Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding

Vergelijkbare documenten
Verkorte Handleiding DX-C200. Namen en locaties. De kopieerfunctie gebruiken. De scannerfunctie gebruiken. De faxfunctie gebruiken. Problemen oplossen

Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding

Naslagkaart voor de 5210n / 5310n

Gebruikershandleiding

LASERJET PRO 500 COLOR MFP. Naslaggids M570

Kopiëren > Instellingen > Pagina's per zijde. Voor printermodellen zonder touchscreen drukt u op om door de instellingen te navigeren.

Eenvoudige afdruktaken

Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel

Opmerking: Zorg ervoor dat het formaat van het origineel en het kopieerpapier hetzelfde zijn. Zo voorkomt u dat een afbeelding wordt bijgesneden.

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken

Handleiding met informatie

Gebruikershandleiding MFP kleur systemen. Aanteken vel. infotec kenniscentrum. Infotec gebruikershandleiding

Kopiëren. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

LASERJET PROFESSIONAL M1130/M1210 MFP-SERIE. Naslaggids

Verkorte Handleiding FS-C1020MFP+ Namen en locaties. De kopieerfunctie gebruiken. De scannerfunctie gebruiken. De faxfunctie gebruiken

Fax Connection Unit Type C Gebruiksaanwijzing

Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding

Speciale afdrukmethoden en - materialen

Kopiëren...5. Kopieën maken...5. Taakonderbreking...6 Een kopieertaak annuleren en...7. Voorbereiden op het per verzenden...

Gebruikershandleiding

Handleiding voor afdrukkwaliteit

Eenvoudige afdruktaken

Handleiding AirPrint. Informatie over AirPrint. Instelprocedure. Afdrukken. Appendix

Een kopie maken. Xerox WorkCentre 5845/5855/5865/5875/5890. Bedieningspaneel AOD. Glasplaat

Dick Grooters Raadhuisstraat GM Best tel: Printen en Scannen

Software-installatiehandleiding

Een kopie maken. Multifunctionele printer Xerox WorkCentre 5945/5955. Startpagina Functies. Opdrachtstatus. Aanraakscherm. Start

Gebruikershandleiding

LASERJET ENTERPRISE 500 COLOR MFP. Naslaggids M575

LASERJET PRO 400 MFP. Naslaggids M425

Dubbelzijdig afdrukken

Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

2 mei Remote Scan

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel

LASERJET PRO 200 COLOR MFP. Naslaggids M276

HP LaserJet P2050-serie-printer. Paper and Print Media Guide

Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel

Installatiehandleiding software

ABCDE ABCDE ABCDE. Handleiding voor afdrukkwaliteit. Problemen met afdrukkwaliteit opsporen. Onregelmatigheden in de afdruk

Speciaal papier. Afdrukken op glanspapier. Richtlijnen. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

Als u werkt met geladen lettertypen, controleer dan of de lettertypen worden ondersteund door de printer, de hostcomputer en het softwareprogramma.

Gebruikershandleiding

bron: windows.microsoft.com Dubbelzijdig of enkelzijdig. Grijstinten of kleur. Liggend of staand.

DX-C200. Gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing

Naslagkaart. Papier in de printer plaatsen. Laden vullen

HP LaserJet P2030-serie-printer. Paper and Print Media Guide

Gebruikershandleiding

Printerproblemen oplossen

Hier beginnen. Inktcartridges uitlijnen zonder een computer

Breedformaatprinter Teriostar LP-2050-serie. Multifunctioneel model LP-2050-MF. Printermodel LP Snelle referentiegids U

Xerox ColorQube 9301 / 9302 / 9303 Bedieningspaneel

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik

Gebruiksaanwijzing. Website met toepassingen

Handleiding Wi-Fi Direct

Printerproblemen oplossen

Hulp krijgen. Systeemberichten. Aanmelden/Afmelden. Pictogrammen op het bedieningspaneel

Handleiding met informatie

Webservices gebruiken om op het netwerk te scannen (Windows Vista SP2 of recenter, Windows 7 en Windows 8)

Geavanceerde opties. Afdrukken op deelpagina's. Phaser 5500-laserprinter. In dit onderwerp wordt het volgende besproken:

D4600 Duplex Photo Printer

LASERJET ENTERPRISE COLOR FLOW MFP. Naslaggids M575

series Gebruikershandleiding Overzicht Windows-versie "RICOH Printer" Mac-versie Problemen oplossen

HP Color LaserJet CM1312 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal

Handleiding voor printersoftware

Media plaatsen. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer

Berichten op het voorpaneel

Van start gaan. Inhoudsopgave. Quick User Guide - Nederlands

Xerox WorkCentre 7800-serie Bedieningspaneel

Inhoudsopgave. Opmerking: het is aanbevolen de verschillende onderdelen te installeren in de volgorde waarin ze op het scherm verschijnen.

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

De universeellader accepteert papier met de volgende afmetingen: breedte 69,85 mm tot 229 mm. lengte 127 mm tot 355,6 mm

Afdrukken vanuit een Windows-omgeving

Universeellader vullen

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma

LASERJET ENTERPRISE MFP. Naslaggids

Speciaal afdrukmateriaal

Voor gebruikers van de Ricoh Smart Device Connector: Het apparaat configureren

Dynamic balance. Snelgids. ineo 3301P

Gebruiksaanwijzing Book Copier VL 4222 Deze handleiding is geschreven om u te helpen bij het kopiëren van een boek of een gedeelte daarvan.

Handleiding Wi-Fi Direct

Uitleg over de kleuren van de slaapknop en de indicatielampjes

X84-X85 Scan/Print/Copy

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Voorwoord. Copyright Alle rechten voorbehouden.

Afdrukproblemen. Afdrukkwaliteit

IRIScan Anywhere 5. Scan anywhere, go paperless! PDF. Mobile scanner & OCR software. for Windows and Mac

In deze sectie komen de volgende onderwerpen aan de orde:

Gebruikershandleiding

GEBRUIKERSHANDLEIDING FS-C1020MFP+

Installatiehandleiding

Media laden. Afdrukken. Afdrukmaterialen. Toebehoren. Problemen oplossen. Beheer

Uw gebruiksaanwijzing. LEXMARK X5450

Transcriptie:

Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de "Veiligheidsinformatie" leest voordat u het apparaat gebruikt. Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding

INHOUDSOPGAVE 1. Overzicht van het apparaat Hoe werkt deze handleiding?... 5 Inleiding...5 Wettelijk verbod... 5 Disclaimer...5 Modelspecifieke informatie... 6 Overzicht van alle apparaatonderdelen...7 Buitenkant...7 Binnenkant...8 Bedieningspaneel...9 Het stuurprogramma en de software installeren...11 Snelinstallatie... 11 Het printerstuurprogramma upgraden of verwijderen...11 Smart Organizing Monitor installeren... 12 Eerste set-up...13 Wat is Smart Organizing Monitor?... 14 2. Papier plaatsen Ondersteund papier...15 Niet aanbevolen papiertypen...16 Afdrukgebied...17 Papier plaatsen...20 De papiersoort en het papierformaat opgeven via het bedieningspaneel...22 De papiersoort en het papierformaat opgeven met Smart Organizing Monitor... 24 Originelen plaatsen... 25 Originelen...25 Originelen op de glasplaat leggen...27 Originelen in de automatische documentinvoer leggen...27 3. Documenten afdrukken Basisbewerking... 29 Dubbelzijdig afdrukken...30 Een afdruktaak annuleren... 31 Als papier niet overeenkomt...33 Doorgaan met afdrukken met papier dat niet overeenkomt... 33 1

De afdruktaak resetten... 33 4. Originelen kopiëren Het kopieerapparaatscherm... 35 Basisbewerking... 36 Een kopie annuleren...37 Vergrote of verkleinde kopieën maken... 38 Verkleinen/vergroten opgeven...39 Meerdere pagina's combineren... 40 Combineren opgeven...41 Beide zijden van een identiteitsbewijs op één zijde kopiëren...43 Een identiteitsbewijs kopiëren...43 Dubbelzijdige kopieën maken... 45 Dubbelzijdig kopiëren opgeven...46 Scaninstellingen opgeven...49 Instelling van de afbeeldingsdichtheid...49 Het documenttype selecteren aan de hand van het origineel... 49 5. Scannen vanaf een computer Basisbewerking... 51 TWAIN-scannen... 51 Basisbewerking voor WIA-scannen...52 6. Een fax verzenden en ontvangen Faxapparaatscherm...53 De datum en tijd instellen...54 Tekens invoeren...55 Faxbestemmingen registreren... 56 Faxbestemmingen registreren... 56 Faxbestemmingen wijzigen of verwijderen... 57 Faxbestemmingen configureren met Smart Organizing Monitor... 57 Een fax versturen... 59 De verzendingsmodus selecteren...59 Basisbewerking voor het versturen van een fax... 60 De faxbestemming opgeven... 62 Handige verstuurfuncties... 65 2

De scaninstellingen opgeven... 68 Een fax ontvangen... 70 Ontvangstmodus selecteren...70 Lijsten/rapporten met betrekking tot de faxfunctie...73 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Basisbewerking... 75 Instellingen voor kopieereigenschappen... 76 Instellingen van faxeigenschappen... 78 Instellingen voor het adresboek...84 Systeeminstellingen... 85 Lijsten/rapporten afdrukken...90 De configuratiepagina afdrukken...90 Rapporttypen...90 Instellingen voor printereigenschappen... 91 8. Het apparaat configureren met behulp van Smart Organizing Monitor De systeeminformatie controleren...93 De statusinformatie controleren... 93 De configuratiepagina afdrukken...94 De apparaatinstellingen configureren...95 Tabbladinstellingen...95 De firmware updaten... 96 9. Het apparaat onderhouden De printcartridge vervangen... 97 Aandachtspunten bij het schoonmaken...99 De binnenkant van het apparaat schoonmaken...100 De glasplaat schoonmaken... 101 De ADF schoonmaken...102 10. Problemen oplossen Veelvoorkomende problemen... 103 Problemen met papierdoorvoer... 104 Een papierstoring verwijderen... 105 Vastgelopen papier in de scanner verwijderen...108 Problemen met de afdrukkwaliteit... 110 3

De toestand van het apparaat controleren...110 Problemen met de printer...111 Afdrukposities komen niet overeen met het computerscherm... 112 Problemen met kopiëren... 113 Problemen met de scanner...114 Problemen met faxen...115 Fout- en statusmeldingen op het bedieningspaneel...118 Meldingen op het display...118 Fout- en statusmeldingen die in Smart Organizing Monitor worden weergegeven...122 11. Bijlage Opmerkingen over de toner... 125 De printer verplaatsen en vervoeren...126 Het apparaat weggooien...126 Waar kan ik meer informatie krijgen?... 127 Verbruiksartikelen... 128 Inktcartridge...128 Specificaties van het apparaat...129 Algemene functie Specificaties...129 Specificaties van de printerfunctie... 130 Specificaties van de kopieerfunctie... 131 Specificaties van de scanfunctie... 131 Specificaties van de faxfunctie...132 Handelsmerken...134 INDEX...137 4

1. Overzicht van het apparaat Hoe werkt deze handleiding? Inleiding Deze handleiding bevat gedetailleerde instructies en opmerkingen over de bediening en het gebruik van dit apparaat. Lees voor uw eigen veiligheid deze handleiding zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding op een handige plaats binnen handbereik. Wettelijk verbod Kopieer of druk geen documenten af waarvan de reproductie verboden is door de wet. Het kopiëren of afdrukken van de volgende documenten is over het algemeen verboden door plaatselijke wetgeving: bankbiljetten, belastingzegels, obligaties, aandeelcertificaten, bankcheques, cheques, paspoorten, rijbewijzen. De bovenstaande lijst is alleen bedoeld als richtlijn en is zeker niet volledig. Wij accepteren geen aansprakelijkheid voor de volledigheid of nauwkeurigheid ervan. Als u vragen heeft betreffende de wettelijkheid van het kopiëren of afdrukken van sommige documenten, neem dan contact op met uw wettelijk adviseur. Disclaimer De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. In geen enkel geval kan het bedrijf aansprakelijk worden gesteld voor directe, indirecte, speciale of toevallige schade of gevolgschade voortvloeiend uit het hanteren of het bedienen van het apparaat. Voor een goede afdrukkwaliteit adviseert de fabrikant u om de originele toner van de fabrikant te gebruiken. In deze handleiding gebruiken we twee soorten vermeldingen voor de afmetingen. Sommige illustraties of toelichtingen in deze handleiding verschillen mogelijk van uw product wegens verbetering of verandering van het product. 5

1. Overzicht van het apparaat Modelspecifieke informatie In dit gedeelte wordt uitgelegd tot welke regio uw apparaat behoort. Op de achterkant van het apparaat bevindt zich een sticker op de plaats die hieronder wordt weergegeven. De sticker bevat gegevens waarmee de regio van uw apparaat wordt geïdentificeerd. Lees wat er op de sticker staat. CHZ966 De volgende informatie is regiospecifiek. Lees de informatie onder het symbool dat overeenkomt met de regio van uw apparaat. (voornamelijk in Europa en Azië) Als de sticker de volgende informatie bevat, is uw apparaat een Regio A-model: CODE XXXX -22, -27 220-240V (voornamelijk in Noord-Amerika) Als de sticker de volgende informatie bevat, is uw apparaat een Regio B-model: CODE XXXX -11, -17 120V De afmetingen in deze handleiding worden gegeven in twee meeteenheden: metrisch en in inches. Als uw apparaat een model uit regio A is, raadpleegt u de metrische meeteenheid. Als uw apparaat een model uit regio B is, raadpleegt u de meeteenheid in inch. 6

Overzicht van alle apparaatonderdelen Overzicht van alle apparaatonderdelen In dit deel staan de namen van de verschillende onderdelen van de voor- en achterkant van het apparaat samen met een beschrijving van hun functie. Buitenkant 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 CHZ967 1. Bedieningspaneel Bevat een touchscreen display en knoppen voor de bediening van het apparaat. 2. ADF-paneel Open deze klep om originelen die zijn vastgelopen in de ADF te verwijderen. 3. ADF-invoerlade Plaats hier stapeltjes originelen. Ze worden automatisch ingevoerd. De lade kan maximaal 15 vellen normaal papier bevatten. 4. Ladeverlengstuk voor de ADF Trek dit ladeverlengstuk uit zodat de originelen op de lade passen. 5. Invoerlade De lade kan maximaal 50 vellen normaal papier bevatten. 6. Glasplaat Plaats hier originelen vel voor vel. 7

1. Overzicht van het apparaat 7. Invoerladepaneel Zet dit paneel open en trek de papierlade uit om papier te plaatsen. 8. Verlengstuk Trek het verlengstuk uit, want hier komen de afgeleverde afdrukken terecht. 9. Voorpaneel Open dit paneel om de uitvoerlade te maken vóórdat u gaat printen. 10. Onderhoudspaneel Til dit paneel op om verbruiksartikelen te vervangen of om vastgelopen papier te verwijderen. 11. Automatische documentinvoer (glasplaatklep) De automatische documentinvoer (ADF) is geïntegreerd met de glasplaatklep. Open deze klep om documenten op de glasplaat te plaatsen. 12. Verlengstuk Trek dit ladeverlengstuk uit zodat de originelen op de lade passen. 13. USB-poort Gebruik deze poort om het apparaat op een computer aan te sluiten met een USB-kabel. 14. Lijn- en TEL-connector 15. Voeding Bovenste connector: connector voor externe telefoon Deze poort dient voor het aansluiten van een externe telefoon. Laagste connector: interfaceconnector voor G3-lijn (analoog) Deze poort dient voor het aansluiten van een telefoonlijn. Hier sluit u de stroomkabel op het apparaat aan. Steek de stekker van de kabel in een stopcontact. 16. Aan-/uitschakelaar Gebruik deze schakelaar om de stroom in en uit te schakelen. Binnenkant 1 CHZ004 8

Overzicht van alle apparaatonderdelen 1. Printcartridge Dit verbruiksartikel zorgt ervoor dat u afdrukken op papier kunt maken. De printcartridge kan ongeveer 2000 pagina's afdrukken voordat deze vervangen moet worden. Voor meer informatie over het vervangen van de cartridge, zie Pag. 97 "De printcartridge vervangen". Bedieningspaneel Uw bedieningspaneel kan afwijken van de afbeelding hieronder, afhankelijk van het land waarin u zich bevindt. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 CHZ950 1. [Kopieerapparaat/Fax]-knop Gebruik deze knop om over te schakelen tussen de kopieerapparaat- en faxmodus. 2. [Snelkiezen]-knop Gebruik deze knop om een fax te verzenden via een geregistreerd snelkiesnummer. 3. [Gebruikersinstellingen]-knop Druk hierop om het menu weer te geven voor het configureren van de systeeminstellingen van het apparaat. 4. [OK]-knop Gebruik deze knop om instellingen en instellingswaarden te bevestigen, of om naar het volgende menuniveau te gaan. 5. [Wis/Stop]-knop Gebruik deze knop om een het afdrukken van een taak, het kopiëren van een document, het verzenden/ ontvangen van een fax en andere actieve taken te annuleren of stoppen. 6. [Start]-knop Gebruik deze knop om het verzenden/ontvangen van faxen te starten of om te kopiëren. 7. [ID-kaart kopiëren/direct kiezen]-knop Als het apparaat in de kopieerapparaatmodus staat, kunt u met deze knop een kopie maken van een identiteitskaart of de instellingen voor het kopiëren van een identiteitskaart aanpassen. 9

1. Overzicht van het apparaat Als het apparaat in de faxmodus staat, kunt u met deze knop direct kiezen uitvoeren of het kiezen van een opgeslagen bestemming afbreken. 8. Indicatielampje apparaat aan/uit Dit indicatielampje brandt blauw als het apparaat aan staat. Het lampje knippert als er een afdruktaak is ontvangen en als tijdens het afdrukken, scannen of faxen de functie verzenden/ontvangen aan de gang is. 9. Display Geeft huidige status en meldingen weer. 10. Waarschuwingsindicatielampje Dit indicatielampje brandt rood als het papier of de verbruiksartikelen in het apparaat op zijn, als de papierinstellingen niet met de instellingen overeenkomen die in het stuurprogramma zijn opgegeven of als er andere storingen optreden. Het lampje knippert langzaam als de toner in het apparaat bijna op is. 11. Scrolltoetsen Druk op deze knoppen om de cursor in elke gewenste richting te bewegen. 12. Cijfertoetsen Gebruik deze knoppen om cijfers in te voeren als u instellingen opgeeft zoals faxnummers en kopieeraantallen. U kunt ze ook gebruiken om letters mee in te voeren als u namen opgeeft. 10

Het stuurprogramma en de software installeren Het stuurprogramma en de software installeren U kunt het benodigde stuurprogramma voor dit apparaat installeren via de meegeleverde cd-rom. De besturingssystemen die compatibel zijn met de stuurprogramma's en de software voor dit apparaat zijn: Windows XP/Vista/7 en Windows Server 2003/2003 R2/2008/2008 R2. De procedure in dit onderdeel is een voorbeeld en is gebaseerd op Windows 7. De werkelijke procedure kan afwijken afhankelijk van het door u gebruikte besturingssysteem. Zorg ervoor dat de USB-kabel van het apparaat is losgekoppeld en schakel het apparaat uit voordat u begint met de installatie. Snelinstallatie Gebruik Snelinstallatie om het printerstuurprogramma, het TWAIN-stuurprogramma en het WIAstuurprogramma vanaf de cd-rom te installeren. 1. Sluit alle toepassingen behalve deze handleiding. 2. Plaats de cd-rom in het cd-romstation. 3. Klik in het cd-rommenu op [USB-snelinstallatie]. 4. Volg de instructies in de installatiewizard. Het printerstuurprogramma upgraden of verwijderen Het printerstuurprogramma upgraden 1. Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers]. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printermodel dat u wilt wijzigen en klik vervolgens op [Printereigenschappen]. 3. Klik op het tabblad [Geavanceerd]. 4. Klik op [Nieuw stuurprogramma...] en vervolgens op [Volgende]. 5. Klik op [Heb schijf...]. 6. Klik op [Bladeren] om de opslaglocatie van het printerstuurprogramma te selecteren. 7. Klik op [OK] en geef het printermodel op. 8. Klik op [Volgende]. 11

1. Overzicht van het apparaat 9. Klik op [Voltooien]. 10. Klik op [OK] om het venster met printereigenschappen te sluiten. 11. Start de computer opnieuw op. Het printerstuurprogramma verwijderen 1. Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers]. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer die u wilt verwijderen en klik vervolgens op [Apparaat verwijderen]. 3. Klik op [Ja]. 4. Klik op het pictogram van een printer en vervolgens op [Eigenschappen van afdrukserver]. 5. Klik op het tabblad [Stuurprogramma's]. 6. Klik op de knop [Stuurprogramma-instellingen wijzigen] als deze wordt weergegeven. 7. Klik op [Verwijderen...]. 8. Selecteer [Stuurprogramma en stuurprogrammapakket verwijderen] en klik vervolgens op [OK]. 9. Klik op [Ja]. 10. Klik op [Verwijderen]. 11. Klik op [OK]. 12. Klik op [Sluiten] om het venster met eigenschappen van de afdrukserver te sluiten. Smart Organizing Monitor installeren Smart Organizing Monitor is een hulpprogramma waarmee u de instellingen van het apparaat kunt aanpassen of de status van het apparaat vanaf uw computer kunt bekijken. Raadpleeg voor meer informatie Pag. 14 "Wat is Smart Organizing Monitor?". 1. Sluit alle toepassingen behalve deze handleiding. 2. Plaats de cd-rom in het cd-romstation. 3. Klik in het cd-rommenu op [Smart Organizing Monitor]. 4. Selecteer een taal voor Smart Organizing Monitor. 5. Volg de instructies in de installatiewizard. 12

Eerste set-up Eerste set-up Als u het apparaat voor de eerste keer inschakelt, dient u de volgende items in te stellen. Selecteer elke instelling met [ ], [ ] of met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de [OK]-knop. [Taal] [Landcode] [Jaar] [Maand] [Dag] [Uur: 0-23] [Minuut: 0-59] 13

1. Overzicht van het apparaat Wat is Smart Organizing Monitor? Installeer dit hulpprogramma vanaf de meegeleverde cd-rom op uw computer. Smart Organizing Monitor bevat de volgende functies: Geeft de status van het apparaat weer Geeft berichten over vastgelopen papier en andere foutmeldingen weer. Instellingen voor papierformaat en -type Geeft de instellingen voor papierformaten of -types die beschikbaar zijn op dit apparaat weer. Test- en configuratiepagina's afdrukken Drukt lijsten/rapporten af voor het controleren van de instellingenlijst voor dit apparaat en andere informatie. De systeeminstellingen wijzigen Hiermee kunt u de aangepaste instellingen voor het papierformaat en andere instellingen op dit apparaat wijzigen. De snelkiesfunctie wijzigen Snelkiesinstellingen opslaan, wijzigen of verwijderen De bestemming kan ook in Vereenvoudigd Chinees worden opgegeven. Voor meer informatie over basisinstructies bij het gebruik van Smart Organizing Monitor, zie Pag. 93 "Het apparaat configureren met behulp van Smart Organizing Monitor". 14

2. Papier plaatsen Ondersteund papier Papierformaat A4 8 1 / 2 " 11 " (Letter) B5 5 1 / 2 " 8 1 / 2 " (Half Letter) 7 1 / 4 " 10 1 / 2 " (Executive) A5 A6 B6 16K (197 273 mm) 16K (195 270 mm) 16K (184 260 mm) Aangepast papierformaat De volgende aangepaste papierformaten worden ondersteund: Ongeveer 90-216 mm (3,6-8,5 inch) breed Ongeveer 148-297 mm (5,8-11,7 inch) lang Papiersoort Normaal papier (65-104 g/m 2 (20-24 lb.)) Gerecycled papier (65-104 g/m 2 (20-24 lb.)) Dun papier (60-64 g/m 2 (16 lb.)) Dik papier (105 g/m 2 (28 lb.)) Papiercapaciteit 50 vellen (80 g/m 2, 20 lb.) 15

2. Papier plaatsen Niet aanbevolen papiertypen Gebruik de volgende papiertypen niet: Papier voor inkjetprinters Speciaal GelJet-papier Gegolfd, gevouwen of gekreukeld papier Opgekruld of verdraaid papier Gekreukt papier Vochtig papier Vuil of beschadigd papier Papier dat droog genoeg is om statische elektriciteit te veroorzaken Papier waarop al is afgedrukt, met uitzondering van een voorgedrukt briefhoofd. Storingen kunnen in het bijzonder worden verwacht, indien papier wordt gebruikt dat reeds door een andere dan een laserprinter is bedrukt (bijvoorbeeld door zwart/wit of kleurenkopieerapparaten, inkjetprinters, enz.) Speciaal papier, zoals thermisch papier of carbonpapier Papier dat zwaarder of lichter is dan de limiet Papier met vensters, gaatjes, perforaties, uitsparingen of reliëf Zelfklevende etikettenvellen waarvan de lijm of de onderlaag zichtbaar is Papier dat met paperclips of nietjes bijeen wordt gehouden Raak tijdens het plaatsen van papier het oppervlak van het papier niet aan. Zelfs als papier geschikt is voor het apparaat, kan papier dat niet juist wordt opgeslagen, leiden tot papierstoringen, een slechte afdrukkwaliteit of defecten. 16

Afdrukgebied Afdrukgebied De volgende illustratie laat het gedeelte van het papier zien waarop het apparaat kan adrukken. Van het printerstuurprogramma 3 4 4 1 3 2 CHZ904 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) 4. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) Het afdrukgebied kan variëren, afhankelijk van het papierformaat en de instellingen van het printerstuurprogramma. 17

2. Papier plaatsen Kopieerfunctie 3 4 4 1 3 2 CHZ904 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 4 mm (0,2 inch) 4. Ongeveer 3 mm (0,1 inch) Faxfunctie Het afdrukgebied kan variëren afhankelijk van het papierformaat. 3 4 4 1 3 2 CHZ904 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 18

Afdrukgebied 3. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) 4. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) Het afdrukgebied kan variëren afhankelijk van het papierformaat. 19

2. Papier plaatsen Papier plaatsen Plaats een stapel papier in de invoerlade aan de achterkant van het apparaat. Zorg ervoor dat u het papierformaat en de papiersoort configureert bij het plaatsen van papier. Geef bij het afdrukken van een document het papierformaat en de papiersoort op in het printerstuurprogramma zodat de instellingen die geconfigureerd zijn als het papier geplaatst is, voor het afdrukken gebruikt kunnen worden. 1. Open het paneel van de invoerlade en trek de lade eruit. 1 2 CHZ005 2. Nadat u de lade hebt uitgetrokken, trekt u de lade een beetje heen en weer en bevestigt u het uiteinde van de invoerlade aan het apparaat. 1 2 CHZ006 20

Papier plaatsen 3. Waaier de stapel even los voordat u deze in de lade plaatst. CBK254 4. Schuif de papiergeleiders aan beide zijden naar buiten tot deze niet verder kunnen en plaats vervolgens het papier met de afdrukzijde naar boven. 1 2 1 CHZ007 5. Pas de zijgeleiders aan de papierbreedte aan. CHZ008 21

2. Papier plaatsen 6. Open het voorpaneel en trek het ladeverlengstuk uit. CHZ027 De papiersoort en het papierformaat opgeven via het bedieningspaneel De papiersoort opgeven 1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. CHZ960 2. Druk op [ ] of [ ] om [Systeeminstellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 3. Druk op [ ] of [ ] om [Papierlade-instell.] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om [Papiersoort] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 5. Druk op [ ] of [ ] om de gewenste papiersoort te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 6. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het beginscherm. 22

Papier plaatsen Het standaard papierformaat opgeven 1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. CHZ960 2. Druk op [ ] of [ ] om [Systeeminstellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 3. Druk op [ ] of [ ] om [Papierlade-instell.] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om [Papierformaat] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 5. Druk op [ ] of [ ] om het papierformaat te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 6. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het beginscherm. Een aangepast papierformaat opgeven 1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. CHZ960 2. Druk op [ ] of [ ] om [Systeeminstellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 3. Druk op [ ] of [ ] om [Papierlade-instell.] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 23

2. Papier plaatsen 4. Druk op [ ] of [ ] om [Papierformaat] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 5. Druk op [ ] of [ ] om [Ang.fr] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 6. Druk op [ ] of [ ] om [mm] of [inch] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 7. Druk op [ ] of [ ] om de breedte te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 8. Druk op de [OK]-knop. 9. Druk op [ ] of [ ] om de lengte te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 10. Druk op de [OK]-knop. 11. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het beginscherm. De papiersoort en het papierformaat opgeven met Smart Organizing Monitor De procedure in dit onderdeel is een voorbeeld en is gebaseerd op Windows 7. De werkelijke procedure kan afwijken afhankelijk van het door u gebruikte besturingssysteem. De papiersoort en het papierformaat opgeven 1. Klik in het [Start]-menu op [Alle programma's]. 2. Klik op [Smart Organizing Monitor for SP 100 Series]. 3. Klik op [Smart Organizing Monitor for SP 100 Series Status]. 4. Klik op [Wijzigen...] op het tabblad [Status]. 5. Selecteer de papiersoort en het papierformaat en klik op [OK]. 6. Klik op [Afsluiten]. Het aangepaste papierformaat wijzigen 1. Klik in het [Start]-menu op [Alle programma's]. 2. Klik op [Smart Organizing Monitor for SP 100 Series]. 3. Klik op [Smart Organizing Monitor for SP 100 Series Status]. 4. Klik op [Printerconfiguratie] op het tabblad [Gebruikerstool]. 5. Selecteer [mm] of [inch] in de lijst [Meeteenheid:] op het tabblad [Systeem]. 6. Voer de breedte in het venster [Horizontaal: (90 tot 216 mm)] in. 7. Voer de lengte in het venster [Verticaal: (148 tot 297 mm)] in. 8. Klik op [OK]. 9. Klik op [Afsluiten]. 24

Originelen plaatsen Originelen plaatsen Dit onderdeel geeft uitleg over de soorten originelen die u kunt instellen en hoe u originelen moet plaatsen. Originelen Aanbevolen origineelformaten Glasplaat ADF Tot maximaal 216 mm (8,5") breed, tot maximaal 297 mm (11,7") lang Papierformaat: 140 tot 216 mm (5 1 / 2 " tot 8 1 / 2 ") breed, 128 tot 297 mm (5,0 tot 11,7 inch) lang Papiergewicht: 60 tot 90 g/m 2 (16 tot 24 lb.) Er kunnen tot maximaal 15 vellen van een origineel tegelijkertijd in de ADF worden geplaatst (bij gebruik van papier van 80 g/m 2, 20 lb.). Origineeltypen die niet door de automatische documentinvoer worden ondersteund Als er originelen in de ADF geplaatst worden, kunnen de volgende origineeltypen beschadigd raken, vastlopen of grijze en zwarte lijnen op de afdrukken verschijnen: Originelen die groter of zwaarder zijn dan de aanbevolen dikte/formaat Originelen met nietjes of paperclips Geperforeerde of gescheurde originelen Gekrulde, gevouwen of gekreukte originelen Beplakte originelen Originelen met een coating, zoals thermisch faxpapier, kunstdrukpapier, aluminiumfolie, carbonpapier of geleidend papier Originelen met perforatielijnen Originelen met duimgrepen, labels en uitstekende delen Klevende originelen zoals kalkpapier Dunne, zeer buigzame originelen Dikke originelen zoals briefkaarten Gebonden originelen zoals boeken 25

2. Papier plaatsen Transparante originelen zoals transparanten of kalkpapier Originelen die nat zijn van de toner of correctievloeistof Onscanbaar gebied Zelfs als u originelen juist plaatst, is het mogelijk dat er een marge van een paar millimeter van alle vier de zijden niet gescand wordt. Marges bij gebruik van de glasplaat CHZ916 1. Ongeveer 4,1 mm (0,2 inch) 2. Ongeveer 3 mm (0,1 inch) 3. Ongeveer 4 mm (0,2 inch) Marges bij gebruik van de ADF CHZ919 1. Ongeveer 4,1 mm (0,2 inch) 2. Ongeveer 3 mm (0,1 inch) 3. Ongeveer 4,3 mm (0,2 inch) 26

Originelen plaatsen Originelen op de glasplaat leggen Plaats originelen pas op de glasplaat als de correctievloeistof of toner geheel is opgedroogd. Als u ze eerder plaatst, ontstaan er vlekken op de glasplaat die op kopieën te zien zijn. 1. Til de klep van de glasplaat omhoog. 2. Leg het origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Het vel moet in de linkerbovenhoek worden uitgelijnd. CHZ009 3. Breng de klep van de glasplaat omlaag. Houd de klep naar beneden gedrukt als u dik, gevouwen of ingebonden originelen (zoals een boek) gebruikt en de klep niet geheel dicht kan. Originelen in de automatische documentinvoer leggen Plaats geen originelen met andere papieren tegelijk in de ADF. Om papierstoringen te voorkomen, moet u de originelen loswaaieren voordat u deze in de ADF plaatst. 27

2. Papier plaatsen 1. Open de invoerlade van de ADF. CHZ010 2. Pas de geleiders aan het formaat van de originelen aan. CHZ011 3. Plaats de originelen met de bedrukte zijde naar boven in de ADF. De laatste pagina moet onderaan worden geplaatst. CHZ012 28

3. Documenten afdrukken Basisbewerking Gebruik het printerstuurprogramma om een document vanaf uw computer af te drukken. 1. Nadat u een document hebt aangemaakt, opent u het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] in de oorspronkelijke toepassing van het document. 2. Wijzig desgewenst ook andere afdrukinstellingen. De volgende afdrukinstellingen kunnen met het printerstuurprogramma worden opgegeven: Meerdere pagina's op een vel afdrukken Een pagina over meerdere vellen verdelen Dubbelzijdig afdrukken Geen blanco pagina's afdrukken Afdrukken laten sorteren Instellingen van het printerstuurprogramma opslaan Opgeslagen instellingen van printereigenschappen ophalen en verwijderen Op papier met aangepast formaat afdrukken Een document met een groot papierformaat op eem kleiner papierformaat afdrukken Een documentformaat verkleinen en vergroten De afdrukresolutie wijzigen Toner besparen tijdens het afdrukken Ditheringpatroon aanpassen Tekst op afdrukken laten stempelen Voor meer informatie over elke instellingsitem, klikt u op [Help]. 29

3. Documenten afdrukken 3. Als de wijzigingen van de instellingen voltooid zijn, klik dan op [OK]. 4. Druk het document af met de afdrukfunctie in de toepassing waarin het document is opgesteld. Als er een papierstoring optreedt, stopt het afdrukken nadat de huidige pagina is afgedrukt. Open het onderhoudspaneel om vastgelopen papier te verwijderen. Het afdrukken wordt automatisch hervat nadat het onderhoudspaneel is gesloten. Als het onderhoudspaneel niet geopend is om het vastgelopen papier te verwijderen, drukt u op de [Start]-knop om het afdrukken te hervatten. Dubbelzijdig afdrukken 1. Nadat u een document hebt aangemaakt, opent u het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] in de oorspronkelijke toepassing van het document. 2. Selecteer in het lijstvenster [Duplex:] op het tabblad [Setup] hoe u de ingebonden uitvoer wilt openen. 3. Geef eventueel nog verdere instellingen op en klik op [OK]. 4. Start de afdruktaak. Het apparaat drukt alleen één en dezelfde zijde van de pagina's af en geeft dan op het scherm van Smart Organizing Monitor een bericht weer dat aangeeft dat de uitgevoerde pagina's moeten worden omgedraaid en opnieuw moeten worden geplaatst. 5. Pak alle afdrukken uit de uitvoerlade en plaats ze in de invoerlade. Om op de achterkant van de afdrukken af te drukken, draait u deze om en plaatst u ze in de invoerlade zodat ze met de blanco zijde naar boven liggen. Staand CHZ921 30

Basisbewerking Liggend CHZ922 6. Druk op de [Start]-knop. Een afdruktaak annuleren U kunt afdruktaken annuleren door het bedieningspaneel van het apparaat of uw computer te gebruiken, afhankelijk van de status van de taak. Een afdruktaak annuleren voordat het afdrukken is gestart 1. Dubbelklik op het printerpictogram in de taakbalk van uw computer. 2. Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren en klik vervolgens op [Annuleren] in het menu [Document]. Als u een afdruktaak annuleert die al verwerkt wordt, kan het afdrukken een paar pagina's doorgaan voordat het wordt geannuleerd. Het kan wat tijd kosten om een grote afdruktaak te annuleren. 31

3. Documenten afdrukken Een afdruktaak annuleren tijdens het afdrukken 1. Druk op de [Wis/Stop]-knop. 2. Druk op de [1]-knop. CHZ961 32

Als papier niet overeenkomt Als papier niet overeenkomt Als het papierformaat of -type niet overeenkomt met de instellingen voor de afdruktaak, zal het apparaat een foutmelding weergeven. Er zijn twee manieren om deze foutmelding op te lossen: Doorgaan met afdrukken met gebruik van papier dat niet overeenkomt Gebruik de functie paginadoorvoer om de fout te negeren en ga verder met afdrukken met papier dat niet overeenkomt. Reset de afdruktaak Annuleer het afdrukken. Doorgaan met afdrukken met papier dat niet overeenkomt Als het papier te klein is voor de afdruktaak, wordt de afgedrukte afbeelding verkleind zodat het past. 1. Als de foutmelding wordt weergegeven, druk dan op de [Start]-knop. CHZ962 De afdruktaak resetten 1. Als de foutmelding wordt weergegeven, druk dan op de [Wis/Stop]-knop. CHZ961 33

34 3. Documenten afdrukken

4. Originelen kopiëren Het kopieerapparaatscherm Als het apparaat wordt aangezet, wordt het kopieerapparaatscherm eerst weergegeven. Als het faxscherm op het display wordt weergegeven, kunt u door op de [Kopieerapparaat/Fax]-knop op het bedieningspaneel te drukken naar het kopieerapparaatscherm gaan. Stand-by scherm Copier A4 100% Text/Photo 01 Eerste regel: Geeft de functie en het papierformaat weer dat op het apparaat is opgegeven. De volgende vijf functies zijn beschikbaar: Kopieerapp., ID-krt kop., Sorteren, Dubbelz. kopiëren, Dbblz./Sort. Tweede regel: Geeft de kopieervergrotingsratio of de combineerinstelling ([2 op 1] of [4 op 1]), het documenttype en het aantal kopieën weer. Het opstartscherm kan worden bepaald in [Functieprioriteit] onder [Systeeminstellingen]. 35

4. Originelen kopiëren Basisbewerking Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF als op de glasplaat plaatst. Als u meerdere kopieën van een document dat uit meerdere pagina's bestaat wilt maken, kunt u selecteren of de kopieën die worden uitgevoerd in sets verzameld worden of in paginabatches. Deze selectie maakt u in [Sorteren] onder [Kopieereig.]. 1. Zorg ervoor dat het kopieerapparaatscherm wordt weergegeven. Als het faxscherm wordt weergegeven, drukt u op de [Kopieerapparaat/Fax]-knop om naar het kopieerapparaatscherm te gaan. CHZ957 2. Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF. 3. Als u meerdere kopieën wilt maken, voer dan het aantal kopieën in met de cijfertoetsen. 4. Druk op de [Start]-knop. CHZ962 Als er een papierstoring optreedt, stopt het afdrukken nadat de huidige pagina is afgedrukt. Open het onderhoudspaneel om vastgelopen papier te verwijderen. Het afdrukken wordt automatisch 36

Basisbewerking hervat nadat het onderhoudspaneel is gesloten. Als het onderhoudspaneel niet geopend is om het vastgelopen papier te verwijderen, drukt u op de [Start]-knop om het afdrukken te hervatten. Als er een scanprobleem in de ADF optreedt, wordt het kopiëren meteen geannuleerd. Kopieer in dit geval de originelen vanaf de pagina die vastliep. Een kopie annuleren Als het kopiëren geannuleerd wordt terwijl het apparaat het origineel aan het scannen is, wordt het kopiëren direct geannuleerd en wordt er niks afgedrukt. Als het origineel in de ADF is geplaatst, stopt het scannen nadat de huidige pagina is ingevoerd. Als het kopiëren wordt geannuleerd tijdens het afdrukken, wordt het kopieerproces geannuleerd nadat de huidige pagina is afgedrukt. 1. Zorg ervoor dat het kopieerapparaatscherm wordt weergegeven. Als het faxscherm wordt weergegeven, drukt u op de [Kopieerapparaat/Fax]-knop om naar het kopieerapparaatscherm te gaan. 2. Druk op de [Wis/Stop]-knop. CHZ957 3. Druk op de [1]-knop. CHZ961 37

4. Originelen kopiëren Vergrote of verkleinde kopieën maken Er zijn twee manieren om de schaalverhouding in te stellen: gebruik een vooraf opgegeven verhouding of geef handmatig een aangepaste verhouding op. Vooraf ingestelde verhouding CES103 (voornamelijk Europa en Azië) 50%, 71%, 82%, 93%, 122%, 141%, 200% (voornamelijk Noord-Amerika) 50%, 65%, 78%, 93%, 129%, 155%, 200% Aangepaste verhouding CES106 25% tot 400% in stappen van 1%. 38

Vergrote of verkleinde kopieën maken Verkleinen/vergroten opgeven 1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. CHZ960 2. Druk op [ ] of [ ] om [Kopieereig.] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 3. Druk op [ ] of [ ] om [Verkleinen/Vergroten] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om de verhouding te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. Als [Zoomen: 25-400%] al geselecteerd is, geef dan de gewenste verhouding op met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de [OK]-knop. 5. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het beginscherm. 39

4. Originelen kopiëren Meerdere pagina's combineren Gescande pagina's van een origineel kunnen automatisch verkleind worden zodat er twee of vier pagina's op één vel papier afgedrukt worden. Om deze functie te gebruiken, moet het papierformaat dat voor het afdrukken van kopieën wordt gebruikt, ingesteld zijn op A4 of Letter. 2 op 1 U kunt twee pagina's van een origineel op één vel papier kopiëren. Afhankelijk van de richting van het origineel kan het afdrukformaat worden gekozen uit de volgende opties: Staand Liggend CES033 4 op 1 CES034 U kunt vier pagina's van een origineel op één vel papier kopiëren. Afhankelijk van de richting van het origineel kan het afdrukformaat worden gekozen uit de volgende opties: Staand: L naar R Staand: B naar O CES035 40

Meerdere pagina's combineren CES036 Liggend: L naar R CES037 Liggend: B naar O CES038 Combineren opgeven 1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. CHZ960 2. Druk op [ ] of [ ] om [Kopieereig.] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 3. Druk op [ ] of [ ] om [Combineren] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om [2 op 1] of [4 op 1] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 41

4. Originelen kopiëren 5. Druk op [ ] of [ ] om de afdrukindeling te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 6. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het beginscherm. 7. Zorg ervoor dat het kopieerapparaatscherm wordt weergegeven. Als het faxscherm wordt weergegeven, druk dan op de [Kopieerapparaat/Fax]-knop om naar het kopieerapparaatscherm te gaan. CHZ957 8. Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF. 9. Als u meerdere kopieën wilt maken, voer dan het aantal kopieën in met de cijfertoetsen. 10. Druk op de [Start]-knop. CHZ962 Als u het origineel op de glasplaat plaatst, voer dan de volgende stappen uit om de daaropvolgende pagina's van het origineel te scannen. 11. Als de huidige pagina is gescand, plaatst u de volgende pagina op de glasplaat en drukt u op de [Start]-knop. 12. Herhaal stap 11 totdat alle pagina's van het origineel gescand zijn. Als [Sorteren] uitgeschakeld is, worden de gescande pagina's automatisch afgedrukt op twee pagina's met de modus [2 op 1] en op vier pagina's met de modus [4 op 1]. Als [Sorteren] ingeschakeld is, scan dan alle pagina's en druk vervolgens op de [OK]-knop om er kopieën van te maken. 42

Beide zijden van een identiteitsbewijs op één zijde kopiëren Beide zijden van een identiteitsbewijs op één zijde kopiëren In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u de voor- en achterkant van een ID-kaart of andere kleine documenten of pasjes kunt kopiëren op één zijde van een vel papier. Als u op papier van A4-formaat kopieert, kunt u documenten kopiëren die kleiner zijn dan A5-formaat. Zo kunt u ook documenten kopiëren die kleiner zijn dan een Half Letter-formaat als u op papier van Letter-formaat kopieert. Om deze functie te gebruiken, moet het papierformaat dat voor het afdrukken van kopieën wordt gebruikt, ingesteld zijn op A4 of Letter. Voorkant Voorkant Achterkant Achterkant NL CES165 Een identiteitsbewijs kopiëren 1. Zorg ervoor dat het kopieerapparaatscherm wordt weergegeven. Als het faxscherm wordt weergegeven, druk dan op de [Kopieerapparaat/Fax]-knop om naar het kopieerapparaatscherm te gaan. CHZ957 43

4. Originelen kopiëren 2. Druk op de [ID-kaart kopiëren/direct kiezen]-knop. CHZ959 3. Als u meerdere kopieën wilt maken, voer dan het aantal kopieën in met de cijfertoetsen. 4. Plaats het origineel met de voorkant naar beneden zo ver mogelijk naar achteren op de glasplaat. Plaats het origineel in het midden van het scangebied voor A5/Half Letter. Achterkant 5. Druk op de [Start]-knop. NL CHZ023 CHZ962 6. Plaats binnen 30 seconden het origineel terug met de achterkant naar beneden zo ver mogelijk naar achteren op de glasplaat en druk vervolgens op de [Start]-knop. 44

Dubbelzijdige kopieën maken Dubbelzijdige kopieën maken Om deze functie te gebruiken, moet het papierformaat dat voor het afdrukken van kopieën wordt gebruikt, ingesteld zijn op A4 of Letter. U kunt kiezen voor het binden van de bovenkant (Boven/Boven) of van de zijkant (Boven/Onder), zowel staand als liggend. Boven/boven CES125 CES126 Boven/onder CES127 CES128 45

4. Originelen kopiëren Dubbelzijdig kopiëren opgeven 1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. CHZ960 2. Druk op [ ] of [ ] om [Kopieereig.] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 3. Druk op [ ] of [ ] om [Dubbelz. kopiëren] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om [Boven/boven] of [Boven/onder] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 5. Druk op [ ] of [ ] om de richting te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 6. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het beginscherm. 7. Zorg ervoor dat het kopieerapparaatscherm wordt weergegeven. Als het faxscherm wordt weergegeven, druk dan op de [Kopieerapparaat/Fax]-knop om naar het kopieerapparaatscherm te gaan. CHZ957 8. Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF. 9. Als u meerdere kopieën wilt maken, voer dan het aantal kopieën in met de cijfertoetsen. 46

Dubbelzijdige kopieën maken 10. Druk op de [Start]-knop. CHZ962 Als u het origineel in de ADF plaatst, worden alle pagina's automatisch gescand en worden alleen de pagina's aan één zijde in volgorde gekopieerd. Ga naar stap 12. Als u het origineel op de glasplaat plaatst, voer dan de volgende stappen uit om de daaropvolgende pagina's te scannen. 11. Als de huidige pagina is gescand, plaatst u de volgende pagina op de glasplaat en drukt u op de [Start]-knop. Als [Sorteren] uitgeschakeld is, drukt het apparaat eerst alleen de voorzijdes van de pagina's af. Als [Sorteren] ingeschakeld is, scan dan alle pagina's en druk vervolgens op de [OK]-knop om er kopieën van te maken. 12. Pak alle afdrukken uit de uitvoerlade en plaats ze in de invoerlade. Om op de achterkant van de afdrukken af te drukken, draait u deze om en plaatst u ze in de invoerlade zodat ze met de blanco zijde naar boven liggen. Staand CHZ921 47

4. Originelen kopiëren Liggend CHZ922 13. Druk op de [Start]-knop. 48

Scaninstellingen opgeven Scaninstellingen opgeven In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de afbeeldingsbelichting en scankwaliteit voor de huidige taak kunt instellen. Instelling van de afbeeldingsdichtheid Er zijn vijf afbeeldingsbelichtingsniveaus. Hoe hoger het belichtingsniveau, hoe donkerder de afdruk. 1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. CHZ960 2. Druk op [ ] of [ ] om [Kopieereig.] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 3. Druk op [ ] of [ ] en selecteer [Dichtheid]. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om het dichtheidsniveau te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 5. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het beginscherm. Het documenttype selecteren aan de hand van het origineel Er zijn drie documenttypen: Tekst Foto Selecteer dit type als het origineel alleen tekst bevat en geen foto's of afbeeldingen. Selecteer dit type als het origineel alleen foto's of afbeeldingen bevat. Gebruik deze modus voor de volgende origineeltypen: Foto's Pagina's die geheel of hoofdzakelijk uit foto's of afbeeldingen bestaan, zoals pagina's in tijdschriften. 49

4. Originelen kopiëren Tekst/foto Selecteer dit type als het origineel zowel tekst als foto's of afbeeldingen bevat. Het origineeltype opgeven 1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. CHZ960 2. Druk op [ ] of [ ] om [Kopieereig.] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 3. Druk op [ ] of [ ] om [Origneel type] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om het documenttype te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 5. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het beginscherm. 50

5. Scannen vanaf een computer Basisbewerking Met scannen vanaf een computer (TWAIN-scannen en WIA-scannen) kunt u het apparaat bedienen vanaf uw computer en originelen rechtstreeks naar uw computer scannen. TWAIN-scannen TWAIN-scannen is mogelijk als uw computer over een toepassing beschikt die TWAIN ondersteunt. 1. Plaats het origineel. 2. Open het dialoogvenster voor dit apparaat met een TWAIN-compatibele toepassing. 3. Configureer de scaninstellingen indien nodig en klik vervolgens op [Scannen]. Instellingen die u in het TWAIN-dialoogvenster kunt configureren: 1 2 7 6 5 4 3 NL CHZ973 1. Origineel type Selecteer aan de hand van uw origineel een instelling uit de lijst met opties hieronder. [Standaard] (automatisch veranderen in kleur, 200 200 dpi) [Foto] (automatisch veranderen in kleur, 600 600 dpi) 51

5. Scannen vanaf een computer [Opslag] (automatisch veranderen in tekst, 200 200 dpi) [OCR] (automatisch veranderen in tekst, 400 400 dpi) 2. Scanmethode origineel Geef de scanmethode op voor de originelen. Als [ADF] is geselecteerd in [Scanmethode origineel], geef dan de richting van het origineel op. 3. Afbeeldingskwaliteit aanpassen U kunt de afbeeldingskwaliteit aanpassen. De scaninstellingen die aangepast kunnen worden, zijn: richting, hoek, helderheid/contrast, niveau, kleurbalans en kleurschakering/-verzadiging. Als [Automatisch] is geselecteerd, worden de standaardwaarden op alle instellingen toegepast. Als [Handmatig] is geselecteerd, kunnen alle instellingen naar wens worden aangepast. 4. Origineelformaat: Selecteer het scanformaat. Als u [Aangepast formaat...] selecteert, voer dan het scanformaat rechtstreeks in het bewerkingsveld in. 5. Resolutie: Selecteer een resolutie in de lijst. Als [Tekst], [Tekst/Foto] of [Foto] is geselecteerd in [Scanmodus:], kan de scanresolutie niet op 1200 1200 dpi of hoger worden ingesteld. 6. Scanmodus: Kies uit [Kleur], [Grijstinten], [Foto], [Tekst] of [Tekst/Foto]. 7. Modus selecteren Er kunnen maximaal tien scaninstellingen worden opgeslagen. De standaardwaarde wordt toegepast als [Standaard] geselecteerd is. Raadpleeg voor meer informatie de Help-functie van het TWAIN-stuurprogramma. Basisbewerking voor WIA-scannen 1. Plaats het origineel. 2. Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers]. 3. Klik met de rechter muisknop op het printermodel dat u wilt gebruiken en klik vervolgens op [Beginnen met scannen]. 4. Configureer de scaninstellingen indien nodig en klik vervolgens op [Scannen]. 5. Klik op [Importeren]. 52

6. Een fax verzenden en ontvangen Faxapparaatscherm Als het apparaat wordt aangezet, wordt het kopieerapparaatscherm eerst weergegeven. Als het kopieerapparaatscherm wordt weergegeven, kunt u met de [Kopieerapparaat/Fax]-knop op het bedieningspaneel naar het faxscherm gaan. Stand-by scherm Ready 12-31 Standard 16:00 Eerste regel Geeft de huidige apparaatstatus, de maand en datum weer. Tweede regel Geeft de huidige instellingen voor de resolutie en de tijd weer. Het opstartscherm kan worden bepaald in [Functieprioriteit] onder [Systeeminstellingen]. 53

6. Een fax verzenden en ontvangen De datum en tijd instellen 1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. 2. Druk op [ ] of [ ] om [Systeeminstellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 3. Druk op [ ] of [ ] om [Datum/Tijd instellen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om [Datum instellen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 5. Voer het huidige jaar met de cijfertoetsen in en druk dan op de [OK]-knop. 6. Voer de huidige maand met de cijfertoetsen in en druk dan op de [OK]-knop. 7. Voer de huidige dag met de cijfertoetsen in en druk dan op de [OK]-knop. 8. Druk op [ ] of [ ] om [Tijd instellen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 9. Voer het huidige uur met de cijfertoetsen in en druk dan op de [OK]-knop. 10. Voer de huidige minuten met de cijfertoetsen in en druk dan op de [OK]-knop. 11. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het beginscherm. Als er een onjuiste tijd of datum wordt ingevoerd, corrigeert het apparaat dit automatisch naar de dichtstbij liggende geldige tijd of datum. 54

Tekens invoeren Tekens invoeren Als u tekens wilt invoeren, gebruikt u de volgende toetsen: Een cijfer invoeren Druk op een cijfertoets. Een teken verwijderen Druk één seconde op [ ]. Een faxnummer invoeren Een getal invoeren Gebruik de cijfertoetsen. Andere tekens dan cijfers invoeren : Druk op de [ ]-knop. : Druk op de [ ]-knop. Pauze: druk op de [ID-kaart kopiëren/direct kiezen]-knop. Spatie: druk één seconde op de [ ]. Een naam invoeren Letters, cijfers en symbolen kunnen met de cijfertoetsen worden ingevoerd. Als u twee tekens in wilt voeren die dezelfde cijfertoets na elkaar gebruiken, druk dan nadat u het eerste teken hebt ingevoerd op [ ]. Cijfertoets Aantal keer indrukken NL CHZ903 55

6. Een fax verzenden en ontvangen Faxbestemmingen registreren Dit onderdeel beschrijft hoe u faxbestemmingen kunt registreren in het Adresboek via het bedieningspaneel. U kunt het Adresboek ook met Smart Organizing Monitor bewerken. Raadpleeg de helpfunctie van Smart Organizing Monitor voor meer informatie. De gegevens in het Adresboek kunnen beschadigd raken of onverwachts verloren gaan. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die optreedt als gevolg van dergelijk verlies van gegevens. Faxbestemmingen registreren 1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. CHZ960 2. Druk op [ ] of [ ] om [Adresboek] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 3. Druk op [ ] of [ ] om [Verk. kiesbest. fax] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om het kiesnummer te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 5. Voer het faxnummer in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de [OK]-toets. 6. Voer de faxnaam in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de [OK]-knop. 7. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het beginscherm. 56

Faxbestemmingen registreren Faxbestemmingen wijzigen of verwijderen 1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. CHZ960 2. Druk op [ ] of [ ] om [Adresboek] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 3. Druk op [ ] of [ ] om [Verk. kiesbest. fax] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om het verkorte kiesnummer te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 5. Wijzig het faxnummer met [ ], [ ] en de cijfertoetsen en druk vervolgens op de [OK]- knop. Als u een faxbestemming wilt verwijderen, gebruik dan [ ] om alle cijfers te verwijderen en druk vervolgens op de [OK]-knop. Ga naar stap 7. 6. Wijzig de faxnaam met [ ], [ ] en de cijfertoetsen en druk vervolgens op de [OK]-knop. 7. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het beginscherm. Faxbestemmingen configureren met Smart Organizing Monitor 1. Klik in het [Start]-menu op [Alle programma's]. 2. Klik op [Smart Organizing Monitor for SP 100 Series]. 3. Klik op [Smart Organizing Monitor for SP 100 Series Status]. 4. Klik op [Printerconfiguratie] op het tabblad [Gebruikerstool]. 5. Klik op het tabblad [Fax]. 6. Geef de volgende items op om een faxbestemming toe te voegen: [Nr.: (00 tot 99)], [Bestemming:] en [Faxnummer:] en klik vervolgens op [Toepassen] bij [Verkorte kiesnummers]. 7. Om een faxbestemming te wijzigen, selecteert u de bestemming in [Lijst met verkorte kiesnummerbestemmingen:] en wijzigt u vervolgens [Bestemming:] of [Faxnummer:]. Om de wijzigingen toe te passen klikt u op [Toepassen] bij [Verkorte kiesnummers]. 57

6. Een fax verzenden en ontvangen 8. Om een faxbestemming te verwijderen, selecteert u de bestemming bij [Lijst met verkorte kiesnummerbestemmingen:] en klikt u op [Verwijderen]. 9. Klik op [Toepassen] onderin het scherm. 10. Klik op [OK]. 11. Klik op [Afsluiten]. 12. Klik op [OK]. 58

Een fax versturen Een fax versturen Het is raadzaam de ontvanger te bellen om te bevestigen dat zij de fax hebben ontvangen als u belangrijke documenten verstuurt. Een faxnummer kan de volgende tekens bevatten: cijfers 0 t/m 9, pauze, " ", " " en spatie. Voer indien nodig een pauze in het faxnummer in. Het apparaat pauzeert kort voordat het de cijfers na de pauze kiest. U kunt de pauzetijd bepalen via de instelling [Pauzetijd] onder de instellingen voor het versturen van faxen. Om toondiensten op een kiestoonlijn te gebruiken, voert u een " " in het faxnummer in. Met " " schakelt u tijdelijk van puls naar kiestoon. Als het apparaat via een PBX op het telefoonnetwerk is aangesloten, dient u ervoor te zorgen dat het externe lijntoegangsnummer is opgegeven in [PBX-toegangsnummer] voor het faxnummer. Er kunnen geen scheidingstekens of spaties voor het faxnummer worden ingevoerd. De verzendingsmodus selecteren Er zijn twee manieren van verzenden: Geheugenverzending en Directe verzending. Geheugenverzending In deze modus zal het apparaat verschillende originelen naar het geheugen scannen en ze daarna tegelijkertijd versturen. Dit is handig wanneer u haast heeft en het document wilt meenemen. In deze modus kunt u een fax versturen naar meerdere bestemmingen. In de modus Geheugenverzending kan een taak uit maximaal 10 pagina's bestaan en kunnen er maximaal 5 taken in het apparaat worden opgeslagen. Directe verzending In deze modus scant het apparaat het origineel en faxt deze tegelijkertijd zonder het in zijn geheugen op te slaan. Dit is handig wanneer u snel een origineel wilt versturen. In deze modus kunt u slechts één bestemming opgeven. 59