AGRO Actualiteiten. December 2009 WET- EN REGELGEVING. Derogatie 2010

Vergelijkbare documenten
AGRO Actualiteiten. December 2010 WET- EN REGELGEVING. Vergeet uw derogatiemelding niet!

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Speciale editie Verzamelaanvraag 2006

Samenwerking tussen melkveehouderij en akkerbouw

Opgave Gewaspercelen

AGRARISCHE REGELGEVING. ROOFVOGELSHOW door de Valk Roofvogels

Teelthandleiding wettelijke regels

Speciale editie GLB beleid

Nieuwsbrief. Liquiditeitsbeheer: onmisbaar in deze tijd. Ruimte mestaanvoer akkerbouwer. Van der Woude Adviesbureau. ALGEMEEN vervolg ALGEMEEN

Paarden 6 mnd., kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal

Nieuwsbrief. Overdracht grond, ook overdracht recht. Van der Woude Adviesbureau WET EN REGELGEVING ALGEMEEN

Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0

Extra nieuwsbrief bij Gecombineerde opgave 2006

Regelingen. Doc.12. Uitbetaling Betalingsrechten en Vergroeningsbetaling. Nee

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking

Mestbeleid. Stelsel van verplichte mestverwerking. 13 januari Joke Noordsij. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Effectrapportage hervorming GLB vanaf 2015

Introductie Optimus advies door middel van Melkveewet en GLB 2015

Ingevulde gegevens Gecombineerde opgave 2015

Bedrijfsoverdracht melden bij RVO.NL. Bert Knegtering en Christel Pieterse

Uw gegevens: Formulier Gecombineerde opgave 2012 * CD * Pagina 1 van 13 : : : :

Agro-nieuwsbrief april 2013

De voorwaarden voor een derogatie (periode ) zijn als volgt gewijzigd:

Perceelsregistratie Dienst Regelingen. Arie van der Greft

GECOMBINEERDE OPGAVE 2015

Nieuwsbrief. Agrarische schouw Kringloopwijzer in 2016 verplicht voor alle melkveebedrijven. Van der Woude Adviesbureau.

AGRO Actualiteiten. April Themanummer Gecombineerde Opgave. Inhoud

Welkom. Voorlichting Verplichte mestverwerking. Hans Verkerk secretaris meststoffendistributie

2014 en 2015 bepalend voor 2016

SPECIAL EDITION. Agro-nieuwsbrief april 2015

Bijlage notitie 2. Ex ante evaluatie mestbeleid 2013 Plaatsingsruimte fosfaat uit meststoffen in 2015 en daarna

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Vergroeningseisen. Agenda. Aan vergroeningseisen voldoen voor uitbetaling Basispremie Vergroeningspremie

NRS Mineraal. Managementproducten - NRS Mineraal. Beslissen van kalf tot koe

Nieuwe GLB in relatie tot de Toeslagrechten. Jan Moggré ZLTO advies

Nieuwsbrief. Druk bezochte klantenavond. Heeft u voldoende mest verwerkt in 2014? Van der Woude Adviesbureau WET EN REGELGEVING ALGEMEEN.

AgroActualiteiten. Derogatie alleen met 80% grasland. April 2014 Jaargang 15, nummer 2. Inhoud

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tekeninstructie. voor de bedrijfskaart bij het formulier Wijziging registratie van uw percelen

Programma 10 november 2015

Tempel A D V I E S. Agrarisch adviesbureau. in Lunteren. Ir. FCA van den Tempel Tel

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

AGRO. actueel. Woord vooraf

Bakkers J.M.M. en W.C.E.M. en Bakkers-van der Sande A.C.M. MTS Driehuizerweg 21 HAGHORST

De KringloopWijzer & bodem

Mestbeleid 2014 begint nu

AGRO. actueel. Special: Nieuwe Bedrijfstoeslagregeling. Woord vooraf

Fosfaatklasse. Grondmonster

Nieuwsbrief. PAS: een oplossing? Welkom Van der Woude Adviesbureau WET EN REGELGEVING ALGEMEEN

Jonge landbouwers en starters

Doc. 1

Beste ondernemer, Editie februari PAS: een oplossing?

NutriNorm.nl. Op NutriNorm vindt u praktische en onafhankelijke informatie over bemesting, meststoffen, bodem en strooien.

Bemesten van gras na mais en mais na gras?

Begeleidende nota minimale MTR-advisering

2. Onderdeel f komt te luiden: f. Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;.

epoc. nr.: Class, nr. : ingek.: 1 6 S EP Afdelirn. Beh. door; Afd. Hoofd AWB.. weken voor kennisg. aangenomen/tel. afgedaan

Nieuw Mestbeleid. Special Nieuw mestbeleid

Kansen voor mestscheiding

AMvB Grondgebonden groei melkveehouderij. 21 April 2015 Harry Kager LTO Nederland

ONTWERP DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN. Gelet op de artikelen 10, eerste lid, en 12, derde lid, van de Meststoffenwet; BESLUIT:

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw

Nieuwsbrief VMB-ADVIES. Geachte lezer, AGRO. April In de nieuwsbrief

Hoofdlijnen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Europees Landbouwbeleid en Voedselzekerheid

Vragen en antwoorden n.a.v. voorlichtingsbijeenkomst over nieuw GLB en nieuw mestbeleid bij Administratiekantoor Woldendorp te Bedum op

Agro-Nieuwsbrief Uitgave: april 2013

Achtergronden Koeien & Kansen - KringloopWijzer

Mestbeleid in Nederland

Meststoffenwet Overzicht maatregelen en sancties

Leidt Europese mestbeleid tot knelpunten voor de bodem?

Basisbetalingsregeling 2015 t/m 2019

Inhoud: Subsidies. - Wat zijn de exacte investeringskosten in mijn situatie en kan ik het combineren met andere aanpassingen in mijn gebouw?

AGRO nieuwsbrief - april 2013

Nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Rekenmodel grondgebondenheid behorende bij de AMvB Verantwoorde groei melkveehouderij

KLW KLW. Meer ruwvoer lucratiever dan meer melk? Jaap Gielen, Specialist melkveehouderij 15/22 februari Ruwvoerproductie en economie!

Agro-Nieuwsbrief. AGRO-Nieuwsbrief. Voorwoord. Uitgave: april De aanhouder wint..

Agro-Nieuwsbrief & Actualiteiten

CRV Mineraal Bedrijfsspecifieke excretie

Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt

SYMPOSIUM 28 maart Welkom!

overzicht Ingevulde gegevens Gecombineerde opgave 2016 Uw gegevens * CD * : : : : Naam Adres Woonplaats Telefoonnummer

Teus Kool. Flash VAB. Fosfaatrechtenstelsel. ComponentAgro. Specialist en mede-eigenaar ComponentAgro B.V.

Aandachtspunten (to do)

AgroActualiteiten. Bijeenkomsten liquiditeitsplanning. Blad 1 van 5

Met welke maatregelen kunt u ook in 2015 goede snijmaïs verbouwen?

Bodemkwaliteit, bemesting en teelt van maïs. Jaap Schröder

1. Kan ik mijn ingestuurde mestverwerkingsovereenkomsten (MVO) corrigeren als ik het niet goed heb ingevuld of wil wijzigen?

Nieuwsbrief. Grond voorwaarde bij groei melkveestapel. Prijsontwikkelingen blijven onzeker. Van der Woude Adviesbureau WET EN REGELGEVING ALGEMEEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds en uitrijden drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib 2016.

Agro-Nieuwsbrief Uitgave: december 2009

Wat Wanneer Gegevens doorgeven aan Dienst Regelingen

B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f

Resultaten KringloopWijzers 2016

worden betaald. Dit is met name veroorzaakt door de aanscherping van de verliesnormen in INHOUD:

Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers

Handleiding opgeven gewaspercelen

EINDEJAARSTIPS EN EEN BLIK VOORUIT AGRO ONDERNEMERS. Woord vooraf

Iets minder voordeel BEX in 2014 op Koeien & Kansenbedrijven

GLB en Vergroening. Goed boeren, goed beheren

Transcriptie:

AGRO Actualiteiten December 2009 WET- EN REGELGEVING Derogatie 2010 Nu de nieuwe mestwetgeving zo goed als vaststaat (ze is inmiddels ook door de Eerste Kamer goedgekeurd), hebben we gemeend in deze extra dikke editie van AGRO Actualiteiten de belangrijkste wijzigingen voor 2010 nog eens samen te vatten. Ook zijn er een aantal voorbeelden opgenomen, waarmee de gevolgen van deze aangescherpte regels duidelijk worden gemaakt. Daarnaast lijken er inmiddels geen beletsels meer te zijn voor de definitieve goedkeuring van het derogatieverzoek voor de periode 2010-2013. Vergeet uw derogatiemelding niet! De uiterste datum, waarop u zich voor derogatie moet hebben aangemeld, is verschoven naar 31 januari. U kunt zich in de periode van 1 tot en met 31 januari aanmelden voor derogatie. Dat kan dit jaar alleen digitaal via Mijn dossier op www.hetlnvloket.nl. Naast uw gebruikerscode en wachtwoord heeft u ook een TAN-code nodig. Kosten Vanaf 2010 zijn er aan het gebruik van derogatie kosten verbonden. De hoogte van deze kosten is afhankelijk van de oppervlakte grond, die u op 15 mei in gebruik heeft en wordt per 5 hectare berekend. Hoeveel u precies moet gaan betalen, is nu nog niet bekend. Dienst Regelingen (DR) heeft alleen een voorbeeldbedrag genoemd van 175 per bedrijf per jaar voor een bedrijf van 35 ha. Op het moment van aanmelden voor derogatie machtigt u DR om het door u verschuldigde bedrag van uw bankrekening af te schrijven. Fosfaat: het probleem vanaf 2010 In 2015 moet er sprake zijn van een evenwichtsbemesting voor fosfaat. Dit betekent, dat er in 2015 niet meer fosfaat mag worden bemest dan dat het gewas aan de grond onttrekt. Hierbij geldt een marge van 5 kg fosfaat/ha/jaar. Bemesting op basis van de fosfaattoestand Uw gebruiksruimte voor fosfaat zal vanaf 2010 mede worden bepaald aan de hand van de fosfaattoestand van uw grond. Aan de hand van de analyseresultaten worden uw percelen in drie groepen ingedeeld. Bij iedere groep hoort een bepaalde fosfaatgebruiksnorm. Het verschil tussen grasland en bouwland, zoals we dat nu ook al kennen, blijft bestaan. Inhoud: De Bres 2 9363 TM Marum tel: 0594 64 13 52 fax: 0594 64 39 89 e-mail: info@accresaccountants.nl internet: www.accresaccountants.nl Wet- en regelgeving: Derogatie 2010 Fosfaat: het probleem vanaf 2010 Stikstofgebruiksnormen vanaf 2010 Bemonstering Aanpassing uitrijbepalingen Uw Kamer van Koophandel inschrijving Wijzigingen perceelsregistratie Subsidies: Subsidieopenstellingen 2010 Ontkoppeling slachtpremie Economie: Actieplan ammoniak dwingt u tot keuzes 8 Korte wenken: 8 Accres accountants en belastingadviseurs aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade van welke aard dan ook als gevolg van beslissingen en of handelingen gebaseerd op de informatie uit AGRO Actualiteiten. In tabel 1 zijn de PAL- en Pw-getallen voor de fosfaatgroepen opgenomen. Is er straks geen analyse van een perceel beschikbaar? Dan geldt automatisch de fosfaatgroep hoog. Elders in deze editie gaan we verder in op de bemonsteringsvoorschriften. Tabel 1: Grenswaarden van de fosfaatgroepen Fosfaatgroep Grasland (PAL-getal) Bouwland (Pw-getal) Laag < 27 < 36 Neutraal 27 50 36 55 Hoog > 50 > 55 1 1 2 3 4 5 6 7 7 AGRO Actualiteiten, Jaargang 10, Nummer 6, December 2009 Pagina: 1

Gebruiksnormentabel In tabel 2 is een samenvatting van de (toekomstige) fosfaatgebruiksnormen weergegeven. Tabel 2: Fosfaatgebruiksnormen (kg /ha) Fosfaatgroep 2009 2010 2011 2012 2013 Grasland - Laag 100 100 100 100 100 - Neutraal 100 95 95 95 95 - Hoog 100 90 90 85 85 Bouwland - Laag 85 85 85 85 85 - Neutraal 85 80 75 70 65 - Hoog 85 75 70 65 60 Verdere verlaging na 2013 In het 4 e Actieprogramma worden ook al de fosfaatgebruiksnormen voor 2014 en 2015 genoemd. In deze jaren zullen de normen verder worden verlaagd. Gevolgen Aan de hand van een tweetal voorbeelden willen we u inzicht geven in de gevolgen van de aanscherpingen. Voorbeeld 1: U heeft een melkveebedrijf met 45 ha grasland en 15 ha maïs en maakt gebruik van derogatie (250 kg N/ha). Uw dieren produceren in totaal 15.000 kg N en 5.600 kg P 2 O 5. U hoeft in 2009 geen mest af te voeren (60 * 250 kg = 15.000 kg N). In tabel 3 en 4 zijn berekeningen opgenomen wat de gevolgen zijn voor de mestplaatsingsruimte op uw bedrijf voor de jaren 2010 en 2013. Dit hebben we gedaan voor de fosfaatgroepen neutraal en hoog. De normen voor de fosfaatgroep laag voor 2010 t/m 2013 gelijk aan de normen voor 2009. Hieruit komt des geen afvoerverplichting voort. De minimale mestafvoer is berekend o.b.v. de nieuwe forfaitaire norm voor rundveedrijfmest (code 14), nl. 1,7 kg P 2 O 5 /ton. Ter vergelijking is 2009 opgenomen. Tabel 3: Fosfaatgebruiksruimte bij groep neutraal Norm per ha Totaal bedrijf 2010 2013 2009 2010 2013 45 ha gras 95 95 4.500 4.275 4.275 15 ha maïs 80 65 1.275 1.200 975 Totaal ruimte 5.775 5.475 5.250 Productie 5.600 5.600 5.600 Teveel - 125 350 Tonnen mest 74 206 Tabel 4: Fosfaatgebruiksruimte bij groep hoog Norm per ha Totaal bedrijf 2010 2013 2009 2010 2013 45 ha gras 90 85 4.500 4.050 3.825 15 ha maïs 75 60 1.275 1.125 900 Totaal ruimte 5.775 5.175 4.725 Productie 5.600 5.600 5.600 Teveel - 425 875 Tonnen mest 250 515 Conclusie voorbeeld 1 Het maakt een groot verschil uit voor uw gebruiksruimte en uw mestafvoer in welke fosfaatgroep uw grond valt. In alle situaties, behalve wanneer het volledige bedrijf in de fosfaatgroep laag valt, wordt fosfaat de beperkende factor. Als gevolg van de aangescherpte gebruiksnormen kan het voorkomen, dat u de grens voor boer-boer transport overschrijdt (minimaal 85% van de fosfaatproductie moet op het bedrijf kunnen worden geplaatst)! Voorbeeld 2 U bent akkerbouwer en heeft 90 ha grond in gebruik. U voert maximaal vleesvarkensdrijfmest (code 50) aan met 6,8 kg N en 3,9 kg P 2 O 5 per ton. In tabel 5 is een overzicht opgenomen van het effect op uw aanvoerruimte, indien uw grond gelijk verdeeld is over de fosfaatgroepen laag, neutraal en hoog. Dit voor de jaren 2010 en 2013. Tabel 5: Fosfaatgebruiksruimte Norm per ha Totaal bedrijf 2010 2013 2010 2013 30 ha laag 85 85 2.550 2.550 30 ha neutraal 80 65 2.400 1.950 30 ha. hoog 75 60 2.250 1.800 Totaal ruimte 7.200 6.300 Plaatsingsruimte in 2009 (85 kg/ha) 7.650 7.650 Daling plaatsingsruimte 450 1.350 In tonnen mest 116 347 In 2013 kan er maximaal 1.615 ton mest worden aangevoerd (6.300 kg / 3,9 kg/ton = 1.615). Hiermee wordt 1.615 x 6,8 kg N = 10.982 kg N aangevoerd. De maximale ruimte voor N-dierlijk is 15.300 kg (90 ha x 170 kg N). Conclusie voorbeeld 2 Ook in dit voorbeeld neemt de plaatsingsruimte de komende jaren aanzienlijk af. Mestsoorten met een gunstigere verhouding tussen N en P 2 O 5, worden hierdoor steeds aantrekkelijker, omdat hier meer van kan worden aangevoerd. Ook bewerkte mest kan hierdoor aantrekkelijker worden. Stikstofgebruiksnormen vanaf 2010 De wijzigingen bij de stikstofgebruiksnormen zijn grondsoortafhankelijk en veelal minder ingrijpend. Veengrond Op veengrond vinden nauwelijks wijzigingen plaats. Kleigrond Op kleigrond worden de komende jaren de stikstofgebruiksnorm niet verlaagd. Voor de hieronder genoemde gewassen wordt de stikstofgebruiksnorm zelfs iets verhoogd: AGRO Actualiteiten, Jaargang 10, Nummer 6, December 2009 Pagina: 2

Wintertarwe Vanaf 2010 wordt de stikstofgebruiksnorm voor wintertarwe op klei verhoogd van 220 kg naar 245 kg per ha. Consumptieaardappelen en suikerbieten Voor deze teelten kunt u onder voorwaarden voor specifieke rassen extra stikstofgebruiksruimte krijgen. U moet wel kunnen aantonen, dat de opbrengsten van deze gewassen de voorgaande drie jaren structureel boven een bepaald niveau liggen. In tabel 6 is aangegeven wat de minimale opbrengsteis is en wat u dit aan extra gebruiksruimte kan opleveren. Tabel 6: Extra gebruiksruimte op kleigrond Gewas Minimale opbrengst Extra gebruiksruimte Suikerbieten 75 ton/ha 15 kg N/ha Cons. aardappelen 50 ton/ha 30 kg N/ha Zand- en lössgronden Voor een tweetal gewassen (grasland en groenbemesters) worden de stikstofgebruiksnormen in 2010 verlaagd. Met ingang van 2012 wordt voor veel meer gewassen een verlaging van de stikstofgebruiksnormen voorgesteld. Wijzigingen werkingscoëfficiënten Een aantal werkingscoëfficiënten van mestsoorten wordt vanaf 2010 gewijzigd. Bemonstering Wilt u alle nieuwe gebruiksnormen en werkingscoëfficiënten bekijken? Ga dan naar www.agroactualiteiten.nl. Hier vindt u de tabellen zoals die in het 4 e Actieprogramma zijn opgenomen. Uiteraard kunt u ook uw adviseur hierom vragen. Er zijn nog steeds veel vragen over de grondbemonstering. De afgelopen maanden zijn de regels hieromtrent nogal eens veranderd. In dit artikel willen we de huidige regels nog eens uiteenzetten. Geen monster? Dan de strengste fosfaatgebruiksnorm Allereerst willen we een misverstand uit de weg ruimen. U bent niet verplicht om uw grond te bemonsteren. Zijn er op 15 mei voor een perceel geen geldige analyses bekend, dan wordt dit perceel ingedeeld in fosfaatgroep hoog en geldt de laagste fosfaatgebruiksnorm. Wanneer u met een geldige analyse kunt aantonen, dat u op uw bedrijf percelen grond heeft met een lage of neutrale fosfaattoestand, dan kunt u voor die percelen gebruik maken van hogere gebruiksnormen. Maakt u gebruik van derogatie? Dan moet u wel al uw grond laten bemonsteren. Definitie topografisch perceel In de regelgeving voor de bemonstering komt regelmatig is het begrip topografisch perceel voor. Dit begrip is als volgt gedefinieerd als: aaneengesloten, door wegen, waterwegen, sloten, houtopstanden, muren, wallen of anderszins topografisch begrensde oppervlakte grond. Een topografisch perceel is dus niet hetzelfde als een gewasperceel. Bij de Gecombineerde Opgave (GO) geeft u een gewasperceel op. Op een topografisch perceel kunnen meerdere gewaspercelen liggen, maar één gewasperceel kan niet op verschillende topografische percelen liggen. Bemonsteringsvoorschriften U heeft voor de bemonstering keuze uit twee protocollen: het standaardprotocol en de gestratificeerde protocol Op dit moment zijn de voorschriften voor beide protocollen als volgt: de bemonstering moet per topografisch perceel plaatsvinden; de analyse moet op 15 mei bekend zijn (voor derogatie is dit 1 februari); van monsters, die vanaf 1 januari 2010 worden genomen, moeten middels GPS de perceelsgrenzen worden vastgelegd; er is geen onderscheid in bouwplan (gras- of bouwland); er is geen onderscheid in grondsoort; u mag per perceel kiezen voor een van beide methoden. Wanneer op een topografisch perceel zowel gras als maïs worden geteeld, mag van dit perceel nu één monster worden genomen (mits uiteraard wel aan alle andere voorschriften wordt voldaan)! Verschil tussen de protocollen Gestratificeerde bemonstering Dit protocol is gelijk aan het huidige protocol voor het aantonen van fosfaatarme en/of fixerende gronden. Een voorwaarde voor deze methode is dat er per topografisch perceel een monster wordt genomen. Echter, een voordeel van dit protocol is, dat er geen grens van 5 hectare per monster geldt. Hierdoor kan bij grotere percelen met één monster worden volstaan. Het nadeel is wel, dat deze bemonsteringswijze duurder is dan een monster volgens het standaardprotocol. Een ander voordeel van deze gestratificeerde bemonsteringsmethode is, dat wanneer het PAL-getal lager is dan 16 of het Pw-getal lager is dan 25 deze uitslag ook te gebruiken is voor de verruimde fosfaatnorm van 120 kg fosfaat per ha. Op grasland kunt u deze extra ruimte zowel door middel van kunstmest als organische mest benutten. Op bouwland mag dit alleen met kunstmest. AGRO Actualiteiten, Jaargang 10, Nummer 6, December 2009 Pagina: 3

Standaardprotocol Dit protocol kent een maximum van 5 ha per grondmonster. Wanneer u op uw bedrijf meerdere kleine percelen hebt dan kan het interessant zijn om voor deze methode te kiezen. Het is namelijk onder de volgende voorwaarden toegestaan om percelen tot een maximum van 5 ha voor de bemonstering samen te voegen: de percelen moeten aan elkaar grenzen; de afzonderlijke topografische percelen mogen niet groter zijn dan 2,5 ha; alleen volledige topografische percelen mogen worden samengevoegd; het bouwplan (gras- of bouwland) maakt niet uit. Zoals u ziet wijken deze voorschriften nogal af van de regels zoals die de afgelopen jaren voor de derogatiebemonstering zijn gehanteerd. Aan de hand van drie voorbeelden willen we de gevolgen van deze eisen verduidelijken. In de voorbeelden is telkens sprake van topografische percelen. Voorbeeld 3 U heeft drie aan elkaar grenzende percelen bestaande uit 1,5 ha grasland, 0,8 ha grasland en 2,4 ha bouwland. U mag deze percelen in één grondmonster samenvoegen, omdat de totale oppervlakte kleiner is dan 5 ha en ieder perceel ook kleiner is dan 2,5 ha. Het maakt hierbij niet uit of het grasland of bouwland is. Wel moet u zowel het PAL- als het Pw-getal laten bepalen, anders kunt u dit monster niet gebruiken voor zowel bouwland als grasland. Voorbeeld 4 U heeft twee percelen van 1,5 ha en 2,6 ha. Ze liggen tegen elkaar aan. Doordat één perceel groter is dan 2,5 ha, mag u ze niet samenvoegen. U heeft dus twee grondmonsters nodig. Voorbeeld 5 U heeft twee percelen van 5,5 ha en 2,0 ha. Ze liggen tegen elkaar aan. U heeft hiervoor drie monsters nodig! Reden: U mag het restant van perceel één (5,5 ha minus de maximale monsteromvang van 5 ha) niet bij perceel 2 voegen, omdat het volledige topografisch perceel groter is dan 2,5 ha. Overigens mag u er ook voor kiezen om van perceel 1 geen monster te laten nemen van de resterende 0,5 ha. Voor de resterende oppervlakte van 0,5 ha geldt dan de strengste fosfaatgebruiksnorm! Bij derogatie moet u dit extra monster wel laten nemen, omdat u dan al uw grond moet hebben bemonsterd! Voor derogatie geldt een uiterste analysedatum van 31 januari, voor fosfaat een uiterste analysedatum van 15 mei! PAL of Pw In principe hoeft u van een perceel grasland alleen maar het PAL-getal te laten bepalen en van een perceel bouwland alleen het Pw-getal. Echter, wanneer u het jaar daarop het perceel als bouwland gaat gebruiken, kunt u het monster niet gebruiken omdat alleen het PAL-getal bekend is. U moet dan een nieuw monster laten nemen voor het bepalen van het Pw-getal. Dit geldt ook vice versa. Ons advies: bepaal altijd zowel het Pw-getal als het PAL-getal, tenzij vaststaat, dat het perceel niet wordt omgezet van grasland naar bouwland of vice versa. De meerkosten van de extra analyse zijn maar beperkt. Bemonstering bij derogatie Maakt u in 2010 gebruik van derogatie? Evenals de voorgaande jaren moet u over grondmonsters van al uw percelen beschikken. De voorschriften voor het nemen van deze derogatiemonsters zijn gelijk aan de eisen die gelden voor de fosfaatbemonstering zoals die hierboven beschreven zijn, Daarnaast moeten de analyses ook het stikstofleverend vermogen (NLV) (grasland) of de N-mineraal (bouwland) bevatten. Overgangsregeling Heeft u grondmonsters in uw bezit die vóór 1 november 2009 zijn genomen? Dan vallen deze monsters mogelijk onder de overgangsregeling die wordt ingesteld. Deze monsters mogen niet ouder zijn dan 4 jaar en mogen niet zelf zijn gestoken. Voor derogatie geldt, dat deze monsters volgens de oude regels voor derogatie moeten zijn genomen. Heeft u veel monster die verspreid zijn over verschillende percelen dan is het verstandig om extra monster te nemen. Neem bij derogatie geen risico met het aantal monsters en neem bij twijfel een monster extra. Deze extra kosten wegen niet op tegen het risico van intrekking van derogatie! Aanpassing uitrijbepalingen Begin december is het aangepaste Besluit gebruik meststoffen per 2010 gepubliceerd. De belangrijkste wijziging betreft de nieuwe uitrijbepalingen en een beperkte verruiming van de regels rondom graslandvernietiging op zand- en lössgrond. Ten opzichte van de ontwerpwijziging, waarover wij in onze augustuseditie hebben geschreven, zijn er wel een aantal wijzigingen. Al met al is het een behoorlijk ingewikkeld geheel geworden. Het is wel belangrijk dat u zich aan die bepalingen houdt. Op www.hetlnvloket.nl kunt u een schema downloaden waarin alle nieuwe regels zijn opgenomen. AGRO Actualiteiten, Jaargang 10, Nummer 6, December 2009 Pagina: 4

Uw Kamer van Koophandel inschrijving Als gevolg van een wetswijziging moeten op 1 januari 2010 alle agrarische bedrijven staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Dienst Regelingen (DR) vraagt uw KvK-nummer op omdat ze dat nummer gaan gebruiken als vervanging van uw huidige BRS-nummer. Velen van u zullen voor de KvK inschrijving al een inschrijfformulier hebben ontvangen. Waarschijnlijk heeft een u zich ook al ingeschreven. Wanneer u een agrarische onderneming heeft, maar u geen formulier heeft ontvangen, moet u zich wel bij de KvK inschrijven. De inschrijving is een wettelijke plicht. Onduidelijkheden Er zijn een aantal situaties, waarbij het onduidelijk is hoe u zich moet inschrijven bij de KvK. Met name wanneer u in een stille maatschap zit. Om deze lastige materie duidelijk te maken, zijn hieronder een aantal voorbeelden opgenomen met tips hoe in deze situaties kunt handelen. Eenmanszaak Als u uw bedrijf als eenmanszaak runt, kunt u zich gewoon als eenmanszaak bij de KvK inschrijven. Vervolgens kunt u uw KvK-nummer gewoon doorgeven aan DR via Mijn dossier. Vennootschap onder Firma (VOF) Hetzelfde geldt voor de VOF: wanneer u uw bedrijf in de vorm van een VOF voert, kunt u zich ook gewoon als zodanig bij de KvK inschrijven. Vervolgens kunt u uw KvK-nummer doorgeven aan DR. Maatschap Bij maatschappen beginnen de problemen. De KvK inschrijving kent namelijk de maatschapvorm niet als bedrijfsvorm. U moet dus op een andere wijze bij de KvK worden ingeschreven, maar dat kan ongewenste gevolgen hebben. Het is dus van belang, dat u op de juiste wijze wordt ingeschreven. In de praktijk kennen we twee maatschapsvormen, namelijk een openbare maatschap en een stille maatschap. Openbare maatschap Er is sprake van een openbare maatschap, wanneer u naar buiten toe optreedt als een maatschap. Stel: u heeft samen met uw broer een maatschap en uw achternaam is Janssen. In deze situatie zal de bankrekening veelal op naam van maatschap Janssen staan. Ook uw accountantsrapport is gericht aan maatschap Janssen. Voor de buitenwereld is het duidelijk, dat uw bedrijf maatschap Janssen is. Inschrijving KvK Wanneer u zich als maatschap Janssen (dus onder één naam) inschrijft bij de KvK, dan is de kans groot dat u daar worden geregistreerd als VOF Janssen. Dit omdat de maatschapsvorm als bedrijfsvorm in dit register niet voor agrarische bedrijven bestaat. Hieraan kunnen wel nadelen zijn verbonden. Zo is o.a. de aansprakelijk-heid bij een VOF anders geregeld dan bij een maatschap. Overigens is dit in veel situaties niet zo n groot probleem. Let hier goed op en vraag eventueel om aanpassing. Inschrijving DR In principe kunt u uw KvK-nummer gewoon aan DR doorgeven. Wel kan als gevolg hiervan uw maatschap bij DR in de toekomst worden omgezet in een VOF. Stille maatschap U heeft een stille maatschap, wanneer u naar buiten toe (uw bankrekening, het factuuradres, het bord in de tuin) niet optreedt als maatschap, maar onder de naam van de afzonderlijke maten. Inschrijving KvK Beide maten moeten in principe apart worden ingeschreven bij de KvK als eenmanszaak. U krijgt dus twee inschrijvingen van eenmanszaken met ieder een apart KvK-nummer. Inschrijving DR U staat bij DR ingeschreven als stille maatschap, dus met één BRS-nummer. U kunt echter maar één KvKnummer aan DR doorgeven en aan het nummer wat u doorgeeft, zal in de toekomst alle registratie van DR worden gekoppeld. Dus ook de GO, de geregistreerde toeslagrechten e.d. Dit is vaak niet de gewenste situatie. Inmiddels zien de KvK en DR dit probleem ook en zijn zij zoekende naar een oplossing. Heeft u een maatschap? Overleg bij twijfel eerst met uw adviseur Geen onderneming, maar wel een BRS-nummer Veel hobbymatige bedrijven zijn geen onderneming in de zin van de Handelsregisterwet (KvK). Deze bedrijven hoeven zich dan ook niet in te schrijven. Voor hen verandert op dit moment niets. Pas wanneer in de toekomst DR het BRS-nummer gaat vervangen door het KvK-nummer, zal voor u als hobbybedrijf wat veranderen. Vanaf dat moment zal DR uw BSN (sofi-nummer) als registratienummer gaan gebruiken. U hoeft dit nummer echter niet door te geven, want DR heeft dat nummer al. AGRO Actualiteiten, Jaargang 10, Nummer 6, December 2009 Pagina: 5

Wijzigingen perceelsregistratie Het zal u hoogst waarschijnlijk niet zijn ontgaan, dat DR momenteel bezig is om alle perceelsgrenzen in Nederland opnieuw in te tekenen. De Europese Commissie vond namelijk, dat de Nederlandse perceelsregistratie niet nauwkeurig genoeg is. Beteelde oppervlakte In de aangepaste registratie is de beteelde oppervlakte het uitgangspunt. De beteelde oppervlakte is de oppervlakte, die daadwerkelijk wordt beteeld inclusief de eventuele teeltvrije zones. Houtwallen, kavelpaden, sloten, kuilen en mestbassins worden hierin niet meegenomen. Verder zal het perceelsbestand nu jaarlijks worden geactualiseerd. Effect Na aanpassing wordt het perceelsregister actueler. Het effect van de aanpassing is helaas ook, dat de betaalde oppervlakte in veel gevallen kleiner wordt. Daarnaast kan het voorkomen, dat uw percelen worden samengevoegd of juist worden gesplitst. Op dit moment kunt u de aangepaste perceelsgegevens al zien in Mijn dossier, voor zover uw percelen al zijn aangepast. DR wil in januari klaar zijn met de aanpassingen. Gevolgen De perceelsregistratie is de basis voor een aantal wetten en subsidies. Hieronder is aangegeven welke gevolgen de nieuwe intekening heeft voor de gebruiksnormen, de toeslagrechten en het SNL. Gebruiksnormen DR heeft aangegeven, dat zij ten aanzien van de Meststoffenwet pas vanaf 2010 wil gaan werken met de nieuwe kaarten. De aanpassingen hebben in 2009 hoogstwaarschijnlijk dus geen invloed op de vaststelling van de gebruiksruimte, de 70% graslandeis en de bemonstering van percelen. Ons advies: maak begin 2010 uw gebruiksnormenprognose en uw bemestingsplan op basis van de nieuwe perceelsoppervlakte. Gaat u nieuwe grondmonsters nemen? Houd dan ook rekening met de aangepaste oppervlaktes! SNL Bij de subsidieaanvragen voor het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer (SNL), die op dit moment kunnen worden ingediend, moet gebruik worden gemaakt van de nieuwe perceelskaarten. Het gaat hier namelijk om een subsidie, die u vanaf 2010 krijgt uitbetaald. Gecombineerde Opgave Bij de GO in 2010 zal worden gewerkt met de nieuwe kaarten. Het is aan u om te controleren of de vermelde beteelde oppervlakte juist is. Benutting toeslagrechten De huidige uitbetaling van de bedrijfstoeslag over 2009 is een voorschotbetaling. Pas nadat DR alle percelen opnieuw heeft ingetekend, zal een definitieve controle plaatsvinden. In de loop van 2010 ontvangt u een nieuwe beschikking van uw toeslagrechten. Het kan zijn dat, als gevolg van de gewijzigde oppervlaktes, de definitieve bedrijfstoeslag 2009 lager is. DR heeft mondeling aangegeven, dat er dan geen terugvordering van de bedrijfstoeslag zal plaatsvinden. Voor 2010 wordt voor de benutting van de toeslagrechten gebruik gemaakt van de nieuwe oppervlakten. Hierdoor kan het voorkomen dat u te weinig grond heeft voor het benutten van al uw toeslagrechten. Volgens DR is dat uw probleem en moet u hier zelf een oplossing voor vinden. Mocht u als gevolg hiervan toeslagrechten willen verkopen, realiseer u dan, dat u deze overdracht uiterlijk 31 maart 2010 aan DR moet hebben gemeld! Niet eens met de aanpassing? Als u van mening bent, dat er fouten in de nieuwe perceelsregistratie zitten, dan kunt u deze nu al telefonisch aan DR melden via Het LNV-Loket (tel. 0800 22 333 22). Als DR het met u eens is, zal zij de wijziging in januari verwerken. Ook kunt u altijd middels een brief een reactie geven op de gewijzigde intekening. Zeker wanneer er duidelijk sprake is van een intekeningsfout, is dat aan te bevelen. DR heeft gemeld, dat u in de loop van januari zelf percelen kunt aanpassen via Mijn dossier. Details hierover zijn nu nog niet bekend. Bewijsmateriaal Indien de intekening wel lijkt te kloppen, maar er discussie is over de beteelde oppervlakte, zal door u moeten worden aangetoond, dat de door DR gehanteerde oppervlakte niet de juiste is. DR heeft aangegeven, dat u dat door middel van bewijsmateriaal moet aantonen. Als bewijsmateriaal kan dienen: een AID rapport, waarin de gemeten oppervlakte van het betreffende perceel staat vermeld; een onafhankelijk meetrapport door een erkend meetbureau (bijv. Arcadis, Oranjewoud). Helaas zijn hieraan wel behoorlijke kosten verbonden. AGRO Actualiteiten, Jaargang 10, Nummer 6, December 2009 Pagina: 6

SUBSIDIES Subsidieopenstellingen 2010 De Regeling LNV-subsidies wordt in 2010 weer voor een groot aantal subsidies opengesteld. Welke subsidies dat zijn en wanneer u een subsidieaanvraag kunt indienen, leest u in tabel 7. Tabel 7: Openstellingen Regeling LNV-subsidies 2010 Onderwerp Openstelling Beroepsopleiding en voorlichting 4-1 t/m 30-11 Biologische landbouw Bedrijfsadviesdiensten 4-1 t/m 30-11 randvoorwaarden GLB Garantstelling en Garantstelling 4-1 t/m 31-12 plus Behoud van historische 1-1 t/m 31-1 buitenplaatsen Behoud zeldzame 4-1 t/m 28-2 landbouwhuisdierrassen Samenwerking bij innovatieprojecten 1-2 t/m 26-2 Investeringen energiebesparing 1-4 t/m 14-5 (glastuinbouw) Marktintroductie energie-innovaties 1-2 t/m 12-3 (glastuinbouw) 15-9 t/m 29-10 Gecombineerde luchtwassystemen 1-6 t/m 15-7 Jonge landbouwers 1-7 t/m 13-8 Voedselkwaliteit biologische 15-9 t/m 31-12 landbouw Praktijknetwerken veehouderij 15-9 t/m 29-10 De belangrijkste subsidies Hieronder is van een drietal subsidies aangegeven of u ervoor in aanmerking komt, wat de maximale hoogte is van de subsidie en wat de aanvraagprocedure is. Bedrijfsadviesdiensten randvoorwaarden GLB Ontvangt u rechtstreeks GLB-inkomenssteun, bijvoorbeeld bedrijfstoeslag, en wilt u toetsen of uw bedrijf voldoet aan de randvoorwaarden van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)? Dan is deze subsidie wellicht iets voor u. U kunt voor maximaal 50% van de kosten van een bedrijfsadvies over de randvoorwaarden subsidie krijgen met een maximum van 1.500. Of u ook subsidie krijgt, is afhankelijk van de rangschikking door DR. Gecombineerde luchtwassystemen Wilt u investeren in een gecombineerde luchtwasser? Dan komt u wellicht in aanmerking voor subsidie. U kunt voor max. 35% van de subsidiabele kosten subsidie ontvangen. Of u de subsidie ook daadwerkelijk krijgt, hangt onder andere af van het feit of uw bedrijf een knelpunt is ten aanzien van ammoniak en of u al een vergunning heeft aangevraagd voor één of meer gecombineerde luchtwassers. Jonge landbouwers Bent u jonger dan 40 jaar en heeft u ten hoogste drie jaar geleden een bedrijf overgenomen? Dan kunt u wellicht een aanvraag indienen voor de subsidie Jonge landbouwers. U kunt in 2010 waarschijnlijk voor 25% van uw investeringen subsidie ontvangen met een maximum van waarschijnlijk 25.000. Mochten er teveel aanvragen zijn ingediend, dan wordt via loting bepaald of u in aanmerking komt voor subsidie. Het afgelopen jaar zijn er diverse aanvragen van de subsidie jonge landbouwers afgewezen, omdat ze formeel niet aan de voorwaarden voldeden. Overleg daarom voordat u een aanvraag indient met uw adviseur. Bijzonderheden De meeste subsidieopenstellingen zijn niet nieuw. Wel zijn in een aantal gevallen de voorwaarden veranderd. In de komende edities van AGRO Actualiteiten zal op een aantal individuele regelingen worden ingegaan. Ontkoppeling slachtpremie In 2010 wordt de slachtpremie ontkoppeld: voor de vleeskalveren geldt als basis het aantal geslachte dieren in 2006, 2007 en 2008. Voor volwassen runderen geldt als referentie de jaren 2007 en 2008. U heeft tot en met 31 december de tijd om uw referentiegegevens te controleren in Mijn dossier. Vergeet dit niet! Investeringsregeling Mocht u tijdens of na de referentieperiode hebben geïnvesteerd, dan kunt u wellicht gebruik maken van de op handen zijnde investeringsregeling. Een belangrijke voorwaarde hierbij is, dat uw investering in 2009 in gebruik moet zijn genomen. Verder zal er een drempelbedrag gaan gelden. Beneden deze drempel zal er geen extra referentie worden toegekend. Op dit moment zijn er nog geen verdere details over de investeringsregeling bekend. Begin 2010 komt er naar alle waarschijnlijkheid een aparte aanvraag voor deze investeringsregeling. De voorwaarden hiervoor worden binnenkort bekend gemaakt. Let op de publicaties hierover! Op dit moment is er nog niets bekend over de bedragen, die met de investeringsregeling gemoeid zijn. AGRO Actualiteiten, Jaargang 10, Nummer 6, December 2009 Pagina: 7

ECONOMIE KORTE WENKEN Actieplan Ammoniak dwingt u tot keuzes SDE subsidie 2010 Vanaf 1 januari 2010 moeten de meeste bestaande varkens- en kippenbedrijven aan de ammoniakemissienormen uit het Besluit huisvesting voldoen. Deze datum van 1 januari 2010 blijkt in de praktijk onhaalbaar. Bedrijfsontwikkelingsplan indienen Omdat de minister de wet niet wil wijzigen, is er een alternatief ontwikkeld, het Actieplan Ammoniak Veehouderij, waardoor bedrijven, die op 1 januari 2010 nog niet aan de eisen voldoen, uitstel krijgen om hun bedrijf alsnog aan te passen. Dit gaat dus om een gedoogperiode. Een harde eis hiervoor is, dat ieder bedrijf uiterlijk op 1 april 2010 een Bedrijfsontwikkelingsplan bij de gemeente moet hebben ingediend. Uit dit plan moet blijken welke stappen u de komende tijd gaat ondernemen om op uiterlijk 1 januari 2013 alsnog aan de wettelijke eisen te voldoen. In veel gevallen moet uw bedrijf al ruim voor 1 januari 2013 worden aangepast. Dit is afhankelijk van de situatie op uw bedrijf en de benodigde aanpassingen. Ook wanneer u in 2013 wilt gaan stoppen, moet u tijdig uw actieplan indienen! Heeft u op 1 april 2010 geen realistisch Bedrijfsontwikkelingsplan ingediend, dan voldoet u op dat moment niet meer aan de wettelijke eisen. De uiterste sanctie is dan, dat u dan uw stal leeg moet laten staan! Stoppen of doorgaan Voordat u een Bedrijfsontwikkelingsplan kunt opstellen, moet er eerst wel een belangrijke vraag worden beantwoord, namelijk stoppen of doorgaan. Voor een aantal van u is stoppen economisch gezien waarschijnlijk de enige optie. De aanpassing van bestaande traditionele stallen is vaak zo kostbaar, dat deze investeringen niet terugverdiend kunnen worden. Doorgaan betekent: of de bestaande stallen aanpassen of, en dat zal in de meeste gevallen aan de orde zijn, extra stallen bouwen en daarmee de gemiddelde emissie per dierplaats naar beneden brengen (interne saldering). Dit vraagt een grondige afweging van de economische haalbaarheid. Daarnaast zijn er per 2013 veel welzijnsaanpassingen nodig die ook de nodige kosten met zich meebrengen. En deze aanpassingen kunt u niet via interne saldering oplossen. In de tweede helft van januari 2010 (de exacte datum is nu nog niet bekend) wordt de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE) opnieuw opengesteld. Alleen voor de grotere PV-installaties (zonnepanelen) komt er een latere openstelling. Toekenning van de aanvragen gebeurt op basis van volgorde van ontvangst van de aanvraag. De ervaring vanuit de vorige openstellingen leert, dat het beschikbare budget voor o.a. de zonnepanelen vaak de eerste dag al is overtekend. Neem voor meer informatie contact met ons op of met SenterNovem ( www.senternovem.nl/sde). Aanvullende gegevens: meten is weten! Voor de mestwetgeving is 1 januari altijd een belangrijk moment. Op dat moment moet u uw voorraden mest en kunstmest vastleggen. Sommigen van u moeten ook het aantal aanwezige dieren en de hoeveelheid voer vastleggen. De wijze waarop u de gemeten voorraden noteert, mag u zelf bepalen, mits hieruit maar blijkt, dat u de voorraden daadwerkelijk heeft gemeten en u ze niet heeft berekend op de gewenste uitkomst. Meet u niet dan is dat een overtreding die beloond kan worden met een boete. Door gewijzigde regelgeving kan DR, wanneer wij bewust meewerken aan een overtreding, ons ook sneller beboeten. Uw benodigde voorraad uitrekenen en indienen als de gemeten voorraad in afwijking van de werkelijke situatie, is zo n bewuste overtreding! I&R schapen en geiten Op 1 januari treden de nieuwe regels rond I&R schapen en geiten inwerking. Van alle lammeren, die vanaf 1 januari worden geboren, moet één van de twee verplichte identificatiemiddelen een elektronisch identificatiemiddel zijn. Daarnaast moeten de dieren worden geregistreerd in de centrale databank. Voor alle duidelijkheid, deze regels gelden ook voor hobbymatig gehouden schapen en geiten! Fosfaatverrekening Wilt u over 2009 gebruik maken van fosfaatverrekening? Vergeet dan niet om u uiterlijk 31 december 2009 hiervoor aan te melden. Dit kan via Mijn dossier op www.hetlnvloket.nl. Suikersubsidie Wanneer u als (ex-)suikerbietenteler subsidie heeft aangevraagd, heeft u inmiddels van DR hierover een beschikking ontvangen. Er is uiteindelijk maar een klein percentage aanvragen toegekend. Mocht u tot die gelukkigen behoren, dan is het goed om te weten dat u onder voorwaarden het geld ook voor andere investeringen kunt gebruiken dan zoals die op de aanvraag waren vermeld. Voor meer informatie zie www.hetlnvloket.nl. AGRO Actualiteiten, Jaargang 10, Nummer 6, December 2009 Pagina: 8