen ANBI s niet voldoen aan de eerste voorwaarden omdat de primaire activiteiten die zijn aan te merken als activiteiten in het kader van het algemeen belang veelal om niet plaatsvinden. Dit bekent dat deze activiteiten nooit zullen zijn vrijgesteld op grond van artikel 11, lid 1, onderdeel c, d, e, f, o onder 1 of t Wet OB. Als een ANBI wel aan de eerste voorwaarde wel voldoet, is gebleken dat de grensbedragen dusdanig laag zijn dat deze al snel worden overschreden met als gevolg dat de vrijstelling alsnog niet van toepassing is. Kortom, het ruime ondernemerschapsbegrip in combinatie met de beperkte vrijstelling voor fondswervende activiteiten leiden in de praktijk tot situaties dat btw moet worden afgedragen ter zake van de inkomsten van commerciële activiteiten en per saldo minder middelen resteren om te besteden aan realisering van de doelstelling. 4

Notitie: benadeling goede doelen door afschaffing tijdsevenredige toerekening box 3 inkomstenbelasting Sinds 1 januari 2011 is de tijdsevenredige toerekening van box 3 in geval van het overlijden van de belastingplichtige afgeschaft. Dit betekent dat als een erflater op 2 januari is overleden, voor het hele jaar nog box 3-heffing moet worden betaald door erflater. Voor particulieren werkt dit in beginsel neutraal uit, immers zij zijn zelf ook box-3 heffing verschuldigd, met de kanttekening dat bij meerdere erfgenamen er wel een verlies aan vrijstellingen is. Voor goede doelen betekent dit echter altijd een verlies, zelfs al is de erflater in december overleden. Voorbeeld van een dossier dat nu in behandeling is (ons nummer N026660): KWF is samen met 2 andere goede doelen erfgenaam van een mevrouw die is overleden op 18 februari 2015. Het saldo van de nalatenschap bedraagt ongeveer 7.290.000 euro. De netto opbrengst van het huis was 845.000, per saldo in box 3 belast 6.445.000 euro. Verminderd met de vrijstelling van 20.000 is de box 3 heffing 1,2% van 6.425.000 is 77.100,--. Onder de oude regeling zou erflaatster verschuldigd zijn 1,5/12 deel, ofwel 9.638 euro. De goede doelen betalen samen het restant (ad 67.462 euro). Voor 1 januari 2011 hoefden ze dit niet te betalen. Wat betekent dit voor KWF: KWF heeft een jaarlijkse opbrengst van ongeveer 40 miljoen, bestaande uit ongeveer 4 miljoen uit legaten en 36 miljoen uit erfgenaamschappen. De legaten laten we even buiten beschouwing. De erfstellingen zijn ongeveer 425 zaken van ongeveer 84.700 euro per zaak. Voor elke erflater geldt de jaarlijkse box 3 vrijstelling van 20.000 euro, maar deze vrijstelling wordt niet in elk geval benut aangezien er ook nalatenschappen zijn die een saldo hebben van onder de vrijstelling. Stel dat zijn er 50. Dan blijven er 375 zaken over waarin de vrijstelling van 20.000 benut wordt, dit is 7,5 miljoen. Dan moet er nog een correctie plaatsvinden voor box-1 vermogen. Het gaat dan om de feitelijke opbrengst (huis minus hypotheek). Stel van de totale opbrengst is 10 miljoen afkomstig vanuit een huis, dan zal aan box 3 heffing ongeveer verschuldigd zijn over een heel jaar: 18,5 miljoen (36 miljoen minus 7,5 miljoen minus 10 miljoen) x 1,2% is 222.000 euro. Dit bedrag moet verminderd worden met het bedrag dat volgens de oude regeling verschuldigd zou zijn. Alle goede doelen in Nederland verkrijgen samen uit erfenissen ongeveer 265 miljoen (2013). Het nadeel voor alle goede doelen zou dan ongeveer 1.470.000 euro bedragen (265 miljoen / 40 miljoen * 222.000). Nu is het zo dat er voor personen die emigreren of immigreren een uitzondering is gemaakt. Een dergelijke uitzondering zou ook voor goede doelen gemaakt moeten worden. Vandaar dat wij graag aan willen sturen op een reparatie in de wetgeving. Berdine Vos Nalaten KWF kankerbestrijding 5