Beslissing nr C/C-38 van 27 juli 2005

Vergelijkbare documenten
Beslissing nr C/C-56 van 20 december 2005

Beslissing nr C/C-47 van 26 september 2005

Beslissing nr.2003-c/c-69 van 22 augustus 2003

RAAD VOOR DE MEDEDINGING. Beslissing nr C/C-23 van 12 augustus 2011

Beslissing nr C/C 14 van 21 maart 2005

7/10. Vlamingen lezen minstens één merk van de Persgroep Publishing*. Dat zijn mensen. *incl. Cascade-titels

Voorwoord 11. Deel I: Analyse van de Belgische dagbladmarkt: trends en uitdagingen 15

Beslissing nr C/C-65 van 8 december 2008

Beslissing nr C/C-52 van 5 juli 2002

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BELGISCHE MEDEDINGINGSAUTORITEIT. Het Mededingingscollege van de Belgische Mededingingsautoriteit Beslissing nr. BMA-2013-C/C-03 van 25 oktober 2013

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

RESULTATEN SAMENGEVAT

RAAD VOOR DE MEDEDINGING. Beslissing nr C/C-24 van 7 september 2011

5. Met van 12 maart 2014 is door KPN nog een overzicht verstrekt met het huidige zenderaanbod van Digitenne.

RAAD VOOR DE MEDEDINGING

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Beslissing nr C/C-71 van 2 oktober 2002

Zaak Nr IV/M ING / BBL. VERORDENING (EEG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE. Artikel 6, lid 1, sub b : GEEN BEZWAAR datum : 22/01/1998

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Beslissing nr C/C-01 van 9 januari 2006

Inhoud. Inleiding DEEL I HOOFDSTUK 1 EEN HISTORISCHE TERUGBLIK: VAN HET ANCIEN RÉGIME

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. NV BELGIAN BUSINESS TELEVISION

Zaak Nr IV/M CEBECO / PLUKON. VERORDENING (EEG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE. Artikel 6, lid 1, sub b : GEEN BEZWAAR datum : 24/09/1998

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Beslissing nr C/C-40 van 30 april Dossier MEDE-C/C-03/0002 : NV Sutrans / NV Sugro / NV Maas Services Belgie / NV Caritas / NV Tabaccomat

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

Het Mededingingscollege van de Belgische Mededingingsautoriteit

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

PUBLIEKE VERSIE. Het Mededingingscollege van de Belgische Mededingingsautoriteit. Beslissing BMA-2015-I/O-69 van 30 november 2015

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Zaak Nr COMP/M.1122 KREDIETBANK / CERA BANK. VERORDENING (EG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN VRM t. VZW DE BILZERSE OMROEPSTICHTING

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Rolnummer Arrest nr. 20/2008 van 21 februari 2008 A R R E S T

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Beslissing nr C/C-24 van 12 december 2006

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Het Mededingingscollege van de Belgische Mededingingsautoriteit

Beslissing nr C/C-02 van 18 januari 2006

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW RADIO WELKOM

Beslissing nr C/C-26 van 20 mei 2005

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN VRM t. NV VLAANDEREN EEN

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BELGISCHE MEDEDINGINGSAUTORITEIT. Auditoraat. Beslissing nr. BMA-2015-I/O-02-AUD van 17 februari 2015

Beslissing nr C/C-78 van 1 oktober 2003

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

Bestuurlijk rechtsoordeel

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

ALGEMENE KAMER. ZAAK W. T. t. NV TELENET

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN VRM t. NV MEDIALAAN. (dossier nr. 2017/279A) BESLISSING nr. 2017/033

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 april 2014

Alex De Cuyper opent de vergadering om uur. De voorzitter stelt Elke Van der Straeten aan als secretaris.

PROTOCOLAKKOORD BETREFFENDE AUTEURSRECHTENVERGOEDING ZELFSTANDIGE JOURNALISTEN

ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

ALGEMENE KAMER. ZAAK VAN VRM t. VZW WESTHOEK RADIO

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 1 maart 2016

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie:

Beslissing nr. 2005-C/C-38 van 27 juli 2005 Zaak MEDE-C/C-05/0029: NV De Persgroep en NV Rossel & Cie - NV Uitgeversbedrijf Tijd 1. Rechtspleging De aanmelding van de concentratie is bij de Raad voor de Mededinging ingediend op 25 mei 2005, en ingeschreven met nummer MEDE-C/C-05/0029. Het gemotiveerd verslag van de verslaggever van het Korps verslaggevers is bij de Raad voor de Mededinging toegekomen op 27 juni 2005. Bij beslissing van deze kamer van de Raad voor de Mededinging nr. 2005-C/C-33 van 4 juli 2005 werd beslist de termijn van vijfenveertig dagen, bedoeld in artikel 33, 2, lid 2, eerste lid WBEM, te verlengen tot en met vrijdag 29 juli 2005. De verslaggever, de gemeenschappelijke vertegenwoordigers van de aanmeldende partijen, de verkopers, NV Uitgeversbedrijf Tijd, NV VUMmedia, NV VUM, NV Job@, en NV IPM werden gehoord ter zitting van deze kamer van de Raad voor de Mededinging van 19 juli 2005. 2. De aangemelde concentratie 2.1. De kopers zijn de NV De Persgroep, met maatschappelijke zetel te 1730 Kobbegem, Brusselsesteenweg 347, en de NV Rossel & Cie, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Koningsstraat 120. De Persgroep is een mediaonderneming, die voornamelijk actief is in de geschreven pers en in de audiovisuele media, in België en in Nederland. Enkele van deze activiteiten worden hierna vermeld. Haar dochteronderneming NV Aurex is uitgever van de kranten Het Laatste Nieuws en De Nieuwe Gazet. Haar dochteronderneming NV Uitgeverij De Morgen is uitgever van de krant De Morgen. Zij heeft een aandeel van 49,05% in NV Editeco, die de krant L Echo uitgeeft. Ook Rossel heeft een aandeel van 49,05% in NV Editeco. Zij heeft een aandeel van 33% in CVBA Vacature, die het gratis recruteringsblad Vacature uitgeeft. De andere aandeelhouders zijn Concentra en Uitgeversbedrijf Tijd, ook elk voor 33%. Zij heeft een aandeel van 33% in de reclameregie Full Page, die in hoofdzaak advertentieruimte in de kranten van de aangesloten ondernemingen verkoopt. Ook Rossel en Concentra zijn aandeelhouders in Full Page.

2 Zij heeft een aandeel van 50% in de NV Vlaamse Mediamaatschappij, die de commerciële televisiezenders VTM, Kanaal 2 en Jim tv, en de commerciële radiozender Q-Music uitbaat. Rossel is eveneens een mediaonderneming, die voornamelijk actief is in de geschreven pers en in de audiovisuele media, in België, in Noord-Frankrijk en in het Groothertogdom Luxemburg. Enkele van deze activiteiten worden hierna vermeld. Via uitgeversgroepen die zij volledig controleert, geeft zij Franstalige kranten uit, waarvan Le Soir de belangrijkste is, en week- en maandbladen. Haar dochteronderneming NV Références geeft het gratis recruteringsblad Références uit. Zij heeft een aandeel van 49% in NV Mass Transit Media die de gratis krant Metro uitgeeft. De andere aandeelhouder is Concentra. Zoals vermeld, heeft zij een aandeel van 49,05% in NV Editeco die de krant L Echo uitgeeft, en heeft De Persgroep eenzelfde aandeel in die NV. Zij heeft een aandeel van 31% in de voormelde reclameregie Full Page, waarin De Persgroep een aandeel van 33% heeft. Zij is aanwezig in de Franstalige televisie- en radiosector, met een aandeel van 19,02% in RTL-TVi en een aandeel van 46% in Bel-RTL. 2. De verkopers zijn: -VZW VEV / Voka, met maatschappelijke zetel te 2000 Antwerpen, Brouwersvliet 5 bus 4, -VZW SD Wordx, met maatschappelijke zetel te 2000 Antwerpen, Brouwersvliet 2, -NV Gevaert, met maatschappelijke zetel te 2640 Mortsel, Septestraat 27, -NV Mercator, met maatschappelijke zetel te 2018 Antwerpen, Desguinlei 100, -VZW Pensioenfonds KBC, met maatschappelijke zetel te 1080 Brussel, Havenlaan 2, -CVBA Personeelsvereniging Tijd ( PVT ), met maatschappelijke zetel te 2600 Antwerpen, Posthoflei 3, bus 9, -NV Regio, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Kanselarijstraat 2, bus 3, Park Atrium, -CVBA MRBB, met maatschappelijke zetel te 3000 Leuven, Minderbroederstraat 8, -VZW Noordstarfonds, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Kouter 29, -NV Ibervest, met maatschappelijke zetel te 1780 Asse, Mollestraat 6, bus 18, -NV Bredcover, met maatschappelijke zetel te 2140 Borgerhout, Plantin & Moretuslei 303, en -NV Janssen Pharmaceutica, met maatschappelijke zetel te 2340 Beerse, Turnhoutsebaan 30. 2.3. De doelonderneming van de overname is de NV Uitgeversbedrijf Tijd, met maatschappelijke zetel te 2600 Antwerpen, Posthoflei 3, bus 9.

3 Uitgeversbedrijf Tijd is een mediaonderneming, die hoofdzakelijk actief is op het vlak van Nederlandstalige financieel-economische informatie, die verspreid wordt via de geschreven pers en via elektronische media. Zij geeft de krant De Tijd uit. Haar dochteronderneming NV De Belegger publiceert nieuwsbrieven over beleggingen, zoals De Belegger, L Investisseur, Wall Street Invest, Beurssignaal, Signaux Boursiers. Zoals vermeld, heeft zij een aandeel van 33% in CVBA Vacature, die het gratis recruteringsblad Vacature uitgeeft. De andere aandeelhouders zijn Concentra en de Persgroep, ook elk voor 33%. Zij verzorgt Nederlandstalige websites met financieel-economische informatie, zoals TijdNet in België en Eurobench in Nederland. Haar dochteronderneming Tijd Beursmedia verspreidt financiële informatie in elektronische vorm. Zij biedt ook on-line nieuwsdiensten aan voor professionele gebruikers, zoals Tijd Nieuwslijn in België en Betten Beursmedia in Nederland. Samen met NV L Editeco baat zij de reclameregie Trustmedia uit, die voornamelijk advertentieruimte in de eigen media verkoopt. 2.4. De Persgroep, Rossel en Uitgeversbedrijf Tijd zijn ondernemingen in de zin van artikel 1, a) WBEM. Bij overeenkomst hebben de Persgroep en Rossel 95,56% van de aandelen in Uitgeversbedrijf Tijd verworven. Bijgevolg vindt een concentratie plaats in de zin van artikel 9, 1, b) WBEM. De door artikel 11, 1 WBEM voorgeschreven omzetdrempels zijn bereikt. 3. Beoordeling 3.1. De Raad voor de Mededinging moet beslissen dat de concentratie toelaatbaar wordt verklaard, of vaststellen dat er ernstige twijfels bestaan omtrent de toelaatbaarheid van de concentratie en de procedure bepaald in artikel 34 WBEM inzetten (art. 33, 2, lid 1 WBEM). De concentratie die geen machtspositie in het leven roept of versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de nationale markt of een wezenlijk deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd, moet toelaatbaar verklaard worden (art. 10, 3 WBEM). 3.2. In het verslag van de Verslaggever worden volgende vijf betrokken product- en geografische markten onderscheiden: -de Belgische lezersmarkt voor Nederlandstalige kwaliteitskranten, -de Belgische markt voor themareclame in Nederlandstalige kranten, -de Belgische markt voor financiële en wettelijke advertenties in Nederlandstalige kranten, -de Belgische markt voor jobadvertenties in Nederlandstalige kranten, en

4 -de Belgische markt voor het verstrekken van financiële informatie die kant en klaar wordt geleverd aan de geschreven pers (ook genoemd: Publish on demand (POD) voor de geschreven pers). 3.3. Lezersmarkt Wat betreft de lezersmarkt zou, anders dan de verslaggever voorstelt, de markt voor Nederlandstalige zakenkranten (of, anders gezegd, financieel-economische kranten of dagbladen) als relevant in aanmerking genomen kunnen worden. In dat geval overlappen de activiteiten van De Persgroep, van Rossel en van Uitgeversbedrijf Tijd elkaar niet. Niettemin zouden De Persgroep en Rossel hun positie op aangrenzende lezersmarkten ingevolge de concentratie kunnen versterken. Zij zouden het abonneebestand van de krant De Tijd kunnen gebruiken om gerichte acties te voeren ten einde de verkoop van andere krantentitels van De Persgroep of van Rossel te bevorderen. Aldus bestaan er ernstige twijfels over de toelaatbaarheid van de concentratie (art. 10, 3 en art. 33, 2, lid 1, b) WBEM). De verslaggever en de Dienst voor de Mededinging worden verzocht belanghebbenden hierover te ondervragen en in het bijzonder na te gaan of volgende voorwaarde, met betrekking tot de bekommernis die hier aan de orde is, noodzakelijk is en volstaat om de concentratie toelaatbaar te verklaren: De partijen zullen het abonneebestand van de krant De Tijd niet gebruiken om gerichte acties te voeren ten einde de verkoop van andere krantentitels van De Persgroep of van Rossel te bevorderen. De verslaggever wordt verzocht over het resultaat van dit marktonderzoek een bijkomend verslag in te dienen bij de Raad voor de Mededinging (art. 34, 1, eerste lid WBEM). 3.4. Advertentiemarkten 3.4.1. Wat betreft de drie betrokken advertentiemarken heeft de verslaggever in zijn verslag telkens doen blijken van ernstige twijfels over de toelaatbaarheid van de concentratie. Na de mededeling van het verslag hebben de aanmeldende partijen wat betreft de drie markten de voorwaarden van de concentratie gewijzigd, overeenkomstig artikel 33, 2, lid 1, a) WBEM. Hierna worden voor elk van deze drie markten telkens eerst de ernstige twijfels van de verslaggever en vervolgens de nieuwe voorwaarden weergegeven. 3.4.2. Verplichte of exclusieve combinatiepakketten zouden aangeboden kunnen worden voor themareclame in de kranten van De Persgroep of Rossel, meer bepaald in De Tijd, De Morgen, Le Soir en L Echo. De nieuwe voorwaarden luiden: De Partijen zullen de reclameregie van de zakenkranten De Tijd en L Echo thans Trustmedia ESV niet integreren met de reclameregie(ën) van de algemene kranten van De Persgroep of Rossel thans Full Page CVBA. De Partijen zullen geen verplichte of exclusieve combinaties opleggen van themareclame in De Tijd enerzijds, en één of meerdere van de door De Persgroep en/of Rossel gecontroleerde kranten (met inbegrip van L Echo) anderzijds.

5 3.4.3. Verplichte of exclusieve complementaire pakketten zouden aangeboden kunnen worden voor wettelijke en financiële advertenties in De Tijd en in L Echo. De nieuwe voorwaarde luidt: De Partijen zullen geen verplichte of exclusieve combinaties opleggen van wettelijke en financiële advertentieruimte in De Tijd enerzijds, en één of meerdere van de door De Persgroep en/of Rossel gecontroleerde kranten (met inbegrip van L Echo) anderzijds. 3.4.4. De toegang tot Références zou belemmerd kunnen worden voor concurrenten op de jobadvertentiemarkt voor Nederlandstalige kranten. De nieuwe voorwaarde luidt: Rossel zal geen discriminerende voorwaarden toepassen inzake combinatiekortingen tussen jobadvertenties in Références enerzijds en jobadvertenties in Nederlandstalige kranten anderzijds. 3.4.5. De Raad voor de Mededinging deelt de ernstige twijfels, in de zin van artikel 33, 2, lid 1, b) WBEM, die in het verslag tot uitdrukking gebracht worden, maar neemt ook akte van de door de aanmeldende partijen gewijzigde voorwaarden, en van de omstandigheid dat de verslaggever in een eerste reactie daarop heeft geoordeeld dat de nieuwe voorwaarden zijn aanvankelijke ernstige twijfels wegnemen. In deze omstandigheden verzoekt de Raad de verslaggever en de Dienst voor de Mededinging belanghebbenden te ondervragen over de in randnummers 3.4.2, 3.4.3 en 3.4.4 aangehaalde voorwaarden. De verslaggever wordt verzocht over het resultaat van dit marktonderzoek een bijkomend verslag in te dienen bij de Raad voor de Mededinging (art. 34, 1, eerste lid WBEM). 3.5. Financiële informatie die kant en klaar wordt geleverd aan de geschreven pers In verband met de Belgische markt voor het verstrekken van financiële informatie die kant en klaar wordt geleverd aan de geschreven pers ( Publish on demand (POD) voor de geschreven pers) overweegt de verslaggever het volgende. Die markt bevindt zich stroomopwaarts van deze van het uitgeven van kranten. Tijd Beursmedia (TBM), een dochteronderneming van Uitgeversbedrijf Tijd, levert die informatie aan de meeste Belgische kranten, maar niet aan L Echo, Le Soir (van de groep Rossel), de kranten van SudPresse (van de groep Rossel), La Libre Belgique (van de groep IPM) en La Dernière Heure (van de groep IPM). Deze kranten nemen de informatie af van L Echo, die een dochteronderneming van Rossel en van de Persgroep is. De concentratie brengt een verticale en een horizontale integratie teweeg. Er is een verticale relatie tussen de activiteiten van TBM op de hier besproken markt, enerzijds, en van De Persgroep en Rossel wat betreft het uitgeven van kranten, anderzijds. Er bestaat eveneens een horizontale relatie tussen de activiteiten van TBM en van L Echo, beide op de hier besproken markt. Het gezamenlijk marktaandeel van TBM en L Echo is zeer aanzienlijk.

6 De verslaggever wijst erop dat TBM en L Echo de toegang van de geschreven pers en met name van deze kranten die niet tot de Persgroep of Rossel behoren - tot kant-en-klare financiële informatie zouden kunnen belemmeren. Na de mededeling van het verslag hebben de aanmeldende partijen op dit punt de voorwaarden van de concentratie gewijzigd, overeenkomstig artikel 33, 2, lid 1, a) WBEM. De nieuwe voorwaarden luiden: Uitgeversbedrijf Tijd of één van haar dochterbedrijven zullen geen discriminerende voorwaarden toepassen ten aanzien van handelspartners bij het verstrekken van kant-en-klare koerslijsten aan de geschreven pers in België. Uitgeversbedrijf Tijd zal het aanbod van kant-en-klare koerslijsten niet zonder objectieve rechtvaardiging verminderen ten aanzien van de situatie op de dag van de beslissing van de Raad. Op zichzelf beschouwd staan deze voorwaarden er niet aan in de weg dat TBM en L Echo de toegang tot hun diensten op formeel niet-discriminerende wijze zouden kunnen belemmeren jegens alle afnemers, bijvoorbeeld door de prijzen voor hun diensten voor alle afnemers te verhogen tot boven het prijspeil dat zou gelden bij waarlijk vrije mededinging. Voor kant-en-klare Belgische koerslijsten heeft de geschreven pers geen voor de hand liggend substituut. De sterke marktspeler die zich stroomopwaarts bevindt heeft er dan belang bij de prijs te verhogen ten koste van de stroomafwaartse afnemers (zie o.m. Carlton en Perloff, Modern Industrial Organization, 2000, 387-392). De vraag rijst of het, indien voornoemde ongewenste praktijken zich zouden voordoen, waarschijnlijk of minstens mogelijk is dat andere verleners van dezelfde diensten, als aanbieders zouden toetreden tot de hier besproken markt, dan wel of toetreding van nieuwe spelers zou worden belemmerd. De Raad is er vooralsnog niet van overtuigd dat een voldoende onbelemmerde toetreding van nieuwe aanbieders waarschijnlijk of minstens mogelijk is om in alle omstandigheden een afdoende vrije mededinging op deze markt te garanderen. Bijgevolg bestaan er ernstige twijfels over de toelaatbaarheid van de concentratie (art. 10, 3 en art. 33, 2, lid 1, b) WBEM). De verslaggever en de Dienst voor de Mededinging worden verzocht op voormeld punt nader onderzoek in te stellen, en de verslaggever wordt verzocht hierover een bijkomend verslag in te dienen bij de Raad voor de Mededinging (art. 34, 1, eerste lid WBEM). 3.6. Gelet op de hierboven geformuleerde ernstige twijfels is het noodzakelijk de procedure bepaald in artikel 34 WBEM in te zetten (art. 33, 2, lid 1, b) WBEM). Overeenkomstig artikel 34, 1, derde lid WBEM dient de beslissing van de Raad in deze zogenaamde tweede fase uiterlijk zestig dagen vanaf heden te worden getroffen. De Raad benadrukt evenwel dat die wettelijke bepaalde duur voor de tweede fase niet meer dan een maximumduur is, en de beslissing dus niet noodzakelijk op het einde van die termijn getroffen moet worden.

7 Om deze redenen, De Raad voor de Mededinging, -beslist dat de concentratie binnen het toepassingsgebied van de wet tot bescherming van de economische mededinging valt, -stelt vast dat er ernstige twijfels bestaan betreffende de toelaatbaarheid van de concentratie, -beslist de procedure bepaald in artikel 34 WBEM in te zetten, -verzoekt de verslaggever en de Dienst voor de Mededinging belanghebbenden te ondervragen over de mogelijkheden voor De Persgroep en Rossel om hun positie op lezersmarkten die grenzen aan de markt voor Nederlandstalige zakenkranten te versterken, en in het bijzonder over volgende voorwaarde: De partijen zullen het abonneebestand van de krant De Tijd niet gebruiken om gerichte acties te voeren ten einde de verkoop van andere krantentitels van De Persgroep of van Rossel te bevorderen. -verzoekt de verslaggever en de Dienst voor de Mededinging belanghebbenden te ondervragen over volgende voorwaarden betreffende de advertentiemarkten: Inzake themareclame: De partijen zullen de reclameregie van de zakenkranten De Tijd en L Echo thans Trustmedia ESV niet integreren met de reclameregie(ën) van de algemene kranten van De Persgroep of Rossel thans Full Page CVBA. De partijen zullen geen verplichte of exclusieve combinaties opleggen van themareclame in De Tijd enerzijds, en één of meerdere van de door De Persgroep en/of Rossel gecontroleerde kranten (met inbegrip van L Echo) anderzijds. Inzake wettelijke en financiële advertenties: De partijen zullen geen verplichte of exclusieve combinaties opleggen van wettelijke en financiële advertentieruimte in De Tijd enerzijds, en één of meerdere van de door De Persgroep en/of Rossel gecontroleerde kranten (met inbegrip van L Echo) anderzijds. Inzake jobadvertenties: Rossel zal geen discriminerende voorwaarden toepassen inzake combinatiekortingen tussen jobadvertenties in Références enerzijds en jobadvertenties in Nederlandstalige kranten anderzijds. -verzoekt de verslaggever over dat marktonderzoek verslag uit te brengen, -verzoekt de verslaggever en de Dienst voor de Mededinging onderzoek in te stellen en verzoekt de verslaggever verslag uit te brengen over de vraag of het waarschijnlijk of minstens mogelijk is dat andere verleners van dezelfde diensten, als aanbieders zouden toetreden tot de Belgische markt voor het verstrekken van financiële informatie die kant en klaar wordt aangeleverd aan de geschreven pers ( Publish on demand (POD) voor de geschreven pers), dan wel of toetreding van nieuwe spelers zou worden belemmerd, indien TBM en L Echo de toegang tot hun diensten op formeel nietdiscriminerende wijze zouden belemmeren jegens alle afnemers, bijvoorbeeld door de prijzen voor hun diensten voor alle afnemers te verhogen tot boven het prijspeil dat zou gelden bij waarlijk vrije mededinging,

8 -verzoekt de verslaggever zijn bijkomend verslag in te dienen bij de Raad voor de Mededinging ten laatste op vrijdag 12 augustus 2005 te 12 uur, -zegt dat de concentratie behandeld zal worden ter zitting van de kamer van de Raad voor de Mededinging van woensdag 31 augustus 2005 te 9 uur, in lokaal A22 op de zevende verdieping van het Atrium City C, Vooruitgangstraat 50, te 1210 Brussel. Aldus beslist op 27 juli 2005 door een kamer van de Raad voor de Mededinging, samengesteld uit Stefaan Raes, voorzitter van de Raad voor de Mededinging, en Christian Huveneers, Paul Blondeel en Wouter Devroe, leden van de Raad voor de Mededinging.