EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975

Vergelijkbare documenten
EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWIJS IN 1979 , I. Dit examen bestaat uit 4 opgaven. " '"of) r.. I r. ',' t, J I i I.

Woensdag 24 mei, uur

2 V-14 EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1976 (GYMNASIUM EN ATHENEUM)

Y rijdag 14 mei, uur

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 NATUURKUNDE. Vrijdag 19 augustus, uur

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1974

Vrijdag 19 augustus, uur

Woensdag 24 mei, uur

TENTAMEN NATUURKUNDE

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015

Vrijdag 8 juni, uur

Woensdag 21 mei, uur

TENTAMEN NATUURKUNDE

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Woensdag 11 mei, uur

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) Vrijdag 22 augustus, uur NATUURKUNDE

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (30 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo

Vraag Antwoord Scores

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 NATUUR- EN SCHEIKUNDE I. Zie ommezijde. Vrijdag 19 augustus,

Woensdag 24 mei, uur

Woensdag 30 augustus, uur

2 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 NATUURKUNDE. Woensdag 28 augustus, uur. Zie ommezijde

Dit examen bestaat uit 4 opgaven

Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit eindexamens v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.

Juli blauw Vraag 1. Fysica

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Fysica. Indien dezelfde kracht werkt op een voorwerp met massa m 1 + m 2, is de versnelling van dat voorwerp gelijk aan: <A> 18,0 m/s 2.

( ) Opgave 27.1 a. b. Na drie keer bètaverval verandert. Na drie keer bètaverval verandert

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

Dit examen bestaat uit vier opgaven Bijlage: 1 antwoordpapier

Naam: Klas: Toets Kernenergie (versie A)

TENTAMEN NATUURKUNDE

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1976

Woensdag 30 augustus, uur

Opgave 1 Waterstofkernen

Nationale Natuurkunde Olympiade. Eerste ronde Beschikbare tijd: 2 klokuren

1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm.

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Eindexamen havo natuurkunde II

Studievoorbereiding. Vak: Natuurkunde voorbeeldexamen. Toegestane hulpmiddelen: Rekenmachine. Het examen bestaat uit: 32 meerkeuzevragen

1. Een karretje op een rail

Naam: examennummer:.

Je geeft de antwoorden op deze vragen op papier, tenzij anders is aangegeven.

HOGESCHOOL ROTTERDAM:

Examen HAVO. natuurkunde. tijdvak 2 dinsdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Tentamen Natuurkunde 1A uur uur vrijdag 14 januari 2011 docent drs.j.b. Vrijdaghs

1 Welk van onderstaande schakelingen is geschikt om de remspanning te meten?

Eindexamen havo natuurkunde pilot I

Opgave 1 Koolstof-14-methode

Examen VWO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

d. Bereken bij welke hoek α René stil op de helling blijft staan (hij heeft aanvankelijk geen snelheid). NB: René gebruikt zijn remmen niet.

NATUURKUNDE. Donderdag 5 juni, uur. MAVO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN C - niveau

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO-C NATUURKUNDE. Donderdag 13 juni, uur. MAVO-C Il

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Dit examen bestaat uit vier opgaven Bijlage: 1 antwoordpapier

TENTAMEN NATUURKUNDE

****** Deel theorie. Opgave 1

Eindexamen vwo natuurkunde pilot I

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 NATUURKUNDE. Vrijdag 25 mei, uur

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex

Eindexamen natuurkunde vwo II

Examen HAVO. natuurkunde. tijdvak 1 woensdag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Practicumtoets natuurkunde De Boksbal 5-havo deel 1 duur: 25 minuten

Examen HAVO. natuurkunde 1

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur

MAV04. NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Woensdag 30 augustus,

Eindexamen natuurkunde compex vwo I

NATUURKUNDE. a) Bereken voor alle drie kleuren licht de energie van een foton in ev.

Als l groter wordt zal T. Als A groter wordt zal T

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2005-I

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1

NATUURKUNDE. Figuur 1

Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit eindexamens v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.0.

Examen HAVO. natuurkunde. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. natuurkunde. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2015 TOETS APRIL :00 12:45 uur

Eindronde Natuurkunde Olympiade theorietoets deel 1

Naam:... examennummer:...

Eindexamen havo natuurkunde I

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN VWO 2015

Eindexamen havo natuurkunde pilot 2013-I

Opgave 2 Een sprong bij volleyball 2015 I

Trillingen en geluid wiskundig

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

NATUURKUNDE. Bepaal de frequentie van deze toon. (En laat heel duidelijk in je berekening zien hoe je dat gedaan hebt, uiteraard!)

Examen mechanica: oefeningen

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I

Opgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II

natuurkunde havo 2018-II

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4

NATUURKUNDE - 5 VWO. e) Leg duidelijk uit waarom bij grote spanning de stroom constant wordt (RS in figuur 4.3)

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1

Transcriptie:

1 V - 14 EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) Dinsdag 13 mei, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit eindexamens v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o. Zie ommezijde 412374F- l

'f Benodigde gegevens kunnen worden opgezocht in het tabellenboekje. Het is. de bedoeling dat van tabel 1 wordt gebruikt de kolom "afgeronde waarde". 2 1. In het diagram van figuur I is de bindingsenergie per nucleon in MeV uitgezet tegen het massageta1.1 ev= 1,6 x 10-19 J. i bind ingsenergie per 10 nucleon ( MeV) 8 6 4 ~ massagetal --'- -'--_._-----' -1- -'-, --','-- _ o 40 80 120 160 200 240 f i g. I a. Geef een definitie van de bindingsenergie van een atoomkern. b. Hoe blijkt uit het diagram van figuur I dat bij splijting van zeer zware kernen in middelzware brokstukken energie vrijkomt? In een bepaald e thermische kernreactor (zie figuur 2) vindt splijting van de isotoop 235U plaats. Eé n van de splijtingsreacties die in deze reactor kunnen verlopen is de volgende: I 235 141 92 1. o n + 92 U - 56 Ba + 36 Kr + 3 0 n + energie. De atoommassa's van de bij de reactie betrokken deeltjes zijn: 235 92 massa 92 U = 235,04392 lt, massa 36 Kr = 91,92616 u, massa 11~ Ba - 140 91405 u massa 6 n = 1,00867 u. c. Bereken de energiewinst bij deze splijtingsreactie. cadmium -"==~~ stoom uranium s taven water vloeibaar natrium f i g. 2 412374 F - l

". 3 d. Hoeveel van de bij een splijting vrijkomende neutronen veroorzaken gemiddeld een nieuwe splijting als de reactor een constant vermogen levert? e. Geef duidelijk aan hoe men er met behulp van de cadmium staven voor kan zorgen dat deze reactor een groter maar eveneens constant vermogen gaat leveren. De kinetische energie van de neutronen die bij een splijting van 235U in de reactor van figuur 2 vrijkomen ligt tussen 0,05 MeV en 17 MeV. De splijtingen in deze reactor worden echter in hoofdzaak veroorzaakt door thermische neutronen. Deze thermische neutronen hebben een kinetische energie in de orde van grootte van 0,05 ev. De koolstofmoderator zorgt er voor dat de neutronen vertraagd worden tot deze energie. f Toon aan dat de afname van de kinetische energie van een neutron bij een volkomen elastische centrale botsing tegen een stilstaand koolstofatoom ongeveer 28% bedraagt. g. Bereken hoeveel van deze botsingen er zouden moeten plaatsvinden voordat een 0,5 MeV-neutron vertraagd is tot 0,05 ev. 2. Een ruiter R met massa mo is door middel van twee volkomen gelijke gespannen veren bevestigd aan de vaste pennen A en B (zie figuur 3). R kan over een horizontale rail met verwaarloosbare wrijving bewegen (luchtkussen baan). Op R kunnen ringen met een massa van 0,200 kg bevestigd worden. A R B f i g. 3 Door R uit de evenwichtsstand te brengen en los te laten gaat hij harmonisch trillen. Tijdens deze trillingen blijven de veren gespannen. Men meet nu bij een verschillend aantal ringen op R de tijdsduur nodig voor 20 trillingen. De meetresultaten zijn weergegeven in onderstaande tabel. aantal ringen 20 T (s) T (s) T 2 (S2) 56,2 2,81 7,9, 1 61,6 3,08 9,5 2 66,4 3,32 11,0 3 71,1 3,56 12,7 4 75,4 3,77 14,2 a. Teken op het bijgevoegde antwoordvel een grafiek die het verband aangeeft tussen T 2 en het aantal ringen. b. Bepaal de veerconstante (= krachtsconstante) C van het trillende systeem. c. Bepaal mo' d. Druk de veerconstante (= krachtsconstante) van elke veer uit in C. Men schuift A en B verder uit elkaar en zet ze weer vast. Daarna brengt men R (zonder ringen) opnieuw in trilling. e. Beredeneer of deze verschuiving invloed heeft op de trillingstijd. Zo ja, in welke zin? Zo nee, waarom niet? 412374 F-l Zie ommezijde

4 3. De schakeling van figuur 4 wordt gebruikt om van de spanningsbron B 2 de bron spanning en de inwendige weerstand te bepalen. De weerstand RI is een homogene, overal even dikke draad van 100 cm lengte, met daarop een schuifcontact C. De inwendige weerstand van de spanningsbron BI is te verwaarlozen. B ~---I ~ ~ - -1 ~+--... p ~ij L B1 1----------1 r -- -~ ~+-----~ V B1.. 4,0 V fig. 4 De schakelaars SI en S2 zijn geopend. a. Bereken het door B I geleverde vermogen. Men sluit nu de schakelaar SI en verschuift het contact C totdat de milliampèremeter stroomloos is. De lengte van het draadstuk tussen P en C noemt men ij cm. b. Toon aan dat in dit geval voor de bronspanning van B 2 (= YB) geschreven mag worden Y B 2 = 4,0 X /0_ 2 ij volt (ij in cm). Vervolgens sluit men ook S2' c. Beredeneer in welke richting C verschoven moet worden om de milliampèremeter weer stroomloos te maken. I n de grafiek van figuur 5 is de waarde van ij waarbij de milliampèremeter stroomloos is gegeven als functie van de bijbehorende waarde van R 2. 412374F - l

'f 5 50 40 30 r 20 10 o 2 4 6 8 10 12 fig. 5 d. Bepaal met behulp van deze grafiek de bro n spanning van 8 2. e. Bepaal met behulp van deze grafiek de inwendige weerstand van B 2. 412374F - l Zie ommezijde

'f 6 4. Een satelliet wordt gelanceerd met behulp van een drietrapsraket. De eerste twee trappen dienen in hoofdzaak om de satelliet op de gewenste hoogte te brengen. De derde trap geeft de satelliet vervolgens voldoende snelheid om op die hoogte een cirkelvormige baan om de aarde te gaan beschrijven. De massa van de satelliet alleen bedraagt 200 kg. In figuur 6 is voor deze lancering het verband tussen de grootte van de snelheid ten opzichte van het startpunt (dat als stilstaand wordt beschouwd) en de tijd weergegeven. i 8 snelheid (Kmis) 6 4 2 tijd (s) A o brandtijd I< '>I<' >1< Ie trap 2e trap 500.. 1 h grav~tat~ev uc t I 1000 brandtij d >I I 1<, 3e trap fi g. 6 De satelliet gaat op 1400 km boven het aardo ppervlak een cirkelbaan doorlopen. a. Bereken voor deze hoogte de poten tiële energie van de satelli et ten opzich te van het aardoppervlak. b. Toon door berekening aan dat de circulatiesnelheid van de satelliet op 1400 km hoogte boven het aardoppervlak 7,2 km Is is. c. Bepaal met behulp van het snelheid-tijd diagram zo nauwkeurig mogelijk de door de raket in de eerste 200 seconden van de beweging afgelegde weg. Licht de gebruikte methode toe. De tweede trap van de raket levert gedurende zijn gehele brandtijd een constante stuwkracht. Het lijnstuk BC in het snelheid-tijd diagram dat bij dit tijdsinterval behoort is echter niet recht, maar heeft een vorm zoals in de figuur is te zien. d. Noem naast de verandering in wrijving nog twee oorzaken voor het niet recht zijn van het lijnstuk BC. e. Bepaal uit het snelheid-tijd diagram hoe groot de baanvertraging (vertraging in de bewegingsrichting) van de raket is op het tijdstip t = 600 s. 412374F- l*

Antwoordblad bij vraagstuk 2. Neem eventueel de figuur over op mm-papier. ~ 00 '-" ~ 0 v o...