BUURTSCHAP DIJKERHOEK

Vergelijkbare documenten
DE CACHE MEER POLDER. De volgende attributen zul je zeker nodig hebben: - natuurlijk een GPS (al dan niet in de vorm van een smartphone),

STOKKUM-OOST. Landbouwschuur omstreeks 1935

LEZEN. Terpentijd

WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE MARKELO VANAF

Onderdeel A Het landschap en het ontstaan van terpen en wierden

Geschiedenis van de duinen

Staatsbosbeheer T Anloërdiep. Wandelen tussen de houtwallen - 11 km

Borculo, Prins Hendrikstraat 2

BATHMEN: SALLANDSE LANDWEER

l.de marken van Haaksbergen.

Bathmen: Sallandse Landweer (Salland) Fietsroute: 28 km

L ang geleden zag de Achterhoek er. De geschiedenis van Doetinchem, Wehl en Gaanderen

Beknopte geschiedenis van Reeuwijk en Driebruggen

SILLE WY EFKES DE GEASTEN OM?

Verwijzingen naar andere bronnen over de historie van Nieuw-Amsterdam, Veenoord en Zandpol.

Wandelroute Kano van Pesse

Staatsbosbeheer Trompsingel 1, 9724 CX Groningen T Landgoed Mensinge. Drenthe in een notendop.

kloosterhaar groep 5 & 6 Klooster Groot Galilea in Sibculo inhoud LES

Omdat uw woning de aankoop van uw leven is. Bergzicht 12 ÉÉn- en tweepersoons appartementen

BOERMARKEN IN DRENTHE

3.2.1 Dorpskarakteristiek

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

OMMETJE VEENSCHAP:GESCHIEDENIS

Beschermd dorpsgezicht Hoog Soeren

ROELVINK. Generatie I

MARKE USSELO: -

De economische structuur van het Oldambt*

Staatsbosbeheer T Eexterveld. Wandelen in het plantenparadijs - 7 km

Lesbrief De Meerpolder 400 jaar:

Rondje Vledder. een (virtuele) wandeling langs enkele gebouwen van historische betekenis

OPGRAVING BEST-AARLE AFGEROND

LENNIPS-PAD, LANGS DE GRENS.

De ontginning van het woeste land

Gemeente Utrechtse Heuvelrug Brandweerkazerne Maarn/Maarsbergen

NEDERLAND IN VOLLE BLOEI

De straat van toen. Kerkstraat Naaldwijk

Gebied 6 Woonwijken vooroorlogs tot jaren veertig

WERKBLAD pingo. naam. Heel lang geleden was het hier erg koud. Dat noemen we de ijstijd. Er waren heuvels, heel bijzondere heuvels.

Holland 1000 jaar geleden. Meer weten? Klik hier

HUNGERINK. Generatie I

Beknopte historische geografie van Oosterhout en Den Hout

3000 jaar historie van Best-Aarle opgegraven

Voor meer informatie van de boerderij Klumpers zie op onze website onder historisch overzicht per pand: Buitengebied boerderijnr. 1.3.

Texel Landschappelijke ontwikkelingen

OMMEN (ARRIEN) ROUTE 7 km

De St. Petrus Canisiusschool en Liduinaschool.

Het lam. Arna van Deelen

Extra: Terpen hv123. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

FIETSEN IN SINT ISIDORUSHOEVE

Borculo, Graaf Wichmanstraat 13

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

De scheiding van het veen in 1861 door de markgenoten van de boermarken Noord- en Zuidbarge.

Zuiderkerk Groningen. Groningen adres Stationsstraat 12 kerkgemeenschap gereformeerd gebouwd 1901 architect. plaats

3000 v. Chr v. Chr v. Chr v. Chr.

Bolle akker. locatie 1. Coelhorsterweg

West: Weiteveen Voor de werkzaamheden rondom Weiteveen worden momenteel het Bestemmingplan en het Inrichtingsplan geschreven. Nog dit jaar, dan wel

Zoekopdrachten bij Het water komt. **

Berg en kroute reub 6,6 km

Het huis had een houten skelet, daartussen fistelstek besmeerd met leem.

Spijkenisse Peter van der Sluijs Nummer: 43 kijk op voor digitale boeken

Oudste landschap van Nederland Natuurparel De Vilt

Inhoud. Thema 5.1 Jagers en boeren 3. Thema 5.2 Grieken en Romeinen 6. Thema 5.3 Monniken en ridders 9. Thema 5.4 Steden en staten 12.

KERSTWANDELING KM

Gelselaar, t Schoman 34

TE KOOP AANGEBODEN. De boerderij met bedrijfsgebouwen en landbouwgronden gelegen aan de Diepenheimseweg 33, te Haaksbergen.

Het Kampenlandschap 11 km

Kerkepaden in de Achterhoek

Virtuele toer door Het Waterpark HET LANKHEET

RESTAURATIE VAN DE SCHAAPSKOOI OP REMMERDEN

Stichting Veldwerk Nederland, Orvelte

Geschiedenis van de voormalige Torenstraat in Sint-Michielsgestel

LANDSCHAPSANALYSE. 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland. Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii. 27 september 2013 Academie van Bouwkunst

Wandelen - Achel - Soerendonk - Achelse Kluis

Schipbeek Wateroverlast door overstroming Schipbeek in 1926

Het Kampenlandschap 11 km

Voorbereiding post 1. Werken voor hei en ven Groep 1-2-3

Het erve Meenderink gelegen aan Zonneweg 1 gelegen aan de rand van het dorp wordt voor het eerst vermeld in 1385.

Oerboeren in de Friese Wouden.

Het Heetveld en de Treek

De IJzertijd (van 800 tot 12 voor Christus).

Voorbereiding post 1. Werken voor de hei Groep 4-5

Interview met de heer J.W. Wesselius

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

OPDRACHTEN bij de FIETSEXCURSIE van het project MOOI HOOGLAND-WEST!

ARION een Griekse mythologische figuur als fameuze springbron in de tuinen van het Huys Ootmarsum

Er was eens een meisje dat zich heel alleen voelde. Haar naam was Sterre. Ze hield van lezen, maar ze had maar één boek:

TE KOOP: Riante bouwkavel in Nederwetten. Adres: Esrand 2 Oppervlakte: 440 m2 Koopsom: (excl. btw)

Bouwkavels. Oetbrink. Daarle West. Ontwerp uw eigen woning

Boerderij Groot Koestapel, Gerven (Putten)

Archief van het Algemeen Armbestuur van Poortvliet

Welke plaag moesten zij aankondigen; wanneer zou de vijfde plaag een feit worden en had Gods volk last van deze plaag?

Voor meer informatie van de boerderij Hoestink zie op onze website onder historisch overzicht per pand: Stokkum boerderijnr. 2.2.

De Borkeld en het Junner Koeland 20 juni 2008 excursie Jeneverbes Gilde

Geschiedenisproefwerk groep 7 Hoofdstuk 5 Een nieuwe wereld: Amerika

Enkele opmerkingen naar aanleiding van een bijschrift over kasteel Crayenstein.

de straat van toen Koningstraat Naaldwijk

Stichting Het Drentse Landschap bekommert zich om natuur, landschap en

Werkblad. Eten: vroeger en nu. Materiaal. Hoe gaan we te werk? Leestekst. 5 de leerjaar. Schrijf- en tekengerief

REDENGEVENDE OMSCHRIJVING RIOOL ONDER HET GLOP EN DE BOTERHAL

Transcriptie:

BUURTSCHAP DIJKERHOEK De Dijkerhoek was vroeger een vrij kleine buurtschap en omvatte het gebied tussen Holterweg en de boerderij Breukink. Direct vanaf Breukink begon het uitgestrekte, waterrijke en moerassige gebied, dat tegenwoordig bekend is als de Binnenmaten, het Haverland, de Slagen en het Groenland. Dit gebied strekte zich uit vanaf de Schipbeek tot vlak achter de tegenwoordige boerderijen Bussink-Wissink, AorntHaarm, Overmeen, de Schriever en Bussink. Vanaf Breukink (aanvankelijk ook wel Broekink genoemd) liep een dijk richting de broeklanden. Mogelijk ontleent de buurtschap haar naam aan die dijk. Later breidde de Dijkerhoek zich uit tot aan de Schipbeek, dus inclusief de Nieuwe Meene en de Slagen. De oorspronkelijke kern van de Dijkerhoek lag dus vroeger op een strategisch gunstige plek, tussen de Dijkeres, waar de akkers waren gelegen en het lage gebied de Haverlanden, waar het overtollige water naar toe stroomde. Hier haalde men aanvankelijk ook het consumptiewater. Door dit lage gebied stroomde een beekje, nu bekend als Tiemansgötte, die z n oorsprong vond bij Ovink aan de Achterhoekeres en uitmondde in de Schipbeek. Uit oude kaarten valt af te leiden dat de Tiemansgötte, in de tijd dat de Schipbeek nog niet doorgetrokken was richting Diepenheim, één van de belangrijkste aanvoerbeken van de Schipbeek was, naast enkele uit het Stokkumerbroek. De kern van de Dijkerhoek bestond aan het eind van de middeleeuwen uit slechts een vijftal boerderijen: Meenderink, Bisschopslonink, de Schriever, Wissink en Breukink. De bebouwing Fietsclub in de Dijkerhoek (omstreeks 1930); v.l.n.r: G.J. Lammertink, H.J. Krijgsman, G.J. Berendsen, J.H. Lonink, F. Roeterdink, G. Klumpers (Pruusse) en J.H. Dijkink. verdichtte zich in de 150 jaar daarna; een groot deel van de boerderijen die er nu nog staan, werden in die periode gesticht. De eerste die het waagde buiten de kern te bouwen was Keppels die begin 17 e eeuw een kasteeltje bouwde met daarbij het boerderijtje Kraayenzang. Absoluut en Vossebelt waren een eeuw later de eerste navolgers. Van de huidige 80 panden in de Dijkerhoek, is het merendeel (50) 1

gebouwd na de verdeling van de markegronden en overwegend in het gebied tussen Breukink en de Schipbeek. Het eerste gedeelte van de Larenseweg, dat nu de buurtschap doorsnijdt, bestond vroeger niet. De (verkeers)weg ( de zomerweg ) van Markelo naar Deventer, liep vanaf fietsenmaker Frederiks, achter Meenderinkboer, langs Kooymans, naar Breukink en vandaar over de dijk naar de doorwaadbare plaats in de Schipbeek (nu de Hogebrug) via de vroegere Rietdijk en de Wippert naar Deventer. In de Dijkerhoek zelf had iedere boer zo z n eigen weg naar de es en de broeklanden. De Dijkerhoek vormt een hechte gemeenschap waar nog heel lang de aloude naoberplichten in z n pure vorm werden gepraktiseerd. De enkele jaren terug jubilerende buurtvereniging, met haar clubhuis bij boerderij Luuks, is heel actief; vroeger met de bus op reis, nu met de fiets en druk met de wagen voor de optocht en de verschillende bijeenkomsten in het clubhuis. Nieuwtjes die via de kaartavonden in de Dijkerhoek openbaar worden, zijn echter altijd voorzien van het etiket t is verteld op de kaartavond!. BUURTSCHAP ACHTERHOEK De Achterhoeker es en omgeving vormde eeuwen geleden de belangrijkste grond voor de boeren in de Achterhoek en de Wiemerinkhoek. Aan de zuidelijke rand van die Es ontstond de Wiemerinkhoek en aan de westrand de Achterhoek. Laatstgenoemde buurtschap omvatte aanvankelijk slechts een tiental boerderijen die zich alle bevonden in de strook tussen de esrand en de tegenwoordige Leusmanweg. Alle grond buiten dat gebied was gemeenschappelijke woeste grond. Die oudste boerderijen waren vlak tegen de esrand aan gebouwd: Hiddink, Roessink, Bolink, de Kuper, Oldenhof, de Boa, Ovink, Tieman, Sink, Luevink en Volkerink. Zij brachten eerst de aan de voet van de Es gelegen dekzandruggen in cultuur. Vervolgens werd de Es zelf door middel van het opbrengen van plaggen en mest vruchtbaar gemaakt. Toen in 1850 de gemeenschappelij ke markegronden werden verdeeld bestond de Achterhoek al uit 37 boerderijen. In de daarop volgende 50 jaar (1850-1900) werden er 16 bij gebouwd. De grootste toename vond echter plaats in de periode 1920-1940 toen er 32 nieuwe boerderijtjes verrezen, voornamelijk op Schaapskooi in de Achterhoek omstreeks 1930. de Hocht en het Achterhoeker veld. De Achterhoek is lang gedomineerd door de havezate de Oldenhof. Vrijwel alle grotere boerderijen behoorden tot het bezit van de bewoners op de Oldenhof. Vanaf de Franse tijd, toen vele boeren hun pachtboerderij kochten, kwam daar verandering in en in 1875 verdween de havezate van de 2

aardbodem. Tegenwoordig wordt het beeld van de Achterhoek door een heel ander soort bouwwerk bepaald. De boven de Es uit-torende gebouwen van uitgaanscentrum Dieka van de Kruusweg kunnen niemand ontgaan. Zoals gezegd is het gebied tussen esrand en Leusmanweg de oorspronkelijke Achterhoek, pas veel later kwam daar de Hocht bij. Ook voor de Hocht gold namelijk dat het niet meer was dan woeste grond. Het was onverdeelde grond van de marke Markelo; de grote eigengeërfde boeren waren gezamenlijk eigenaar van dit gebied. Men gebruikte het om schapen te laten weiden en plaggen te steken. Iedere volle boer mocht er 100 schapen laten weiden en een halve boer 50. De schaapschotten waarin de dieren s nachts werden gestald en hun kostbare mest achterlieten, stonden voor een deel aan het begin van de Hocht, nabij de tegenwoordige Leusmanweg. De grond was er zo onvruchtbaar omdat de keileem dicht aan de oppervlakte ligt. In droge tijden was de bodem keihard en in het natte seizoen was het een modderpoel. De grond kreeg pas waarde toen er begin 1900 kunstmest op de markt kwam en de waterafvoer geregeld werd. Notabelen als notaris Teesselink, Stokkentreeft en Heilersig legden er proefvelden aan om te demonstreren dat het mogelijk was deze grond in cultuur te brengen. De boeren keken eerst vrij sceptisch en bij voorkeur s nachts deze kat uit de boom. Zouden er op de Hocht werkelijk aardappelen en rogge verbouwd kunnen worden? Geleidelijk raakte men overtuigd en vanaf die tijd schoten er kleine boerderijtjes als paddestoelen uit de grond. Er zat echter nog meer waardevols in de vroeger zo nutteloze grond. De Rijssense tichelaars zochten leem voor hun steenbakkerijen en struikelden er bijna over op de Hocht. Vrijwel vanaf de oppervlakte tot meters diep lagen dikke lagen leem letterlijk voor het opscheppen. De grond werd aangekocht, de leem afgegraven, weer bedekt met een laag teelaarde en teruggegeven aan de landbouwers. Dit verklaarrt waarom grote stukken weiland nu veel lager liggen ten opzichte van de wegen. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw waren er nog drie uitgestrekte groeven. Tegenwoordig is er nog één waar zo nu en dan leem wordt gegraven. De groeven vormden een eldorado voor geologen die er een gevarieerd aantal overblijfselen aantroffen van het ijslandschap, zoals de stuwwallen, smeltwaterafzettingen en preglaciale afzettingen. BUURTSCHAP BORKELD De Borkeld en het Wittezand vormden ooit de zelfkant van de marke Markelo. Het was het grensgebied, ver weg van het centrum van de marke en bovendien was de kwaliteit van de grond bijzonder slecht. Geen wonder dat de mensen die zich er clandestien vestigden, nauwelijks iets in de weg werd gelegd. Het betrof dan vaak families die, vanwege betalingsachterstanden, van hun pachtboerderijen waren verdreven en daarom noodgedwongen in deze buurt een hut optrokken. Het kwam zelfs voor dat jonge boeren die zich bijvoorbeeld, zonder toestemming, in het Markelosebroek hadden gevestigd, werden gesommeerd daar te vertrekken, met het advies hun heil maar te zoeken op de Borkeld. Borkeld en Wittezand hebben zich nooit tot een zo n hechte gemeenschap weten te ontwikkelen als de hiervoor besproken buurtschappen. Men is er doorgaans ook meer gericht op Holten dan op Markelo. Mogelijk dat de kerkelijke instelling daar vroeger een rol bij heeft gespeeld. Het ontbreken van een buurtschool was waarschijnlijk een belangrijke factor voor de minder sociale cohesie. Overigens heeft men als buurt wel meer dan eens pogingen ondernomen om een eigen school te krijgen. Zo verzocht bijvoorbeeld Jan Kuiper in 1821 om een school te mogen stichten voor de kinderen van de Borkeld en het Wittezand. Deze kinderen gingen tot dan in Markelo, Elsen, Rijssen of Holten naar school en moesten soms wel een uur lopen. Jarenlang heeft dit verzoek de gemoederen bezig gehouden. Schoolopzieners en de gemeenteraden van Markelo, Rijssen en Holten hebben er meer dan eens over gedelibereerd. Jan Kuiper was bereid om zijn school voor eigen rekening te exploiteren mits hij van de ouders hetzelfde schoolgeld mocht vragen als voor een leerling in Elsen werd betaald. De schoolopziener zag er geen heil in, omdat hij vreesde voor de kwaliteit van het onderwijs. Kuiper wilde namelijk in een ruimte op één van de grotere boerderijen les gaan geven en leek zich weinig te 3

bekommeren om het lesmateriaal. Alleen als de gemeente de school stichtte en er voldoende hulpmiddelen ter beschikking werden gesteld was de schoolopziener bereid te overwegen toestemming te geven. Vanaf het Wittezand liepen er in die jaren 20 schoolgaande kinderen naar Markelo; vanaf de Markelose Borkeld gingen 8 kinderen naar Elsen;, op de Rijssense Borkeld gingen 8 kinderen in Rijssen op school, de Holter Borkeld stuurde 32 of 53 kinderen (afhankelijk van de grens die men trok) naar Holten en vanaf de Langstraat gingen ook nog eens 4 kinderen naar Holten. In april 1823 werden de ouders uitgenodigd om in te schrijven voor een bepaald bedrag, te besteden aan de bouw van een school. De opbrengst bleek nogal tegen te vallen. Uiteindelijk gingen de plannen niet door toen de gemeente niet bereid bleek een school te bouwen. Schaapskudde op de Borkeld. In 1903 verzochten adressanten van de Borkeld opnieuw een school te mogen stichten. Burgemeester en wethouders rekende hen daarop voor welke kosten het aankopen van een terrein voor het stichten van een school met onderwijzerswoning, traktementen van onderwijzend personeel, brandstoffen, schoonhouden e.d. met zich mee bracht. Bovendien, als het verzoek zou worden ingewilligd, moesten de verzoekschriften van andere buurten ook worden gehonoreerd. Dit zou dan tot gevolg hebben, dat de hoofdelijke omslag moest worden verdubbeld van f. 7500,= naar circa f. 15000,=. De adressanten hadden echter meerdere ijzers in het vuur. Ingezetenen van de Holter- en Rijssener Borkeld hadden ook aan de raden van Holten en Rijssen om een school gevraagd. Desnoods, zo hoopte men, zou voor gemeenschappelijke rekening (Markelo, Holten en Rijssen) een school te stichten moeten zijn. Helaas voor de buurtschap ging ook dit plan om bijna dezelfde redenen als 80 jaar eerder- niet door. BUURTSCHAP GROENLAND, LANGSTRAAT en BRUMMELAAR Ook dit gebied was lang woest en onherbergzaam. Deels bestaand uit moerassen en deels uit heidevelden, was het slechts bruikbaar voor het steken van plaggen en het weiden van schapen en runderen. Eeuwenlang stond er slechts één boerderij: Groot Nieland (pand 240). Pas vanaf omstreeks 1815 werden er, met of zonder toestemming van het markebestuur, de eerste schamele onderkomens gebouwd. Toen in 1850 de gemeenschappelijke markegronden werden verdeeld bleken er een tiental van dergelijke boerderijtjes te staan. Diegenen die het zich konden veroorloven kochten toen van de marke de ondergrond van hun boerderijtje. Waren de bewoners daar niet toe in staat dan werd hun onderdak door het markebestuur geschonken aan de Kerk. Van de huidige 65 panden in dit gebied, werden er dus 55 gesticht na de markedeling. Opvallend veel hiervan, 30 namelijk, werden pas na 1900 gebouwd. Dus is het, dankzij de kunstmest en de verbeterde afwatering, een bij uitstek nieuw woongebied. 4

Zandafgravingen op de Domelaar. Voor veel van die nieuwe bewoners was de boerderij aanvankelijk een nevenberoep. Doordeweeks bestierde de boerin het bedrijfje, in de weekeinden en s avonds aangevuld door haar man. De nadruk lag daarbij op het in cultuur brengen van kleine stukjes woeste grond, waarbij door zware lichamelijke inspanningen soms zoveel vruchtbare grond onstond, dat boeren uiteindelijk toch het hoofdberoep kon worden. De oorspronkelijk deeltijd-boeren werkten overdag vaak als b.v. rietdekker, waterschapsmedewerker of in loondienst bij de firma Klumpers of één van de coöperaties. De stroperij vormde ook een goede bijverdienste, mogelijk dat daarom juist in dit gebied nogal wat jachtopzieners woonden. Opvallend is dat deze in kleine stapjes opgebouwde bedrijfjes ook weer als eerste, ten gevolge van de schaalvergroting en mechanisering na de Tweede Wereldoorlog, de handdoek in de ring moesten gooien. BUURTSCHAP MARKELOSEBROEK Het Markelosebroek is lang een woest, drassig en onbewoond gebied geweest, gelegen tussen de Schipbeek en de Bolksbeek. Het was slechts bereikbaar via een aantal doorwaadbare plaatsen in de Schipbeek, zoals bij de Roosdom en de tegenwoordige Hoge brug. De eerstbekende boerderijen in dit gebied zijn de Roosdom en Sanderman, beide gelegen op een horst dicht bij de Schipbeek en genoemd vanaf de eerste helft van de 17e eeuw. Ze werden in de 2e helft van die eeuw op de voet gevolgd door Stoolhorst en de Visscher. Van de 75 panden die er tegenwoordig in dit gebied staan, bestonden er in 1800 al 12. In de 50 jaar daarna kwamen er 16 nieuwe bij, al dan niet met toestemming van het marke-bestuur, en meestal gesticht op de gemeenschappelijke gronden. Na de verdeling van de marke-gronden verrezen de nieuwe boerderijtjes als nooit tevoren; in enkele jaren kwamen er 17 bij. Ook de laatste 100 jaar is het Broek dichter bevolkt geraakt, met name de nieuwbouw rond de TVtoren en de verplaatste ruilverkavelingsboerderijen droegen daaraan bij. 5

Het waterrijke Broek was aanvankelijk alleen geschikt voor het houden van ganzen, voor de visvangst, op de hogere gebieden hooi te verbouwen en uiteraard om plaggen te steken. Het hele gebied was gemeenschappelijke grond van de marke en in gebruik bij de grote eigengeërfde boeren die allemaal een geschikt vast stuk in gebruik hadden als hooiland. Die percelen kregen op den duur de naam van de gebruikers, zoals Breukinkbrook, Wissinkbrook en Ovinkbrook etc. De markenrichters, de hoogste functionarissen binnen het markebestuur, wisten tijdens hun bewind grote stukken markegrond in eigendom te krijgen. De heer van Raesfelt, Drost van Vollenhove, werd eigenaar van de Drosten-maat en Van Coeverden, Heer van Stoevelaar, wist tijdens zijn regeerperiode het Stoevelaars-broek te verwerven. Het uitgestrekte Markelosebroek is op te delen in kleinere blokken die allemaal een eigen naam hebben: de Reet, Drostenmoat, Wonseler, Coeversbrook, Pikreize, Weggeler, Breukinkbrook, Wissinkbrook, de Luukshorst, Rouweler, Kappeler, Wolfsgoor, Klostersmoat, de Dorshorst, Ovinkbrook, de Stoolhorst, Stoevelerbrook, Hiddinkbrook, Luevinkbrook, de Deele, Apengoor en de Luchte. Wateroverlast in het Markelosebroek was aanvankelijk een geaccepteerd natuurverschijnsel. Niemand die zich er aan stoorde, integendeel, het slib dat er door op de hooilanden werd gebracht was bevorderlijk voor de vruchtbaarheid. Tot echter de wateraanvoer uit het achterland steeds groter werd. De negatieve gevolgen werden, door het in cultuur brengen van de grond en het stichten van boerderijtjes, navenant ingrijpender en zo ontstond een jarenlange strijd tegen het water. Die strijd resulteerde zelfs in gevangenisstraffen voor een aantal boeren. Hieraan zal een apart artikel worden gewijd. Tegenwoordig is het Markelosebroek een landbouwgebied bij uitstek. Dankzij een goede waterbeheersing, lange rechte wegen die aangelegd werden tijdens de markeverdeling en verhard bij de ruilverkaveling, de schaalvergroting en mechanisering, is het Markelosebroek minstens gelijkwaardig aan de vroeger zo belangrijke esgronden. Het Markelosebroek was een onderdeel van de marke Markelo en later van de gemeente Markelo. Toen echter in de Franse tijd de gemeenten werden Televisietoren in het Markelosebroek gevormd, werd het Markelosebroek tijdelijk (van 18 juli 1807 tot 19 september 1814) ingedeeld bij de nieuwe plattelandsgemeente Verwolde. Bij de eerste gemeentelijke herindeling in 1814 werd de gemeente Verwolde alweer opgeheven, waarbij het gedeelte aan deze kant van de Bolksbeek onderdeel werd van de gemeente Goor. Want Markelo was, tot het in 1818 zelfstandig werd, onderdeel van Goor De Brookschole, hoewel gelegen aan de verkeerde kant van de Schipbeek, vormt sinds 1903 hèt ontmoetingspunt voor de lokale bevolking. Er worden diverse activiteiten ontplooid door de al 25 jaar bestaande buurtvereniging. Voor de jaarlijkse toneeluitvoeringen week men vele jaren uit naar het fameuze Kippenhoktheater. 6

Landelijke bekendheid geniet de TV-toren die al bijna 50 jaar het overzicht houdt over het Markelosebroek en de verre omtrek. 7