Herstel in het jeugdstrafrecht

Vergelijkbare documenten
Herstelbemiddeling voor jeugdigen in Nederland

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Beleidskader herstelbemiddeling ten behoeve van slachtoffers

Slachtoffer-daderbemiddeling: wie is partij in een strafrechtelijke context? Ivo Aertsen Leuvens Instituut voor Criminologie

Herstellend handelen in onderwijs. Programma. Programma

Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

Restorative justice in drie landen: anders, hetzelfde, anders

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

Gespreksleider: Paulien Defoer, Paulien Defoer Mediation

Welkom bij de workshop: Een veiliger gevoel? Contact helpt

De rol van de reclassering. Informatie voor slachtoffers van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven en nabestaanden van slachtoffers van levensdelicten

Verkeersongeluk. Misdrijf. Calamiteit. Praktisch. Slachtofferhulp Nederland Veelzijdig deskundig

Ik sta er niet meer alleen voor!

Onderzoeksfiche e00005.pdf. 1. Referentie

Herstelgerichte politie

Inhoudsopgave Dankwoord Inhoudsopgave Afkortingen Figuren en tabellen DEEL I Hoofdstuk 1. Inleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever

Helpt na een misdrijf, verkeersongeluk, calamiteit of bij vermissing

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen.

Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op , Sociëteit De Witte, te Den Haag

van Eigen Krachtcoördinator iets voor u? Het mooie vertrouwen hebben en geven. Mensen kunnen prima hun eigen dingen oplossen.

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers

Recht en bijstand bij juridische procedures

Slachtofferrechten in Europe

Voorstelling project Bemiddeling op School. Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen (ADAM) PIVA Antwerpen

Helpt na een misdrijf, verkeersongeval, calamiteit of bij vermissing

Puzzel: Wie is wie in de kinderrechtszaal?

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN

MEDIATION IN STRAFZAKEN. Specialisatie voor MfN-geregistreerde mediators

Een paar nachtjes in de cel

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

Art. 12 EU-richtlijn 2012

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

Contact tussen slachtoffer/nabestaande en tbs-er

Adolescentenstrafrecht

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I

HERSTELBEMIDDELING. Vzw HCA Oost- Vlaanderen

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel

Je rechten na een verkeersongeval. Rechtenbrochure Rondpunt vzw

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Faculteit Rechtsgeleerdheid Scriptie Strafrecht. Mediation in strafzaken

Seksueel misbruik in een jeugdzorginstelling of pleeggezin

Incidenten Protocol. A. Inleiding B. Plan van aanpak C. Het opstellen van een tijdsplanning

Als uw kind in aanraking komt met de politie

VZW ALBA VZW ALBA. Bemiddelingsburo Bemiddelen tussen minderjarige daders en slachtoffers. Herstelbemiddeling HERGO = Herstelgericht Groepsoverleg

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord

Uitkomsten pilot ervaringen met het bevorderen van excuses

Management samenvatting

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Hulp bij het herstel. Als slachtoffer kunt u bij. Slachtofferhulp Nederland terecht. voor kosteloze ondersteuning op

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Monitor Mediation

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de William Schrikker Groep. Datum: 9 augustus Rapportnummer: 2011/241

Herstelrecht in een pedagogische context

Jaarverslag Onafhankelijk Facultair Vertrouwenspersoon

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Opgave 3 De burger als rechter

Dr. M. Timmermans Drs. J. van den Tillaart Drs. G. Homburg

Vervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN

Klachtenreglement Halt

Naam van de schoolexterne interventie: Arktos HERGO

Kaarten voor Leerling-bemiddeling

CONVENANT 'JOIN THE CLUB VEILIGE PUBLIEKE TAAK' TILBURG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Bestuursvoorstel Invoering bestuurlijke strafbeschikking voor waterschappen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verandering begint met een Eigen Kracht-conferentie

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht

Het tijdelijk huisverbod en Systeemgericht werken; wat houdt het eigenlijk in

Bestuurssecretaris Slachtofferhulp Nederland

Criminaliteit. en rechtsspraak

Informatie voor betrokkenen

Aanmeldingsfiche Centraal MeldPunt

De toepassing van herstelbemiddeling binnen het strafrecht

Help voor het Verjaringsprogramma zeden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Handhaving van handel met voorwetenschap

2014D36200 LIJST VAN VRAGEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wat kunt u doen als u zelf slachtoffer bent geworden van geweld

EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS MET JUSTITIËLE SLACHTOFFERONDERSTEUNING. Deel 1: politie. Management samenvatting

Bemiddeling tussen slachtoffers en daders van misdrijven

Informatie voor ouders over de jeugdreclasseringsmaatregel

Transcriptie:

Herstel in het jeugdstrafrecht In hoeverre kan herstelbemiddeling binnen het huidige jeugdstrafrecht geïntegreerd worden, met inachtneming van de (rechts)positie van zowel de minderjarige dader als het slachtoffer? Master Rechtsgeleerdheid ANR: 776991 Maike Vromans Examencommissie: Prof. Mr. P. Vlaardingerbroek Mr. R. De Jong Augustus 2012

Voorwoord Veel tijd en energie heeft het me gekost, maar met enige trots kan ik u mijn afstudeerscriptie presenteren. Hoewel het proces niet altijd even soepel verliep, ben ik erg tevreden met het eindresultaat. Straf- en jeugdrecht waren voor mij altijd de meest interessante en uitdagende rechtsgebieden en ik ben zeer blij dat ik deze heb kunnen combineren in mijn scriptie. Ik wil bij deze de gelegenheid nemen om mijn scriptiebegeleider, Professor Vlaardingerbroek, hartelijk te danken voor zijn steun en begeleiding. Ik ging wel eens met lood in mijn schoenen naar zijn kantoor, en kwam daar toch weer elke keer met positieve energie en goede inzichten naar buiten. Tot slot wil ik mijn familie, vriendinnen en alle andere geïnteresseerden bedanken. Ondanks dat ze me eindeloos bestookt hebben met de vraag: Wanneer ben je nou eens klaar, zou ik zonder hun liefde en steun nooit zover zijn gekomen. Maike Vromans Augustus 2012 2

Inhoudsopgave Titelpagina 1 Voorwoord 2 Inhoudsopgave 3 Inleiding 5 Hoofdstuk 1 7 Herstelrecht 1.1 Inleiding 7 1.2 Herstelrecht 7 1.3 Het slachtoffer-dadergesprek 9 1.4 Echt Recht 12 1.5 Tussenconclusie 15 Hoofdstuk 2 16 Oorsprong van herstelrecht in Nederland en internationale ontwikkelingen 2.1 Inleiding 16 2.2 Oorsprong van het herstelrecht 16 2.3 Herstelrecht in Australië en Nieuw-Zeeland 18 2.3.1 Procedure van herstelrecht in Australië en Nieuw-Zeeland 19 2.4 Herstelrecht in België 21 2.4.1 Procedure van herstelrecht in België 22 2.5 Internationale bepalingen en nationaal wettelijk kader 24 2.6 Tussenconclusie 27 3

Hoofdstuk 3 29 Herstelrecht in de praktijk en de effecten hiervan 3.1 Inleiding 29 3.2 Slachtoffer in Beeld 29 3.3 Restorative Justice Nederland 30 3.4 Slachtoffer-dadergesprek 30 3.5 Herstelbijeenkomst in de praktijk 31 3.5.1 Procedure behorende bij de herstelbijeenkomst 32 3.5.2 Begeleider in het herstelproces 33 3.5.3 De jeugdige dader in het herstelproces 33 3.5.4 Het slachtoffer in het herstelproces 35 3.6 Secundaire victimisatie 36 3.7 Gevolgen voor betrokkenen 37 3.7.1 Gevolgen van herstelrecht 38 3.7.2 Vermindering van recidive 39 3.7.3 De herstelovereenkomst en naleving hiervan 40 Hoofdstuk 4 41 Plaats van het herstelrecht binnen de rechtspraktijk 4.1 Inleiding 41 4.2 Herstelrecht in context tot jeugdstrafrecht 41 4.3 Is herstelrecht geschikt voor elk delict? 43 4.4 Herstelrecht als onderdeel van de opgelegde straf 44 4.5 Herstelrecht als wettelijke verplichting 45 4.6 Kritiek op herstelrecht 46 4.7 Tussenconclusie 47 Conclusie 48 Aanbevelingen 52 Literatuur 55 4

Inleiding Het internationale begrip Restorative Justice, in het Nederlands herstelrecht, kent het probleem dat het lastig te definiëren is. Er is internationaal geen consensus over een definitie van restorative justice. Een veelgebruikte beschrijving komt van Bazemore 1 : every action that is primarily oriented towards doing justice by repairing the harm that has been caused by a crime. 2 Howard Zehr 3, een van de grondleggers van Restorative Justice heeft, ondanks dat hij van mening is dat het concept eigenlijk te breed is voor een definitie, een werkdefinitie ontwikkeld die luidt: Restorative Justice is a process to involve, to the extent possible, those who have a stake in a specific offense and to collectively identify and address harms, needs and obligations, in order to heal and put things as right as possible. De meest gebruikte definities hebben wel een aantal belangrijke overeenkomsten. Participatie en herstel staan centraal, daarnaast spelen ook de ervaringen, emoties en behoeften van partijen een belangrijke rol. Bij preventie van (jeugd)criminaliteit wordt voornamelijk ingegrepen op de oorzaken van criminaliteit. Hierbij zijn veel verschillende aanpakken te onderscheiden. Één daarvan is herstelrecht, dat zich in het bijzonder richt op de gevolgen van het delict. Hier zijn verschillende partijen bij betrokken en met elkaar kijken zij terug op het voorval en nemen samen de verantwoordelijkheid voor nazorg en herstel. In het verleden was de justitiële aanpak van jongeren in Europa steeds in ontwikkeling. Telkens werd de aanpak niet adequaat bevonden en leek de reactie op jeugdcriminaliteit geen afdoende respons te bieden. Er werd voortdurend gezocht naar een meer effectieve en efficiënte methodiek om hierop gepast te kunnen reageren. Herstelrecht heeft zich in Nederland in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een brede stroming die volgens verschillende methoden toepasbaar is in de praktijk. Hiermee wordt een functionelere afdoening van strafbare feiten gerealiseerd, zowel vanuit het perspectief van de dader, als uit dat van het slachtoffer. In het eerste hoofdstuk worden de twee meest voorkomende vormen van herstelrecht in de Nederlandse praktijk beschreven, namelijk het slachtoffer-dadergesprek en de Echt Recht conferentie. Hoofdstuk twee heeft betrekking op de geschiedenis en ontwikkeling van herstelrecht in Nederland. Er volgt een rechtsvergelijking met Nieuw-Zeeland en Australië, omdat deze landen voorop hebben 1 A. Wolthuis, Schade herstellen, Maandblad voor de sociale praktijk, nummer 8/9, 2003. 2 A. Wolthuis, Schade herstellen, Maandblad voor de sociale praktijk, nummer 8/9, 2003. 3 A. van Hoek en G.J. Slump, Stichting Restorative Justice Nederland, De toepassing van herstelrecht in Nederland: bouwstenen voor een toekomstvisie, Amsterdam, 7 oktober 2011. 5

gelopen in de ontwikkeling van herstelrecht. Ook het herstelrecht in België wordt nader behandeld. De vergelijking met België wordt gemaakt omdat België en Nederland geografisch bij elkaar liggen en omdat Nederland kan leren van de ervaring die daar is opgedaan met herstelrecht, zowel wetenschappelijk als in de praktijk. Vervolgens worden de internationale bepalingen en het wettelijk kader besproken. In hoofdstuk drie wordt de praktijk van herstelbemiddeling nader uiteengezet. De instanties die zich met deze methodiek bezig houden worden uiteen gezet en er wordt nader ingegaan op de betrokken partijen, de procedure en gevolgen van herstelrecht. Tenslotte wordt in hoofdstuk vier de plaats van herstelrecht binnen de rechtspraktijk uiteen gezet. De context waarin herstelrecht en jeugdstrafrecht tot elkaar staan wordt besproken. Tot slot wordt nader ingegaan op de kritiek op herstelrecht. Ter afsluiting zal deze theoretische beschouwing leiden naar conclusies en aanbevelingen met betrekking tot de onderzoeksvraag: In hoeverre kan herstelbemiddeling binnen het huidige jeugdstrafrecht geïntegreerd worden, met inachtneming van de (rechts)positie van zowel de minderjarige dader als het slachtoffer? 6

Hoofdstuk 1 Herstelrecht 1.1 Inleiding Voor herstelrecht is geen eenduidige definitie voorhanden, het is een koepelbegrip voor een verscheidenheid van praktijken, waarbij (herstel van) de aangerichte schade en het leed bij het slachtoffer en/of de maatschappij centraal staan. 4 In de dialoog die tussen dader en slachtoffer ontstaat, wordt de dader in de gelegenheid gesteld om zijn verantwoordelijkheid te nemen en hij wordt geconfronteerd met de gevolgen van zijn daad. 5 Herstel is niet altijd (volledig) te realiseren, maar herstelrecht ziet op herstel van schade in ruime zin. Zowel materiële als immateriële schade vallen hieronder (waaronder het herstel van relaties). Halt 6 wordt hierbij buiten beschouwing gelaten, ofschoon Halt wel herstelgerichte aspecten heeft. Een vast onderdeel is het voeren van gesprekken met de jongere en de ouders, excuses aanbieden, terugbetalen van de schade en het uitvoeren van leer- en werkopdrachten. 7 Echter, Halt is van oorsprong meer gericht op het delict en hoewel het herstelrechtelijke aspecten kent, kan het hiermee niet worden vergeleken omdat herstelrecht geheel los dient te staan van de strafrechtelijke afdoening. In veel landen is herstelrecht daardoor een populaire methode om jeugdige daders aan te pakken. Het zou een pedagogisch effect hebben, recidiveverminderend werken en onderlinge relaties herstellen. Kortom een uitstekende methode, maar hoe zit het met herstelrecht in Nederland? 1.2 Herstelrecht Hoewel het begrip wellicht anders doet vermoeden, is herstelrecht geen formeel recht. Het is geen recht in de zin van strafrecht of civiel recht, er zijn geen wetten of AMvB s die uitleggen wat herstelrecht inhoudt. Het kan zich laten omschrijven als een stroming binnen de rechtsgeleerdheid die zoekt naar alternatieven binnen en naast het strafrecht. In tegenstelling tot het strafrecht, dat dadergericht is, stelt het herstelrecht het slachtoffer centraal. Het herstelrecht heeft als doel om de schade te laten herstellen die de dader door het strafbare feit heeft 4 L. Walgrave, Met het oog op herstel, Bakens voor een constructief jeugdsanctierecht, Leuven: Universitaire Pers Leuven, 2000. 5 A. Wolthuis, Naar een right based jeugdherstelrecht, Tijdschrift voor Herstelrecht, nummer 2, 2010. 6 Halt levert een bijdrage aan het voorkomen en bestrijden van jeugdcriminaliteit met de Halt-afdoening, advies op maat en een breed scala aan projecten. Gevonden op http://www.halt.nl/. 7 E. Wiersma, A. Wolthuis en B. van Stokkom, Confronteren, maar met mate! Rondetafeldebat over Halt, herstel en taakstraffen, Tijdschrift voor Herstelrecht, nummer 4, 2005. 7

veroorzaakt. Dit kan zowel een financiële vergoeding inhouden, alsook het doen van bepaalde klusjes of het aanbieden van excuses. Het betreft dus niet uitsluitend financiële of materiële schade, maar ook immateriële schade. In Nederland wordt wetgeving en beleid inzake herstelrecht slechts langzaam ontwikkeld. Er hebben op het gebied van herstelrecht gedurende de laatste decennia verschillende initiatieven plaatsgevonden die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van het herstelrecht, deze initiatieven kwamen voornamelijk uit het werkveld In de jaren zeventig kwam het maatschappelijk besef dat bij criminaliteit niet enkel daders zijn betrokken, maar ook slachtoffers. Dit inzicht leidde in de jaren tachtig tot de oprichting van wat nu Slachtofferhulp Nederland heet. 8 Deze organisatie biedt hulp aan slachtoffers van strafbare feiten. Doel is het bieden van ondersteuning aan het slachtoffer bij de verwerking van de gebeurtenis en indien mogelijk, het herstellen of verlichten van materiële en immateriële schade. Uitgangspunten hierbij zijn de zelfredzaamheid en weerbaarheid van het slachtoffer. 9 In principe is de dader verantwoordelijk voor de door hem veroorzaakte schade. Naast de speciale fondsen die hiervoor in het leven zijn geroepen (denk aan met name het Schadefonds Geweldsmisdrijven), bestaat ook de mogelijkheid om de dader hierop aan te spreken. Dit kan gebeuren in het voortraject door politie of de Officier van Justitie. Mocht er in dit voortraject geen schadevergoedingsregeling tot stand zijn gekomen, dan kan het slachtoffer zich ook in de strafzaak tegen de dader voegen en een civiele eis tot schadevergoeding indienen. Het voordeel hiervan is dat het slachtoffer niet zelfstandig een juridische procedure tegen de dader hoeft te starten. Een meer recente ontwikkeling is dat slachtoffers ter terechtzitting het recht hebben om een slachtofferverklaring af te leggen. Uit deze ontwikkelingen blijkt dat het slachtoffer steeds vaker een prominente rol toebedeeld krijgt in het (straf)proces. Er is meer aandacht voor slachtoffers. Herstelrecht is een bijna vanzelfsprekende ontwikkeling in dit veranderende maatschappelijke besef. In vergelijking met sommige andere landen, staat het herstelrecht in Nederland nog in de kinderschoenen. Er hebben de afgelopen jaren verschillende regionale (pilot)projecten 10 gelopen, die als voorloper gelden voor de huidige herstelmogelijkheden binnen het jeugdrecht. 11 Deze regionale projecten zijn in 2005 en 2006 onderzocht door het Verwey-Jonkers Instituut en Regioplan. 12 Hieruit bleek dat zowel deelnemende daders als slachtoffers het een positieve ervaring vonden om met de 8 Site Slachtofferhulp Nederland: http://www.slachtofferhulp.nl/index.php?contentid=131. 9 Site Slachtofferhulp Nederland: http://www.slachtofferhulp.nl/index.php?contentid=131. 10 Onder andere in Zwolle, Drenthe, Zeeland, Utrecht, Amsterdam en Friesland. Zie hiervoor M. Steketee, S. ter Woerds, M. Moll en H. Boutellier, Herstelbemiddeling voor jeugdigen in Nederland, Een evaluatieonderzoek naar zes pilotprojecten, Verwey-Jonker Instituut, Assen 2006 11 Onder de namen herstelrecht en herstelbemiddeling. 12 M. Steketee, S. ter Woerds, M. Moll en H. Boutellier, Herstelbemiddeling voor jeugdigen in Nederland, Een evaluatieonderzoek naar zes pilotprojecten, Verwey-Jonker Instituut, Assen 2006 (zie: http://www.verweyjonker.nl/doc/jeugd/def_eindrapportvg.pdf). 8

andere partij in contact te treden. Een aandachtspunt bleek dat als gevolg van de verschillende projecten ook verschillende werkwijzen en criteria werden geconstateerd. Op basis van deze onderzoeken is in 2006, om meer uniformiteit te creëren, door de toenmalige minister Donner besloten om het nieuwe project betreffende slachtoffer-dadergesprekken onder te brengen bij één landelijke en neutrale organisatie: Slachtoffer in Beeld. 13 Er zijn in de praktijk vele vormen van herstelrecht, aangezien het een niet nader juridisch ingevuld begrip betreft. In Nederland zijn de meest voorkomende vormen van herstelrecht een slachtofferdadergesprek, dat is een één-op-één gesprek tussen slachtoffer en dader onder begeleiding, of een Echt Recht Conferentie waarin slachtoffer en dader samen met hun familie en vrienden het gesprek met elkaar aangaan onder toezicht. Hoe aan deze vormen van herstel invulling wordt gegeven is per geval verschillend en ligt aan de inzet, motivatie, wensen en verwachtingen van de betrokkenen. Herstelrecht kan ook bestaan uit het vergoeden van de veroorzaakte schade of het maken van excuses aan het slachtoffer. Dit kan zowel mondeling als in een brief. Ook dat zijn vormen van herstelrecht. Aangezien de twee eerstgenoemde vormen van herstelrecht wat complexer zijn dan de financiële vergoeding en het maken van excuses, zullen deze hieronder nader worden uitgewerkt. 1.3 Het slachtoffer-dadergesprek Een slachtoffer-dadergesprek is een vorm van herstelrecht en komt in de praktijk neer op een samenkomst van slachtoffer en dader, die beiden de kans krijgen de andere persoon die bij het strafbare feit betrokken is te ontmoeten. Door onder begeleiding van een bemiddelaar met elkaar de gevolgen, motieven en vragen rondom het misdrijf te bespreken, kunnen zij zich mogelijk anders tot elkaar en het misdrijf gaan verhouden. De organisatie die zich in Nederland bezig houdt met de slachtoffer-dadergesprekken is Slachtoffer in Beeld. Deze organisatie bestaat sinds 1990 en is destijds opgericht voor het uitvoeren van de Slachtoffer in Beeld-leerstraffen voor jongeren. Daarnaast coördineert Slachtoffer in Beeld sinds 1 januari 2007 het project slachtoffer-dadergesprekken en voert deze ook uit. 14 Het slachtoffer-dadergesprek vindt plaats op vrijwillige basis; dat houdt in dat beide partijen de mogelijkheid hebben om een gesprek aan te vragen, dan wel te weigeren. Niemand is verplicht om aan het contactverzoek van de andere partij gehoor te geven. 13 A. van Hoek, G.J. Slump, A. Ochtman en M. Leijten, De toepassing van herstelrecht in Nederland: toekomstvisie en advies, Restorative Justice, 7 oktober 2011. Te vinden op http://www.restorativejustice.nl/uploads/file/adviesnota_rjn.pdf. Geraadpleegd op 9 mei 2012. 14 Slachtoffer in Beeld, jaarverslag 2007, Utrecht, november 2008. 9

Een slachtoffer-dadergesprek kan in elke fase van het strafproces plaatsvinden. Indien dit gesprek plaatsvindt, gaat het strafproces gewoon door. Dit vindt zijn verloop naast het strafproces en maakt hiervan dus geen onderdeel uit. In Nederland kan een slachtoffer-dadergesprek niet als straf of maatregel worden opgelegd. Indien het slachtoffer-dadergesprek plaatsvindt voor de terechtzitting, dan wordt zowel de Officier van Justitie als de rechter hiervan op de hoogte gesteld. Het al dan niet deelnemen aan een slachtofferdadergesprek is voor de rechter geen factor bij het bepalen van de straf. Het is wellicht mogelijk dat vanwege het pedagogisch effect, voornamelijk bij minderjarige daders, de rechter deelname en daaropvolgend een bevredigende uitkomst meeneemt in zijn overwegingen. Indien een slachtoffer twijfels heeft over de redenen voor deelname van de dader, dan bestaat voor het slachtoffer altijd de mogelijkheid om het slachtoffer-dadergesprek na de zitting te laten plaatsvinden. 15 Niet ieder strafbaar feit of conflict is geschikt voor het slachtoffer-dadergesprek. Er moet sprake zijn van een slachtoffer en een dader, dat wil zeggen dat er in principe aangifte moet zijn gedaan van het strafbare feit. Daarbij moet de dader verantwoordelijkheid nemen voor (zijn aandeel in) het misdrijf. Daders die ontkennen of zich niet verantwoordelijk voelen voor wat er is gebeurd, komen niet in aanmerking. Bovendien dient er sprake te zijn van een eenmalige gebeurtenis; wanneer er sprake is van herhaaldelijk misbruik, kan er vanwege de onderlinge afhankelijkheid tussen betrokkenen en de complexiteit van de zaak, geen sprake zijn van een slachtoffer-dadergesprek. 16 Een slachtoffer-dadergesprek gebeurt altijd onder begeleiding en toezicht van een onafhankelijke bemiddelaar van Slachtoffer in Beeld. Voorafgaand aan het slachtoffer-dadergesprek spreekt de bemiddelaar beide partijen apart, voordat hij hen met elkaar in contact brengt. Hij legt tijdens dit contact zijn werkwijze uit en gaat na welke verwachtingen partijen van het gesprek hebben. De bemiddelaar is neutraal en overlegt met zowel dader als slachtoffer op welke manier partijen met elkaar in contact willen treden. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden. Een gesprek is niet in alle gevallen wenselijk. Er is bijvoorbeeld ook contact in de vorm van een briefwisseling of een pendelbemiddeling denkbaar. Hierbij brengt de bemiddelaar een boodschap over van de ene partij aan de andere. Het eigenlijke slachtoffer-dadergesprek is een eenmalig persoonlijk gesprek tussen dader en slachtoffer, waarbij geen derden (behalve de bemiddelaar) worden betrokken. De belangrijkste taken van de bemiddelaar in deze zijn het bewaren van zijn neutraliteit en onafhankelijkheid; hij bewaakt de balans binnen het gesprek. Tevens dient hij respectvol en steunend met partijen en de situatie om te gaan. Een bemiddelaar treedt gedurende het proces voornamelijk 15 Nieuwsbrief slachtoffer-dadergesprekken, Slachtoffer in Beeld, nr. 4, augustus 2009. 16 Nieuwsbrief slachtoffer-dadergesprekken, Slachtoffer in Beeld, nr. 1, februari 2008. 10

faciliterend op. De behoeften van beide partijen staan centraal en de bemiddelaar zal niet aansturen op een confrontatie. 17 Het slachtoffer-dadergesprek biedt de dader de mogelijkheid om het gebeurde een plek te geven. Daarbij krijgt hij de mogelijkheid om de situatie en het voorgevallene aan het slachtoffer uit te leggen, hoe het toch zo ver heeft kunnen komen, en daarmee de persoon achter de dader te laten zien. Een dader is meer dan het feit wat hij heeft gepleegd, hij heeft een eigen verhaal en achtergrond. Ook het betuigen van spijt speelt een belangrijke rol, de dader neemt hiermee de verantwoordelijkheid op zich, waarmee hij wellicht iets goed kan maken naar het slachtoffer. 18 Voor het slachtoffer is het krijgen van duidelijkheid omtrent het voorval erg belangrijk. Een slachtoffer blijft na het gebeuren met vragen zitten en door middel van het slachtoffer-dadergesprek krijgt hij de mogelijkheid om hierop antwoorden te krijgen. Daarnaast komt het slachtoffer opnieuw oog in oog met de dader en kan hij hem confronteren met zijn handelen. Mogelijkerwijs, doordat de dader verantwoordelijkheid neemt voor zijn gedrag, krijgt het slachtoffer erkenning voor wat hem is aangedaan. 19 Slachtoffer in Beeld geeft aan dat slachtoffer-dadergesprekken voornamelijk zijn opgezet vanuit het perspectief van het slachtoffer. 20 Uitgangspunt is dat inzicht in het slachtoffer, het nemen van eigen verantwoordelijkheid door de dader wordt gestimuleerd. 21 Ook krijgt de dader de kans om iets goed te maken, want het aangaan van de confrontatie en het maken van excuses kan bijdragen aan het verwerkingsproces. Sinds Slachtoffer in Beeld in 2007 is gestart met de slachtoffer-dadergesprekken, is er veel ervaring opgedaan met deze vorm van herstelrecht. In 2009 is dan ook ruimte ontstaan voor uitbreiding van de doelgroep, met volwassen daders. De organisatie is van mening dat deze verbreding een goede ontwikkeling is. 22 Niet alleen voor jonge daders kan het slachtoffer-dadergesprek pedagogisch effect hebben, wellicht is voor volwassen daders ook iets ingrijpends als een confrontatie met het slachtoffer nodig om een bepaald effect te verkrijgen. Daarbij komt dat ook bij volwassen daders de behoefte kan bestaan om het gesprek aan te gaan met het slachtoffer. 17 Nieuwsbrief slachtoffer-dadergesprekken, Slachtoffer in Beeld, nr. 2, mei 2008. 18 Nieuwsbrief slachtoffer-dadergesprekken, Slachtoffer in Beeld, nr. 1, februari 2008. 19 Nieuwsbrief slachtoffer-dadergesprekken, Slachtoffer in Beeld, nr. 1, februari 2008. 20 Nieuwsbrief slachtoffer-dadergesprekken, Slachtoffer in Beeld, nr. 2, mei 2008. 21 Slachtoffer in Beeld, jaarverslag 2007, Utrecht, november 2008. 22 Nieuwsbrief slachtoffer-dadergesprekken, Slachtoffer in Beeld, nr. 3, oktober 2008. 11

De voornaamste ketenpartners van Slachtoffer in Beeld zijn de Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg, Slachtofferhulp Nederland en de Jeugdreclassering. 23 Er wordt voornamelijk met deze organisaties samengewerkt omdat zij de grootste en meest relevante hulpverleners zijn die contact hebben met slachtoffers en minderjarige daders. De ketenpartners kunnen slachtoffers en daders doorverwijzen naar Slachtoffer in Beeld wanneer er interesse bestaat in een slachtofferdadergesprek of een andere vorm van bemiddeling. 1.4 Echt Recht Een Echt Recht Conferentie is een andere methodiek die gebruikt wordt voor een contact tussen een slachtoffer en minderjarige dader. Bij een Echt Recht Conferentie (of herstelbijeenkomst) worden slachtoffer en dader samen met hun families en sociale netwerk bij elkaar gebracht. Er wordt door betrokkenen besproken wat zij van het misdrijf vinden, hoe zij erdoor zijn geraakt en hoe zij ermee omgaan. Ook hebben alle deelnemers een stem in het eindresultaat, dat wordt omschreven in een herstelplan. De herstelbijeenkomsten Echt Recht in Nederland verlopen via het Real Justice model 24, gebaseerd op de ervaring van het International Institute for Restorative Practices. Hier wordt ondermeer mee gewerkt in de Verenigde Staten, Australië en Nieuw-Zeeland. De herstelbijeenkomst is geïnspireerd door het model van Family Group Conferencing, evenals de in Nederland bekende Eigen Krachtconferentie. 25 Een belangrijke voorwaarde voor de herstelbijeenkomst is dat de dader verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen. Tevens is het zo dat deelname is gebaseerd op vrijwilligheid, dit geldt voor alle partijen. Kenmerkend voor de Echt Recht conferentie is, dat in ongeveer tweederde van de gevallen slachtoffer en dader elkaar al kenden voorafgaand aan het incident 26 (in tegenstelling tot de slachtoffer-dadergesprekken, waar dit veel minder vaak het geval is). Zij kennen elkaar bijvoorbeeld van school, de sportvereniging, uit de buurt of via via. Gedurende een Echt Recht Conferentie wordt er gewerkt volgens een vaststaand en standaard draaiboek, wat structuur geeft aan de bijeenkomst. De deelnemers krijgen een aantal open vragen voorgelegd, die helpen om gevoelens en gedachten over het voorval met elkaar te bespreken. Een herstelbijeenkomst bestaat uit 4 verschillende fases. Fase 1 is de introductie, iedereen stelt zich voor en de spelregels worden uiteengezet door de bemiddelaar. In fase 2 uiten betrokkenen hun 23 Slachtoffer in Beeld, jaarverslag 2008, Utrecht, juni 2009. 24 T. Wachtel, Real Justice: How to Revolutionize our Response to Wrongdoing Pipersville, PA: Piper s Press, 1997. 25 F. van Beek en P. Grambert, Gewoon normaal tegen elkaar doen, Herstelbijeenkomsten Echt Recht 2000-2006, november 2007. 26 F. van Beek en P. Grambert, Gewoon normaal tegen elkaar doen, Herstelbijeenkomsten Echt Recht 2000-2006, november 2007. 12

gevoelens en gedachten omtrent het gebeurde. Fase 3 bestaat uit het gezamenlijk maken en vastleggen van het herstelplan en in fase 4 wordt de bijeenkomst informeel afgesloten en het herstelplan wordt door alle aanwezigen ondertekend. 27 Een conferentie kan de dader inzicht geven in de effecten die zijn acties hebben veroorzaakt. Ook kan hem duidelijk worden gemaakt wat het gebeurde betekende voor zijn slachtoffer en zijn eigen familie en bekenden. Deze confrontatie met de consequenties van zijn gedrag vindt plaats in een veel emotioneler en persoonlijker proces dan een rechtszitting. Vandaar dat deze benadering invloed kan hebben op de pedagogische ontwikkeling en eventueel zelfs recidiveverlagend kan zijn. De herstelbijeenkomst geeft het slachtoffer en zijn familie de mogelijkheid om hun gevoelens en gedachten te uiten in het bijzijn van de dader en zijn familie. Het staat het slachtoffer natuurlijk vrij om niet deel te nemen aan de conferentie. Het kan voorkomen dat het slachtoffer bang is voor represailles of voor een verdere escalatie van het conflict. Het kan ook zo zijn dat het slachtoffer het gebeurde heeft verwerkt en er geen behoefte aan heeft om de zaak weer op te rakelen. Soms is het contact inmiddels ook weer hersteld en heeft een conferentie geen zin meer volgens de betrokkenen. 28 Wat volgens betrokkenen helpt om van de bijeenkomst een succes te maken, zijn zaken als getoonde emoties door het slachtoffer en dat er excuses worden gemaakt. Partijen ervaren dat tijdens de bijeenkomst alles open en eerlijk kan worden uitgesproken en dat er naar elkaar geluisterd wordt en dat ieders mening wordt gerespecteerd. Ook het feit dat iedereen vrijwillig aanwezig is en dus bereid is om mee te werken om het conflict tot een goed einde te brengen, werkt motiverend. Zaken die de bijeenkomst negatief beïnvloeden zijn onder andere de duur van de bijeenkomst en het gebruik van vakjargon door de hulpverlener. In het geval van een taalbarrière dient dit te worden beschouwd als contra-indicatie en kan de bijeenkomst geen doorgang vinden. Een tolk kan hierbij geen uitkomst bieden, in de vertaling gaat (een deel van) het verhaal verloren, evenals de hiermee gepaard gaande emoties. Als bepaalde deelnemers respectloos overkomen, werkt dit niet bevorderend. En ondanks de vrijwillige deelname kan het ook voorkomen dat de dader slechts plichtmatig aanwezig is. De bemiddelaar van de Echt Recht Conferentie is een professional die vaak al in de jeugdhulpverlening of onderwijs werkzaam is en daarnaast deze bijeenkomsten begeleidt. De bemiddelaar brengt partijen bij elkaar en bereidt het proces met de deelnemers voor. Tijdens de bijeenkomst houdt de bemiddelaar zich op de achtergrond, in zoverre dat hij wel de betrokkenen aanmoedigt om hun 27 F. van Beek en P. Grambert, Gewoon normaal tegen elkaar doen, Herstelbijeenkomsten Echt Recht 2000-2006, november 2007, p.10. 28 F. van Beek en P. Grambert, Gewoon normaal tegen elkaar doen, Herstelbijeenkomsten Echt Recht 2000-2006, november 2007. 13

mening kenbaar te maken, maar het proces wordt gestuurd door de overige aanwezigen. Aan het eind van de conferentie is het de taak van de bemiddelaar om het herstelplan op te stellen. Het herstelplan is een schriftelijke overeenkomst waarin het resultaat van de herstelbijeenkomst wordt vastgelegd. De conferentie biedt betrokkenen de mogelijkheid om te discussiëren over de inhoud van dit plan. 29 Deze wordt aan het einde van de bijeenkomst opgesteld om de afspraken en intenties vast te leggen. Hierin kan bijvoorbeeld staan dat er excuses zijn gemaakt door de dader en de manier waarop de materiële schade vergoed zal worden. De inhoud van het herstelplan wordt door de deelnemers samen bepaald. Het bevat zowel afspraken (controleerbare zaken die zijn overeengekomen) en intenties (voornemens die niet of moeilijk te controleren zijn). Opvallend is dat het plan zelden sancties bevat indien de afspraken niet worden nageleefd. 30 Dit getuigt van vertrouwen in de gemaakte afspraken. De overeenkomst wordt ondertekend door alle aanwezigen. Hiermee verklaren ze te hebben meegewerkt aan de totstandkoming van het plan en het eens te zijn met de inhoud ervan. Een onderdeel van de Echt Recht methodiek is dat de coördinator, na ongeveer drie maanden contact opneemt met de belangrijkste deelnemers van de bijeenkomst. Er wordt nagegaan hoe de huidige situatie is en of de afspraken zijn nagekomen. Tevens wordt gevraagd welke invloed de herstelbemiddeling heeft gehad. Uit deze follow-up blijkt dat de overgrote meerderheid van de deelnemers van mening is dat de gemaakte afspraken in het herstelplan in voldoende mate worden nagekomen. 31 Er wordt door de deelnemers in het algemeen met tevredenheid teruggekeken op de bijeenkomst. 32 Als gevolg van de conferentie hebben de deelnemers het gevoel dat ze zaken met elkaar hebben kunnen uitspreken, er is duidelijkheid geschapen. Partijen hebben het gevoel dat ze elkaar weer recht in de ogen kunnen kijken. 33 Daders geven aan tevreden te zijn over het feit dat ze hebben ingezien dat ze fout zaten, dat ze iets geleerd hebben en dat ze de confrontatie aangedurfd hebben. De meeste daders zeggen dat de conferentie een verandering van hun gedrag teweeg heeft gebracht. 29 Nieuwsbrief slachtoffer-dadergesprekken, Slachtoffer in Beeld, nr. 3, oktober 2008. 30 F. van Beek en P. Grambert, Gewoon normaal tegen elkaar doen, Herstelbijeenkomsten Echt Recht 2000-2006, november 2007. 31 F. van Beek en P. Grambert, Gewoon normaal tegen elkaar doen, Herstelbijeenkomsten Echt Recht 2000-2006, november 2007, p. 38. 32 In ruim 93% van de gevallen is de dader tevreden over de herstelbijeenkomst. F. van Beek en P. Grambert, Gewoon normaal tegen elkaar doen, Herstelbijeenkomsten Echt Recht 2000-2006, november 2007, p. 39. 33 F. van Beek en P. Grambert, Gewoon normaal tegen elkaar doen, Herstelbijeenkomsten Echt Recht 2000-2006, november 2007. 14

Ook slachtoffers zijn overwegend positief over de resultaten van de conferentie. 34 Zij zijn van mening dat de situatie is hersteld, dat zaken zijn uitgesproken en dat er duidelijke afspraken zijn gemaakt met betrekking tot de schadevergoeding. Slechts in een enkel geval is de situatie verslechterd. De meeste conferenties resulteren in het opstellen en ondertekenen van een herstelplan. 35 Daarbij wordt in 94% van de herstelbijeenkomsten door de dader zijn excuses aangeboden. Recidivevermindering is een van de centrale doelstellingen van de strafmaatregelen en interventies die we in Nederland opleggen aan daders van misdrijven. Daarnaast is het element van vergelding en recht doen aan slachtoffers evenzeer van groot belang. Tenslotte wordt met de opgelegde strafmaatregel of interventie, aan de samenleving duidelijk gemaakt dat dit gedrag niet getolereerd wordt. Herstelrecht balanceert op de grens tussen het belang van het slachtoffer en recidivevermindering. Het is daarbij van groot belang dat deze bemiddeling plaatsvindt buiten het strafproces en dat deelnemers hier op vrijwillige basis aan deelnemen. 1.5 Tussenconclusie Herstelbemiddeling in de vorm van slachtoffer-dadergesprekken richt zich op de wat zwaardere delicten, terwijl de Echt Recht Conferentie zich vooral richt op de wat lichtere delicten, zoals bijvoorbeeld conflicten op school of in de buurt. Beide methodieken zijn in de praktijk te gebruiken, daar onderscheid kan worden gemaakt in de zwaarte van het gepleegde delict. Op deze manier kan herstelrecht breed in de praktijk worden ingevoerd. Bij de wat zwaardere misdrijven kan herstelrecht plaatsvinden door middel van de methodiek van conferencing. 36 Bij lichtere feiten kan een slachtoffer-dadergesprek worden gebruikt, of bemiddeling. Hierna zal het gaan over de overkoepelende begrippen herstelrecht en herstelbemiddeling en zal er minder nadrukkelijk onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende vormen van herstelbemiddeling. 34 90% van de slachtoffers is tevreden over het verloop van de bijeenkomst en het resultaat daarvan. F. van Beek en P. Grambert, Gewoon normaal tegen elkaar doen, Herstelbijeenkomsten Echt Recht 2000-2006, november 2007, p. 39. 35 Dit gebeurt in 92% van de gevallen waarin een Echt Recht conferentie doorgang heeft. F. van Beek en P. Grambert, Gewoon normaal tegen elkaar doen, Herstelbijeenkomsten Echt Recht 2000-2006, november 2007, p. 30. 36 Herstelgericht groepsoverleg, naar Belgisch model, dat weer is geïnspireerd op het Nieuw-Zeelandse Family Group Conferencing, zie Hoofdstuk 2. 15

Hoofdstuk 2 Oorsprong van herstelrecht in Nederland en internationale ontwikkelingen 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt kort de geschiedenis van herstelrecht in Nederland uiteengezet. Daarnaast zal de internationale oorsprong van het herstelrecht aan bod komen. Hierbij is vanzelfsprekend ook aandacht voor internationale vormen van herstelrecht, aan de hand waarvan de Nederlandse praktijk zich heeft gevormd. Met name Australië en Nieuw-Zeeland spelen in rechtsvergelijkend opzicht een belangrijke rol, vanwege het feit dat zij de voornaamste grondleggers zijn van het herstelrecht. Tevens is er aandacht voor herstelrecht in België, omdat zij daar verder zijn met herstelrechtelijke ontwikkelingen en herstel een veelvoorkomende methode is in de Belgische rechtspraktijk. Er wordt gekeken welke vormen van internationaal herstelrecht als voorbeeld hebben gefungeerd voor de ontwikkeling van Nederlandse vormen van herstelrecht. Vervolgens een korte beschouwing over de mate waarop de Nederlandse methode van herstelrecht is afgestemd op internationale bepalingen en ontwikkelingen. Daaropvolgend komt in volgende hoofdstukken aan de orde in hoeverre de Nederlandse methode ontwikkeld en aangepast zou kunnen worden, zodat het een meer definitieve plek binnen de rechtspraktijk kan krijgen. 2.2 Oorsprong van het herstelrecht Een veel voorkomende methode van herstelrecht in Nederland is de Echt Recht Conferentie. Deze methodiek is via Australië en Nieuw-Zeeland overgewaaid naar Europa. De Nederlandse methodiek van Echt Recht Conferenties is gebaseerd op de principes van Family Group Conferencing (FGC) uit Nieuw-Zeeland. FGC is in Nieuw-Zeeland oorspronkelijk ingevoerd door de jeugdhulpverlening en de jeugdbescherming als een nieuwe manier van omgaan met jeugdcriminaliteit. Oorzaak voor de invoering is dat de bevolking ontevreden was over de wijze waarop zij werd betrokken bij de jeugdhulpverlening. 37 Deze herstelmethode kennen we in Nederland ook onder de naam Eigen Kracht, dit is een civielrechtelijke variant. Het voornaamste doel van de Eigen Kracht Conferentie is het betrekken van de familie bij de (jeugd)hulpverlening. De Eigen Recht Conferentie is hiervan afgeleid en vormt de strafrechtelijke variant, hierbij staat bemiddeling tussen slachtoffer en dader voorop. In Nieuw-Zeeland wordt de FGC ook toegepast in jeugdstrafzaken. De strafzaak wordt dan niet aan de rechter voorgelegd, maar als alternatief krijgt de familie van de jongere de opdracht om gezamenlijk naar een 37 M. Steketee e.a., Herstelbemiddeling voor jeugdigen in Nederland, Van Gorcum, Assen 2006. 16

oplossing te zoeken, die bijvoorbeeld kan bestaan uit een regeling betreffende een schadevergoeding voor het slachtoffer of een plan om herhaling te voorkomen. 38 In Nederland bestaat er echter een duidelijker onderscheid tussen herstelrecht bij strafzaken en herstelmethodiek als vorm van jeugdhulpverlening. Desalniettemin, de Echt Recht Conferentie zoals wij die in Nederland kennen, is wel afgeleid van de Nieuw-Zeelandse variant. Bij de conferentie wordt niet alleen de familie van de dader betrokken, maar ook het sociaal netwerk van het slachtoffer krijgt de mogelijkheid om bij het proces betrokken te zijn. In Australië ontstond in 1991 39 een variant op de Nieuw-Zeelandse FGC, dit werd het Waggamodel 40 genoemd. Dit model werd ontwikkeld door politieagenten en wordt gekenmerkt door de agent die tijdens de conferentie de rol van bemiddelaar op zich neemt. 41 Bijkomend gevolg is dat er ook zaken worden bemiddeld, waarbij het strafbare feit niet gepleegd is jegens een slachtoffer. In die gevallen wordt de maatschappij gezien als slachtoffer en kan het delict toch besproken worden. 42 Dit in tegenstelling tot de Nieuw-Zeelandse conferentie, welke wordt geleid door een onafhankelijke bemiddelaar. Er kan geconcludeerd worden dat de hulpverlening in Nieuw-Zeeland en de politie in Australië reeds geruime tijd ervaring heeft opgedaan op het gebied van herstelrecht. In Nederland werd herstelrecht pas later ingevoerd, in 1992 werd het begrip herstelrecht voor het eerst gebruikt door Walgrave. In 2006 heeft het herstelrecht ook in België een prominente plaats gekregen binnen het jeugdstrafrecht. In elke situatie waarbij een jongere voor de strafrechter dient te verschijnen, moet eerst worden nagegaan of de voorkeur kan worden gegeven aan herstelrecht. 43 België kende hiervoor al een herstelcultuur, echter als onderdeel van de hervorming van de jeugdwet heeft herstelrecht een plaats gekregen binnen het wettelijk kader. België beschikt momenteel over een van de meest vooruitstrevende wettelijke kaders op het gebied van herstelbemiddeling in het jeugdrecht en daarmee heeft België een grote voorsprong op de Nederlandse herstelpraktijk. 44 38 M. Steketee e.a., Herstelbemiddeling voor jeugdigen in Nederland, Van Gorcum, Assen 2006. 39 http://rsj.e-contentmanagement.com/archives/vol/2/issue/2/article/1597/wagga-juvenile-cautioning-process (geraadpleegd op 21 juni 2010). 40 Dit model werd genoemd naar de plaats (Wagga) waar het experiment is begonnen. Zie: http://rsj.econtentmanagement.com/archives/vol/2/issue/2/article/1597/wagga-juvenile-cautioning-process (geraadpleegd op 21 juni 2010). 41 M. Steketee e.a., Herstelbemiddeling voor jeugdigen in Nederland, Van Gorcum, Assen 2006. 42 D.B. Moore en T.A. O Connell, Family Conferencing in Wagga Wagga: A communitarian Model of Justice. Zie http://aic.gov.au/documents/9/2/f/%7b92f860fb-8cf5-4d3b-81f9-2b4c9046767d%7dch3.pdf (geraadpleegd 22 mei 2012). 43 I. Vanfraechem, Herstel en de Belgische jeugdwet, Tijdschrift voor Herstelrecht, nummer 3, 2007. 44 H. Dominicus, De implementatie van dader-slachtofferbemiddeling in België, Tijdschrift voor Herstelrecht, nummer 4, 2010. 17

In het recente verleden bestond de Nederlandse herstelpraktijk uit plaatselijke pilots en herstelprojecten, deze werden voornamelijk ingezet bij de wat lichtere delicten. In navolging van het op 15 maart 2001 genomen Europees Kaderbesluit 45 krijgen sinds 2007 jonge daders en hun slachtoffers een aanbod van Slachtoffer in Beeld tot het aangaan van een herstelgesprek. 46 Deze mogelijkheid valt in Nederland echter buiten het strafrecht. In tegenstelling tot bijvoorbeeld België, is in Nederland hieromtrent (nog) geen heldere structuur en specifieke wetgeving voorhanden. 2.3 Herstelrecht in Australië en Nieuw-Zeeland In het Nieuw-Zeelandse jeugdrecht heeft herstelrechtelijk werken een belangrijke plek verworven. Mede omdat hierover veel informatie is gepubliceerd, geldt het Nieuw-Zeelandse herstelrecht als wereldwijd rolmodel. 47 De jeugd(straf)rechtspleging in Australië en Nieuw-Zeeland is gevormd naar Brits voorbeeld. Tot 1989 werden criminele jongeren in Nieuw-Zeeland voorgeleid voor een kinderrechter. 48 Daarna kwam het besef dat de jongeren op deze manier onvoldoende werden geconfronteerd met hun wangedrag. Zij werden tegenover een groep functionarissen geplaatst en de jongeren vielen hierdoor in de rol van slachtoffer, in plaats van dat zij zich realiseerden dat zij juist diegenen waren die zich bezig hielden met crimineel gedrag. De Family Group Conferences (FGC), die wij in de Nederlandse varianten herstelgericht groepsoverleg of Eigen Kracht Conferentie kennen, heeft zijn oorsprong in Nieuw-Zeeland en Australië. In het kort is dit een bijeenkomst waarbij niet alleen het slachtoffer en de dader aanwezig zijn, maar ook hun beide sociale netwerken. Deze bijeenkomst wordt geleid door een onafhankelijke coördinator. De zaak wordt vooralsnog niet aan de rechter voorgelegd, maar slachtoffer(s), dader(s) en hun familieleden gaan in onderling overleg op zoek naar een oplossing voor het incident. De achterliggende gedachte is dat de familie en de gemeenschap (weliswaar in mindere mate) direct betrokken zijn bij het zoeken naar een oplossing voor de wandaad of het conflict dat de dader heeft met de samenleving. 49 Deze methode werd in 1989 vastgelegd in de Nieuw-Zeelandse wetgeving en staat centraal in het jeugdstrafrechtsysteem. In 1994 is deze methode in Australië geïntroduceerd en in ietwat veranderde 45 Kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie (2001/220/JBZ) betreffende de status van het slachtoffer in de strafprocedure. 46 A. Wolthuis, Herstel in de Belgische jeugdwet, Proces, nummer 5, 2008. 47 A. Wolthuis, Herstelrecht, een kinderrecht, Boom Lemma uitgevers, Den Haag 2012. 48 R. Ludbrook, Jeugdstrafrecht naar Nieuw-Zeelands model, Tijdschrift voor Herstelrecht, nummer 2, 2010. 49 A. Wolthuis, Schade herstellen; Mediation in jeugdstrafzaken, Maandblad voor de sociale praktijk, nummer 8/9, 2003, p.32-39. 18

vorm overgenomen, waarbij de nadruk meer kwam te liggen op de betrokkenheid van het slachtoffer. 50 De Sentencing Act uit 2002 stelt als sanctiedoelen dat de dader verantwoordelijk wordt gemaakt voor de aangerichte schade, dat bij de dader het verantwoordelijkheidsgevoel moet worden bevorderd en dat hij de schade moet erkennen. De sanctie moet voldoen aan de behoeften van de dader en moet hem genoegdoening bieden. Pas daarna komen de meer klassieke sanctiedoelen aan bod, zoals de afschrikwekkende werking, publieke veiligheid, re-integratie, enz. 2.3.1 Procedure van herstelrecht in Australië en Nieuw-Zeeland De FGC s verlopen volgens een vaste procedure. Eerst stelt de coördinator de deelnemers voor en zet het doel en de regels van het gesprek uiteen. Dan wordt het delict besproken. De jongere wordt gevraagd of hij instemt met wat naar voren is gebracht en vervolgens krijgt het slachtoffer het woord. Hierop volgt een reactie van de dader en/of zijn familie. Tot slot wordt gesproken over een herstelplan. Hoofdzakelijk in Nieuw-Zeeland, maar ook in Australië, krijgt de dader samen met zijn familie de gelegenheid om met een herstelvoorstel te komen, wat wordt voorgelegd aan het slachtoffer. 51 Hoewel alles wat op de conferentie wordt gezegd vertrouwelijk is en niet ter terechtzitting ter sprake gebracht mag worden 52, is treffend dat straf en herstel in Australië en Nieuw-Zeeland nauw met elkaar verbonden zijn. Kenmerkend voor herstelrecht is dat het een alternatief is voor straf, maar er wordt tijdens de herstelbijeenkomst regelmatig een sanctie opgelegd, naast de herstelafspraken. 53 Naar aanleiding hiervan kan voorzichtig worden gesteld dat slachtoffers wel degelijk behoefte hebben aan straf en vergelding. Over het algemeen wordt na afloop van de bijeenkomst een overeenkomst gesloten die voor beide partijen acceptabel is. Dit herstelplan wordt vervolgens aan de rechter voorgelegd en hij zal dit plan, eventueel na het aanbrengen van wijzigingen, goedkeuren. Het is gebleken dat het plan in ongeveer 80% van de gevallen door de rechter wordt overgenomen. 54 De coördinator speelt een cruciale rol, zowel voorafgaand als gedurende de bijeenkomst. Hij treedt op als een onafhankelijke en onpartijdige gespreksleider. Tevens heeft hij de verantwoordelijkheid gedurende de bijeenkomst. 50 A. Wolthuis, Schade herstellen; Mediation in jeugdstrafzaken, Maandblad voor de sociale praktijk, nummer 8/9, 2003, p.32-39. 51 I. Weijers, Het herstelgesprek: overwegingen en aanbevelingen naar aanleiding van een studiereis, Proces nummer 4, 2003. 52 R. Ludbrook, Jeugdstrafrecht naar Nieuw-Zeelands model, Tijdschrift voor Herstelrecht, nummer 2, 2010. 53 I. Weijers, Het herstelgesprek: overwegingen en aanbevelingen naar aanleiding van een studiereis, Proces nummer 4, 2003. 54 M. Wright, Wettelijke bepalingen voor herstelgerichte afdoeningen, Tijdschrift voor herstelrecht, nummer 3, 2010. 19

In Australië komt de jonge dader veel aan het woord, wordt regelmatig en uitdrukkelijk naar zijn mening gevraagd en er wordt getracht hem een actieve rol in het gesprek te geven. Hierdoor heeft de jongere het gevoel serieus te worden genomen en zal hij gemotiveerder zijn om zich aan de afspraken in het herstelplan te houden. Dit in tegenstelling tot Nieuw-Zeeland, waar het accent veel meer op de familie en op het slachtoffer ligt en de participatie van de jongere in mindere mate plaatsvindt. 55 Het herstelgesprek fungeert niet als alternatief voor straf. De confrontatie met het slachtoffer zal door de jongere als een zware beproeving worden ervaren, zeker door de aanwezigheid van zijn eigen familie. Een belangrijk aspect is dat, met wederzijdse goedkeuring, tijdens de bijeenkomst toch nog allerlei verschillende soorten sancties worden opgelegd aan de dader. Hierbij kan worden gedacht aan een overeenkomst om de schade te vergoeden (betalen van een geldbedrag, verzorgen van een reparatie), maar bijvoorbeeld ook het volgen van therapie kan deel uitmaken van het plan. Hierdoor is de plaats die het herstelrecht binnen het strafproces inneemt onduidelijk. Het gesprek heeft betrekking op het herstel voor het slachtoffer, niet de maatschappij. Toch heeft het herstelrecht in Australië en Nieuw-Zeeland een strafkarakter. Daarin schiet deze methode tekort en is het strafkarakter meteen de zwakte van deze methodiek. 56 Het zou moeten gaan om herstel van de relatie tussen dader en slachtoffer, herstel van de situatie als gevolg van het delict en niet om bestraffing en vergelding. Indien de zaak al is verwezen naar de rechter, dan wordt de rechtszaak uitgesteld, zodat de jongere de gelegenheid heeft om het plan ten uitvoer te brengen. De Nieuw-Zeelandse rechter moet rekening houden met de uitkomst van de herstelbijeenkomst. Wanneer het plan naar tevredenheid is uitgevoerd, zal de zaak door de rechter worden geseponeerd en blijft de jongere een strafblad bespaard. 57 Indien de afspraken niet worden nagekomen, moet alsnog worden teruggevallen op de principes van vergelding en wordt er een proportionele straf opgelegd door de rechter. Het herstelgesprek moet van het strafproces worden losgekoppeld, aangezien vragen met betrekking tot schuld en strafmaat thuis horen bij de onafhankelijke rechter. Het strafproces moet zijn afgerond voordat het herstelgesprek plaatsvindt. Dan hoeft men zich tijdens het gesprek niet bezig te houden met de schuldvraag of de strafmaat en kan men zich primair richten op herstel tussen de twee partijen. 58 55 I. Weijers, Het herstelgesprek: overwegingen en aanbevelingen naar aanleiding van een studiereis, Proces nummer 4, 2003. 56 I. Weijers, Het herstelgesprek: overwegingen en aanbevelingen naar aanleiding van een studiereis, Proces nummer 4, 2003. 57 R. Ludbrook, Jeugdstrafrecht naar Nieuw-Zeelands model, Tijdschrift voor Herstelrecht, nummer 2, 2010. 58 I. Weijers, Het herstelgesprek: overwegingen en aanbevelingen naar aanleiding van een studiereis, Proces nummer 4, 2003. 20

Dit speelt in Nederland eveneens een rol. Ook in onze rechtsorde zouden deze stappen bij kunnen dragen aan voorkoming van een overlap tussen herstelrecht en het strafproces. 2.4 Herstelrecht in België Herstelbemiddeling in België houdt in dat het communicatieproces tussen slachtoffer en dader door een neutrale bemiddelaar op gang wordt gebracht. Herstel van de schade heeft hierbij een centrale rol, de jongere dader wordt hierbij aangemoedigd om de verantwoordelijkheid te nemen in het herstellen van de schade. 59 Dit is anders dan de schadevergoeding, die wij ook in Nederland kennen. Hierbij wordt de (im)materiële schade vergoed aan het slachtoffer. Herstel van de schade gaat verder dan het betalen van schadevergoeding. In België is een strakke regie gevoerd bij de ontwikkeling en invoering van bemiddelingsmethoden in strafzaken. Beleid en wetenschap werkten hierbij nauw samen. Dit heeft geleid tot een wettelijk kader en erkenning van deze projecten. 60 In Nederland lijkt echter van een strakke regie geen sprake, er werd in het verleden gedurende de ontwikkeling van herstelrechtelijke methodieken nauwelijks richting gegeven vanuit de centrale overheid. Het Belgische jeugdstrafrecht is gebaseerd op een evenwicht tussen aan de ene kant bescherming en aan de andere kant een op sancties gerichte aanpak. Het voornaamste aandachtspunt hierbij is de verantwoordelijkheid van de jongere. 61 Hieraan wordt invulling gegeven door het herstelrecht een grote rol te laten spelen bij jeugdstrafzaken. De belangrijkste vorm van herstelrecht is de Hergo (herstelgericht groepsoverleg), hiernaast bestaan vanzelfsprekend ook vormen als het aanbieden van excuses en het vergoeden van materiële schade. Hergo bestaat in België sinds 2000 en is geïnspireerd op de Nieuw-Zeelandse methodiek van Family Group Conferencing. 62 In België is sprake van een hiërarchie in de toepassing van verschillende maatregelen. In het geval van een minderjarige dader, dient steeds voor de minst ingrijpende maatregel gekozen te worden. De minst ingrijpende maatregel binnen het strafproces voor jeugdige daders is het aanbod van een 59 A. Wolthuis, Herstelrecht, een kinderrecht, Boom Lemma uitgevers, Den Haag 2012. 60 A. Wolthuis en E. Wiersma, Welk spoor volgt Nederland?, Tijdschrift voor Herstelrecht, nummer 4, 2010. 61 A. Wolthuis, Herstel in de Belgische jeugdwet, Proces, nummer 5, 2008. 62 A. Wolthuis, Herstel in de Belgische jeugdwet, Proces, nummer 5, 2008. 21