BELEIDSNOTA HOBBY EN BEDRIJFSMATIG HOUDEN VAN PAARDEN EN HET OPRICHTEN VAN PAARDENBAKKEN

Vergelijkbare documenten
"Nota Paardenbakkenbeleid Woudrichem"

Beleid paardenbakken (buitenmaneges)

Beleidsregels buitenrijbanen Westelijk Buitengebied gemeente Putten

POLDER PAARDEN PAARDEN INGEPAST HET BEEMSTER LANDSCHAP. Beleidsnota paardenhouderijen en paardenbakken. Maart 2008

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland

Betreft: Waterland Bp. Buitengebied Waterland 2013, uw nummer /1/R1

BIJLAGE 5. Criteria voor uitbreiding maneges

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo)

hectare voor een bedrijfsmatige paardenhouderij en een bouwblok van 0,5 tot 1 hectare voor een semi-bedrijfsmatige paardenhouderij.

Bijlage 2. Regels bestemming Gemengd Voormalige (agrarische) bedrijfsbebouwing

Beleidsnota Plattelandswoning

HOOFDSTUK 1 Inleiding

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Overzicht behorende bij het Algemeen delegatiebesluit De Ronde Venen 2008

BELEIDSREGEL SCHUILGELEGENHEDEN IN HET BUITENGEBIED GEMEENTE VAALS

Bovenweg 1 - Grootegast manege Dijkstreek 7 - Niekerk Interieurbouw, verkoop via internet, showroom maximaal 60 m 2 bestaand

Korte samenvatting voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied

Bijlage 3: Bestemmingen na wijziging

Beleidsnotitie paardenbakken

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines

INLEIDING. 3 BjflO. Hoofdstuk 1

1. Aanleiding. 2. Omgevingsaspecten

Parc Spelderholt - geldend bestemmingsplan Stuwwalrand Parkzone Zuid

Het kleinschalig houden van dieren

Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning.

regeling ontheffing wijziging gebruik lid lid 15.5 lid 15.6

GEMEENTEBLAD. Nr Paardenbeleid Hollands Kroon. 18 juni Officiële uitgave van gemeente Hollands Kroon.

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

CDA Zundert. Thema avond. Bestemmingsplan buitengebied

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a

Notitie Varianten grondgebonden agrarische bedrijven inclusief uitwerking bestemming 'Wonen' met hobbyboeren

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Inleiding en probleemstelling

Nota Plattelandswoningen Wijdemeren

Perceel Hoofdstraat 220 Oostwold. Bestemmingsplan Buitengebied Leek Bestemming Wonen VOORSCHRIFTEN BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED LEEK (2010)

BELEIDSREGEL BEROEP EN BEDRIJF AAN HUIS GEMEENTE WIERDEN. Vastgesteld door B&W op 4 mei 2010

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

Beleidsregel schuilgelegenheden in het buitengebied Gemeente Valkenburg aan de Geul

BELEIDSREGELS PAARDENBAKKEN

Beleidsnotitie nieuwe denkrichting Vrijkomende (Agrarische) Bebouwing (VAB) in het buitengebied

Aan- en uitbouw Een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

Artikel X Wonen. X.2 Bouwregels

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Kern Klundert 1 e herziening. identificatiecode: datum: status:

gelet op het bepaalde in artikel lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;

: Aanwijzing categorieën verklaring van geen bedenkingen (Wabo, artikel A. onder 3)

Afdeling Grondgebied. Beleidsnotitie. Wonen in het buitengebied en paardenhouderijen

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

BELEIDSREGEL BIJ BEEINDIGING AGRARISCHE

Gemeente Woerden. Toetsing aan de wijzigingsregels Teckop 11 in Kamerik

Notitie Ruimte voor ruimte 2016, gemeente Drimmelen

Beleidsnotitie Bed and Breakfast 2010

BELEIDSNOTA PAARDENBAKKEN GEMEENTE HAREN

P l a n r e g e l s vrs

BIJLAGE 2 tekst herziene voorschriften van Westenholte

BEELDKWALITEITSPLAN SCHUILGELEGENHEDEN, OMHEININGEN EN PAARDENBAKKEN

Onderwerp: Uitkeren planschadevergoeding naar aanleiding van het oprichten van 18 appartementen aan de Schoolstraat in Drunen

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

Handreiking voor de praktijk. Mr. A.P. Cornelissen en mr. M.I.J. Toonders Den Hollander Advocaten gevestigd in Middelharnis

Nota van zienswijze bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Stuifzandseweg 59a

Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013

BESTEMMINGSPLAN REPARATIEPLAN BUITENGEBIED MIDDEN TOELICHTING

Notitie Schuilgelegenheden buiten bouwpercelen voor hobbyboeren

Raad : 5 juli 2005 Agendanr. : Doc.nr : B RAADSVOORSTEL

Beleidsnotitie gemeente Tytsjerksteradiel particuliere paardenbakken

TERNEUZEN Bestemmingsplan Hoofdweg Noord 38 te Zuiddorpe

WIJZIGINGSPLAN. Opdrachtgever D. Riemens Seydlitzweg RS Hoek. ZLTO Advies Bram Verhage 10 oktober 2013

Wijzigingsplan BUITENGEBIED MIDDEN 1 E WIJZIGING. toelichting. Juni 2016

Planregels. wijzigingsplan Buitengebied Midden 1 ste wijziging. Oktober 2016

Buitengebied e wijziging (Broekhuizerstraat 2 Wehl)

Caesarea - Hoenderloseweg 108 te Ugchelen

Erfafscheidingen. Gemeente Zeewolde, juni 2011

Beleidsnotitie voor bedrijvigheid aan huis gemeente Pekela 2013

Zundertse Regelgeving

Namens cliënte, familie Van Kessel, woonachtig aan de Kwadestaartweg 10 te (5752 PV) Deurne, richt ik mij tot u met het volgende.

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G (ONTWERP)

Bestemmingsplanwijziging op eigen initiatief

Verklaring. In verband met wijziging agrarische bedrijfswoning tot status plattelandswoning

1. Eindhovenseweg 39 Boxtel

Wijzigingsplan Spierdijkerweg 89/89a Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bestemming agrarisch naar wonen.

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' zijn de gronden tevens bestemd voor langzaam verkeersdoeleinden.

Nr JORI Houten, 23 mei 2000

Provincie Noord-Holland

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening

Vragen en handhavingsverzoek omwonenden over Kapelstraat 46a in Elshout

Geldend Bestemmingsplan Het Woud

Delegatielijst Projectbesluit

UITGEBREIDE OMGEVINGSVERGUNNING

LTS - park in Musselkanaal

Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden

NOTA ZIENSWIJZE, COMMENTAAR EN WIJZIGING Bestemmingsplan Buitengebied, Weereweg 23 en 25a Tjuchem

llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Inspraaknota Gemeente Epe Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Sport - Manege * *

Transcriptie:

BELEIDSNOTA HOBBY EN BEDRIJFSMATIG HOUDEN VAN PAARDEN EN HET OPRICHTEN VAN PAARDENBAKKEN juli 2006 M022-ãrdk L:\SO_BR\ITE_G0668\KZD5362ITE.doc

- 2 - INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Paardenbakken en lichtmasten toegestaan of vergunningsplichtig? 3. Hobbymatig houden van paarden 3.1 Planologische aspecten 3.2 Criteria oprichten paardenbakken 4. houden van paarden 4.1 Productiegericht 4.2 Gebruiksgericht 4.3 Planologische aspecten 4.4 Criteria oprichten paardenbakken t.b.v. productiegerichte paardenhouderij 4.5 Criteria oprichten paardenbakken t.b.v. gebruiksgerichte paardenhouderij 5. Implementatie 6. Stroomschema

- 3-1. Inleiding Door de afnemende agrarische functie komen steeds meer boerderijen en weidegrond beschikbaar voor particulieren. Daarnaast richten boeren zich geheel of gedeeltelijk op het (recreatief) houden van paarden. Het aantal mensen met een eigen paard is toegenomen en de behoefte aan een accommodatie waar deze paarden afgericht, getraind en gestald kunnen worden is sterk toegenomen. Vooral in het buitengebied van de gemeente Amstelveen zien we de ontwikkeling van het houden van paarden tot stand komen. Naast de gespecialiseerde bedrijven kennen we ook de hobbymatige activiteiten. Het houden van één of meerdere paarden betekent bijna automatisch de behoefte aan een buitenbak (een niet-overdekte paardenbak). De verschillende vormen van het houden van paarden zijn in hoofdzaak te onderscheiden in hobbymatig (vrije tijdsbesteding) en bedrijfsmatig (professioneel/commercieel). De meeste bestemmingsplannen hebben geen adequate regeling voor paardenbakken. Daarom is een regeling nodig in de bestemmingsplannen waarmee een goede beoordeling van aanvragen, dan wel van paardenbakken die zonder (bouw)aanvraag zijn aangelegd, gemaakt kan worden. In deze nota wordt nader ingegaan op de diverse vormen van het houden van paarden en is een toetsingskader geformuleerd voor het verlenen van vrijstelling ten behoeve van het aanleggen van buitenbakken en daarbij behorende bouwwerken. De regeling dient de natuur- en landschappelijke waarden te ontzien en de kans op hinder voor woningen van anderen zo klein mogelijk te maken. 2. Paardenbakken en lichtmasten toegestaan of vergunningsplichtig? Paardenbakken Een paardenbak bestaat uit een omheining (bouwwerk geen gebouw zijnde) en daarbinnen uit een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen. Verreweg de meeste paardenbakken worden zeer eenvoudig uitgevoerd. Een toplaagje wordt verwijderd en vervangen door o.a. zand. In deze notitie wordt er van uitgegaan dat de aanleg van een paardenbak binnen de agrarische bestemmingen niet aanlegvergunningplichtig is. Dit betekent niet dat daarmee de aanleg overal is toegestaan. Het gebruik van gronden dient altijd te blijven binnen de bestemmingsomschrijving. Hier wordt in paragraaf 4 uitvoerig op ingegaan. Een omheining rond een paardenbak is bouwvergunningplichtig ongeacht de hoogte. Een omheining is namelijk geen bouwvergunningvrije erfafscheiding. De hoogte bedraagt in de praktijk circa 1.50 meter. Lichtmasten Een paardenbak wordt ook vaak in de avonduren gebruikt. Regelmatig worden dan bij paardenbakken lichtmasten geplaatst. Die hebben dan een hoogte van minimaal 4 meter, soms tot 6 meter. Voorgesteld wordt voor lichtmasten de volgende hoogtematen te hanteren. Binnen een agrarisch bouwperceel is de hoogte voor lichtmasten 6 meter. Buiten de (agrarisch) bouwpercelen en binnen de bestemmingsvlakken voor woondoeleinden geldt de maximale hoogte van 4 meter. Een lichtmast is een bouwvergunningplichtig bouwwerk. Per geval zal bekeken moeten worden in hoeverre licht is toegestaan, ook bij het hobbymatig houden van paarden. Hierbij moet worden getoetst aan criteria vanuit de milieuwetgeving ten aanzien van tijden, intensiteit en worden eisen gesteld met betrekking tot de afstand tot belendingen.

- 4-3. Hobbymatig houden van paarden. Het hobbymatig houden van paarden vindt veelal plaats bij agrarische- en tuinbouw bedrijfswoningen of burgerwoningen in het buitengebied. Het hobbymatig houden van paarden kenmerkt zich o.a. door het ontbreken van een winstoogmerk en de beperkte omvang van het aantal paarden, welke strekt ter persoonlijk gebruik door de bewoners. In algemene zin wordt een bovengrens van 5 paarden aangehouden voor hobbymatig gebruik. Deze grens wordt ingegeven door vaste jurisprudentie op basis waarvan minder dan 5 paarden als hobbymatig wordt aangemerkt. Het aantal dieren geeft echter een globale indicatie waar de grens ligt tussen hobbymatig en bedrijfsmatig houden van paarden. Het aantal dieren alléen is hiervoor niet bepalend. De vraag die hierbij nog aan de orde komt is wanneer het hobbymatig houden van dieren als inrichting in de zin van artikel 1.1 Wet milieubeheer moet worden gezien. Het Ministerie van VROM heeft op 8 oktober 1999 een brief verzonden naar alle gemeentes over het kleinschalig houden van dieren. In deze brief wordt een overzicht gegeven van uitspraken van de Raad van State over dit onderwerp. Uit deze voorbeelden blijkt dat de rechter diverse factoren laat meewegen, afhankelijk van de omgeving en de individuele kenmerken van de activiteit. De verschillende aspecten die kunnen meewegen bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een bedrijfsmatige activiteit zijn: ² Continuïteit van de activiteit (hoe lang duurt de activiteit); ² Winstoogmerk van de activiteit (verhouding tussen kosten en opbrengsten); ² Hinder die de activiteit veroorzaakt; ² Omvang van de dierstapel (hoeveel dieren en van welke soort); ² Huisvesting van de dieren (zijn er speciale voorzieningen getroffen); ² Commerciële doeleinden (worden er bijvoorbeeld advertenties gezet); ² Gebruik/de aanwending van de dieren (hobby of eigen gebruik); ² Perceelsgrootte; ² Omgeving waar de dieren worden gehouden (landelijk of stedelijk gebied); ² Een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer is zondermeer bedrijfsmatig. Bepalend is of de uitstraling van dien aard is dat deze nog te rijmen valt met de woonfunctie van het betrokken perceel. Vanzelfsprekend wordt het een andere situatie op het moment dat paarden van derden, eventueel tegen vergoeding worden gestald en de voorziening ten behoeve van de hippische sport ter vergoeding beschikbaar wordt gesteld. In dat geval is er sprake van een bedrijfsmatige activiteit. 3.1 Planologische aspecten Het hobbymatig houden van paarden kan in principe bij alle permanente bewoners van het buitengebied plaatsvinden. Binnen de bepalingen van het geldende bestemmingsplan kunnen voorzieningen worden opgericht (o.a. bijgebouwen regeling). De realisatie van een paardenbak ten behoeve van het hobbymatig houden van paarden, is in principe mogelijk, zowel bij burgerwoningen als bij bedrijfswoningen. In de praktijk wordt voor de realisatie van een paardenbak, gezien de beschikbare ruimte, vaak uitgeweken naar een locatie buiten het bouwblok. In de meeste gevallen betreft dit agrarische grond onbebouwd, dan wel gronden met de bestemming tuin. Omdat het gaat om een hobbymatige activiteit, is sprake van strijdig gebruik indien een paardenbak wordt gesitueerd op gronden met een agrarische bestemming, dan wel gronden met de bestemming tuin. Een vrijstelling van de gebruiksvoorschriften is in dat geval noodzakelijk (artikel 19 WRO). Indien de locatie van de gewenste paardenbak geen enkele relatie heeft met een ter plaatse door de aanvrager bewoonde woning dan wordt geen medewerking verleend. Met andere woorden een paardenbak ten behoeve van het hobbymatig houden van paarden moet altijd gekoppeld zijn aan een door de aanvrager in eigendom zijnde woning. Een vrijstelling voor het oprichten van een paardenbak buiten het bestemmingsvlak wordt alleen verleend indien binnen de begrenzing van het bestemmingsvlak redelijkerwijs onvoldoende ruimte aanwezig is. In voorkomende gevallen zou het kunnen betekenen dat gebouwen of bouwwerken dienen te wijken voor de gewenste paardenbak. Bij het verlenen van vrijstelling zijn de gevolgen voor de omgeving en de kwaliteit van het landelijk gebied en het woongenot maatgevend.

- 5 - Om tegemoet te komen aan de maatschappelijke wens om meer ruimte te geven aan het hobbymatig houden van paarden, is het van belang om aan te geven onder welke voorwaarden een vrijstelling van het bestemmingsplan kan worden gegeven. In deze nota zijn de (beleids-)criteria opgenomen waaraan bij een verzoek tot het oprichten van een paardenbak wordt getoetst. Vanwege de rechtsgelijkheid wordt daarbij geen onderscheid gemaakt tussen het hobbymatig houden van paarden bij burgerwoningen en bedrijfswoningen. 3.2 Criteria voor het oprichten van paardenbakken ten behoeve van het hobbymatig houden van paarden bij (burger)woningen en bedrijfswoningen. VOORZIENING Paardenbak WONEN (te bebouwen erf) mits: ² Max. oppervlakte 1200 m2; ² Gezamenlijke oppervlakte bijgebouwen incl. paardenbak 50% te bebouwen erf; van derden 50 m; AGRARISCH BOUWPERCEEL ² Max. oppervlakte 1200 m2; van derden 50 m; ² in combinatie met bedrijfsmatige paardenhouderij. AGRARISCHE GRONDEN onbebouwd, mede t.b.v. woondoeleinden) met vrijstelling. Indien binnen begrenzing bouwvlak redelijkerwijs onvoldoende ruimte aanwezig en afbraak of verwijdering van bestaande bouwwerken niet kan worden verlangd kan vrijstelling worden verleend mits: ² De gronden direct grenzen aan het bouwperceel: ² De gevolgen voor de omgeving en de kwaliteit van het landelijk gebied en het woongenot zijn maatgevend; ² Voldaan moet worden aan de milieuwetgeving, ² Max. oppervlakte 1200 m2; van derden 50 m; ² in combinatie met een bedrijfsmatige paardenhouderij. TUINBOUWBEDRIJVEN ² Max. oppervlakte 1200 m2; tot woning van derden 50 m;

- 6 - Omheining mits: ² Open constructie; ² Maximale hoogte 1.50 ² Kleur- en materiaalgebruik passend in het buitengebied; ² Open constructie; ² Maximale hoogte 1.50 ² Kleur- en materiaalgebruik passend in het buitengebied; ² Open constructie; ² Maximale hoogte 1.50 ² Kleur- en materiaalgebruik passend in het buitengebied; ² Open constructie; ² Maximale hoogte 1.50 ² Kleur- en materiaalgebruik passend in het buitengebied; Lichtmasten mits: van derden 75 m; ² Hoogte maximaal 4 van derden 75 m; ² Hoogte maximaal 6 van derden 75 m; ² Hoogte maximaal 4 tot woning van derden 75 m; ² Hoogte maximaal 4

- 7-4. houden van paarden Bij het bedrijfsmatig houden van paarden wordt onderscheid gemaakt tussen twee vormen, namelijk de productiegerichte en gebruiksgerichte paardenhouderij. 4.1 Productiegericht Bij het productiegericht houden van paarden staat het paard als productiemiddel centraal, bijvoorbeeld het fokken van paarden, hengstenstations en opfokbedrijven. De productiegerichte paardenhouderij is puur gericht op de dierlijke productie en kan daarmee worden ondergebracht onder de agrarische bedrijfsbestemming. Het aanbieden van diensten aan derden is hierbij echter uitgesloten. 4.2 Gebruiksgericht Bij gebruiksgerichte paardenhouderijen staat de dienst aan derden voor het gebruik van paarden ten behoeve van recreatie en sport/ontspanning voorop. Binnen deze categorie kunnen bedrijven die gericht zijn op de training van de paarden en de dienstverlenende paardenhouderijen worden onderscheiden. Het stallen van paarden van derden, het opleiden, het trainen en verhandelen van paarden missen de gerichtheid op het agrarische product, waardoor deze categorie niet past binnen de agrarische bedrijfsbestemming. Deze categorie van paardenhouderijen valt onder de specifieke bedrijfsmatige bestemming Manege of in geval van een pensionstalling onder de bestemming Dierenpension. Daar komen mensen van buitenaf om al dan niet in een les te rijden, dan wel om hun paard te rijden/te verzorgen. Een dergelijke voorziening heeft een veel grotere verkeersaantrekkende werking dan een productiegerichte paardenhouderij. Op grond van de nota Vrijkomende Agrarische Bedrijfsbebouwing ( is het (middels een wijzigingsbevoegdheid indien als zodanig geregeld in het betreffende bestemmingsplan, dan wel middels een vrijstelling ex. artikel 19 WRO) mogelijk om in geval van bedrijfsbeëindiging van een agrarisch bedrijf een gebruiksgerichte paardenhouderij te starten i.c. een manege dan wel pensionstalling. Tevens behoort volgens deze nota een pensionstalling (gebruiksgerichte paardenhouderij) tot de mogelijkheden als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf. 4.3 Planologische aspecten Het bedrijfsmatig productiegericht houden van paarden is een agrarische activiteit en is derhalve toegestaan binnen de agrarische bestemming. Een paardenbak dient te worden gesitueerd binnen het bouwperceel. Een vrijstelling voor het oprichten van een paardenbak buiten het bouwperceel wordt alleen verleend indien binnen de begrenzing van het bouwperceel redelijkerwijs onvoldoende ruimte aanwezig is. In voorkomende gevallen zou het kunnen betekenen dat gebouwen of bouwwerken dienen te wijken voor de realisatie van een paardenbak. Er kan zich echter een situatie voordoen dat binnen het bouwperceel geen ruimte gevonden kan worden en dat afbraak of verwijdering van bestaande gebouwen of bouwwerken redelijkerwijs niet kan worden verlangd. Het aanleggen van een paardenbak kan dan alleen geschieden op direct aan het bouwperceel aansluitende gronden, zoals aangrenzende weilanden met de bestemming agrarische doeleinden (onbebouwd). Echter de aantasting van het buitengebied en in het bijzonder de aantasting van de voor het buitengebied kenmerkende graslanden dient zoveel mogelijk te worden voorkomen. Bij het verlenen van vrijstelling zijn de gevolgen voor de kwaliteit van het landelijk gebied en het woongenot maatgevend. Het bedrijfsmatig gebruiksgericht houden van paarden valt onder de specifieke bedrijfsmatige bestemming manege. Tevens kan deze vorm van paarden houden op grond van de nota Vrijkomende Agrarische Bedrijfsbebouwing plaatsvinden als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf. In geval van bedrijfsbeëindiging zijn er mogelijkheden een manege dan wel pensionstalling te vestigen op een voormalig agrarisch perceel.

- 8-4.4 Criteria voor het oprichten van paardenbakken ten behoeve van het bedrijfsmatig productiegericht houden van paarden. VOORZIENING Paardenbak WONEN (te AGRARISCH bebouwen erf) BOUWPERCEEL, mits in het bestemmingsplan geen beperkende voorschriften zijn opgenomen. AGRARISCHE GRON- DEN (onbebouwd) met vrijstelling. Indien binnen begrenzing bouwvlak redelijkerwijs onvoldoende ruimte aanwezig en afbraak of verwijdering van bestaande bouwwerken niet kan worden verlangd kan vrijstelling worden verleend mits: ² De gronden direct grenzen aan het bouwperceel: ² De gevolgen voor de omgeving en de kwaliteit van het landelijk gebied en het woongenot zijn maatgevend; ² Aantasting van het buitengebied dient zoveel mogelijk te worden beperkt; ² Voldaan moet worden aan de milieuwetgeving, flora- en fauna wetgeving, watertoets etc.. ² in combinatie met een paardenbak t.b.v. hobbymatig gebruik. TUINBOUW- BEDRIJVEN Omheining, mits in het bestemmingsplan geen beperkende voorschriften zijn opgenomen. Lichtmasten, mits in het bestemmingsplan geen beperkende voorschriften zijn opgenomen. met vrijstelling ² Maximale hoogte 1.50 ² Kleur- en materiaalgebruik passend in het buitengebied; ² Open constructie met vrijstelling ² Max. hoogte 4 tot woning van derden 75 meter.

- 9-4.5 Criteria voor het oprichten van paardenbakken ten behoeve van het bedrijfsmatig gebruiksgericht houden van paarden. VOORZIENING WONEN Paardenbak Omheining Lichtmasten AGRARISCH BOUWPER- CEEL bij bedrijfsbeëindiging bij bedrijfsbeëindiging bij bedrijfsbeëindiging AGRARISCHE GRONDEN (onbebouwd) bij bedrijfsbeëindiging bij bedrijfsbeëindiging bij bedrijfsbeëindiging TUINBOUWBEDRIJVEN MANEGE, mits in het bestemmingsplan geen beperkende voorschriften zijn opgenomen., mits in het bestemmingsplan geen beperkende voorschriften zijn opgenomen., mits in het bestemmingsplan geen beperkende voorschriften zijn opgenomen. 5. Implementatie De omvang en situering van een paardenbak ten behoeve van het hobbymatig en bedrijfsmatig houden van paarden en de voorwaarden waaronder een vergunning afgegeven kan worden, wordt geregeld in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is het instrument om alle bij het gebruik van de bodem betrokken belangen te coördineren ten behoeve van een zo doelmatige mogelijke indeling en een verantwoord gebruik van gronden en opstallen. Voor het regelen van paardenbakken dient het beleid zoals verwoord in deze nota te worden meegenomen bij de eerstvolgende herziening van de bestemmingsplannen. Voor de Amstelveense bestemmingsplannen zullen, aangezien er tot op heden niets is geregeld omtrent paardenbakken, deze richtlijnen als beleidsregels ex artikel 4:81 Awb gehanteerd worden, teneinde vooruitlopend op de revisie van bestemmingsplannen met betrekking tot deze paardenbakken middels een vrijstelling ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening medewerking te kunnen verlenen aan bouwplannen die in deze regeling passen. Uitdrukkelijk wordt erop gewezen dat het vorenstaande impliceert, dat aanvragers geen aanspraak kunnen maken op grotere maatvoering van reeds bestaande paardenbakken dan overeenkomstig deze nota. Mogelijke grotere paardenbakken en van de in de onderhavige nota gestelde overige voorwaarden afwijkende paardenbakken waarnaar door sommige aanvragers verwezen zou kunnen worden, zijn verleend dan wel gerealiseerd op basis van een ander regime. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.

- 10-6. Stroomschema bouwmogelijkheden paardenbakken. Wonen Hobbymatig houden van paarden (zie criteria 3.2.) productiegericht VERBOD gebruiksgericht VERBOD Agrarisch bouwperceel Hobbymatig (zie criteria 3.2.) productiegericht (zie criteria 4.4.) gebruiksgericht met vrij- Stelling VAB (zie criteria 4.5.)

- 11 - Tuinbouwbedrijf Hobbymatig (zie criteria 3.2.) productiegericht VERBOD gebruiksgericht VERBOD Agrarische gronden onbebouwd Hobbymatig met vrijstelling (zie criteria 3.2.) productiegericht met vrijstelling (zie criteria 4.4.) gebruiksgericht met vrijstelling VAB (zie criteria 4.5)